Februari
Noot: Klik op de foto's om ze te groter te maken!
Dag 19 – Woensdag 1 februari – Nog even wat huiswerk doen.
Vandaag schijnt de zon nog wat uitbundiger dan gisteren. De wind daarentegen maakt dat het toch niet warmer aanvoelt. Niettemin, het is buiten goed uit te houden. De was is dan wel klaar, maar er moet ook nog ander werk worden gedaan. Ook zijn we een paar dagen achterop geraakt wat betreft het bewerken van de foto’s en het bijwerken van het weblog. Vandaag wordt dus, net als gisteren, vooral in en rond de camper doorgebracht.
Dag 20 – Donderdag 2 februari – Ondanks regendreiging toch op stap.
Vanmorgen horen we de regen tikken op het camper dak. Ook de lucht geeft aan dat het weer vandaag uit een ander vaatje tapt. Dat komt slecht uit voor de rondwandeling die voor vandaag op het programma staat. Maar, als ‘hadden’ komt is ‘hebben’ te laat. Volgens het Spaanse weerbericht zal het later op de dag opklaren. We gokken dat de Spaanse weerprofeten het ditmaal bij het juiste eind hebben en besluiten toch op stap te gaan. Om half één valt het startschot en over schieten gesproken, er komt juist een groep al wat oudere Spaanse militairen lopend langs de camping. Doordat ze nogal treuzelen hebben wij de gelegenheid hen in te halen en tevens een praatje aan te knopen. Het zijn beroepsmilitairen van een eenheid die te vergelijken is met het vreemdelingen legioen waarvan er ook een paar regimenten in Afrika zijn gestationeerd. Voor Aukje willen ze wel even op de foto. Kort daarna slaan we een pad in dat ons het dal van de rivier Rio del Bosque voert. Zoals we al eerder hebben gezien worden we nu ook vergast op prachtige rotsformaties van geërodeerd zacht gesteente.
Daarna volgt een klim en weer een afdaling zodat we in het dal van de volgende rivier belanden, de Rio Andarax. Vanaf hier volgen we de rivier over een goed beloopbaar en mooi pad richting het dorpje Padules, een van de drie witte dorpjes die langs onze route van vandaag liggen. Inmiddels is de lucht opengetrokken en komt de zon er door.
Padules is een beetje vergelijkbaar met het dorpje Canjayar van een paar dagen geleden. Dus voldoende groot voor een pinautomaat, een winkeltje en een restaurantje. Op de stoep voor de gesloten deur van de plaatselijke kerk houden we onze lunchpauze waarna we het dorp uitlopen op zoek naar Beires en Almocita, de twee andere dorpjes van deze wandeldag. Die blijken allebei in hun glorietijd van de mijnbouw in de omgeving te hebben geprofiteerd. Nadat de ijzerertsmijnen met de crisis van 1929 op hun gat gingen is er een leegloop ontstaan waardoor de dorpjes thans nog maar ongeveer 200 inwoners tellen. Daarbij heeft Almocita het naar ons oordeel het er wat beter van af gebracht dan Beires. Na nog even een bezoekje aan het kerkhof van Almocita komt de camping weer in zicht. Om half zes, na in totaal vijf uur op pad te zijn geweest, zoeken we tevreden onze camper weer op.
Almocitas-Padules-Beires-Almocita - Afstand: 11,3 km, Startpunt: N36.99538 W2.78533
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 21 – Vrijdag 3 februari – Verkassen naar Orgiva.
De Alpugarra is bijna 150 kilometer lang. Ongeveer de helft valt onder de provincie Almeria en het westelijk gedeelte hoort bij de provincie Granada. Tot nu toe hebben we alleen het stuk binnen de provincie Almeria verkend, maar dat gaat vandaag veranderen. Van Almocita naar Orgiva, het doel van vandaag is het ongeveer 85 kilometers. Een kronkelige weg door de bergen, maar ook weer niet zo erg dat we er de hele dag over zullen doen. Vandaar dat er onderweg en tussenstop met rondwandeling in het plaatsje Fondon op het programma staat. Om half twaalf beginnen we met het stuk over de belabberde toegangsweg vanaf de camping en nadat we tegenliggers, grote boomtakken, kuilen en een paar scherpe bochten hebben getrotseerd, bereiken we de hoofdweg en is het leed geleden. In Fondon stallen we de camper op een prima plek, waarna we direct de rondwandeling aanvangen. De route heet Acequias del Rio, wat er op duidt dat de irrigatiekanaaltjes die gevoed worden door de Rio Andarax, zullen worden gevolgd. Geen moeilijke of inspannende wandeling, maar net als de irrigatiekanaaltjes is ook het wandelpad aan erosie onderhevig zodat het toch af en toe spoorzoeken is.
De landbouw waarvoor de waterwerken waren bedoeld is grotendeels verdwenen, vooral omdat de stukjes land en de terrassen economisch onrendabel zijn. Daar waar ze wel groot genoeg zijn heeft het gemak van de tyleenslang het gewonnen van het arbeidsintensieve onderhoud aan de acequias. We komen door de fotogenieke dorpjes Benecid en Fuente Victoria en langs de bron waarnaar de naam verwijst. Deze is evenals de kerk in mudejarstijl (een mengvorm tussen christelijke en islamitische bouwstijl), in verval geraakt. Na drie uur wandelen komen we terug bij de camper en vangen we aan met rit naar Orgiva.
De weg met prima asfalt gaat dwars door de bergen. Prachtige uitzichten op zowel de Sierra Gador als op de Sierra Nevada en langs diepe afgronden, maar ook ontzettend veel haarspeldbochten waar je in de tweede versnelling doorheen kunt. We rijden de camping eerst voorbij om in het stadje boodschappen in te slaan. Later bij de camping aangekomen blijkt dat deze nagenoeg leeg is, zodat het geen kunst is om een leuk plekje uit te zoeken.
Sendero Acequias del Rio - Afstand: 9,6 km, Startpunt: N36.98153 W2.85367
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 22 – Zaterdag 4 februari – Even bijkomen na de storm van vannacht.
