Pyreneeën 2016 - augustus & september.

Dag 1 – Zaterdag 27 augustus - Van huis naar Camping de Sorel.

Gewoontegetrouw vertrekken we ook ditmaal op zaterdag, zodat we de eerste reisdagen met weinig (vracht)verkeer van doen hebben. Vanmorgen lukt het om even na acht uur op pad te gaan, niet slecht voor ons doen. De rit van vandaag gaat naar een voor ons nieuwe camping in het plaatsje Orvillers/Sorel op zo’n zestig kilometers ten noorden van Parijs. Deze camping is vanaf nu het hele jaar geopend en daardoor mogelijk ook voor ons geschikt voor een overnachting wanneer we komende winter weer naar Spanje vertrekken. Het gaat hierbij niet alleen om de faciliteiten van de camping zelf, maar we willen ook nagaan of de wegen in dit gedeelte van Noord-Frankrijk een beetje goed berijdbaar zijn. De rit naar de camping verloopt vlot en de wegen vanaf Arras naar Orvillers/Sorel vallen ons niet tegen. Rond half vier arriveren we bij de camping, waar we door afwezigheid van de campingleiding, zelf een plaatsje kunnen uitzoeken op een nog leeg campingveld. We hebben ons nog maar net geïnstalleerd of er arriveren achtereen tientallen mensen met vooral caravans die ‘ons’ veld geheel in beslag nemen en de camping omtoveren tot een Nederlandse enclave in Frankrijk. 

Bloeiende plant... hoe zal de tuin er bij terugkomst uitzien

Belg Patrick krijgt weer een nieuwe outfit

Voordat even later de drukte toesloeg

Niettemin zijn we dik tevreden, het weer is prachtig, we hebben toch nog een mooie plek en het sanitair is redelijk. Het is een heerlijke zwoele avond en ik geniet buiten op m’n stoeltje als Aukje plotseling meldt dat de stroom is uitgevallen. Zowel de hoofdzekering van de camper als die van de camping blijken gesprongen. Onderzoek leidt tot een herhaling van zetten en al snel wordt duidelijk dat we plotseling met een fikse kortsluiting in het 230V circuit van de camper te maken hebben. Gelukkig blijkt  het deurtje van de zekeringenkast op de camping niet op slot zodat ik zelf de zekering kan resetten. Na beurtelings afkoppelen van de koelkast en het elektro-block van de camper en steeds weer een reset van de zekeringen van camper en camping, blijkt de acculader in het elektro-block van de camper de oorzaak van de ellende. Wijs geworden door de ervaringen van een collega-camperaar heb ik een tijdje terug een reserve acculader aangeschaft en zodanig geprepareerd dat deze gemakkelijk aangekoppeld kon worden, waardoor na een half uurtje van zelfwerkzaamheid de rust rond onze camper kon terugkeren.

Dag 2 – Zondag 28 augustus -  Om Parijs heen naar het zuiden.

Vanmorgen hebben we geen haast en maken er een rustige zondagmorgen van. Ook het weer werkt mee want in het is nog steeds zonnig en warm. Gevolg dat we pas half twaalf de camping verlaten voor een rit naar de camping van het plaatsje Nouan le Fuzelier, tussen Orleans en Vierzon. Oorspronkelijk ware we van plan om dicht langs het centrum van Parijs te rijden, maar nu er midden op de dag flink wat mensen op de weg zijn, geven we de TomTom een route in die met een wat grotere boog om de stad gaat. Dat blijkt te werken want we tuffen over goede wegen, zonder drukte op de weg, naar ons reisdoel van vandaag. Camping La Grande Soulogne is een eenvoudige camping met mooie plaatsen zodat we rond een uur of vijf onder ruisende populieren aan een pilsje zitten. Na het eten gaan we nog even het dorpje verkennen. Typisch Frans, oud en een beetje verwaarloosd maar toch ook wel heel leuk.

Einde hoogseizoen, het gras is geel .... maar wel lekker rustig

Even het dorpje Nouan le Fuzelier verkennen

Dag 3 – Maandag 29 augustus - Naar de stad van Cyrano.

De derde en voorlaatste reisdag moet ons in Bergerac brengen. Mede omdat we daar ook nog even een de stad in willen, zijn we vanmorgen al vroeg uit de veren. Even voor tien uur verlaten we de camping waarvan alleen de douche ons niet kon bekoren. Vanaf Vierzon belanden we op de A20 snelweg die we tot bij Limoges kunnen blijven volgen. We vorderen vlug en dat is maar goed ook want de laatste 180 kilometers over een kronkelige binnenweg door het mooie heuvellandschap van de Dordogne schieten niet erg op. Met een paar pauzes onderweg is het toch al weer half vijf als we ons melden bij de gemeentecamping van Bergerac. Deze ligt aan de oever van de Dordogne, tegenover het centrum. We krijgen een plekje tussen de bomen waarbij het nog juist lukt om de camper zo neer te zetten dat de schotel tussen twee boomkruinen door de satelliet kan ontvangen. Laat Boer zoekt vrouw op BVN vanavond maar komen. Tijdens de rit hebben we zo nu en dan wat regen gehad maar bij aankomst is het droog en aangenaam van temperatuur. Nadat we ons hebben geïnstalleerd gaan we te voet naar het centrum van de stad en volgen een rondwandeling uit de folder die we bij de campingreceptie hebben gescoord. Bergerac is een stad uit het begin van de Middeleeuwen en is nog goed bewaard gebleven. Erg veel toerisme natuurlijk maar daarvan zijn de meesten op dit uur van de dag al weer verdwenen. Aukje doet haar best om alles op de foto te zetten en ook het standbeeld van Cyrano ontsnapt niet aan haar aandacht. Na anderhalf uur keren we weer terug op de camping en brengen we de avond verder vooral bij de TV door.

Gezicht op de stad vanaf de zuidoever

Bergerac ligt aan de Dordogne

Middeleeuws vakwerk

Cyrano de Bergerac als musketier

Dag 4 – Dinsdag 30 augustus – De Pyreneeën komen in zicht.

Van Bergerac naar het dorpje Arreau in de Pyreneeën is het maar 255 kilometers. Toch doen we er zowat de hele dag over om daar te komen. De rit gaat  over binnenwegen en daar rekent de TomTom een gemiddelde van zestig kilometers per uur voor. Daarnaast moeten we vandaag voor ongeveer een week boodschappen inslaan, wat ook nogal wat tijd vergt. Niettemin gaat de reis voorspoedig en in tegenstelling met gisteren schijnt de zon weer volop, zodat we tijdens de rit de hulp van de airco inroepen. Tegen half zes arriveren we bij de Camping Municipal van Arreau. Bij een gemeentecamping is het meestal een beetje basic maar we willen hier toch een aantal dagen blijven. Daarom inspecteren we eerst de camping en met name de douche, voordat we ons bij de receptie melden. We mogen zelf kiezen dus gaan we voor een mooie rustige plek aan het einde van de camping. Heerlijk privé en met een stevig ruisend riviertje op de achtergrond. Hier houden we het de komende dagen wel uit.

