Pyreneeën 2019 - juni

Noot: Klik, eventueel tweemaal, op de foto's om ze groter te maken

Dag 27 – Zaterdag 1 juni – Plaats rust.

Na de toch wel uitputtende inspanning van gisteren, is het vandaag tijd om gas terug te nemen. Niet dat er helemaal niets wordt gedaan, want de normale huishoudelijk werkzaamheden gaan gewoon door en ook Aukje foto’s en het weblog moeten worden bijgewerkt. Maar met het huidige prachtige weer en de rust alom voelt het aan als een feestdag.

Dag 28 – Zondag 2 juni – Met het rode treintje op reis.

Rond het begin van de vorige eeuw zijn er in dit gebied verschillende spoorlijnen aangelegd die tegenwoordig niet meer in gebruik zijn. Net als in Nederland is er hier en daar nog een lijntje dat door vrijwilligers in stand wordt gehouden en voor toeristen wordt geëxploiteerd. Zo is er een spoorlijn tussen Rivesaltes nabij Perpignan en Axat nabij onze camping. Le Train Rouge rijdt niet elke dag, maar gelukkig wel vandaag en wel tussen Axat en Saint Paul de Fenouillet, een afstand van 25 kilometer door het dal van de Boulzane rivier. Vandaag is het weer stralend weer en bovendien behoorlijk warm. Vanaf de camping gaat er een voetpad binnendoor en dat betekent toch weer klimmen en afdalen vandaag. Na drie kwartier bereiken we het plaatsje Axat en omdat het nog veel te vroeg is voor de trein, gaan we eerst het plaatsje verkennen. 

Ruim op tijd zoeken we verkoeling in de stationshal. Bij vertrek worden we naar een open wagon met houten banken geleid. Prachtig uitzicht rondom, maar wel met de zon op ons bolletje. We rijden eerst een stukje de verkeerde kant op om nog wat mensen op te pikken, maar daarna gaat de rit echt van start. Een rondje rond Axat om hoogte te winnen wordt gevolgd door een aantal pikdonkere tunnels. We passeren onze camping en rijden daarna door een haag van dichte begroeiing, totdat we het dal bereiken van waaruit we het kasteel Puilaurens kunnen zien. Op het viaduct bij de plaatsjes La Pradelle en Puilaurens wordt er even gestopt, zodat alle fotografen aan hun trekken komen. Zodra we in Saint Paul arriveren krijgen we een kwartiertje pauze voordat de terugreis begint. Vanwege de warmte blijven de meesten voor verkoeling in de buurt van het station rondhangen. Om kwart voor zes zijn we weer terug in Axat, waarna wij ons vervoegen bij een eethuisje dat we op de route naar de trein hebben gezien. Gevuld met spijs en drank beginnen we daarna aan de klim richting de camping. Voorwaar geen sinecure, maar rond acht uur zakken we toch bij onze camper neer voor een welverdiende afsluiting van deze vermoeiende maar mooie dag.

Onze trein staat klaar voor vertrek

Wéér een tunnel in zicht

Op de berg poseert Chateau Puilaurens

En de gids (in rood shirt) zwamt maar door

Het einde van de rit, het viaduct bij Axat

Dag 29 – Maandag 3 juni – Verkassen naar een volgende etappeplaats.

Na vier nachten op de camping bij Axat willen we weer verder trekken en Aukje heeft in haar programma het kleine dorpje Roquefeuil uitgekozen. De kortste weg erheen vergt maar dertig kilometer, maar die gaat over een smal en niet best onderhouden bergweggetje. Bovendien willen we onze boodschappenvoorraad aanvullen. Daarom kiezen we voor een omweg over Quillan, met een voor ons bekende Carrefour supermarkt en een bredere weg met beter asfalt. Dit betekent overigens niet dat er geen bochtenwerk aan te pas komt, want we komen onder meer ook over de Col du Portel, waar we een weekje terug te voet nog puffend boven waren gekomen. Niettemin verloopt de rit voorspoedig en om kwart voor drie staan we voor de poort van camping La Mare Aux Fées in Roquefeuil. De poort zit op slot en omdat we weten dat de Fransen graag warm eten, wachten we een tijdje tot na drie uur, een tijdstip waarop het uitbuiken gewoonlijk is afgerond. Nog geen teken van leven, maar van een toevallig langskomende camperaar verneem ik dat de echte ingang een paar straatjes verderop is. Bij afwezigheid van de beheerder kiezen we zelf een plekje en deze zijn zonder uitzondering vlak, met gezond gras en voorzien van hoge heggen voor privacy. Als ook de douche nog super blijkt, weten we dat het op deze camping wel snor zit.

Viaduct voor onze rode trein van gisteren

Overhangende rotsen

En door smalle kloof

De rivier de Aude

Een bui met bliksemflits onderweg

Op de camping is de lucht weer opgeklaard

Dag 30 – Dinsdag 4 juni – Naar de Pic du Midi.