Gisteren bij het oprijden van de camping was al duidelijk dat er rekening gehouden moest worden met de wind. Als het flink waait zetten we de camper zo dat het toestel waarop we buiten bakken in de luwte van de camper komt. Gisteravond trok de wind verder aan zodat herhaaldelijk de schotel uit positie draaide. En afgelopen nacht stond de hele camper te schudden en ben ik nog even buiten op onderzoek uitgegaan waar het gerammel en geflapper vandaan kwam. Ook vorige jaren hebben we al gemerkt dat het geregeld voorkomt dat de vlagerige wind plotseling sterk aantrekt en na een minuut of zo plotseling weer afneemt. De houdster van de camping waar we waren toen we dit voor het eerst bemerkten noemde het ‘viento loco’ ofwel ‘gekke wind’. Vanmorgen werd het langzaam weer rustiger al staat er ook overdag nog best veel wind. De temperatuur is wel goed. Vanmorgen vroeg was het in de camper nog 17 graden en overdag is het heerlijk buiten in het zonnetje en in de luwte. Vandaag doen we nog even rustig aan en vermaken we ons met allerlei dingetjes. Morgen willen we er hier voor het eerst op uit trekken.
Dag 23 – Zondag 5 februari – Een zondagswandeling.
Ook afgelopen nacht heeft het flink gewaaid en anders dan in ons land meestal het geval is, het gaat maar niet over. De hele dag is de wind zo sterk dat tafels en stoelen omwaaien. Nu, in de avond, lijkt de wind iets te luwen en we zijn benieuwd hoe Jan de Wind zich vannacht zal houden. Vanmorgen eerst eens lekker uitgeslapen, waarna ik voor middag een korte rondwandeling heb uitgezocht. De Ruta de los Olivos bracht ons door de boomgaarden met eeuwenoude olijfbomen in het gebied ten zuiden van Orgiva. Een gemakkelijke wandeling die toch erg de moeite waard bleek en ons deed beseffen dat de grond in deze omgeving best wel vruchtbaar is en er voldoende water beschikbaar is. Een groot verschil met Murcia en Almeria waar het vooral rotsachtig en gortdroog is. Stiekem zagen we al een paar plekjes waarvan we dachten dat het geen slecht stekkie zou zijn om er te wonen. Nadat we tegen vieren weer thuiskwamen, dachten we buiten in het zonnetje een pilsje te drinken. Mis poes, want het bierglas dreigde om te waaien en de chips vlogen het bakje uit. Niettemin gaat het ons goed en zien we de dag van morgen vol vertrouwen tegemoet.
Routa de los olivos - Afstand: 6,9 km, Startpunt: N36.88698 W3.41763
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 24 – Maandag 6 februari – Dagtocht naar Trevelez.
Vanmorgen bleek dat de weergoden de ventilator hebben uitgeschakeld. Windstil en een lekker zonnetje. Het voelt als een verademing en het komt ons ook goed uit. We willen vandaag met de bus naar Trevelez, een wit dorpje in de Alpujarra dat op bijna 1500 meter hoogte en aan het einde van een kilometers lange barranco (= brede kloof) ligt. Op die hoogte is het aanmerkelijk kouder dan in Orgiva en dan kun je een boel wind erbij helemaal niet gebruiken. Er gaat drie maal per dag een bus naar Trevelez en wij pakken natuurlijk de vroegste…. die van kwart over elf. Om half elf vertrekken we te voet vanaf de camping via een landelijke route die gisteren al is verkend. Om elf uur informeer ik bij een mevrouw die in het bushokje al zit te wachten of dit wel de goede plek is om op onze bus te wachten. Later, als het al ruim na vertrektijd is, vertelt een andere reiziger dat de bus altijd een kwartiertje te laat is en dat blijkt ook ditmaal het geval. Eenmaal onderweg probeert de chauffeur met succes de verloren tijd in te halen en slingert met fikse vaart de full size bus over de kronkelige bergweg naar boven. Dertien jaar geleden heb ik mijn eerste SNP groepswandelreis in dit gebied gemaakt en nu komt de bus door alle dorpjes die ik toendertijd als wandeletappeplaats heb meegemaakt. De bus is vrijwel leeg als wij om tien voor een boven in het dorp Trevelez worden afgezet. Het doel is vanuit Trevelez een rondwandeling te maken. Die start, naar blijkt, boven in het dorp, waardoor ons een flinke klim bespaart blijft. De uitgespaarde tijd wordt voor een bakkie koffie benut in een café. Het is prachtig weer: windstil, zonnig en een temperatuur die ons met korte mouwen doet wandelen.
Een plezierige rondwandeling van ruim vijf kilometers net buiten het dorp volgt. Weer terug van de wandeling proberen we een pizza met een paar pilsjes erbij. Ook dit valt goed in de smaak, waarna we al zigzaggend door de smalle straatjes omlaag lopen.
We komen daarbij ook langs een aantal hamdrogerijen . Door de droge lucht en de hoge ligging is Trevelez als sinds de negentiende eeuw bekend om zijn hammen die op natuurlijke wijze worden gedroogd. Om vier uur rijdt de bus terug met dezelfde chauffeur als op de heenweg, want hij heeft tijdens ons uitstapje in Trevelez siësta gehouden. Omdat hij op tijd vertrekt, gaat het nu een stuk rustiger en toch op schema naar Orgiva, waarna we het laatste stuk naar de camping weer te voet afleggen.
Ruta corta por Trevelez - Afstand: 4,9 km, Startpunt: N37.00232 W3.26870
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 25 – Dinsdag 7 februari – Dagdromen in het zonnetje.
Vandaag staat een rustdag op het programma. Met een buitentemperatuur van 19 graden in de schaduw posteren we ons in het zonnetje en soezen een goed deel van de dag weg, waarbij we onze gedachten over het verleden, het heden en de toekomst laten gaan. Maar daar verklappen we in dit weblog niets van.
Dag 26- Woensdag 8 februari – Ruta de los Mineros.
Orgiva ligt in het dal van de Rio Gualdalfeo. Aan de noordzijde liggen de besneeuwde bergen van de Sierra Nevada en aan de zuidkant een veel lagere gebergte, de Sierra Lúgar. Vanaf 1800 tot aan 1989 is er in de Sierra Lúgar flink aan mijnbouw gedaan. Er werden vooral loodverbindingen gedolven zoals Galeniet (loodsulfide), Cerussiet (loodcarbonaat), Anglesiet (loodspaat), De eerste tijd op een primitieve wijze waarbij de mensen het zonder elektriciteit en water moesten stellen. Wij willen vandaag een rondwandeling in het mijnbouwgebied maken om te zien wat er nog van over is. Vanaf de camping is het een stukje lopen langs de hoofdweg voordat de eigenlijke wandeling begint. Met daarbij ook het stuk na afloop terug, zullen er dus nog een paar kilometers extra op onze teller staan.