Langs velden met zonnebloemen

En over eindeloos lange rechte wegen

De Pyreneeën komen in zicht

Dag 5 – Woensdag 31 augustus – Even bijkomen op de camping.

Niet dat de reis vermoeiend was, maar het is toch wel lekker om even een dagje pas op de plaats te maken voordat we weer iets gaan ondernemen. Vandaag is het stralend weer en het blijkt dat we op een fantastische plek zijn aanbeland. Een heel campingveld voor onszelf, een groene omgeving en natuurlijk met het geruis van het riviertje op de achtergrond. Oh ja, en ook de douche bleek gisteravond de beste die we tot nu toe in deze vakantie hebben gehad.

We hebben een aardig stekkie hier

Vroege kerst dit jaar!

Kanovaarders in 'onze rivier' nemen een hindernis

Dag 6 – Donderdag 1 september – Voor het eerst op pad.

Vandaag gaan we het dorpje Arreau verkennen en aansluitend een niet al te lange wandeling maken. Vanaf de camping lopen we in vijf minuten naar het centrum waar we uitkomen bij de overdekte markt. Het is vandaag de dag van de weekmarkt en we vinden het altijd leuk om daar wat rond te struinen. Het is in Frankrijk gebruikelijk dat de marktlui na één uur de spullen inpakken en we zijn nog juist op tijd om de spulletjes te bekijken. De markt is erg groot voor het formaat van een dorpje van duizend inwoners en de meeste kraampjes zijn daarom buiten de hal opgesteld. Er is van alles te koop, naast groente, fruit, vlees en vis ook kleding en artikelen die vooral door toeristen worden gekocht zoals jam en honing. Wij zouden hier niet graag onze vers-inkopen doen want niet alleen de prijzen zijn de helft hoger dan bij ons in de supermarkt, ook vinden we het niet fijn dat de vliegen alles al hebben voorgeproefd. Na de markt maken we een rondwandeling door de oude kern van het dorp voordat we aan onze eigenlijke rondwandeling van vandaag beginnen. Deze inloopwandeling van ongeveer zeven kilometer gaat langs de gehuchtjes Pailhac en Jézeau. Zo midden op de dag is het aardig warm en met een klimmetje van ruim honderd meter erin is het af en toe best wel zweten. In de gehuchtjes waar we een inspectierondje maken is men daar ook achter want het is er uitgestorven en alle luiken zitten dicht. Rond drie uur zijn we weer terug op de camping waar we in de schaduw het begin van de avond afwachten.

Dag 7 – Vrijdag 2 september – Het echte werk begint.

Arreau ligt op zevenhonderd meter hoogte en de Hourquette d’Ancizan waar we vandaag heen willen ligt op 1538 meter. Ruim 800 meter hoogte verschil en omdat een wandelpad zelden in een recht lijn omhoog gaat komen daar nog heel wat hoogtemetertjes bij. De afstand van deze rondwandeling bedraagt naar later blijkt zo’n twintig kilometers. Dit alles doet ons besluiten om (voor ons doen) vroeg op pad te gaan zodat we de warmte vóór zijn en niet op een uurtje hoven te kijken. Met het ontbijt in de rugzak verlaten we rond negen uur de camping. De heenweg gaat over een goed pad vrijwel geheel door het bos maar wel aldoor pittig omhoog. Met de nodige pauzes onderweg bereiken we rond half een de  Hourquette d’Ancizan vanwaar we een prachtig uitzicht hebben. In de verte zien we de kale Pic du Midi de Bigorre liggen, waar we later even enkele dagen bovenop willen staan. De terugweg lijkt gemakkelijk, want het gaat aldoor omlaag, maar daar vergissen we ons een beetje in. Een flink deel van het pad gaat over een geërodeerd smal pad langs een grashelling en het kost heel wat spierkracht om een beetje veilig deze hindernis te nemen. Daarnaast speelt de zon ons parten want we lopen nu op het heetst van de dag door een open gebied. Mooi voor de uitzichten natuurlijk maar we zijn toch weer blij dat rond kwart voor vier de camping in zicht komt. Na gedane arbeid is het goed toeven in de schaduw langs de waterkant waarbij we kunnen terugkijken op een fijne wandeling.

Gezonde varens en mooie vergezichten

Een schuin en geërodeerd pad

Leuk detail

Aardig kerkje...

... met mini kerkhofje erbij

Na de wandeling is het goed rusten

Dag 8 – Zaterdag 3 september – Even bijkomen.

Bij het wakker worden voelen we de spieren in onze dijbenen ten teken dat we een goede oefening achter de rug hebben. Niet verwonderlijk natuurlijk, want mijn klimmen heeft zich de laatste weken beperkt tot op een ladder om te schilderen. Vandaag doen we het daarom rustig aan en met een temperatuur die in de middag oploopt richting de dertig graden lijkt dat geen verkeerde keuze. Naast de camping arriveren tientallen auto’s met boten en vooral kinderen die gaan kanovaren zodat we vanaf onze eretribune een goed zicht hebben op het spektakel dat zich vlakbij ontvouwt.

Actie naast de camping

Onstuimig water en een klein bootje

Nu nog even op de kant zien te komen

Dag 9 – Zondag 4 september – De Tour de France achterna.

Onder wielerliefhebbers is de D918 waarvan we vandaag een stuk gaan rijden bekend van de Col d’ Aspin, de Col de Tourmalet en de Aubisque. We gaan de komende weken al deze cols bedwingen maar vandaag beperken we ons tot de Col d’Aspin, want het doel is de camping van Lartigue op ongeveer 10 kilometers vóór de Tourmalet. Op zondag is er flink veel verkeer van wielrenners en motorrijders en daar is deze weg natuurlijk uitermate bij in trek. We sukkelen met een gangetje van 30 tot 40 kilometers per uur eerst de berg op en daarna weer omlaag waarbij de motorrijders als vliegen om ons heen zwermen. Ook de wielrenners laten zich niet onbetuigd, maar vooral bergop is het goed te zien dat de extra pondjes buikvoorraad die de meesten meezeulen zijn tol eist. Het leukst vinden we nog de loslopende koeien die we tegenkomen, al zal dat als je in het donker rijdt een wat minder gerust gevoel geven. Na een uurtje komen we bij de camping waarvan de uitbater tot drie uur verstek laat gaan. We zoeken zelf een leuk plekje en zodra de beheerder weer tevoorschijn komt wordt de administratie op een gemoedelijke manier afgehandeld. Wij staan alvast goed voor de komende twee nachten die we hier willen doorbrengen.

Helaas.. mijn naam was er niet bij

Allerlei soorten verkeer op de weg

Zelf een plekje zoeken

Dag 10 – Maandag 5 september – Naar de Pic du Midi de Bigorre.