De titel voor vandaag klinkt heel ambitieus, want bij die naam denk je al gauw aan de Pic du Midi de Bigorre. Deze bekende top van 2877 meter in de Pyreneeën ligt meer dan twee honderd kilometer naar het westen en in een vorige vakantie hebben we daar al eens bovenop gestaan. Maar er is ook een Pic du Midi de Roquefeuil. Die ligt op een paar kilometer van onze camping en is bovendien minder dan half zo hoog. Vandaag maken we een rondwandeling vanaf de camping van iets meer dan acht kilometer met de genoemde Pic de Midi als hoogtepunt. We vertrekken rond het middaguur en het is al behoorlijk warm. De route gaat ditmaal voor de verandering niet door wijngaarden, maar door sappig grasland vol met wilde bloemen. De streek hier heet het Pays de Sault, een naam die terug gaat naar het begin van de middeleeuwen en ook tot het hart van het Katharengebied kan worden gerekend. Langzaam stijgend bereiken we de Col d’Ubi en vandaar maakt het pad een scherpe bocht. Na nog wat verder stijgen bereiken we een punt vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op het dal en de daarin gelegen dorpjes. Bovendien waait er een fris windje wat voor een aangename verkoeling tijdens onze koffiepauze zorgt. Vanaf hier lopen we eerst over een brede kam, waarna nog een pittig klimmetje volgt tot we de Pic du Midi bereiken op zo’n 1170 meter hoogte. Ook nu weer een prachtig uitzicht rondom met in de verte de besneeuwde toppen van de tweeduizenders verder naar het zuiden. Na de pic gaat het beurtelings omlaag en weer omhoog zodat we toch het gevoel krijgen met een pittige wandeling van doen te hebben. Om kwart over drie bereiken we bezweet maar voldaan onze camping, waar we direct de luifel uitzetten om te schuilen voor de toch wel felle zon.

Rocque de Casal

Geen druiven, maar sappige kruidige weiden

Ook door het bos

Rotsplantjes op de kam van de berg

Zicht op Roquefeuil vanaf de Pic du Midi

Over witte kalkpaden terug naar de camping

Hiernaast de GPX file en een afbeelding van de door ons vandaag gemaakte rondwandeling.

Startpunt: Camping La Mare Aux Fées, Roquefeuil

Afstand: ca. 8 kilometer

Pic Du Midi De Roquefeuil
Geografische data – 106,4 KB 423 downloads

Dag 31 – Woensdag 5 juni – Een baaldag.

Met deze, inmiddels alweer in onbruik geraakte term, geven we aan dat er vandaag geen wandeling in zit. Na de hitte van gisteren tapt het weer vandaag uit een ander vaatje. Tien graden kouder en wat regen erbij zijn voor ons voldoende excuus om er een dag met huiselijke bezigheden van te maken. Niet dat we ons vervelen, want er zijn genoeg klusjes te doen en bovendien kan er altijd een boekje worden gelezen. Over de Katharen bijvoorbeeld, want Aukje heeft voor de vakantie het boek: ‘Katharen en de val van Montségur’ aangeschaft.

Dag 32 – Donderdag 6 juni – Naar het buurdorp Espezel.

Gisteren is er aardig wat water gevallen, maar aan het einde van de middag klaarde het op en konden we er toch nog even op uit om een rondje door het dorpje Roquefeuil te maken. Op zich geen schokkende onderneming, want het dorp bestaat slechts uit één rechte brede straat, de ‘Grand Rue’ en een aantal doodlopende zijstraatjes. Het mooiste is zonder twijfel het kerkje waarvan de toren niet lang terug is gerestaureerd en waarvan de rest er althans aan de buitenkant goed onderhouden uitziet.

De 'Grand Rue' al eeuwen onveranderd

Kerkje naast de camping

Roquefeuil gezien vanaf het kerkhof

Oude wasplaats uit 1774

Vandaag worden we met het zonnetje op de camper wakker en ziet het er buiten veelbelovend uit. We zijn van plan om een rondwandeling te maken met als doel het buurdorpje Espezel dat een kleine drie kilometer naar het oosten ligt. Espezel ligt in hetzelfde dal als Roquefeuil dus hoeft er vandaag niet al te veel geklommen te worden. Net buiten het dorp doemen enkele velden met graan op en met daarin ook klaprozen. Dat doet me besluiten om even van het pad af te gaan en een bosje te plukken. Het is vandaag onze trouwdag, dus leuk om Aukje mee te verrassen. Alleen, waar bewaar je de bloemen zolang totdat de wandeling erop zit? Met water in één van onze koffiebekers zoeken we een plekje bij een Christus monumentje even verderop, zodat er goed op wordt gepast. 