Het eerste stuk van de Ruta de los Mineros gaat over een mooi pad, eerst pittig maar later zelfs erg steil omhoog. Genoeg aanleiding dus om geregeld even te stoppen en achterom te kijken naar het dal met achterin de witte dorpjes en op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Veleta en de Mulhacen. Eenmaal boven gekomen op ruim 900 meter is de zon er inmiddels ook bij, wat het schouwspel alleen nog maar mooier maakt. Vanaf hier volgen we een breed track omlaag dat ons langs een fabriek brengt waar gedolven materiaal voor de wegenbouw voor gebruik geschikt wordt gemaakt. Ook ons track is er van voorzien en als er een auto omhoog komt wordt de omgeving (en dus ook wij) in een stofwolk gehuld.
Een stuk verderop wordt het track weer voor een wandelpad ingewisseld. Dit pad gaat eerst langzaam omlaag en is soms wel uitdagend qua beloopbaarheid. Uiteindelijk komen we weer in de buurt van de camping. En de mijnen? Hier en daar hebben we een horizontale mijnschacht gezien, van waaruit met muilezels het erts naar buiten werd gebracht. Niettemin was het een mooie en pittige wandeling met prachtige uitzichten en gelukkig ook met perfect weer.
Ruta de los mineros - Afstand: 12,2 km, Startpunt: Camping Orgiva
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 27 – Donderdag 9 februari – Naar de markt.
Elk Spaans dorp van enige omvang, dus ook Orgiva, kent een weekmarkt. En hoewel de meeste op het zelfde neer komen, vinden we het toch altijd de moeite waard om er even te gaan sneupen. En natuurlijk om ook gelijk fruit en groente inkopen te doen, want sinaasappels vind je (behalve illegaal van de boom geplukt) nergens lekkerder. De route door de boomgaarden naar het centrum van Orgiva kennen we inmiddels uit ons hoofd. In het centrum aangekomen is niet duidelijk waar de weekmarkt precies is maar na een paar maal vragen komt deze toch in zicht. Het centrum van Orgiva is vandaag gezellig druk. Met het mooie weer zijn de terrasjes goed bezet. Afgelopen zondag viel ons al op dat er nogal wat mensen liepen met een alternatief uiterlijk en/of alternatieve kleding. Aanvullende info maakt ons duidelijk dat Orgiva van oudsher een soort hippiecentrum kent en ook deze mensen zijn vandaag op straat, voor de zon, voor de markt of voor de onderlinge contacten. Wij concentreren ons op de markt en gaan vooral op zoek naar fruit en wat groente. Het merendeel van het aanbod op de markt bestaat uit kleding en snuisterijen. Met kilo’s sinaasappelen en mandarijnen, aangevuld met groente keren we huiswaarts.
Dag 28 – Vrijdag 10 februari – Ondanks de regen toch op stap.
Voor de komende dagen heeft de Spaanse Erwin Krol niet veel goeds voor ons in petto. Zowel voor vrijdag, zaterdag als zondag wordt regen voorspeld, maar de hoeveelheden en de tijdstippen wisselen steeds. Dat maakt het voor ons niet eenvoudig om een goed plan uit te dokteren. Want als we toch nat moeten worden, dan het liefst hier op de camping onder de uitmuntende douche. Vanmorgen is het zwaar bewolkt en maken we geen haast. Maar als het na het middaguur nog steeds droog blijkt begint het bij ons te kriebelen en besluiten we toch maar om er op uit te trekken. Aukje heeft van Wikiloc een rondwandeling ten noorden van Orgiva gedownload en deze start vanuit het centrum. Het eerste stuk gaat door de nauwe straatjes, maar eenmaal buiten het stadje volgt de route een paar kilometers langs een acequia die voor de verandering wel goed is onderhouden en volop water transporteert. Een gemakkelijk lopend stuk van de route, want zo’n acequia ligt bijna waterpas. Na onze koffiestop dalen we af in een dal en volgen een track dat naar het dorpje Bayacas leidt.
Vandaar omhoog een bergrug op en daarna volgt, ondanks de nog steeds dreigende lucht, een mooi uitzicht over de dalen aan beide zijden van het wandelpad. Tegen de tijd dat Orgiva weer in zicht komt begint het toch nog te regenen en even later lopen we, onder de paraplu, de laatste kilometers naar Orgiva en vandaar teug naar de camping. Thuisgekomen zijn we blij dat we de gok met het weer hebben gewaagd. De wandeling bleek erg afwisselend en mooier dan vooraf was ingeschat.
Orgiva - Bayacas-Orgiva - Afstand: 9,5 km, Startpunt: Camping Orgiva
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 29 – Zaterdag 11 februari – Rondwandeling vanuit Lanjarón.
Gisteravond en ook afgelopen nacht heeft het onafgebroken flink geregend. Je ziet het aan de natuur om ons heen. Prachtig groen in tegenstelling tot Murcia en Almeria waar het water op de bon is. Volgens de weersverwachting wordt het vandaag vanaf een uur of acht droog en zal het de rest van de dag ook droog blijven. Lanjarón is een stadje op 15 kilometers afstand van hier. Volgens ons programma zou deze plaats op weg naar onze volgende etappeplaats worden aangedaan voor het maken van een rondwandeling. Door met de bus er naar toe te gaan, besparen we ons een omweg en blijft er voldoende tijd over om ook het stadje te bekijken. Vanuit onze inmiddels vertrouwde opstapplaats in Orgiva volgt de bus gedurende twintig minuten een kronkelweg, waarna we 1,16 euro p.p. armer aan het begin van het stadje worden afgezet.
Vanaf de bushalte gaat de route het stadje uit en direct steil omhoog waardoor een prachtig uitzicht op Lanjarón en omgeving volgt. De bergtoppen vanaf zo’n 1000 meter hebben een witte muts van poedersuiker gekregen. Verderop gaat het pad steil een ravijn in en weer verderop natuurlijk weer omhoog naar een ruïne op een rotspunt. Nadat ook deze uitvoerig is bekeken komen we aan de andere kant weer het stadje binnen. Het is inmiddels drie uur en de eerstvolgende bus gaat pas om half zes. Voldoende tijd dus om door de twee kilometer lange smalle hoofdstraat te dwalen. Bijna alle restaurantjes zijn vanwege de siësta gesloten. Toch is er nog een snackbar open, waar een hamburger met frites op het menu staat. De friet blijkt op maar dat gemis compenseren we met een extra pilsje. Voldaan keren we tegen half zeven weer terug bij onze camper.