De Pic du Midi de Bigorre is met 2860 meter de hoogste berg in dit gebied. Een uitdaging natuurlijk om daar bovenop te komen. Vanaf de Col du Tourmalet op 2115 meter loopt er een pad waarmee de 745 hoogtemeters naar de Pic du Midi kunnen worden overbrugd. Bij de Tourmalet is echter geen camping of camperplaats. De dichtstbijzijnde camping, waar we nu staan, ligt op 1200 meter hoogte en vanaf hier is het dus 1660 meter klimmen en ook weer afdalen en dat is ook ons een beetje te gortig. Vandaar dat we het volgende plan hebben opgevat. We gaan te voet naar het plaatsje La Mongie dat op ruim vier kilometer verder en 550 meter hoger ligt. Vandaar vertrekt een skilift die in een kwartiertje de ruim duizend ontbrekende hoogtemeters naar de Pic du Midi overbrugt. Vervolgens wandelen we vanaf de Pic du Midu via een GR10 variant terug naar de camping. Om negen uur vertrekken we met voldoende water in de rugzak omdat het ook vandaag weer stralend weer is en flink warm belooft te worden.

Vlak na de start... de natuur in

....en bij verassing een waterval

Midden boven... daar willen we heen!

De voettocht naar La Mongie gaat pittig omhoog maar door een mooie en afwisselende omgeving. Onderweg houden we pauze voor het ontbijt en rond elf uur bereiken we de vertrekplaats van de skilift. Als we bij het loket de prijs onder ogen krijgen is het wel even schrikken. 38 euro per persoon! Voor dat geld mag je heen en terug (aan enkeltjes doen ze hier niet) en heb je ook toegang tot het panorama uitzicht bovenop de berg. Toch is de lift aardig vol en gaat er elke tien minuten en nieuwe lading dagjesmensen omhoog. Bovengekomen is er een groot platform waar ook de telescopen en andere waarnemingsmiddelen staan. We hebben rondom een prachtig uitzicht al wordt dit naar het noorden toe een beetje begrensd door een wolkendek waar we op neer kijken. Er is ook een restaurant, maar wij bedienen ons van onze meegebrachte koffie waarvan de kwaliteit gegarandeerd is. Na nog een klein kwartiertje rondkijken en wat luieren in de ligstoelen wordt het tijd om de aan de afdaling te beginnen. 

Makke schapen in een cabine

De top komt in zicht

Mooi uitzicht vanaf het panoramadek

Alleen…. waar is de uitgang richting het wandelpad? Het blijkt dat je er zomaar niet op of af kunt en alleen de juffrouw van de boetiek heeft een sleutel waarmee het hek rond het platform kan worden geopend. Ze vraagt nog even of we het wel zeker weten en zegt dat we niet meer terug kunnen, maar we zijn vastbesloten. We zijn nog maar net op weg omlaag of we komen tientallen stoere wandelaars tegen die de top bijna hebben bereikt. Ook zij zullen geen toegang tot het panorama platform hebben en moeten het stellen met een karig uitzicht en een waterkraantje bij het hek. Het eerste stuk gaat vrij steil  zigzaggend omlaag totdat we in de buurt komen van het Lac d’Oncet. Vanaf hier pikken we het GR10 pad op en buigen af naar het oosten. Langs een mooie route die een prachtig uitzicht geeft op de omliggende dalen (het lijkt een beetje op Schotland (met uitzondering van de regen, de temperatuur en de muggen) en met de nodige rustpauzes onderweg, bereiken we even na vijven de camping.  Het was een schitterende wandeling met schitterend weer.

Eerst omlaag naar Lac d'Oncet

En daarna via een prachtig pad...

... langs bergen en door dalen

Dag 11 – Dinsdag 6 september – Via de Tourmalet naar de volgende camping.

Vandaag gaan we weer richting de Tourmalet, alleen nu met de camper. We laten de heerlijk rustige camping van Lartigue achter ons en gaan op pad voor een ritje van dertig kilometers naar Luz Saint-Sauveur. Het ritje is wel geen dagtaak, maar toch wel uitdagend omdat de weg een stuk kronkeliger is dan die van eergisteren. Krappe haarspeldbochten en volop fietsers maken dat het opletten geblazen is. Vlak na de Tourmalet komen we net op een smal stukje weg een brede camper tegen waarbij we maar vijf centimeter tussen de rotswand en de passerende camper overhouden. Tegen half een parkeren we de camper bij de Carrefour van Luz Saint-Sauveur, waar we ons voor de komende dagen willen bevoorraden. We zijn nog maar net binnen of we worden de winkel weer uitgestuurd. Het blijkt lunchpauze en vanaf half een tot half drie wil men daarbij niet worden gestoord. Ja, de Fransen staan pal voor hun verworvenheden. Wij gaan een bakkie koffie zetten en daarna te voet de camping die we op het oog hebben inspecteren. Niet slecht…. maar weinig schaduwplekken en met opnieuw een warme dag zijn we een beetje kieskeurig geworden. We gaan vervolgens met de camper een camping die twee kilometer verderop ligt bekijken. Deze ligt buiten het dorp en biedt meer verkoeling dus is de keuze niet moeilijk. Nog weer even terug voor de boodschappen natuurlijk, maar daarna installeren we ons op een prachtplekkie met alle voorzieningen (waaronder gratis internet) onder handbereik. Hier houden we het nog wel even uit.

Op de Tourmalet is het druk

Volop haarspeldbochten

Een verscheidenheid aan verkeer

Dag 12 – Woensdag 7 september – Alweer mooi weer.

Ook vanmorgen laat de zon niet verstek gaan en loopt de temperatuur om een uur of twee op tot boven de 32 graden. We doen vandaag dus net of het vakantie is, al kan Aukje zich niet helemaal in bedwang houden en draait toch alvast maar een wasje. Met dit weer is het natuurlijk geen kunst om de was droog te krijgen en in ‘no time’ ligt deze alweer droog en opgevouwen in de kast.

Dag 13 – Donderdag 8 september – Even een dipje.

Net als je het hebt gehad over het mooie weer van de afgelopen tijd, dient zich een weersverandering aan. Voor vandaag en ook morgen wordt een periode van minder goed weer voorspeld. Niets dramatisch, maar als je in de bergen zit en je wilt hoger op dan is het niet handig om ‘met je hoofd in de wolken’ te lopen. Vandaar dat we even een pauze hebben ingelast die ons overigens goed uitkomt, want we hebben nog wat achterstallige klusjes te doen.

Dag 14 – Vrijdag 9 september – Er toch maar weer op uit.

Gisteren liep het  ‘zonder sisser’ af. De hele dag bewolking, dat wel, maar het bleef de hele dag droog en de temperatuur was ook goed. Vandaag ziet het er hetzelfde uit als gisteren. Bewolking die een paar honderd meter hoger hangt maar waardoor je de toppen van de omringende bergen niet kunt zien. Vandaar dat we een wandeling hebben uitgekozen die onder de 1000 meter blijft in de hoop dat er wel wat te zien blijft. We lopen eerst richting het centrum van Luz Saint-Sauveur en vandaar omhoog naar het oude chateau van het stadje. Hiervan staat alleen de toren en een gedeelte van de buitenmuur nog overeind dus zijn we vrij snel uitgekeken, maar van een afstand is het een leuk gezicht. Vandaar lopen we naar het dorpje Viella met zijn karakteristieke oude kapelletje. Verder omhoog blijkt dat het wolkendek al aardig is opgelost en we volgen een mooi wandelpad waarbij we een prachtig uitzicht op de omgeving hebben. 