Jezus past op onze bloemetjes

Een 'Geel Hesje' in een andere rol

18e eeuwse wasplaats opgeleukt

We vervolgen de wandeling en belanden een half uurtje later in het centrum van Espezel. Het is precies twaalf uur en het dorp blijkt uitgestorven op een klasje basisschool kinderen na. Onder leiding van een juf in een geel hesje gaat het keurig in de rij over de stoep door het verlaten dorp. Espezel is duidelijk beter bewinkeld dan Roquefeuil, al zijn ze allemaal gesloten vanwege de lunch. Vlak voordat we het dorp weer verlaten komen we langs het een chateau en langs de dorpskerk met bijbehorend kerkhof, voor Aukje altijd weer een bonus. Op de weg terug heb ik in de route toch nog een klimmetje opgenomen. Maar wat ik niet van tevoren wist dat dit ook een route langs een zee van veldbloemen zou opleveren. Met een perfecte wandeltemperatuur in zo’n mooie omgeving geeft Aukje aan de tocht van vandaag de kwalificatie ‘Sprookjeswandeling’.

Chateau met kerk

Tijdens onderhoud ziet de kist daglicht

Grafmonument gemaakt met kraaltjes

Een buitenkansje

Onze vriendelijke campinghouder in Roquefeuil woont in een huis dat tegen het kerkje is aangebouwd. Toen hij onlangs de camping kocht, kreeg hij tevens een sleutel van de kerk aangereikt. En wij mogen van hem vandaag de sleutel lenen om een kijkje in de kerk te nemen. Roquefeuil is een oud dorp en de kerk is, aan de verschillende bouwstijlen te zien, verschillende keren herbouwd. De laatste verbouwing van het schip dateert van 1750 terwijl de toren nog pas in 1995 onderhanden is genomen. Binnen in de kerk oogt het allemaal eeuwen oud maar wel mooi aangekleed en voorzien van een achttal kapellen. Er wordt geen wekelijkse mis meer opgedragen, de kerk wordt hoofdzakelijk gebruikt voor begrafenissen. Gezien het aantal leegstaande huizen ook niet zo verwonderlijk. Achter in de kerk hangen een zestal plakkaten met teksten over Henri Beille, priester en geboren in het dorp, die op ongelukkige wijze aan zijn eind is gekomen. Hij weigerde de eed van trouw aan de burgerlijke grondwet te zweren. Tijdens de Franse Revolutie wilde men de macht van de kerk breken en de priesters omvormen tot ambtenaren in dienst van de staat. Nadat hij in februari 1794 werd gearresteerd volgde een berechting en kort daarop was de guillotine zijn lot.

Dag 33 – Vrijdag 7 juni – Met een omweg naar Montségur.

Als afsluiting van onze Katharen-zwerftocht willen we nog een bezoek brengen aan het kasteel van Montségur. Dit bestuurlijke bolwerk van de Katharen viel op 16 maart 1244 tijdens de Kathaarse kruistochten en leidde het einde van de Katharen in. Ook dit kasteel ligt op een rotspunt op een hoogte van meer dan duizend meter. Om dit goed te bekijken moet je goed weer hebben en dat zit er vandaag volgens de berichten niet in. We kunnen gelukkig nog wel met goed weer inpakken, maar onderweg dienen de donkere wolken en regenspetters zich al aan. Vandaar dat het de bedoeling is om vlakbij Montségur te overnachten en morgen de rots te beklimmen. Want volgens het weerbericht zijn de weergoden ons dan beter gezind. De rit naar Montségur gaat via Bélesta en over een erg bochtige, maar goed te berijden weg. In Bélesta aangekomen zien we plotseling een bord dat aangeeft dat de weg 8 kilometer verderop is afgesloten. We houden krijgsberaad onder het genot van een bakkie koffie en besluiten de weg via Lavelanet te nemen. Wel een stuk om en weer met haarspeldbochten, maar een uurtje later dan gepland parkeren we de camper even buiten het dorpje Montségur op een prima parkeerplaats. Na het eten gaan we te voet nog even het dorpje verkennen en zien in de verte het kasteel omgeven door wolken liggen.

Rustige parkeerplaats met voldoende plek

Het chateau boven op de berg in nevelen

Montségur vanaf het uitkijkpunt

Vanaf het uitkijkpunt in Montségur

Het dorpsplein met de kerk

Blik op Montségur vroeger

Dag 34 – Zaterdag 8 juni – Naar het Chateau en daarna door naar Luzenac.

Onze overnachtingsplek van afgelopen nacht ligt op ruim 900 meter hoogte en werd gisteren door wolken omgeven. Wat een verschil met vandaag, want bij het wakker worden heeft de zon al flink wat kracht en even later verdwijnen de laatste wolkenresten van de hemel. Dit is waarop we hadden gehoopt, want vandaag willen we de rots waarop het chateau van Montségur ligt beklimmen en dat doen we niet alleen om de ruïne te bekijken. Vanaf vanmorgen vroeg is het al aardig druk op de parkeerplaats, want het blijkt tevens een uitvalsbasis voor wandelaars van uiteenlopend pluimage die per auto of kleine busjes worden aangevoerd. Er is dus al vroeg wat te zien vanuit onze slaapkamer. Na het ontbijt rijden we ongeveer twee kilometer naar de Col du Montségur en parkeren de camper aan het begin van het wandelpad naar de rots. Niet alleen korter, maar ook toch al weer honderdvijftig meter hoger, zodat er een kleine tweehonderd hoogtemeters overblijven om te overbruggen. Het eerste stuk van het pad gaat geleidelijk omhoog. Zodra de kassa is gepasseerd wordt het menens en merken we tegen de tijd dat we boven komen goed dat we geen twintig meer zijn. 