Lanjaron - Afstand: 10,2 km, Startpunt: N36.92080 W3.47272
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 30 – Zondag 12 februari – In afwachting van de regen.
Voor dit weekend waren een aantal dagen met regen gepland, niet door ons maar door de weerprofeten. Voor ons een reden om nog wat langer op deze camping te blijven dan aanvankelijk de bedoeling was. Je weet immers wat je hebt en je moet maar afwachten hoe de situatie elders zal zijn. Tot nu toe is de hoeveelheid regen meegevallen en hebben we toch onze dingetjes kunnen doen. Voor vandaag staat er weer zo’n ‘dingetje’ op het programma, de was. Vanmorgen ziet het weer er goed uit al wordt voor de avond wel weer regen verwacht. Snel, nou ja voor de zondagmorgen dan, naar de receptie voor een drietal muntjes voor het schamele bedrag van 15 euro.
De wasmachine stelt ons niet teleur. Een 7 kg apparaat dat drie uur bezig is voordat hij de was schoon genoeg vindt. Daarna de was direct aan de lijn en deze is al geruime tijd droog voordat de volgende lading klaar is. Tegen de avond komt dan toch de regen, terwijl de machine nog met zijn laatste kunstje bezig is. Dan maar even een muntje voor de droger halen zou je denken. Helaas… dat gaat niet door, want de muntjes blijken op en ze zijn wel in bestelling maar wanneer die komen kan men met geen mogelijkheid zeggen. Zo gaat dat in Spanje en daar moeten we toch nog wel een beetje aan wennen. De was is inmiddels toch droog, want ik heb een lijntje gespannen in het douchegebouw. Geen probleem… en ook dat is Spanje.
Dag 31 – Maandag 13 februari – Klaarmaken voor vertrek.
Afgelopen nacht heeft flink geregend maar vanmorgen is het net droog wanneer ik buiten de eitjes voor het ontbijt ga bakken. Morgen vertrekken we naar Motril aan de kust. Vandaag is gereserveerd voor het afronden van allerlei huishoudelijke klusjes. In de namiddag gaan we nog even op stap om een frisse neus te halen. Ons doel is het dorpje Los Tablones dat op ruim twee kilometer van de camping ligt. Op advies van een Deense fietser die met zijn tentje op onze camping verblijft gaat de route langs de oever van de Rio Gualdalfeo. Van een wandelpad is geen sprake maar een beetje zigzaggend over de keien komen we toch op de plaats van bestemming. Los Tablones was vroeger bevolkt met mijnwerkers. Daarna was het geruime tijd een hippie-centrum. Onze Deense campinggenoot verhaalt van bonte toestanden met drank en vooral drugs. De Spaanse overheid heeft hier resoluut een eind aan gemaakt en tegenwoordig is het er stil en wordt het bewoond door modelburgers.
Dag 32 – Dinsdag 14 februari – Verkassen naar Motril.
Vandaag is het prachtig weer. Dat betekent lekker in het zonnetje zitten, maar er moet ook worden aangepakt en vooral ingepakt. Vandaag staat het vertrek naar een camping vlakbij zee gepland, camping Playa Poniente bij Motril. Van de campingbeheerder hier hoeft er geen haast te worden gemaakt met ons vertrek en dat doen we dan ook niet. Zo heb ik een uitgebreide discussie met een wat zonderlinge Fransman die hier al enige tijd in een trekkerstentje bivakkeert. Een vegetariër, die zijn groente niet afwast en de daarop aanwezige bacteriën als vlees ziet waarmee hij een dreigend vitamine B12 tekort bestrijdt. Toch lukt het om half een de slagboom achter ons te laten. Dan volgt een rit van ongeveer 40 kilometers, die ons eerst een volle gasfles, daarna een camper vol boodschappen en tenslotte een prachtige plek op een camping oplevert. Me dunkt dat we tevreden mogen zijn en dat wordt gevierd met stokbrood en een pilsje in de heerlijke middagzon.
Dag 33 – Woensdag 15 februari – Even bijkomen.
Vandaag even lekker bijkomen. Buiten in het zonnetje bij een temperatuur van 22 graden in de schaduw. Later op de dag toch weer aan het werk getogen. Zowel Aukje als ikzelf werken aan ons weblog. Voor mij een peulenschilletje maar voor Aukje, vanwege achterstallig onderhoud, een klusje dat haar tot laat in de avond in beslag neemt.
Dag 34 – Donderdag 16 februari – Te voet naar de haven.
Tussen Playa de Poniente, waar onze camping ligt en de stad Motril, ligt de haven van Motril. Vlak daarvoor ligt het park Charca de Suarez en daar willen we vandaag een rondwandelingetje gaan maken. Bij het park aangekomen blijkt dit tot vijf uur gesloten. Vandaar dat het doel wordt verlegd naar de haven. Vanuit de haven vertrekken veerboten naar onder meer Tanger en Melilla. Maar er is ook een visserijgedeelte en dat gedoe met die netten is wel leuk om even te bekijken. Bij de ingang van het haventerrein worden we staande gehouden. Niet duidelijk is of de toegang voorbehouden is voor mensen die er daadwerkelijk iets te zoeken hebben. De politieman bekijkt onze kaart en vraagt of we misschien naar de helikopter terminal moeten. ‘Dat moeten we’ en nadat hij ons heeft uitgelegd van hoe en waar, mogen we door. Vanaf de helikopter terminal kun je vanaf 60 euro rondvluchten maken maar vandaag is er geen helikopter te zien. Nadat de hele haven door ons is geïnspecteerd vinden we het wel goed zo en wandelen we terug naar de camping.
Dag 35 – Vrijdag 17 februari – De stad Motril bekijken.