Het chateau, of wat er van over is

Uitzicht vanaf het chateau, de wolken hangen nog laag

Het kapelletje van Viella met fontein op de achtegrond

Met een boog komen we weer terug in Luz Saint-Sauveur waar we dwars door het oude centrum  worden geleid en bij de kerk uitkomen. Deze blijkt uit de twaalfde eeuw en vormde vroeger een onderdeel van de verdedigingsmuur van het stadje. Binnen is de kerk is het ook zeker het bekijken waard. Eenvoudig, erg oud maar ook smaakvol. Tegen drie uur komen we weer terug bij de camper waar we nog maar net zijn gearriveerd wanneer het weer omslaat. Niet alleen gaat het regenen maar ook een paar fikse onweersbuien maken dat de eerste uren binnen blijven geblazen is. In de loop van de avond klaart het wel weer op en ’s nachts zijn al weer sterren te zien. Voor morgen ziet het er alweer beter uit.

De kerk van Luz met op de voorgrond een deel van de 'remparts'

Ook uit dit plaatsje veel gevallenen in de Eerste Wereldoorlog

Het interieur stamt uit de veertiende eeuw

Dag 15 – Zaterdag 10 september – Rondwandeling op hoogte.

Vaak downloaden we wandelingen vanaf Wikiloc. Dat is een site waar wandelaars hun met de GPS vastgelegde wandelingen kunnen uploaden zodat andere wandelaars deze wandelingen ook kunnen gaan doen. Voor het gebied dat we voor vandaag op het oog hebben is echter niets te vinden. Sterker nog, ook onze (inmiddels verouderde) wandelkaarten geven geen route die een rondwandeling mogelijk maakt. Op basis van fragmentarische info stellen we daarom zelf een wandeling samen, in de hoop dat we niet halverwege moeten omkeren en ook dat de paden een beetje begaanbaar zijn. Het komt daarbij goed uit dat het vandaag weer stralend weer is want we moeten een kleine duizend meter klimmen en dat kan bij goed weer mooie vergezichten opleveren. We vertrekken in noordelijke richting en lopen eerst naar het dorpje Saligos. Vandaar zoeken we de route naar Vizos, maar voordat we ons kunnen oriënteren worden we ‘geholpen’ door een vriendelijke Fransman die ons precies vertelde wat we al wisten. In Vizos aangekomen beginnen we aan het meer uitdagende gedeelte, maar al snel blijkt dat het pad wel steil omhoog gaat maar goed beloopbaar is. 

We klimmen zo een tijdje door totdat we bij een hut komen die we goed als koffieplek kunnen gebruiken. Verder omhoog wordt het pad wel iets smaller maar we mogen nog steeds niet klagen. Op hoogte aangekomen lopen we langs een grashelling en hebben een prachtig uitzicht op het dal. Ook het vervolg van de wandelroute is goed behoudens een paar plekken waar het pad is geërodeerd en daardoor gedeeltelijk is weggespoeld. Tegen het einde blijkt een het pad wel minder belopen en smalletjes maar, in tegenstelling tot wat onze kaarten aangaven, we kunnen er nog steeds langs. Uiteindelijk komen we in het dorpje Sère waar een tweetal kerkjes op Aukje wachten om op de foto te worden gezet. Al met al een mooie wandeling waarbij het klimmen, mede door de conditie die we afgelopen weken hebben getankt, ons gemakkelijk afging.

Dag 16 – Zondag 11 september – Luieren op de camping.

Na onze pittige wandeling van gisteren doen we het vandaag rustiger aan. Lekker luieren op de camping spinnen we in het zonnetje. De dag blijkt zo ook snel en aangenaam om te gaan.

Dag 17 – Maandag 12 september – Napoleon III en Eugenie.

Napoleon III was het neefje van de grote dwarsgemutste veroveraar Napoleon Bonaparte en de zoon van Koning Lodewijk die een tijdje, als zetbaas van zijn broer, ons land heeft geregeerd. Toen hij zich in 1859 inmiddels had opgewerkt tot keizer van Frankrijk bezocht Napoleon III, samen met zijn keizerin Eugenie, gedurende 23 dagen Luz Saint-Sauveur. Terwijl zijn vrouw regelmatig de thermen bezocht had Napoleon voldoende tijd om zich met de verkeerssituatie ter plaatse te bemoeien.  Een ranke brug over de smalle kloof nabij de thermen leek hem wel een pittoresk gezicht. Dus gaf hij opdracht om een brug met aansluitende wegen over de kloof nabij de termen aan te leggen. Ook moest er een spoorlijn komen naar het verderop gelegen Lourdes, zodat toekomstige gasten de thermen wat gemakkelijker konden bereiken. Na een jaar of vier was alles gereed en kwam Napoleon, in gezelschap van zijn schoonmoeder, nogmaals op bezoek om het resultaat te inspecteren. Anderhalve eeuw later gaan ook wij op onderzoek uit om te zien hoe het is geworden. We lopen daarom vanaf de camping naar het centrum van Luz Saint-Sauveur waar juist de weekmarkt wordt gehouden. Vandaar volgen we de wandelroute die ter ere van het hoge bezoek van weleer is aangelegd in de richting van de Pont Napoleon. Het pad is voor een breed publiek beloopbaar en voor ons dus niet erg uitdagend. Een grote N siert de Pont Napoleon en ernaast is een pilaar geplaatst om het initiatief van de keizer te gedenken. Een solide stenen brug over een mooi begroeide kloof maar niet zo spectaculair om er anderhalve eeuw nog later lyrisch over te doen. 

Gezicht op Luz Saint-Sauveur

Mooie brug... maar geen wereldwonder

Het ravijn vanaf de brug gezien

Verderop komen we bij de thermen en vandaar voert een steil pad omhoog langs een waterval. Zodra we die zijn gepasseerd en een koffiepauze hebben gehouden gaat het pad verder omhoog totdat we op een mooi wandelpad langs de berghelling uitkomen dat een kilometer of vier lang is en ons naar het dorpje Sazos voert. Vlak vóór we dit bereiken komen we bij een idyllisch plekje met een waterval en een paar hutjes waar we onze lunchpauze houden. Vanaf Sazos is het nog drie kilometers terug naar Luz Saint-Sauveur en deze gaan geheel over asfalt. In Luz Saint-Sauveur puffen we eerst even uit in de kerk, want het is vandaag ook weer warm, en bezoeken we vervolgens het museum in de kapel achter de kerk. In het museum zijn vooral oude vergulde houten beelden te zien waarvan de eersten al uit de dertiende eeuw stammen. Al met al een interessant geheel waar we na een kwartiertje klaar mee zijn. Terug op de camping blijkt het nog steeds behoorlijk warm maar daar weten we wel wat op.

Ezels onder elkaar

Ook nog even wat cultuur opsnuiven

Drama uit vroeger tijden

Dag 18 – Dinsdag 13 september – Op naar onze volgende verblijfplaats.