Het chateau op de rots, bijna 200 klimmen

Montségur aan de voet van de rots

Een hele klim over het stenige pad

De ruïne van het kasteel oogt vrij sober, een rechthoekig bouwwerk zonder torens of andere ruimten die kunnen worden geïnspecteerd. Bovendien is het kasteel na de katharen periode herbouwd, voordat het al in de zeventiende eeuw opnieuw in een ruïne veranderde. Het uitzicht vanaf de rots is echter fenomenaal en dit vergoed veel. Ook bij de afdaling is het oppassen geblazen. Aan de voet van de rots passeren we het Camp de Crema waar indertijd enkele honderden ‘ketters’ zijn verbrand. Het chateau was een toevluchtsoord geworden van Kathaarse parfaits die elders waren verdreven. Tijdens de derde kruistocht tegen de Katharen viel het chateau na een beleg van tien maanden, waarna op 16 maart 1244 meer dan 220 katharen kozen voor de brandstapel in plaats van hun geloof af te zweren. Wij rijden na ons chateaubezoek richting de Spaanse grens, naar onze volgende etappeplaats: Luzenac. De gemeentecamping kent talloze nog vrije plaatsen, maar die zijn allemaal erg schuin of omgeven door bomen zodat we geen zon of satellietontvangst zouden hebben. Uiteindelijk komt de beheerster met een plek aanzetten waar we tevreden mee kunnen zijn.

Fundamenten van huis tegen kasteel

Koffiepauze plek met uitzicht

Afdalen richting de camper

Dag 35 – Zondag 9 juni – Een wandeling op hoogte.

Vandaag ziet het weer er goed uit, dus geschikt voor een wandeling op hoogte. Onze camping ligt op 600 meter, maar hier in de buurt is het ski-oord Ax-3-Domaines dat op 1350 meter een goed vertrekpunt voor onze wandeling is. Gelukkig neemt de camper deze klim voor zijn rekening. Na flink wat haarspeldbochten parkeren we in het verlaten ski-dorp vlakbij het vertrekpunt van onze wandeling. Het is er opvallend rustig en vredig, De route gaat de eerste paar kilometers over een nagenoeg horizontaal track, maar dat verandert zodra we onze koffiestop naast een snelstromende beek hebben gehouden. Flink omhoog over door het bergwater doordrenkte pad ploeteren we totdat we moe maar voldaan het verste punt van de wandeling hebben bereikt. Het is een knoppunt van liften, die de ski-liefhebbers in de winter nog verder omhoog brengen. Na een rustpauze en inspectie van de tamelijk nieuwe liften, lopen we via een ander track dat geleidelijk omlaag gaat terug naar de camper. Door de veelheid aan bomen die ons het zicht ontnamen was deze wandeling niet spectaculair. Maar door de mooie natuur rijden we toch met een tevreden gevoel terug naar de camping.

Route met haarspeldbochten

Dal met N20 weg en besneeuwde toppen

Over een gemakkelijk te belopen pad

Leuk plekje voor een koffiestop

Mooie waterval

Een berm vol met bloemen

Bijna weer beneden: Ax-les-Thermes

Dag 36 & 37 – Maandag 10 & dinsdag 11 juni – Beter weer afwachten.

Een belangrijke attractie in de omgeving van Luzenac is de talkgroeve. Deze omvangrijke groeve levert ongeveer tien procent van de wereldproductie aan talkpoeder en is in de loop der tijd steeds groter geworden. De groeve kan door het publiek worden bezichtigd, maar ligt op een hoogte van 1800 meter. Dit betekent dat het een fikse klim vergt om er te komen, maar ook dat goed weer daarbij een vereiste is. En dat ontbreekt er vandaag en morgen aan, want er is regen voorspeld en zo het er nu uitziet heeft men het ditmaal bij het rechte eind. De wolken hangen momenteel op nog geen duizend meter hoogte, er is dan geen rondleiding en het wordt bovendien afgeraden om naar boven te rijden. Het regent niet alleen in Luzenac, maar in de hele omgeving tot in Spanje aan toe. Verkassen naar de zuidkant van de Pyreneeën heeft dus ook geen zin. Omdat voor woensdag een weersverbetering is voorzien wachten we rustig af op de camping en vermaken we ons intussen met lezen en computeren.

Regen.... wij balen een beetje.... maar zij glunderen !

Dag 38 – Woensdag 12 juni – Naar de talkgroeve van Trimouns.

Het verlengen van ons verblijf op de camping in Luzenac in afwachting van beter weer, heeft resultaat opgeleverd. Afgelopen nacht is het eindelijk droog geworden en vanmorgen scheen de zon uitbundig. Voor ons het sein voor een bezoek aan de talkgroeve. Vanaf de camping rijden we eerst even verderop naar de Intermarché voor boodschappen en na de koffie vangt de rit aan naar de groeve. Ruim twintig kilometer in de tweede versnelling kronkelen over een soms smalle weg. Bovengekomen hebben we het gevoel dat we een flinke rit hebben gemaakt.