Voor vandaag staat een bezoek aan de stad Motril op ons programma. Even flink opschieten vanmorgen, maar dan lukt het toch om de bus van tien voor elf te halen. Onze eerste gang is naar het toeristenbureau. Met de aldaar verkregen info lopen we naar de plaatselijke markt die tweemaal per week wordt gehouden. Een smal lint van kraampjes aan twee zijden van een voetgangersgebied maar wel met een lengte van bijna een kilometer. Voldoende keus derhalve en onze rugzakken worden weer gevuld met onder meer sinaasappels en mandarijnen. En passant scoren we ook nog een nieuwe fototas voor Aukje want van haar oude heeft de rits het begeven. Daarna even bijtanken bij McDonalds want in Spanje vind je haast nergens frietjes. De volgende stop is het suikerrietmuseum. Motril is eeuwen lang een centrum op dit gebied geweest. In het museum zijn we de enige gasten en ons valt daarom een privé rondleiding ten deel. Het museum blijkt de plaats waar tot in de zeventiende eeuw het La Palma suikerhuis is geweest. Gedurende enkele eeuwen daarna was de plek waar het suikerriet werd bewerkt overwoekerd en begraven, maar gelukkig is de boel weer opgegraven en prachtig gerestaureerd. Je waant jezelf in de toenmalige situatie waar honderden mensen aan het werk zijn geweest. Na afloop worden we door het woonhuis van de voormalige eigenaar geleid. Een prachtig gebouw dat uit de zeventiende eeuw stamt en wel geheel intact is gebleven. Na het museumbezoek lopen we via de overdekte markthal naar de oude binnenstad. Verschillende gebouwen kunnen gratis worden bezichtigd, maar alle kerken blijken overdag gesloten. Net als in Almeria is hier de grootste kerk van de stad tevens een versterkte vesting om indertijd invallen vanaf zee het hoofd te kunnen bieden. Tenslotte zigzaggend door de stad naar het botanische park Pueblo de America, waarna de bus ons weer terug naar de camping brengt.
Motril de suikerhoofdstad van Spanje.
Van rietsuiker denk je dat deze uit het Caribisch gebied afkomstig is. Toch is de verspreiding van suikerriet juist andersom gegaan. Oorspronkelijk afkomstig uit Indonesië is het via India al vroeg naar het Midden Oosten gebracht en rond het jaar 700 in Noord Afrika beland. Daarvandaan hebben de Moren het in Andalusië geïntroduceerd, langs de kust in de omgeving van Motril. Vanaf het jaar 1000 had men het proces van het telen van suikerriet en het maken van rietsuiker goed in de vingers en werd de suiker als een luxe artikel rond de hele Middellandse zee verscheept. In de zestiende eeuw werden de Moren, na een korte opstand, het land uitgejaagd en verviel de grond aan enkele grootgrondbezitters die de productie op steeds grotere schaal ter hand namen. In de bloeitijd waren er bij Motril elf ‘suikerhuizen’ aanwezig, die aan in totaal meer dan zesduizend mensen (zwaar) werk boden. De rietsuiker werd nu ook naar de Noord Europese landen verscheept en door er hoge belasting op te heffen, vormde het de belangrijkste bron van inkomsten voor het koninkrijk Andalusië. Na de ontdekking van Amerika werd het aantrekkelijk om ook daar suikerriet te gaan telen. In de achttiende eeuw ging de suikerriet cultuur in Andalusië bijna geheel teloor. Oorzaken waren de concurrentie van de Amerikaanse suiker die met goedkope slavenarbeid werd verkregen, maar ook de ontbossing van Andalusië, de hoge belasting en de ‘kleine ijstijd’ waardoor het te koud werd speelden mee. Na 1800 volgde nog een kleine opleving door gebruik van meer industriële productiemethoden, maar Motril had inmiddels afgedaan als suikerhoofdstad van Europa.
De productie van rietsuiker.
De oogsttijd van suikerriet is in de maanden maart/april wanneer het riet geel is. Nadat het riet (vroeger met ezels) naar de fabriek (het suikerhuis) is gebracht, wordt het ontdaan van onkruid en tussen twee rollen gekneusd waarbij er al sap tevoorschijn komt. Vervolgens worden de gekneusde stengels onder grote druk in een pers ontdaan van de laatste restjes sap. Dit sap wordt vervolgens gekookt en steeds overgegoten in andere ketels om ongerechtigheden te verwijderen waarbij ook een bepaalde kalksoort wordt toegevoegd om dit te binden. Tenslotte wordt de verkregen melasse in mallen van gebakken klei gegoten, de ‘suikerbroden’. Hierin zit aan de onderkant een kleine opening. Tijdens het afkoelen kristalliseert het suiker en zakt de resterende melasse langzaam onder uit de mal. Om de kristallisatie te verbeteren, wordt aan de bovenzijde een paar maal wat water toegevoegd. Na afloop moet de mal worden stukgeslagen om het eindresultaat, het ‘suikerbrood’ vrij te maken. De kleur van het suikerbrood loopt van goudgeel tot donkerbruin en de suiker die het dichtst bij de wand van de mal heeft gezeten, heeft de hoogste kwaliteit. Doordat de mallen stuk worden gemaakt moeten telkens nieuwe mallen van klei worden gemaakt. Per jaar had een fabriek wel 5000 á 6000 mallen nodig.
Dag 36 – Zaterdag 18 februari – Op de fiets naar het kasteel van Salobreňa.
Na zo’n 3000 kilometers achter op de camper te hebben gestaan, worden vandaag de fietsen voor het eerst deze vakantie van stal gehaald. Ons doel vandaag is het oude Moorse kasteel van het dorp Salobreňa op ongeveer tien kilometer van onze camping. De route erheen gaat eerst langs de kust naar Playa Granada, vandaar een stukje het binnenland in tussen de groentekwekerijen door en tenslotte weer terug naar de kust. Salorbreňa ligt op een ongeveer 100 meter hoge rots en op het hoogste punt ervan hebben de Moren indertijd hun kasteel gebouwd. Van lieverlee is er om heen een heel dorp ontstaan en de laatste uitbreiding volgde tijdens de bouw hausse rond de eeuwwisseling, toen ook aan zee het ene na het ander appartementencomplex verrees. We rijden dus eerst door het nieuwbouw gedeelte, waarna de eigenlijke klim de heuvel op begint. Voor ons het sein om de fietsen te parkeren en te voet verder te gaan. Het klassieke patroon van smalle bochtige straatjes volgt waarbij we zo nu en dan al een mooi uitzicht om de omgeving krijgen.