Na precies een week op deze camping wordt het tijd om te verkassen. Onze volgende etappeplaats wordt camping Les Trois Vallees in Argelès-Gazost op ongeveer twintig kilometers rijden. Vóór ons vertrek hebben we nog een gesprek met onze Duitse buurman die volgend jaar wanneer hij gepensioneerd is ook in Spanje wil overwinteren en allerlei vragen heeft. Voordat we ons bij de camping in Argelès-Gazost melden vullen we de camper met boodschappen en diesel en belonen we onszelf met een patatje. Camping Les Trois Vallees is een stuk groter dan de vorige camping en ook een stuk drukker. Niet goed voor onze privacy derhalve. De camping is vandaag volgestroomd met wielerliefhebbers uit Nederland. Zo’n 80 van hen gaan vanaf morgen deelnemen aan de Run4Kids Pyreneeën Challenge sponsortocht waarbij het de bedoeling is dat verschillende Pyreneeënreuzen in de omgeving worden bedwongen. Samen met begeleiders en supporters betekent dit tot aanstaande vrijdag zo’n 200 extra campinggasten. Voor vandaag en de komende dagen wordt slecht weer verwacht. Vooral vanavond is er kans op onweer, windstoten en veel regen zodat we waarschijnlijk de komende tijd aan de camper zijn gekluisterd.

Dag 19 – Woensdag 14 september – Een dagje binnen koekeloeren.

Het slechte weer dat was beloofd is meegevallen. Rond zes uur begon het gisteravond te regenen en dat ging een goed deel van de nacht door, maar onweer en wind zijn uitgebleven. Ook vandaag hangen de wolken laag en regent het geregeld. In de vooravond is het even droog en gaan we op onderzoek uit om het centrum van Argelès-Gazost te ontdekken. We zijn nog maar even op weg en het spetteren begint al weer. Onder de plu lopen we verder naar het centrum en daar naar het VVV om een paar foldertjes op te halen. Met regen ziet alles grauw en onaantrekkelijk en na in totaal ruim één uur keren we terug naar ons droge en warme huisje op de camping.

Dag 20 – Donderdag 15 september – Op de fiets naar Lourdes.

Vandaag willen we naar Lourdes. Volgens het weerbericht is er tijdelijk een opleving in het weer en ziedaar, vanmorgen vroeg lijkt het eerste wonder al geschied. Stralend weer en door de zon ook een lekker temperatuurtje. Wat een verschil met gisteren. We gaan op de fiets, want door toedoen van Napoleon III kunnen wij over het tracé van de voormalige spoorlijn tussen Luz Saint-Sauveur en Lourdes op een gemakkelijke manier de ongeveer dertien kilometer vanaf de camping tot Lourdes overbruggen. Ons eerste doel is de Pic du Jer. Dat is een berg met een kleine duizend meter hoogte die aan de rand van Lourdes over de stad uitkijkt. Vanuit het dal gaat er een funiculair, een speciaal treintje aan een staalkabel, dat ons in tien minuten zo’n vijfhonderd meter hoger afzet. 

Mooi fietspad.. met dank aan Nappie III

Funiculair uit 1900, links de kabeltrein

Met halverwege een passeerplaats

Het laatste stukje naar de top doen we met de benenwagen. Vanaf de top hebben we een prachtig uitzicht over Lourdes maar ook over de Pyreneeën met de verschillende drieduizenders die door het heldere weer goed zichtbaar zijn.  Naar beneden doen we lopend en dat gaat gemakkelijk over een voor het merendeel breed track van ongeveer 5 km lengte. Al fietsend leggen we de het laatste stukje naar het centrum af en gaan daarna te voet richting de grot en alles wat er omheen is gebouwd. We zijn hier meer dan tien jaar terug geweest, maar nu we er toch in de buurt zijn, willen we het geheel nogmaals bekijken. Bovendien is het weer nu een stuk aangenamer dan de vorige keer. Op weg naar de grot ontkomen we niet aan de talloze souvenirwinkels waaruit blijkt dat Lourdes, met zo’n 6 miljoen bezoekers per jaar, in ieder geval van een commercieel succes geniet. Bij de ingang van het terrein is een tassencontrole. 

Lourdes, linksmidden de basiliek

Stadhuis van Lourdes

Commercieel succes

Even verderop vindt een kerkdienst plaats voor een groep Italianen, vanwege het mooie weer in de open lucht. Er achter staat nog een rij van naar schatting honderd meter van geduldig wachtenden. Daarna naderen we de imposante basiliek met daarboven een crypte en daarbovenop nog een kerk die we ditmaal, omdat de diensten buiten plaatsvinden, allemaal op ons gemak tot in detail kunnen bekijken. Onder de basiliek natuurlijk de grot waarvoor een drievoudige rij wachtenden staat. Wij lopen eromheen en slaan het geheel van een afstandje gade. Opvallend is hoe serieus men is en hoe sommigen geëmotioneerd raken als ze bij de grot arriveren. Op weg terug naar de uitgang valt ons oog op een ondergronds gebouw dat we bij ons vorige bezoek hebben gemist en ons in eerste instantie aan een parkeergarage doet denken. Het blijkt de Basiliek van Pius X, met een capaciteit 25000 mensen en waar op het moment dat wij er binnengaan juist een dienst wordt afgesloten. Omdat we bij ons vorige bezoek al het geboortehuis van Bernadette (Moulin de Boly) en haar ouderlijk huis (in het voormalige cachot) hebben bezocht, gaan we ditmaal alleen naar het kerkhof L’Egalité waar de familie Soubirous (met uitzondering van Bernadette) begraven ligt. Na afloop lopen we terug naar het VVV waar onze fietsen staan. De terugweg gaat wederom over de voormalige spoorlijn en, hoewel het weer omslaat en er steeds meer bewolking komt opzetten, bereiken we droog de camping.

Kerkdienst in de open lucht

Interieur van de basiliek de Notre Dame

Wonderen duren iets langer...

De grot van dichterbij

We zijn vandaag niet de enigen...

Geen parkeergarage... maar een basiliek

Dag 21 & dag 22 – Vrijdag 16 september en zaterdag 17 september – Beter weer afwachten.

Volgens de weersverwachting moeten we tot begin volgende week wachten voordat het weer zodanig opknapt dat we weer de bergen in kunnen. En dat is wel de bedoeling want onze volgende overnachtingsplaats ligt zo’n 1000 hoger op 1350 meter. Vanmorgen werden we met regen op het dak wakker maar gelukkig wordt het in de loop van de ochtend droog en schijnt de zon zelfs even. Aukje neemt de gelegenheid te baat om een wasje te draaien die we buiten aan de lijn kunnen drogen. In de loop van vrijdagmiddag druppelen de wielrenners van de Pyreneeën Challenge binnen. Gisteren hadden hebben ze naar de Aubisque prachtig weer gehad maar vandaag was het vooral voor de vroegstarters richting de Tourmalet afzien. Op weg erheen regen en op de top slechts een schamele 1 graad Celsius. Zaterdagmorgen hetzelfde verhaal als vrijdag. Ook ’s morgens regen en overdag zo nu en dan een tijdje droog.

Niet slecht voor een douche op de camping

Dag 23 – Zondag 18 september – De plannen worden aangepast.