Deze toppen konden we gisteren niet zien

De ene haarspeld na de andere

Onderweg komen de bakjes talk omlaag

De parkeerplaats bij de ingang van de groeve ligt op een hoogte van 1540 meter. Vandaar gaan we met een bus van het bedrijf Trimouns een excursie over het bedrijfsterrein maken. We zijn een paar uur te vroeg en die tijd gebruiken we voor de warme maaltijd die Aukje gisteren al heeft voorbereid. Intussen ben ik naar de ticketbalie geweest voor kaartjes, maar telkens wordt ik afgepoeierd met de opmerking dat het weer nog kan veranderen en dat het feest dan niet door gaat. En inderdaad is de eerdere strakblauwe lucht gevuld met enkele dreigende wolken die de pret dreigen te verstoren. Om vier uur is het dan zover. Eerst wordt een bus met Belgen uitgeladen, die een groepsreis maken en daarna mogen wij met de bus op pad. Onder begeleiding van een louter Frans ratelende gids rijden we verder omhoog naar de plaatsen waar de talk wordt gewonnen. We stoppen een paar maal om zelf een kijkje te nemen bij de immens diepe geulen die in het landschap zijn getrokken. De talk bevindt zich tussen andere steenlagen en er moet 10 ton steen worden verzet om 1 ton talk te winnen. Met het overblijvende puin worden nette hellingen gemaakt, die later weer begroeid een keurig heuvellandschap opleveren. Bij een lading talkblokken in een container kunnen liefhebbers de brokken talk bevoelen en ook als souvenir mee naar huis nemen. Nadat we hebben gezien hoe de talk wordt gewonnen, bewerkt en getransporteerd, brengt de bus ons weer terug bij de ingang van het bedrijf. 

In een lange sleuf wordt de talk gewonnen

Grote vrachtwagens als kleine mieren

Er ontstaat een maanlandschap

Voelen en uitzoeken maar

Volle (1,5 ton talk) heen en de lege terug

Na afloop gaat de bus door de wasstraat

Wij zoeken hierna de camper weer op en maken ons gereed voor de afdaling en aansluitend een rit richting de Spaanse grens. Als overnachtingsplek hebben we de camperplaats van Puymorens, of die van het L’Hospitalet-près-l’Andorre op het oog. Deze laatste is niet alleen dichterbij maar ook minder hoog gelegen, wat betekent dat het daar minder koud wordt vannacht. Wij kiezen voor L’Hospitalet-près-l’Andorre en kunnen nog net een vrij plaatsje bemachtigen tegenover het oude station van het dorpje.

Bakjes op weg naar fabriek rechtsonder

Prachtige vergezichten onderweg

Oponthoud op weg naar de camperplaats

Dag 39 – Donderdag 13 juni – Spanje in.

Na vijf en halve week in Frankrijk is het volgens ons reisprogramma tijd om de grens met Spanje over te steken. Vanaf l’Hospitalet-près-l’Andorre heb je de mogelijkheid om een 7 kilometer lange toltunnel te nemen, maar wij kiezen voor een gratis traject met uitzicht over de Col de Puymorens. Het eerste stuk gaat pittig omhoog, waarna een splitsing volgt waarbij je naar Andorra kunt gaan. Vrijwel iedere automobilist kiest hiervoor, dus rijden wij even later over een vrijwel lege weg verder omhoog totdat we de col op 1915 meter hoogte bereiken en dus tijd voor een foto-tje.

Treinstation van l’Hospitalet-près-l’Andorre

Op weg naar de Col de Puymorens

Het dorp Porte de Puymorens

Vanaf hier dalen we weer af totdat we plotseling staande worden gehouden. Ik had niet in de gaten dat we bij de grens met Spanje waren aangekomen en een nijdige Spaanse douanier geeft me een standje omdat ik te hard kwam aan rijden. Hij wil vervolgens precies weten waar we vandaan komen, waar we naar toe gaan en of we in Andorra zijn geweest. Opgelucht gaan we weer verder richting het ski-oord La Molina. Het is de bedoeling dat we daar een wandeling boven de 2000 meter gaan maken en daarvoor willen we gebruik maken van een ski-lift. Die opent pas vanaf 15 juni, dus dat feest gaat nog even niet door. Als troostprijs maken we vanuit La Molina nu een rondwandeling vanaf 1700 meter hoogte en zijn van plan om later terug te komen als de lift geopend is. Na de wandeling rijden we door naar het bergdorpje Queralbs, dat 34 kilometer verder naar het noord-oosten ligt. Een rit met hindernissen, want op de smalle weg krijgen we eerst te maken met wegwerkers die op verschillende plaatsen het asfalt repareren, vervolgens met een bord waaruit blijkt dat de camper te hoog is zodat we een alternatieve route moeten zoeken en tenslotte probeert onze TomTom ons in het plaatsje Ribes de Freser door te smalle straten te sturen. Uiteindelijk bereiken we veilig Queralbs, waar we onze camper op een grote lege parkeerplaats neerzetten. 