Zoals bij bijna alle verdedigingsbouwwerken in Andalusië hebben de Moren de eerste aanzet gegeven, maar is er vooral na de verovering door Ferdinand en Isabel, even voor de jaren 1500, flink verbouwd en uitgebreid. Het gevolg is dat de latere toevoegingen intact gebleven zijn, maar dat het oudste deel van het kasteel pas nu stukje bij beetje tevoorschijn kan worden gehaald. Dat is ook hier het geval en omdat deze werkzaamheden nog in volle gang zijn, is de entree voorlopig gratis. Niettemin ziet het geheel er al heel verzorgd uit en krijgen we een goed beeld van de verschillende functies van de torens, gangen en binnenplaatsen. Na afloop wandelend via een andere route omlaag door het dorpje, richting fietsen. Hierbij valt het op hoe levendig het straatbeeld op zaterdag is in vergelijking tot doordeweeks. Ook het mooie weer zal hier wel debet aan zijn en terug op de camping koesteren we ons dan ook nog geruime tijd in de middagzon.
Castillo Salobrena - Afstand: 19,5 km, Startpunt: Camping Playa Poniente, Motril
Hiernaast de gefietste route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Dag 37 – Zondag 19 februari – Ondanks de weersvoorspelling er toch op uit.
Voor vandaag was de weersverwachting niet erg goed. Een hele dag met regen en daarbij ook nog flink wat wind. Dat laatste is wel uitgekomen maar de regen laat gelukkig verstek gaan. Dus kunnen we er vandaag ook gewoon op uit, eerst voor een strandwandeling en in de namiddag voor een bezoek aan het nabijgelegen natuurreservaat. Zoals gezegd, flink wat wind en dat is direct te merken zodra we op het strand aankomen. Dan blijkt maar weer dat de camping, hoewel pal tegen de boulevard aan gelegen, toch nog flink wat beschutting geeft. We lopen met de wind schuin in de rug enkele kilometers langs het strand naar Playa Granada, een enclave iets verderop. Onderweg zijn er kitesurfers bezig die ook al behoorlijk bedreven zijn, gezien de metershoge sprongen die worden gemaakt. Terug lopen we langs de boulevard. Volop appartementsgebouwen die momenteel een verlaten indruk geven. Onderweg ook een vitrine van een makelaar waarin vooral appartementen worden aangeprezen. De prijzen liegen er overigens niet om en liggen op Nederlands niveau. Onbegrijpelijk voor een land waar de economie nog steeds in het slop zit en een werkeloosheidspercentage van 25 procent geldt. Om vijf uur is het Charca de Suárez pas open, volgens de folder ‘de belangrijkste wetlands aan de Tropical Coast van provincie Granada’ en een belangrijke tussenstop voor trekvogels naar het zuiden’. Als wij daar arriveren zien we een stuk rietland van nog geen 500x500 meter met in het midden een meertje en eromheen een aantal observatiehutten. Inderdaad volop watervogels maar de meeste kennen we al als eenden en meerkoeten. Niettemin een leuk uitje voor de zondag en nadat we alles bekeken hebben kuieren we terug naar de camping.
Dag 38 – Maandag 20 februari – Onze laatste dag in Motril.
Gisteren blijkt in Malaga een wolkbreuk te hebben huisgehouden. Een stuk weggeslagen rijweg met een auto die als afgeschreven kan worden beschouwd is daarvan op de TV het bewijs. Wij boffen maar weer want Malaga ligt op nauwelijks 100 km hier vandaan. Sinds we hier afgelopen dinsdag arriveerden is de temperatuur overdag steeds rond de 22 graden en dat is vandaag niet anders. Morgen willen we naar onze volgende etappeplaats vertrekken dus vandaag is het moment om de huishouding in en rond de camper weer op orde te brengen.
Dag 39 – Dinsdag 21 februari – De kust langs naar het westen.
Zoals gisteren al gemeld gaan we vandaag weer met de camper op pad. Eerst naar de supermarkt en daarna stoppen we bij het plaatsje Maro om een niet al te lange rondwandeling te maken. De wandelroute raakt een parkeerplaats waar we onderweg toch al voorbij komen, dus vergt geen omweg. Vanaf de parkeerplaats gaat de wandeling langs een breed track naar een van de vele strandjes die je hier langs de kust hebt. Aan het andere eind van het strand lopen de rotsen tot in zee. De GPS route geeft nu een stuk langs de waterkant aan maar gelukkig is er ook nog een pad dat dwars over de rotsen voert. Een fikse klim volgt maar dat is te prefereren boven natte voeten. De volgende kilometers over de rotsen tot aan het volgende strandje gaan langs een prachtig pad dat regelmatig leuke uitkijkjes op de rotsen en de daar tegenaan beukende zee geeft.
Het tweede strand is kleiner maar drukker dan het eerste waar we waren. Waarschijnlijk zijn de twee restaurantjes die hier gevestigd zijn daar debet aan. Voor ons het sein voor de lunchpauze. Na afloop lopen we weer langs een breed pad richting de parkeerplaats. Op weg ernaartoe spotten we, als een leuke afsluiting van de wandeling, nog een aantal berggeiten. Inmiddels is het te laat voor een bezoek aan de grotten van Nerja. Daarom rijden we tot voorbij het stadje en melden ons bij de camping van Torrox Costa en gaan we morgen terug voor het grotbezoek.
Dag 40 – Woensdag 22 februari – De grotten van Nerja.