Vandaag is wat het weer betreft hetzelfde als gisteren. Een beetje spetteren in de morgen, bewolkt overdag met zo nu en dan een straaltje zon, geen wind en ook niet koud. Maar niet geschikt om de bergen in te gaan. Daarbij komt dat de weersvoorspelling telkens wat anders meldt en het weer zich op zijn beurt niet aan die voorspelling houdt. We hebben daarom besloten om de eerstvolgende plek waar we naar toe zouden gaan, Gourette nabij de Aubisque, even over te slaan. Vanuit Laruns, waar we morgen naar toe gaan en dat op 550 meter hoogte ligt, hebben we een paar wandelingen gepland die niet boven de 1000 meter gaan. Zolang de bewolking niet echt laag hangt moet dat lukken, al zal dat voor Aukje niet de mooiste foto’s opleveren. Mocht zich in de loop van de week een stralende dag aandienen dan gaan we met de camper weer een stukje terug de berg op om de overgeslagen bergwandeling alsnog te doen. Vandaag heeft Aukje nog wel een wasje gedraaid en ook aan de lijn droog gekregen. Tegen de avond zijn we ook nog even het stadje Argelès-Gazost in gegaan en hebben een rondwandeling gemaakt door het park waar ook het casino en de thermen zijn gevestigd. Vanwege de braderie die vandaag werd gehouden was er aardig wat volk op de been en was de sfeer gezellig.

De Thermen, oude glorie maar nog steeds in gebruik

De heks (rechtsonder) wacht op een nieuwe bezem

Een 'stukje' noga is niet te versmaden

Dag 24 – Maandag 19 september – Over de cols naar Laruns.

Vanmorgen schijnt de zon bij opstaan uitbundig en ook wanneer we van de camping vertrekken is het nog zonnig. Maar wanneer we na de boodschappen, koffie en een patatje daadwerkelijk aan de 45 kilometers naar Laruns beginnen is de lucht weer dichtgetrokken. Wel een beetje jammer, want met laaghangende wolken is er straks hoog in de bergen niet veel te zien. Al vlak nadat we Argelès-Gazost hebben verlaten gaat de weg al pittig omhoog. Het is de aanloop naar de Col de Soulor waarvoor we ruim duizend meter omhoog moeten. De weg is smaller dan die naar de Tourmalet maar met redelijk goed asfalt. Bovendien hebben we geen haast dus sloffen we met een gangetje van 30 tot 40 kilometers per uur door de haarspeldbochten. Het is niet druk op de weg maar zo nu en dan moeten we oppassen voor wielrenners die we inhalen, of gevaarlijker nog, die we de berg afdalend tegemoet komen. Ook andere ‘weggebruikers’ zoals loslopende schapen en zelfs paarden doemen soms plotseling voor ons op. Naarmate we de top naderen rijden we de wolken in wat zich als een dichte mist voor ons manifesteert. Van de te top van de Soulor zien we nauwelijks iets al merken we natuurlijk wel dat we daarna weer omlaag gaan. Even verderop begint de aanloop van de Aubisque die nog een paar honderd meter hoger is dan de Soulor. Dit betekent een nog langer traject met dichte mist en natuurlijk ook plots opdoemden wielrenners. Niettemin weten we ook deze klip te nemen, waarna we afdalen tot aan het wintersportdorpje Gourette. Hier stoppen we even om te zien hoe het met de parkeermogelijkheid is gesteld en vooral ook of welke lift we moeten hebben als we later terugkomen om te wandelen. Alles is echter stil en verlaten. De dame van het VVV vertelt ons dat de liften in het zomerseizoen alleen in juli en augustus in bedrijf zijn, wat ons doet besluiten dat we deze wandeling dan maar naar de toekomst moeten doorschuiven. Na de stop in Gourette bereiken we zonder verder oponthoud camping du Valentin aan de rand van Laruns. Op het eerste gezicht lijkt het een beetje basic camping, maar zodra we ons hebben geïnstalleerd zijn blijkt alles perfect geregeld en kunnen we onze draai hier wel vinden.   

Door typisch Franse bergdorpjes.

Loslopende schapen zonder herder.

Zelfs wilde paarden.

Nabij de top is het zicht beperkt

De eerste tunnel dient zich aan

Laruns komt in zicht

Dag 25 – Dinsdag 20 september – Wandelen in de Vallee d’ossau

Laruns ligt midden in de Vallee d’Ossau. In dit dal hebben we twee wandelingen gepland. Een naar het oosten en een naar het westen. Vandaag is die naar het oosten aan de beurt, want het is vandaag nog wat bewolkt en deze wandeling ligt met 600 meter wat lager dan die we voor morgen op ons programma hebben. We dalen vanaf de camping, die aan de eerste bocht naar de Col d’Aubisque ligt, af richting Laruns en doorkruisen het gehele plaatsje voordat we de klim naar het gehucht Louvie-Soubiron inzetten en eindelijk van het asfalt zijn verlost. Nadat we Louvie-Soubiron achter ons hebben gelaten moeten we volgens onze GPS een weiland in. Via een hek dat duidelijk niet bedoeld is om regelmatig wandelaars te laten passeren volgen we de GPS route dwars door het weiland en die ons uiteindelijk bij een vaag pad langs een pijpleiding voor een waterkrachtcentrale brengt. Hier moeten we steil omhoog en dat terwijl de bramenstruiken en brandnetels aan weerszijden het op onze benen hebben gemunt. Na enige tijd is deze hindernis ook weer overwonnen en komen we op een gemakkelijk beloopbaar track uit. Dit volgen we tot we nabij het einde van het dal uitgekomen en op een stuwmeertje stuiten. 

Lokale kunst

Langs de pijpleiding omhoog

Bergmeertje doet dienst als stuwmeer

Volgens de Wikikoc-route in onze GPS moeten we nu weer een stukje terug en komen via een smal steil omlaag voerend paadje bij een beek uit, die we moeten kruisen. Er stroomt net even te veel water om zonder natte voeten de overkant te bereiken dus bouw ik van in de omgeving voorhanden zijnde keien een (op)dammetje waarmee we halverwege de kreek een overstappunt hebben. Hierna voert de route ons langs een gemakkelijk beloopbare helling en dito track naar het dorpje Béost. Hoewel officieel niet op de route, kunnen we het niet nalaten om het oude dorpskerkje en naastgelegen abdij te bekijken voordat we het laatste stukje naar de camping afleggen. Toch weer een leuke wandeldag vandaag.

Oude bergdorpjes

Kerk en abdij uit de dertiende eeuw

Het dorp Béost

Dag 26 – Woensdag 21 september – Stralend weer, dus weer op pad.