Tijdens de wandeling: Een wilde Helleborus

Op weg naar Queralbs

In de verte zien we Queralbs

Na het eten gaan we nog even het dorpje bekijken. We komen daarbij eerst langs het verlaten treinstation waar de deur niet afgesloten blijkt. Op zoek naar de dienstregeling gaan we naar binnen, maar even later gaat tot onze schik een luid alarm af, waarna we schielijk weer naar buiten gaan. Gelukkig reageert, net als in ons land, niemand op de sirene die even later weer stopt. Queralbs is een pittoresk en solide gebouwd bergdorp met smalle straatjes, zoals we dat eerder aan de Spaanse kant van de Pyreneeën hebben gezien. Voor Aukje niettemin een dankbaar object voor het maken van foto’s.

Dag 40 – Vrijdag 14 juni – Vall de Núria.

Onze hoofdreden om de vallei van Núria te bezoeken is de kloof die een spectaculaire wandeling mogelijk maakt. Vanuit het plaatsje Queralbs, waar we gisteravond zijn gearriveerd, kun je een wandeling maken die 800 meter omhoog voert en natuurlijk ook weer 800 meter naar beneden. Voor ons wat te ambitieus, maar gelukkig is er de tandrad spoorbaan. Vanuit het plaatsje Ribes de Freser brengt deze trein de toeristen, met een tussenstop in Queralbs, tot bij Núria. De meeste passagiers kiezen ervoor om zowel heen als terug de trein te nemen, maar wij willen de terugweg te voet afleggen. Afgelopen nacht is het weer omgeslagen en met regen en onweer ziet het er niet best uit voor vandaag. Na overleg komen er drie opties uit de bus: weggaan en later terugkomen, wachten tot morgen, of de gok wagen en proberen er het beste van te maken. Wij kiezen voor de laatste optie, maar kopen voor de zekerheid wel een retourtje voor de trein. 

Het station in Queralbs.

Na twintig minuten zijn we in Núria

Links de kapel, rechts kerk en hotel

Wij maken eerst een rondje over het terrein en bekijken vervolgens de kerk en de kapel.

Na de treinrit onderzoeken we Núria dat behalve een kerk en een kapel vooral attracties voor skiërs en andere toeristen biedt. Vervolgens beginnen we aan de afdaling. Geen echt moeilijk te belopen traject, maar toch wel inspannend en met fantastische uitzichten op de rivier in de koof en op de rotswanden. We zijn even over de helft als er zich een onweer aankondigt en het begint te regenen. Gelukkig trekt het onweer weer weg en even later kunnen we de wandeling droog voortzetten. Na bijna vier uur wandelen bereiken we weer het dorpje Queralbs en lopen vandaar terug naar de camper. Voor ons is de wandeling een hoogtepunt van deze vakantie en maakt het bezoek aan Núria, ondanks het weer, meer dan waard. Wij rijden vervolgens naar het stadje Ripoll, zo’n 25 kilometer naar het zuiden en minder hoog gelegen, waar we ons melden bij camping Solana de Ter.

Eerst richting de rivier....

... die ook 800 meter omlaag moet

Over een richel langs enorme rotsblokken

Sommige stukken bijna horizontaal...

... en dan weer zigzaggend steil omlaag

De trein gaat in een rechte lijn omlaag

Soms door een tunnel onder de waterval

Bij de rivier gaan we een oude brug over

Onderweg dient zich een onweersbui aan

De Ermita van Sant Gil.

In het uiterste noorden van Spanje, vlak tegen de grens met Frankrijk, ligt de vallei van Núria. Volgens de overlevering leefde hier in het jaar 700 de kluizenaar Saint Gil, afkomstig uit Athene. Hij verkondigde het christelijke geloof aan de herders in de omgeving. Hij kookte voedsel voor de herders in een grote pot en luidde de bel om de herders op te trommelen. Sindsdien zijn er verschillende kapelletjes gebouwd en werd de locatie een bedevaartsoord. Er moesten faciliteiten komen om de pelgrims onder te brengen en zo ontstond onder meer ook een ziekenhuisje. Toen rond 1600 een beeldje werd gevonden, dacht men gelijk terug aan Saint Gil. Voldoende aanleiding om in 1615 opnieuw een ermita (kapel) ter ere van Sant Gil te bouwen, met de Mare de Déu de Núria, een afbeelding van Maria. Dit uit hout gesneden beeldje stamt overigens uit de twaalfde of dertiende eeuw. Andere items zijn de pot en de bel. Sinds jaar en dag komen echtparen die kinderloos blijven hier naar toe. Zij steken hun hoofd in de pot en luiden vervolgens de bel, hetgeen naar verluid uitermate succesvol is om hun kinderloosheid op te heffen. Tegenwoordig is de omgeving van de ermita ook een belangrijk ski-gebied en een toeristische trekpleister. De enige manier (behalve wandelend) om er te komen is via de tandradbaan die in 1931 werd gebouwd en hordes skiërs en dagjesmensen naar boven brengt.