Dé bezienswaardigheid van Nerja zijn de grotten die hier zo’n vijf miljoen jaar geleden zijn gevormd. Nu hebben we al vaker grotten bezocht, maar deze schijnen toch weer iets bijzonders te zijn. Vanaf de camping rijden we twaalf kilometers terug naar het oosten. Bij aankomst blijkt er vrij veel belangstelling. Enkele busladingen mensen zorgen ervoor dat wij drie kwartier moeten wachten voordat we naar binnen kunnen. Eerst volgt een video presentatie waarin wordt uitgelegd dat de grotten zo’n 5 miljoen jaar geleden zijn ontstaan en pas in 1959 werden herontdekt door een vijftal mensen. Maar een deel van de 5 kilometer lange grotten kan worden bezocht. Als je de grotten binnen gaat blijkt dat het er met een temperatuur van 19 graden niet koud is. Verder is het opvallend dat alles droog is, geen druipend water of waterbekkens, terwijl het getuige de stalactieten toch door water is gevormd. De grotten blijken een aaneenschakeling van grote ruimten van wel tientallen meters hoog en een oppervlakte van een half voetbalveld. Zo groot dat er zo nu en dan concerten in worden gegeven. De totale rondleiding duurt zo’n drie kwartier waarbij je langs de ene na de andere indrukwekkende formatie wordt geleid. Zo’n 800.000 jaar geleden is er een aardbeving geweest waardoor de natuur alles wat er tot dan toe was gevormd door elkaar heeft gegooid. Al met al zeer de moeite van het bezoeken waard. Weer buiten is het tijd voor koffie bij de camper, heerlijk koesterend in de zon, waarna we een wandeling maken over de heuvels boven de grotten. Tegen vier uur wordt het tijd om weer verder te rijden. Het doel is een camping in het plaatsje Torre del Mar, zo’n 25 kilometers verderop. Daar aangekomen blijkt de camping vol bezet zodat we naar een alternatief moeten omkijken. Dat wordt vier kilometers verderop gevonden bij het dorpje Almayate. Deze camping blijkt zo goed als leeg. Dat is niet erg, want een beetje privé daar houden we wel van. Alleen het uitrichten van de schotel neemt, vanwege de vele bomen, een flinke tijd in beslag. Maar zodra dat ook is gefikst, staan we voorlopig goed voor de komende nacht.
Dag 41 – Donderdag 23 februari – Even bijkomen.
Eigenlijk zouden we hier maar voor één nacht willen boeken en dan kijken of de vorige camping inmiddels weer plaats heeft. Die camping ligt op loopafstand van Torre del Mar en deze camping ligt dan wel vlak aan het strand maar verder een beetje in niemandsland. Wellicht verklaart dat ook het verschil in belangstelling. Afgelopen nacht heeft het langdurig licht geonweerd waarbij er ook Sahara zand met de regen omlaag is gekomen. Ook vanmorgen blijkt het nog bewolkt en spettert en onweert het zo nu en dan. Toch is de temperatuur buiten boven de twintig graden en er is geen zuchtje wind. Wij besluiten om het hier nog tenminste een dagje af te kijken en doen het vandaag verder rustig aan.
Dag 42 – Vrijdag 24 februari – De omgeving verkennen.
Vanmorgen blijkt de lucht opgeklaard en schijnt de zon weer volop. Voor ons het sein om de omgeving van de camping te gaan verkennen. Maar voor het zover is draait Aukje nog even een witte was zodat deze intussen ook aan de lijn kan drogen. Een stukje verderop ligt nog een camping en die staat voor volgende week, als we naar Malaga willen, op het programma. Het lijkt een goed idee om daar even een kijkje te gaan nemen want als het daar niet bevalt kiezen we weer voor de camping waar we nu staan. Langs de provinciale weg, die langs de kust loopt, is geen voetpad en ook de berm blijkt nauwelijks beloopbaar. Dat houdt in dat we hele stukken over het asfalt moeten en dat is met die voorbijrazende Spanjaarden geen pretje. Als na een tijdje blijkt dat de camping toch verder weg ligt dan gedacht, kiezen we eieren voor ons geld en lopen we langs het strand terug naar onze camping. Vandaar gaan we weer op pad en nu de andere kant uit, naar het dorpje Almayate waar onze camping zijn naam aan dankt. We kiezen voor de hoofdstraat waar het ondanks het siësta tijdstip flink levendig is. Een leuk dorpje met aardig wat winkels maar na een halfuurtje hebben we het idee dat we het nu wel gezien hebben en lopen we terug naar de camping waar het bij aankomst inmiddels etenstijd is.
Dag 43 – Zaterdag 25 februari – Een Spaanse invasie.
Gistermiddag bij thuiskomst van ons wandelingetje druppelden al nieuwe campinggasten binnen op onze tot dan toe vrijwel lege camping. Dat patroon zetten zich in de vooravond voort maar vandaag werd het helemaal bont. Bij thuiskomst na ons bezoek aan Vélez-Malaga blijkt de camping tot ca. zeventig procent gevuld met vooral Spaanse gezinnen. Naar schatting wel honderd caravans met zo’n vierhonderd mensen. En als er één groep is die lawaai kan maken dan zijn het die Spanjaarden wel. Een gekakel en geren van jewelste en naarmate de avond valt neemt het geroezemoes alleen maar toe. Voor zo’n weekend (naar we hopen) is het allemaal wel gezellig maar we moeten er niet aan denken om dit continue mee te moeten maken. Zoals gezegd, zijn we vandaag naar het stadje Vélez-Malaga geweest, op dertig kilometers ten oosten van Malaga. Vanaf het busstation lopen we richting het centrum waar het op zaterdagmorgen gezellig druk blijkt. Op een plein is een mini braderie voor een goed doel gaande met muziek en ook een kraampje waar men churros verkoopt, grote ringen van meelbeslag en dan gefrituurd. Die willen wij ook wel eens proberen. Behoorlijk vettig en maar weinig smaak, is ons oordeel en ze kunnen niet tippen aan onze oliebollen.
Vervolgens gaan we naar het VVV waar we te woord worden gestaan door een Nederlandse die met een Spanjaard is getrouwd. Ze kon en kan maar moeilijk wennen, want niet alleen mist ze de Hollandse lekkernijen, maar ook het Spaanse levensritme met de siësta’s, de bureaucratie en het niet op tijd nakomen van afspraken kunnen haar niet bekoren. Ze stuurt ons eerst naar de kapel Ermita de Cerro de los Remedios en vervolgens naar het oude fort. Een gehaaste voettocht erheen volgt, want ook hier spelen de Spaanse openingstijden ons parten. De kapel ligt op een heuvel in een prachtig aangelegd nieuw park en blijkt zeer de moeite waard. De Spaanse schilder Evaristo Guerra, die in Vélez-Malaga is geboren, heeft veertien jaar van zijn leven gewijd aan het 1150 vierkante meter schilderwerk aan de binnenkant. Werkelijk prachtig qua kleurencombinatie en gedetailleerdheid. Het fort dat we vervolgens bezoeken ligt ook op een heuvel en de route erheen gaat door een labyrint van oude straatjes. Helaas blijkt de toren van het fort vandaag een uur eerder gesloten dan op de deur staat aangegeven. Weer beneden lopen we via de vele leuke pleintjes en na een koffiestop op een terrasje weer richting de bus.