In lijn met het weerbericht worden we vanmorgen met stralend weer wakker. Een goede reden om vandaag de tweede wandeling, die naar ruim 1100 meter hoogte voert, aan te pakken. Ook nu moeten we eerst naar Laruns maar voor het laatste stuk heb ik op de kaart gezien dat er een alternatief voor het asfalt voorhanden is. Bijna aan het eind van dit pad houdt het ineens op en volgt een ondoordringbaar stuk met struiken en bomen. We bekijken de omgeving en proberen eerst een alternatief voordat we een heel stuk moeten terugkeren en alsnog over asfalt moeten lopen. Langs een steile grashelling en over prikkeldraad heen komen we toch weer op de juiste route uit en dit zonder een omweg te maken (waar wandelaars altijd een hekel aan hebben). We belanden nu op een stenig pad dat behoorlijk steil omhoog gaat en ons de volgende kilometers flink laat zweten. Gelukkig is het pad  omringt door bos zodat we niet in de felle zon hoeven te lopen. Na een koffiepauze halverwege bereiken we uiteindelijk het hoogste punt. Vanaf hier volgen we een breed track dat het eerste stuk vrijwel horizontaal loopt en later langzaam omlaag voert. 

Stenig pad maar wel veel schaduw

Het eerste stuk omlaag gaat gemakkelijk

Prachtige vergezichten vandaag

Totdat het track bij een weiland uitkomt en er wederom geen voorzieningen of pad voor wandelaars valt te bespeuren. Tweemaal onder prikkeldraad door kruipen en dwars het weiland oversteken brengt ons uiteindelijk weer op een oud wandel pad. Dit pad voert steil omlaag en is bezaaid met gladde stenen zodat het vooral voor Aukje een uitdaging is om zonder vallen beneden te komen. Bij het bereiken van Laruns houden we onze lunchpauze waarbij de klok inmiddels al half vier aanwijst. Het laatste stuk naar de camping is dwars door het centrum van Laruns gepland, zodat we ook hier nog een indruk van krijgen. Het (ski)toerisme is aan Laruns voorbij gegaan en het authentieke boeren karakter van het Pyreneeën-dorp is goeddeels bewaard gebleven. Behalve het plein in het centrum met daaromheen enkele winkels zijn de straten een aaneenschakeling van oude ommuurde boerenhoeves. In deze tijd van het jaar wordt het vee uit de bergen weer op stal gezet, hetgeen goed te zien is aan de uitwerpselen op straat. Het is voortdurend uitkijken voor de ‘kakkietrap’ maar dat draagt wel weer bij aan ons vakantiegevoel.

Hier nog in de wei...

... en even later naar de stal

Het straatbeeld van Laruns

Dag 27 – Donderdag 22 september – Een dagje rust.

Morgen willen we naar het Spaanse deel van de Pyreneeën vertrekken en met twee wandelingen achter de rug doen we het daarom vandaag rustig aan. Rustig aan wil voor ons zeggen: nog wat later opstaan en heerlijk buiten in het zonnetje koffie drinken. Na de middag kunnen we ons toch weer even niet bedwingen en maken we een korte wandeling naar het dorpje Assouste met de oude kapel uit de twaalfde eeuw en het naastgelegen château.

Kapel en château van Assouste

Voor Amanda

Een opknappertje voor de liefhebber

Dag 28 – Vrijdag 23 september – Welkom in Spanje.

Vanmorgen werden we wakker met helikopterlawaai vlak in de buurt. Dat is meestal een teken dat het goed weer is en ja, ook vandaag is het weer heerlijk zonnig. Nadat we alles hebben ingepakt rijden we naar het centrum van Laruns waar de Intermarché ons van de nodige proviand voorziet. Vandaar vangen we de rit van ruim veertig kilometers aan die ons via de Col de Pourtalet, op 1794 meter hoogte, in Spanje brengt. We hebben deze route twee jaar terug al eens in omgekeerde richting gereden en we weten dat deze niet al te lastig rijdt. Via een kloof klimmen we langzaam omhoog en pas tegen de top volgen een paar haarspeldbochten. Natuurlijk ook nu weer vee op de weg maar daar raken we inmiddels al aan gewend. Vanaf de Spaanse grens is het maar tien kilometers naar onze halteplaats voor vandaag, het dorpje Sallent de Gállego dat op 1260 meter hoogte ligt. We parkeren de camper op een grote parkeerplaats nabij het centrum en maken ons op voor een rondwandeling rond het stuwmeer van Lanuza. Juist op het moment dat we op pad willen breekt er een onweer los met hevige regenval dat in totaal zo’n drie uur zal aanhouden. Nu zijn we gewend, dat zodra we een grens over gaan er een SMS’je volgt met de mededeling van, in dit geval: Welkom in Spanje. Maar op zo’n welkom door de weergoden hadden we echter niet gerekend, ook al om dat de weersvoorspelling ons mooi weer had beloofd. 

Effe wachten... we gaan naar stal!

Welkom in Spanje!

Mooi ruig landschap

Rond vijf uur wordt het droog en gaan we toch nog op pad om de rondwandeling te maken. Bij terugkomst staan we inmiddels niet meer alleen op de parkeerplaats en in de vooravond komen er nog een paar campers bij. Wij maken ons op voor een rustige nacht op de camperplaats.

Het stuwmeer is bijna leeg

Op de achtergrond de Peňa Foratata

Moeder en kalf versperren ons de weg

Dag 29 – Zaterdag 24 september – Naar de top van de Pazino.

We hebben op de camperplaats overnacht om vandaag een rondwandeling naar de top van de Pazino te kunnen maken. Het is zaterdag en dat betekent dat ook de Spanjaarden er op uit trekken. Dit is goed te merken omdat we al vroeg geroezemoes om ons heen horen. Het weer is vandaag weer hersteld en Aukje heeft gisteren de spulletjes al klaargezet, zodat we op tijd op pad kunnen. We lopen beurtelings door bos en langs begroeide hellingen waarbij we een prachtig uitzicht op de omgeving hebben. Boven ons horen we op flinke afstand al het gekakel van een groep Spanjaarden en onder ons zien we een groep schoolkinderen omhoog komen. De route naar de Pazino blijkt populair en, gezien hetgeen wij ervaren, niet zonder reden. Zodra we op Collado de Pazino arriveren, op 150 meter van de top, houden we even pauze voordat we het steile stuk naar boven aanpakken. Voor ons uit zijn al heel wat mensen naar boven geklommen en zodra we, na enige uithijgpauzes onderweg, op de top van 1966 meter arriveren is het er aardig druk. We nestelen ons tussen de anderen en genieten van het uitzicht rondom. Opvallend hoe sommigen het niet kunnen nalaten om aan een stuk door te blijven kakelen alsof ze elkaar in geen jaren hebben gezien. 

Idyllischer dan een megastal

Mooi weer dus ook mooiere foto's

Uitzicht vanaf de top van de Pazino

Na de koffiepauze en nog wat rondkijkend beginnen we aan de afdaling, die, hoewel met minder energie, toch alle aandacht vergt, omdat vooral het eerste stuk stenig en steil is. Wat verderop zijn we de enigen op het wandelpad, omdat de meute  dezelfde weg terug heeft genomen als de heenweg. We lopen over een mooi pad en door een gevarieerde omgeving waarbij we enkele keren schrikken van vogels die op korte afstand van ons plotseling het luchtruim kiezen. Weer verder worden we ingehaald door een drietal honden die zonder begeleiding maar met een halsband met zender dezelfde weg als wij afleggen. Later zien op afstand een paar mensen staan die de honden de vrijheid hebben geven zonder het risico ze kwijt te raken. Uiteindelijk zien we ons dorp Sallent de Gállego weer om de hoek verschijnen en dalen verder af totdat we weer bij de camper zijn. Voordat we aan drinken en vervolgens eten denken besluiten we om eerst naar onze volgende camping ongeveer vijf kilometer verderop te rijden in het plaatsje Escarrilla. De camperplaats beviel ons prima, maar na al het zweten van vandaag zijn we ditmaal toe aan een royale douche.

Dag 30 & dag 31  – Zondag 25 en maandag 26 september – Even uitslingeren.

Zo nu en dan willen we ook even op verhaal komen en een paar dagen weinig omhanden hebben. En dat is nu het geval en het komt bovendien goed uit omdat het weer op zondag toch in een dipje zit. Even een beetje regen met een onweersslag erbij maar daarna niet echt slecht, zodat we later toch gewoon buiten kunnen zitten. Maandag gaat het alweer de goede kant op en morgen moet het weer prima wandelweer zijn, dus willen we er dan weer op uit trekken.

Dag 32 – Dinsdag 27 september – Wandelen in de Tena Vallei.

Escarilla, waar we nu verblijven, ligt evenals onze vorige halteplaats Sallent de Gállego in de Tena Vallei (geen wilde associaties a.u.b.). Deze vallei is bekend om zijn wandelmogelijkheden vandaar dat wij vandaag en morgen weer op pad willen. Voor vandaag staat een rondwandeling vanuit het plaatsje Tramacastilla de Tena op het programma. Omdat het naar het startpunt een kleine vier kilometers wandelen is, willen we vandaag voor ons doen vroeg op pad. Om kwart over negen trekken we de camperdeur achter ons dicht en wandelen via een mooi pad dat omhoog voert via het gehucht Sandiniès naar het startpunt van de rondwandeling. Ditmaal geen inspannende klim maar een wandeling van 12 km met een hoogteverschil van maar tweehonderd meters. Een mooie en afwisselende tocht langs tracks, over een stuk asfalt maar ook langs geitenpaadjes waarbij het af en toe spoorzoeken is om verder te komen. Na in totaal twintig kilometers zijn we om kwart voor drie weer thuis en genieten in een weldadig zonnetje van de rest van de middag.

Men maakt wel werk van een bloemetje

'Ons'dorp Escarrilla komt weer in zicht

De entree van onze camping

Dag 33 – Woensdag 28 september – Nogmaals wandelen en dan verkassen.

Het startpunt van onze laatste wandeling in dit gedeelte van de Tena Vallei ligt een kilometer of vijf van de camping waar we nu staan. Omdat we van plan zijn om hierna naar de volgende camping te verhuizen, besluiten we om de wandeling in de rit naar de volgende camping op te nemen. We maken ons vanmorgen wat vroeger dan gebruikelijk gereed voor vertrek en doen bij de supermarkt vlak naast de camping nog even wat inkopen. Via Google Maps hebben we gezien dat we in het wintersportdorp Panticosa onder de ski-lift gemakkelijk kunnen parkeren. Na een ritje over een kronkelige toegangsweg parkeren we de camper op een geheel lege parkeerplaats en gaan nog vóór het middaguur op pad. 

Camper op een lege parkeerplaats

Een trollenpad

Middenonder: kleine mensjes

De wandeling die volgt gaat via een mooi bospad bij het droogstaande stuwmeer Embalse de Búbal, waarna een asfaltweg van een kilometer of vier langs het meer een beetje afbreuk doet aan het wandelplezier. Vlak voor we het dorpje Hoz de Jaca bereiken moeten we een paar honderd meter omhoog en komen vervolgens uit bij een mirador, waarvandaan we een prachtig uitzicht hebben over het dal. Vanaf het uitkijkpunt heeft men ook een abseil attractie gemaakt. Nu wij er zijn blijkt hiervoor geen belangstelling dus een demonstratie zit er niet in. Het dorpje Hoz de Jaca maakt, zoals verschillende andere dorpjes in de Spaanse Pyreneeën, een slaperige indruk. Vanuit het dorp gaat er een pad omhoog de berg op. Vanaf hier volgt een gevarieerde wandeling over een leuk wandelpad, maar wel omgeven door bomen zodat er maar een paar doorkijkjes het dal in zijn. Terug bij de camper rijden we vlot de twintig kilometers die ons scheiden van de camping in Gavin, waar we een plaatsje kiezen aan het einde van de camping, zodat we heerlijk vrij staan en geen last hebben van luidruchtige Spanjaarden die zich met het weekend op komst wel weer zullen aandienen.

Ruïne en brug van vóór het stuwmeer

De stuwdam vanaf het uitkijkpunt

Hoz de Jaca

Dag 34 – Donderdag 29 september – Donderdag wasdag.

Vandaag wasdag en met name voor de kleding en het beddengoed. Met prachtig weer lukt het moeiteloos om twee volle machines binnen een paar uur buiten aan de lijn droog te krijgen. Wij houden ons intussen ledig met wat leeswerk.

Dag 35 – Vrijdag 30 september – Naar Biescas en Gavin.

Deze camping ligt tussen de twee bergdorpjes Biescas en Gavin. Doordat ze op maar drie kilometer uit elkaar liggen biedt dit een goede mogelijkheid om beide dorpjes te gaan bekijken in combinatie met een rondwandeling. Vanaf de camping loopt een mooi pad van ruim twee kilometer naar Biescas. Het plaatsje ziet er netjes uit en heeft aardig wat winkels en restaurantjes, gezien de toch beperkte omvang. We bezoeken ook het oude kerkje dat op een hoger gelegen gedeelte in het dorp is gebouwd. Van daaruit begint het traject dat ons de heuvels in voert. We hebben ons nog maar juist op het pad neergezet voor onze koffiepauze als er met veel rumoer een groep mountainbikers naar beneden komt die nog maar juist voor ons weet halt te houden. Wij zitten breeduit op het pad en hadden hen niet verwacht en andersom ook niet natuurlijk. Uit de conversatie die volgt blijkt dat het een internationaal gezelschap betreft dat aan een georganiseerde reis deelneemt. Ze zijn een stuk hoger op de berg met een auto afgezet en roetsjen vervolgens omlaag. Eén ervan is een Nederlander. Terwijl Aukje in het Engels met een fietser converseert, kan ik gewoon in het Nederlands met Limburgse Marcel een praatje maken. Na dit intermezzo vervolgen we de wandeling totdat we het dorpje Gavin bereiken. Gavin is een stuk kleiner dan Biescas. Hier dus weinig winkels, maar wat ons ook nu weer opvalt is dat de huizen er robuust, vaak nog vrij nieuw en vooral goed onderhouden uitzien. Ook de straten zijn goed aangelegd en bovendien brandschoon. Toch wel heel een verschil met de Franse kant van de Pyreneeën waar er wel meer diversiteit in de bebouwing is maar het er ook vaak rommelig uitziet. Vanaf Gavin is het nog maar 1 kilometer terug naar de camping zodat we op tijd weer kunnen aanschuiven voor een biertje in de middagzon.

Maak jouw eigen website met JouwWeb