Dag 41 – Zaterdag 15 juni – Een dagje rustig aan.

Na de toch wel vermoeiende kloofwandeling van gisteren is het vandaag tijd om rustig aan te doen. Nou ja, rustig aan betekent wel het reisverslag bijwerken. De wandeling heeft heel wat foto’s opgeleverd en die moeten bewerkt worden voordat ze in het weblog komen. En in de vooravond hebben we nog een wandeling naar en door het stadscentrum van Ripoll gemaakt. De bekende zaterdagavond taferelen met jong en oud dat zich naar het centrum begeeft terwijl er naar onze mening niet veel meer te doen is dan restaurant of café bezoek. Nee, Ripoll is geen stadje dat we anderen voor een bezoekje kunnen aanraden.

Vergane glorie...

Het klooster van Ripoll

Ouders op het terras... en de kinderen klimmen 

Dag 42 – Zondag 16 juni – De Puig del Catllar beklimmen tijdens de fonteinroute.

De laatste paar dagen weet de zon van geen ophouden en daarmee gaat ook de temperatuur omhoog. Voor vandaag wordt 27 graden verwacht. Toch willen we er vandaag op uit trekken voor een fikse wandeling. Probleem hierbij is dat de wandeling begint en eindigt bij het centrum van Ripoll, waardoor er voor ons nog eens 5 kilometer bij komt. Gelukkig volgt de route naar de top van de Puig del Catllar een met flinke bomen begroeide helling. Het pad gaat steil omhoog en is geërodeerd doordat het ook als mountainbike route wordt gebruikt. Boven gekomen zien we een paar gebouwen, waaronder een kapelletje dat inmiddels in een ruïne is veranderd. Op de gebouwtjes naast de kapel heeft men zich met graffiti uitgeleefd. Dit om duidelijk te maken dat Catalonië onafhankelijk moet worden en dat de politici die momenteel in het gevang zitten moeten worden vrijgelaten, uitingen die we overal in dit gebied hebben gezien. Op de terugweg komen we langs families die er op deze zondag massaal op uit trekken.

Waterput voor een van de fonteinen

Uitzicht op Ripoll

Onkruid woekert tussen de oude muren

Overal uitingen voor onafhankelijkheid

De route gaat vooral door het bos

Op zondag vindt men de Spanjaarden buiten

Maandag 17 juni – Klaarmaken voor vertrek.

Vandaag wordt het nog een paar graadjes warmer dan gisteren. Na de inspanning van gisteren dus alle aanleiding om het vandaag rustig aan te doen. Daarnaast gebruiken we vandaag om de terugreis te plannen. Op weg naar huis willen we nog wel een paar activiteiten ondernemen, zodat we aanstaande zondag weer thuis arriveren.

Dag 44 – Dinsdag 18 juni – Even slikken.

Toen we vorige week in het ski-oord La Molina aankwamen, bleek de ski-lift die in de zomer wandelaars verder omhoog brengt, nog niet in bedrijf. Volgens de website van het bedrijf dat de lift exploiteert zou de lift vanaf 15 juni in bedrijf zijn. Voor ons een mooie gelegenheid om op de vertrekdag uit Spanje nog even een stukje om te rijden en met behulp van de lift een wandeling boven de 2000 meter maken. Vanmorgen extra vroeg uit de veren, snel boodschappen gedaan en daarna via een kronkelige bergweg richting Frankrijk, maar eerst nog langs La Molina. Om elf uur parkeren we de camper bij de lift, maar we zien direct dat de lift niet in bedrijf is. Navraag bij een stel wandelaars leert ons dat de lift alleen in het weekend werkt, hetgeen in tegenspraak is met de info van hun website. Even slikken, jammer, maar niets aan te doen. We drinken koffie en besluiten om dan maar door te rijden naar het Franse stadje Foix. In Foix aangekomen gaan we naar het VVV voor een stadswandeling en info om het beroemde kasteel van Foix te bezoeken. Het Kasteel blijkt pas geopend vanaf 6 juli. Weer even slikken, jammer, maar niets aan te doen. Het nu nog dertig graden en dus te warm voor een stadswandeling in de zon en lopen dus maar weer terug naar de camper om ons over nieuwe plannen te beraden.

De bovenste foto toont de Pyreneeën met de Col de Puymorens waar we overheen moeten. Daaronder de foto op weg naar Foix in Frankrijk

Op weg naar het VVV in Foix stuitten we op een ceremonie waarbij in de oorlog omge- komen verzetsstrijders en gedeporteerden worden herdacht. 

Dag 45 – Woensdag 19 juni – Over de tolweg naar het noorden.

Vandaag willen we een flink stuk naar het noorden en kiezen daarbij voor het gebruik van de tolweg via Toulouse. Niet alleen voor de snelheid, maar ook voor het gemak. Want uit ervaring weten we dat het bergachtige gebied tussen Toulouse en Brive-la-Gaillarde het nodig maakt dat je aldoor aan je stuur moet draaien. Gisteravond was de camperplaats in Foix met in totaal 12 campers nog aardig volgelopen en de laatsten arriveerden pas rond half twaalf. Vanmorgen zijn wij, voor de verandering, om tien uur één van de eersten die vertrekken. Over de rit via de tolweg valt niet zoveel te melden of het moet zijn dat een vrachtwagen onderweg zijn grote kabelhaspels had verloren. Je zal er maar net naast of achter rijden als zoiets gebeurt.

Als overnachtingsplek kiezen we een camping die vlakbij de snelweg ligt en dat wordt ditmaal de camping bij het dorpje Bonnac-la-Côte, even ten noorden van Limoges. De camping hoort bij een kasteel waarbij het matige sanitair voor de camping in een bijgebouw is ondergebracht. Gelukkig krijgen wij ACSI korting, want de reguliere prijs doet vermoeden dat de campinggasten de aankoop van het kasteel moeten financieren. Wij kiezen een mooie plek tussen de bomen en houden het hier wel uit tot morgenochtend als we verder richting huis willen reizen.

Dag 46 – Donderdag 20 juni – Vandaag binnendoor.

Na de route over de tolweg kiezen we vandaag voor een rit ‘binnendoor’. Nou ja, binnendoor wil zeggen dat we het grootste deel van de ruim driehonderd kilometer ook vandaag over de A20 snelweg gaat, maar dit deel is tolvrij. Daarna gaat het verder over de D2020 en daarmee door dorpjes en dus een stuk langzamer. Wij vinden het wel leuker, want alleen snelweg is ook wel weer saai. Bij vertrek miezert het en ook het eerste deel van de rit moeten de ruitenwissers geregeld aan. Tijdens de koffiestop in Vierzon schijnt het zonnetje en de rest van de dag blijft het ook verder droog. We maken van de gelegenheid gebruik om onderweg wat inkopen te doen en ook de warme maaltijd gaat vandaag ‘sans couverts’. Zodoende is het al tegen zes uur als we ons melden bij camping Le Bois de la Justice in Monnerville, halverwege Orleans en Parijs.

Nog even een foto gemaakt voor vertrek

De rit begint met regen

Binnendoor valt er meer te zien

Dag 47 – Vrijdag 21 juni – Dwars door Parijs.

Vandaag, op onze voorlaatste reisdag naar huis, moeten we de ‘hobbel’ Parijs nemen. Vandaar een in kilometers gerekend wat kortere rit, want door Parijs kun je overdag nu eenmaal niet met de door de TomTom berekende snelheid rijden. Voordat we in Parijs arriveren maken we eerst nog een paar stops voor inkopen en een volle tank diesel (1 euro 40 bij de Intermarché). Zodra we de stadsrand naderen wordt het verkeer stroperig en even daarna mogen we aanschuiven bij onze voorgangers. Met ongeveer drie kwartier filevertraging verlaten we de ringweg van Parijs, waarna de het langs de snelweg A1 vlot verder naar het noorden gaat. Ter hoogte van Arras verlaten we de snelweg en rijden de laatste negen kilometers door het golvende Franse akkerland. Camping La Paille Haute in Boiry-Notre-Dame is in deze tijd van het jaar een echte doorgangscamping en we treffen dan ook vooral Nederlanders die met camper of caravan hier uitrusten voordat ze de sprong naar huis wagen.

Over een smal weggetje van de camping,,,

... via de snelweg naar de volgende camping

De entree van camping La Paille Haute

Dag 48 – Zaterdag 22 juni – De laatste loodjes.

Vanmorgen stond de zon al vroeg op de camper te schijnen en daarmee aangevend dat hij niet van langslapers houdt. Vóór zevenen staat daarom de koffie al te pruttelen, maar met alle nog te verrichten activiteiten erbij is het toch alweer half negen wanneer we de camping verlaten. Eerst negen kilometer tot de snelweg A1, zodat het nog lukt om bij de Super U van Blanche-Saint-Vaast een stokbroodje voor bij de koffie te scoren. Het eerste stuk van de rit van ruim driehonderd kilometer verloopt vlot, waarbij het opvalt dat er toch nog veel vrachtverkeer op de weg is. In België aangekomen blijkt dat men eindelijk een begin heeft gemaakt van het groot onderhoud van de snelweg E17. Minder blij zijn we met het feit dat men ook dit weekend de boel op zijn kop zet, waardoor er flink wat filevertraging optreedt. Met een koffiestop even voorbij Antwerpen en nog wat vertraging bij Rotterdam is het toch al weer tegen twee uur wanneer we de camper naast ons huis kunnen neerzetten. Een fijne vakantie zit er weer op en even later start het gebruikelijke camper uitruimen. Op naar de volgende vakantie!

Aparte kerktoren in Blanche-Saint-Vaast

Ditmaal zonder file door de Kennedy-tunnel

Thuis wachten de aalbessen op ons!