Dag 44 – Zondag 26 februari – Een wandeling met hindernissen.
Vanmorgen is het tot tien uur nog opvallend stil op de camping, maar in de loop van de dag zal het gekakel wel weer in volle hevigheid losbarsten. Als Spanjaarden met elkaar discussiëren denk je al snel dat ze ruzie hebben. Wij ontsnappen door het maken van een wandeling. Omdat deze niet naast de deur begint maken we een fietstocht van ruimt tien kilometers er naar toe en na afloop ook weer terug natuurlijk. Het is vandaag weer voor Nederlandse begrippen zomers weer en ook de fietstocht, over binnenweggetjes en door tuinbouwgebied, is een waar genoegen. Het eerste stuk van de wandeling, die aan de noordkant van Vélez-Málaga begint, is vrij saai en de rommelige omgeving maakt het al niet beter. Het enige opwindende is een kudde geiten die over de openbare weg naar een ander stuk land wordt gedirigeerd. Verderop nog steeds een harde ondergrond maar ook een flink stuk steiler. Net als we ongeveer halverwege een stuk hebben bereikt dat horizontaal gaat, stuiten we op een groot hek met een hangslot erop. Kennelijk is het vroegere track nu in privé-bezit en kan de eigenaar het maken om de boel af te sluiten. Mede omdat het in Spanje vergeven is van de waakhonden bij elk woonhuis op het platteland, besluiten we om terug te gaan en een andere route te zoeken.
Onze kaart geeft aan dat die mogelijkheid er is, dus gaan we vol goede moed een tweede track volgen. Na een klein halfuurtje houdt dit track ook plotseling op. We kunnen nog wel zien waar het pad verder gaat maar daartussen is een metershoge muur met afrastering geplaatst. Nog even gekeken of er nog een mogelijkheid was om ‘cross country’ te gaan, maar een diepe barranco doet ons besluiten om die gok niet te wagen. Terug naar af dan maar weer en ook nu een leuke fietstocht terug naar de camping. Niet helemaal wat we er vooraf van hadden verwacht, maar we zijn toch lekker bezig geweest en het pilsje na afloop smaakte er niet minder om.
Dag 45 – Maandag 27 februari – Naar Camping Presa la Viňuela
Morgen is het Andalusië-dag, hetgeen inhoudt in dat iedereen vrij is. Daarom is het sinds afgelopen al vrijdagavond volgestroomd met Spaanse gezinnen en caravans die er een lang weekend van maken. De bezettingsgraad is opgelopen van minder dan tien procent tot boven de zeventig procent. Dat betekent al gauw zo’n vierhonderd mensen erbij en als je weet hoe Spanjaarden communiceren, betekent dit een hoop gekakel. Daarnaast vergeet men ’s avonds op tijd op het horloge te kijken, dus rent de jeugd tot laat in de avond nog rond. Gelukkig staat er niemand vlak naast ons en anderzijds brengt het ook wel een gezellige atmosfeer mee. Als we ons vanmorgen klaarmaken voor vertrek ligt iedereen nog op één oor en wij zijn toch echt geen vroege vogels. Ons doel voor vandaag is de camping aan het stuwmeer bij Viňuela, dat zo’n 25 kilometers landinwaarts ligt. Omdat we daarna nog wat verder het binnenland in willen trekken halen we onderweg voor een weekje proviand in de camper. Camping Presa la Viňuela is maar klein en telt nog geen veertig plaatsen. Gelukkig is er nog plek als wij arriveren, maar de meeste plaatsen zijn overdekt met bomen of gaas tegen de felle zon die zich hier in de zomer doet gelden. Vanavond komt ‘Boer zoekt vrouw’ op de TV, dus als we aan het eind van de camping toch een plek hebben gevonden met zon en waar de schotelantenne vrij zicht, heeft zijn wij tevreden.
Dag 46 – Dinsdag 28 februari – Fietstocht rond het stuwmeer
De stuwdam in de Rio Guaro heeft er voor gezorgd dat een grillig gevormd stuwmeer is ontstaan. Rond het stuwmeer is voor een groot gedeelte een track en met een aanvullend stuk over asfalt ontstaat een route van ruim 24 kilometers. Direct vanaf de camping gaat het pittig omhoog maar daarna weer minstens even steil omlaag. Nadat deze hobbel genomen is volgt een parkoers dat op en neer golft waarbij steeds hobbels en kuilen moeten worden ontweken. Steeds zien we het stuwmeer aan onze rechterhand in de diepte liggen. Ondanks de regen van de afgelopen tijd is het stuwmeer maar voor een klein deel gevuld. Na jaren van droogte maakt één seizoen de watertekorten niet ongedaan. Maar we komen niet om het water te bekijken, maar de omgeving ervan. En die is ontzettend gevarieerd en mooi om te zien. Na ongeveer 6 kilometers komen we bij iets wat volgens de erbij staande beschrijving een eiland met ‘archeologisch grote betekenis’ is. Door de lage waterstand van het stuwmeer is het momenteel geen eiland maar een flinke molshoop. Het schijnt echter al in de prehistorie bewoond te zijn geweest en toen er nog geen sprake was van een stuwmeer torende het als een vluchtheuvel midden in de rivier Rio Guardo boven het water uit. Wij geloven het direct maar gaan toch maar weer verder.
Aan het einde van het stuwmeer wacht ons nog een obstakel. We moeten de rivier oversteken maar men is vergeten er een brug te maken. Er zit niets anders op dan de schoenen en sokken uitdoen en om blootsvoets naast de fiets lopend aan de overkant te gaan. Nu komen we bij een picknickplaats die, vanwege Andalusië-dag, flink bevolkt is. Onze lunchplek ligt nog wat verderop en na afloop daarvan fietsen we, genietend van het weer en van het landschap, de rest van het stuwmeer rond totdat we bij de camping terug komen.
Fietstocht rond het stuwmeer
Afstand: 24,3 km, Startpunt: Camping Presa la Viňuela
Hiernaast de gewandelde route van vandaag. Klik op de afbeelding om deze groter te maken. Zie de hoofdpagina van dit reisverslag voor aanwijzingen om het bestand te downloaden en geschikt te maken om in een GPS toestel te laden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb