Pyreneeën 2016 - oktober.

Dag 36 – Zaterdag 1 oktober – Uittocht van de caravans.

Toen wij een paar dagen geleden hier aankwamen was er kort vóór ons een flinke groep Nederlanders gearriveerd. De Senioren Kampeer Club (SKC) organiseert jaarlijks een 25-tal kampeerreizen van het type: “We zijn er bijna.” De deelnemers van de: Midden Spanje reis, die zes weken terug in het Franse Carcassonne  was gestart, gaan vanochtend weer richting Nederland. Vóór half negen is het merendeel al vertrokken, terwijl wij ons nog een keertje omdraaien in bed. Ook de rest van de dag doen we het rustig aan. Er was regen voorspeld maar dat blijken slechts een paar verdwaalde spetters te zijn. Wij koesteren ons met de koffie alweer in een lekker zonnetje.

Dag 37 – Zondag 2 oktober – Kloofwandeling met waterval.

Op ruim vier kilometers van de camping ligt het plaatsje Oros Bajos waarvandaan een kloofwandeling begint. Aan het einde van de ongeveer 1 kilometer lange kloof is een waterval. Een mooie en niet al te moeilijke wandeling voor de zondagmiddag. We vertrekken precies om twaalf uur en lopen langs een gemakkelijk beloopbaar track tot we in het gehucht Oros Alto komen. Echt niet meer dan dertig huizen maar wel een kerkje. Op het eerste gezicht lijkt de ingang dichtgemetseld, maar als we er omheen lopen blijken voor en achterzijde inmiddels te zijn verwisseld zijn. Het kerkje is dicht maar het kerkhofje met slechts zestien graven levert wel een mooi plaatje op. Vanaf nu gaat het over asfalt totdat we twee kilometer verder in Oros Bajo arriveren. Weer een leuk kerkje met dito kerkhofje en weer op slot natuurlijk. Wel een bankje om koffie te drinken. 

Kerkje van Oros Alto

Straatje in Oros Alto

Kerkje van Santa Eulalia in Oros Bajo

Vanaf nu beginnen we aan de route door de kloof. Even nog door de oude dorpskern waarbij een vriendelijke oude Spanjaard ons ongevraagd adviezen geeft over wat er te zien is en hoe we dat kunnen vinden, maar eigenlijk wijst de weg vanzelf. Zodra we een eindje de kloof ingelopen zijn komen we bij een dam waar momenteel niet al te veel water overheen stroomt. Verderop lopen we langs een, in deze tijd van het jaar, kabbelend stroompje en bereiken zo het einde van de kloof. Daar stuiten we op een toch wel spectaculaire tweetraps waterval waar momenteel een groep jongelui aan het abseilen is. Hoewel nu al leuk om te zien zal het in het vroege voorjaar best wel indrukwekkend zijn als de hoeveelheid water een veelvoud van hetgeen er nu omlaag komt, is. Als alle abseilers beneden zijn lopen we gezamenlijk de kloof weer uit. Zij gaan terug naar hun geparkeerde auto’s en wij vangen te voet de thuisreis naar de camping aan waar we om half vier weer arriveren.

Steenlagen op elkaar geperst

Eerst een kunstmatige 'waterval'

Daarna een 'echte' met abseilers

Dag 38 – Maandag 3 oktober – Laatste wandeling op hoogte.

We willen graag nog een wandeling op grotere hoogte maken, maar dan ook een waarbij we mooie uitzichten hebben. De wandeling van Wikiloc die we vooraf hebben gedownload voldoet hier niet aan. Vandaar dat we op basis van ons eigen kaartmateriaal zelf een wandeling hebben samengesteld. Het risico hierbij is dat, omdat de Spaanse kaarten nogal verouderd zijn, een pad niet meer bestaat of is omgelegd. We vertrekken, vanwege de lengte van de wandeling, wat vroeger dan gewoonlijk. Langs een leuk pad lopen we eerst naar Gavin en vandaar naar het dorpje Yésero, waarbij we onderweg ons meegenomen ontbijt oppeuzelen. Yésero toont armoediger dan de eerdere dorpjes waar we zijn geweest maar men is druk bezig om daar verandering in te brengen. In het centrum wordt volop gerenoveerd. 

Yesero, het doel van het eerste deel

Authentiek of achterstallig onderhoud?

Weer veel bomen Monique !

Vanaf hier gaat de route omhoog en we klimmen over een afstand van drie kilometer zo’n vijf en half honderd meter tot we uiteindelijk op 1645 meter hoogte de Collado de Espierre bereiken. We zijn vanaf de camping bijna achthonderd meter omhoog gegaan, in werkelijkheid nog heel wat meer omdat het pad niet aldóór omhoog gaat. Hier kijken we in een dal aan de andere zijde van de bergrug. De helling is met gras en stuiken begroeid hetgeen inhoudt dat we een weids uitzicht hebben, maar ook dat er geen vervolg pad meer zichtbaar is. Op basis van onze Spaanse kaartaanwijzingen gaan we de goede richting uit maar volgt er wel een half uurtje spoorzoeken, met daarna een moeilijk beloopbaar geitenpaadje, voordat we uiteindelijk weer op een breed track uitkomen. Het track loopt gemakkelijk en nadat we de leuke gehuchtjes Espeirre en Barbenuta zijn gepasseerd volgt nog een lastig stukje langs een geitenpaadje voordat we Oros Alto bereiken. Vanaf hier is het nog maar een klein stukje naar de camping. Een mooie maar ook wel vermoeiende wandeling van totaal zeven uur en drie kwartier.

Hoe nu Verder?

Bijzondere begroeiing 

Langs een geitenpaadje verder

Hek houdt vee uit portaal van de kerk

Kerkje van Espierre

Barbenuta

Dag 39 – Dinsdag 4 oktober – Laatste dag op de camping van Gavin.

Vooraf heeft Aukje een inschatting gemaakt dat het sneeuwrisico op grotere hoogten vanaf begin oktober aanzienlijk zal zijn. Daarom vertrekken we vanaf morgen naar een gebied met de uitlopers van de Pyreneeën. Niet echt laagland natuurlijk maar het biedt meer mogelijkheden voor wandelingen onder de duizend meter. Vandaag neem we het ervan en puffen even uit van gisteren en bereiden ons tevens voor op het vertrek morgen naar Sabiňanigo. We verbazen ons er nog steeds over hoe fraai het in de herfst hier is al blijkt dat dit geen vast pandoer is. We spraken een Nederlander die de afgelopen jaren in deze tijd in dit gebied is geweest. Hij vertelde dat hij vorig jaar kou en zelfs ijs had meegemaakt en dat het weer dat we nu hebben eerder uitzondering dan regel is. Enfin, wij genieten er nu van en hopen dat het nog enige tijd aanhoudt.

Dag 40 – Woensdag 5 oktober – Naar de camperplaats van Sabiñánigo.

De afstand tussen Gavin en Sabiñánigo bedraagt ongeveer twintig kilometers. Daar hebben we met de camper natuurlijk geen hele dag voor nodig. Vandaar dat we, naast het inslaan van een nieuwe voorraad proviand, voor vandaag ook nog een wandeling op het programma hebben. De camping van Sabiñánigo ligt aan de noordkant van het stadje en de wandeling juist ten zuiden van de stad. Het komt dus goed uit dat er ook nog een camperplaats beschikbaar is en die ligt toevallig vlakbij ons wandelgebied. We overnachten daarom na de wandeling op de camperplaats en gaan morgenmiddag pas naar de camping. De wandeling gaat aan weerszijden van de Rio Basa en is door ons een beetje aangepast om hem wat afwisselender te maken. We lopen eerst aan de zuidzijde van de rivier en hier slingert het pad langs een heuvel op en neer met steeds wat beklimmingen en afdalingen. Leuker en gevarieerder dan we vooraf hadden voorzien. Halverwege steken we op een doorwaadbare plaats de rivier over, al moet gezegd de met de droogte van de afgelopen tijd de hoeveelheid water niet boven die van een flinke rioolpijp uitkomt. De terugweg gaat over vlak terrein, maar wel langs oude Spaanse optrekjes en achterlangs kleine land en tuinbouw bedrijfjes. Op de camperplaats blijken wij de enige liefhebbers vandaag. Het tarief is vier euro en dat bedrag is inclusief water en stroom voor een verblijf van 48 uur. Om negen uur ’s avonds komt de Policia Local het stageld innen, maar ja van een bon van vier euro liggen wij vannacht niet wakker.

Nog geen 20 km verderop een heel ander landschap

Een brug kun je overal van maken

Lekker klimmen langs een puinhelling

De Rion Basa na een periode van droogte

Dag 41 – Donderdag 6 oktober – De dag loopt in het hond-erd.

Oorspronkelijk was voor vandaag een fietstocht van ongeveer veertig kilometers naar een archeologische vindplaats gepland. Omdat een flink deel langs een autoweg zou gaan had ik die alvast een stuk ingekort, waarbij we het ingekorte stuk met de camper zouden afleggen. Nadat we de camper bij het vertrekpunt hebben gestald gaan we te voet op pad. We lopen over asfalt en de GPS geeft een afstand van bijna 18 kilometers aan, terwijl ik vooraf een traject van ongeveer tien kilometers in gedachten had. Achttien kilometers over asfalt? Dat loopt vooral voor Aukje niet fijn. Vandaar dat we snel naar de camper teruglopen en de fietsen van stal halen. Even later rijden we het eerste stuk van de route tot we in het dorpje Orna arriveren. 

Het Spaanse platteland

Het kerkje van Orna

Eenvoudig en oud

We bekijken het dorpje met het kerkje en worden daarbij welkom geheten door een hond die ter plaatse rondloopt. Al snel is er contact tussen mens en dier en als we even later het dorp verlaten loopt het beest achter ons aan. Na een charme offensief van de zijde van de hond, zijn mens en dier al snel onafscheidelijk en terwijl wij vlak buiten het dorp een moeilijk befietsbaar pad op worden gestuurd, huppelt Droef (het beestje moet toch een naam hebben) vrolijk met ons mee. Het pad wordt verderop steeds lastiger en golft op en neer, dus weer even later lopen we vaker naast de fiets dan we erop zitten. De archeologische vindplaats blijkt niet aangegeven en van onze plaatselijke gids krijgen we volop aandacht maar worden we niet veel wijzer. We volgen het moeilijk begaanbare pad nog enkele kilometers tot we met een boog weer in de buurt van het dorpje Orna komen waar we de hond willen terugsturen. Droef heeft echter andere plannen en laat zich niet wegsturen maar blijft vrolijk, maar toch ook wel vermoeid, ons volgen. Zodra we een paar kilometers verder zijn begint het bij Aukje te knagen en zij kan het niet over haar hart krijgen dat Droef mogelijk in een zwerfhond zal veranderen. We besluiten terug te fietsen, met als doel de hond weer thuis af te leveren. Zodra we Orna in zicht krijgen loopt Droef voor ons uit en terwijl ik stiekem steeds langzamer ga zie ik hem, steeds omkijkend, het laatste stukje naar huis afleggen. Missie volbracht! Omdat het resterende stuk van het traject waarschijnlijk ook over een slecht pad gaat besluiten wij om de kortste weg naar de camper terug te rijden. Nu terug naar onze overnachtingsplek. De camping in Sabiñánigo is hierbij het doel, maar daar aangekomen blijkt er geen beheerder aanwezig en zien de campingplaatsen er niet aanlokkelijk uit. Vandaar dat we naar een andere camping op zoek gaan en we momenteel op camping Val de Tena, in het vijf kilometer buiten Sabiñánigo gelegen Sorripas zijn aanbeland.

Onze gids en reisvriend: Droef

Droef wijkt niet van mijn zijde

Hier woont Droef

Dag 42 & 43 – Vrijdag 7 oktober  en zaterdag 8 oktober – Even uitpuffen.

Zo nu en dan nemen we even gas terug om weer wat op adem te komen en dat moment is nu aangebroken. Tenslotte moet vakantievieren niet teveel op werken gaan lijken. We doen het vandaag en morgen rustig aan en genieten we op de camping van een heerlijk najaarszonnetje. ’s Nachts koelt het behoorlijk af maar overdag loopt de temperatuur op tot rond de twintig graden en er is vrijwel geen wind.

Dag 44 – Zondag 9 oktober – Rondwandeling vanaf de camping.

Vooraf heeft Aukje een aantal wandelingen geselecteerd die allemaal vanuit Sabiňanigo starten. We staan momenteel in bij Sorripas, dus een kilometer of zes daar vandaan en dus minder gunstig ten opzichte van de wandelingen. De wandeling die we vandaag op het oog hebben gaat echter aardig in de richting van onze camping. Met een paar kilometers extra lopen kunnen we dus toch vanaf de camping starten. Het is vandaag excellent wandelweer. Ongeveer twintig graden, een lekker zonnetje en geen wind. Het belooft dan ook een heerlijk zondagmiddaguitje te worden, vooral ook omdat het te overwinnen hoogteverschil niet groot is vandaag. We wandelen eerst naar het centrum van Sorripas, een gehucht op twee kilometers vanaf de camping, en pikken daar de wandelroute op. Deze voert ons met kleine klimmetjes door een landbouw gebied met mooie uitzichten op het dal en de hoge bergen in de verte. Onderweg steken we een brede rivier over die momenteel bij gebrek aan water bijna droog staat. 

In het voorjaar een flinke rivier

Mooie bergtoppen op de achtergrond

Volkstuintjes in het dal

Tijdens het tweede deel van de wandeling, even voorbij het gehucht Aurin, kunnen we een extra lusje maken om nog wat meer van de natuur te zien. Dat blijkt ook wel, maar het betekent ook dat we een struinpad met verschillende hindernissen in worden gestuurd. We lopen vlak langs de oever van de Rio Gállego en worstelen ons eerst door een klein ravijn en vervolgens door dichte begroeiing totdat we uiteindelijk het oude dorpje Senegué bereiken. Vandaar is het nog maar een klein stukje terug naar de camper. Een mooie wandeling waar we in totaal toch weer vijf en half uur mee zoet zijn geweest.

Het kerkje van Aurin

Extra lusje om de Rio Gállego te zien

Tijdelijk even de weg kwijt

Dag 45 – Maandag 10 oktober – Werk aan de winkel.

Afgelopen nacht is het kouder geweest dan de voorgaande nachten. Vanmorgen liggen er ijskristallen op het camperdak en binnen is het ook flink afgekoeld. Dat laatste bestrijden we bij het opstaan met ons ventilatorkacheltje en een paar uur later neemt de zon die taak over. Weer mooi weer vandaag en dat komt goed uit want Aukje wil vandaag hier de was doen. Twee wasmachines vol moet ons voldoende schoon goed opleveren tot we aan het einde van de maand weer thuis zijn. Naast de was krijgen ook mijn voeten een onderhoudsbeurt en huiskapster Aukje komt ook nog langs om mijn haren te kortwieken (althans het gedeelte dat aan de kruinschering is ontkomen). Ondertussen bak ik nog een vers broodje voor de komende week. Kortom, werk genoeg. Morgen willen we naar onze volgende etappeplaats vertrekken en onderweg nog boodschappen doen en als het even kan met een wandeling erbij.

Dag 46 – Dinsdag 11 oktober – Fiesta Nacional.

Vandaag hebben we een druk programma en zijn voor ons doen al aardig vroeg uit de veren. We vertrekken van deze camping en rijden naar Sabiňanigo voor het bijvullen van onze voorraad boodschappen. Daarna rijden we nog een paar kilometer verder naar de andere kant van het stadje en parkeren de camper bij het begin van de rondwandeling die we vandaag willen maken. Na de koffie is het inmiddels al weer één uur voordat we daadwerkelijk op stap gaan. De via Wikiloc gedownloade route gaat over de graat van een heuvelketen waarbij we een prachtig uitzicht krijgen over de aan beide zijden naastliggende dalen. Het is zoals vaker aan het begin wel even spoorzoeken om boven op de graat te geraken omdat de route niet over een officieel pad gaat. Nadat we eenmaal boven zijn is het genieten geblazen. Het is ook vandaag weer zonnig en ook de temperatuur is goed. Uiteindelijk belanden we in het gehucht Sasal dat uit niet meer dan een handvol huizen bestaat. De terugweg gaat door het dal en volgt ditmaal wel een officieel pad. Even na half zes zijn we terug bij de camper. 

Het  gehucht Sasal

Mini Kerk met mini kerkhof

Sasal, tien huizen en een paardekop

We besluiten om vannacht weer op dezelfde camperplaats te overnachten waar we een kleine week geleden ook hebben gestaan. Daar aangekomen zien we een plakkaat waarop wordt aangegeven dat camperplaats gesloten is vanwege het Fiesta Nacional dat morgen in heel Spanje wordt gevierd. Omdat de tekst een beetje warrig is gesteld en er toch ook al een andere camper staat, besluiten wij het erop te wagen en parkeren onze camper ernaast. Even later arriveert er nog een Fransman die zijn camper er ook bijzet. In de loop van de avond worden we alvast getrakteerd op een voorproefje van hetgeen er morgen te gebeuren zijn. Luide muziek uit een orkest overstemt de gehele omgeving en deze gratis muziek gaat door totdat na middernacht. Ditmaal geen Policia Local om de vier euro op te halen, zij hebben het kennelijk te druk met de voorbereidingen voor het feest van morgen.

Dag 47 – Woensdag 12 oktober – Even een dipje in het weer.

Voor vandaag en ook morgen wordt er regen verwacht. Gelukkig is het vanmorgen als we wakker worden nog droog. Dat is ook prettig geweest voor de groepjes muzikanten die de hele nacht door het stadje zijn getrokken en voor een alternatieve invulling van luilak hebben gezorgd. Op ons camper terrein is nog geen enkele activiteit gesignaleerd dus de gok om hier te overnachten is goed uitgepakt. We gaan vandaag ongeveer twintig kilometer naar het westen, naar het plaatsje Jaca. De camping daar ligt op ongeveer twee kilometer van het centrum en de weg vanaf het centrum erheen is voor Spaanse begrippen behoorlijk slecht. Bij de receptie van de camping is niemand aanwezig en gaan dus zelf maar op onderzoek uit. De klusjesman die we in zijn werkplaats vinden verzorgt de inschrijving en nog maar kort nadat we ons hebben geïnstalleerd begint het te spetteren. Nu maar wachten totdat de lucht weer is geklaard.

Dag 48 – Donderdag 13 oktober – Gast aan tafel.

Ook vandaag is het weer niet om over naar huis te schrijven. Dat doen we dan ook niet. Wel vermeldenswaard is dat we (of eigenlijk Aukje) een zwerfkatje hebben geadopteerd. Het beestje is niet bij de camper weg te slaan (figuurlijk gesproken) en is in korte tijd zo eigen met de bazin dat er herhaaldelijk een Godenmaal voor het scharminkeltje wordt bereid… om jaloers van te worden

Dag 49 – Vrijdag 14 oktober – Jaca bekijken.

Na twee dagen met nattigheid is het vanmorgen droog maar nog wel wat fris. We zitten op 800 meter hoogte en dat is goed te merken. De zon schijnt af en toe maar nog niet uitbundig, vandaar dat we vandaag geen rondwandeling gaan doen maar het stadje Jaca willen bekijken. De twee kilometer naar het centrum gaan heuvelaf dus gemakkelijk en ons eerste doel is zoals gewoonlijk het VVV in het centrum. Daar horen we wat we eigenlijk al zelf hadden opgezocht. De belangrijkste attracties zijn de oude stadskern, de kathedraal met museum en de citadel. Wij zijn nog steeds niet aan de Spaanse manier van doen gewend. Van half twee tot vier uur gaat alles op slot voor het middageten en het uitbuiken erna. Omdat je beter ook niet kort vóór sluitingstijd een bezienswaardigheid naar binnen kunt gaan, betekent dit dat een flink deel van de middag niet geschikt is om het museum of de citadel te bezoeken. Daarom gaan we eerst het centrum van Jaca bekijken. Het oude gedeelte is komvormig en niet al te groot. Er zijn een dertigtal objecten die als monument of als bezienswaardig worden aangeduid. Zoals de meeste Spaanse stadjes is alles wat er aan gebouwen te zien is wel oud en soms ook slecht onderhouden, maar missen ze de grandeur van de oude Hollandse en Vlaamse steden met hun rijke verleden. De meeste bezienswaardigheden betreffen dan ook oude kerken en kapelletjes die soms tot ruïne zijn vervallen. 

Voormalige bad- en wasplaats

In Spanje vaak lotenverkopers op straat

Zo maar een straatje.. een beetje pover

Een uitzondering hierop vormt natuurlijk de kathedraal… maar die is nog even dicht tot na de middagpauze. Nadat we vrijwel alles van het centrum hebben gezien vervoegen we ons bij McDonalds (ook de restaurantjes sluiten tussen de middag) en maken daarna een wandeling rond de citadel waarmee we de tijd doden tot deze open gaat. Wij krijgen een gegidste rondleiding maar de gids doet haar verhaal hoofdzakelijk in het Spaans. De citadel is tegen het einde van de zestiende eeuw gebouwd in opdracht van Filips II die in die tijd invallen door protestanten en Hugenoten uit Frankrijk die ook daadwerkelijk een poging via de Tena vallei hadden gedaan. Met de introductie van kanonnen voldeden de oude kastelen niet langer. Vandaar dat de citadel met extra dikke muren is omgeven. Vanuit een vijftal bastions werd met grote kanonnen de vijand op afstand gehouden en wie er toch doorheen glipte werd met een klein kaliber kanon uit de droogstaande citadelgracht verjaagd. De enige keer dat er daadwerkelijk is gestreden was tijdens de Spaanse onafhankelijkheidsoorlog, waarbij de citadel door de Franse troepen van Napoleon was veroverd en de Spanjaarden deze middels een belegering hebben terugveroverd. Na de bezichtiging van de citadel vervoegen we ons bij de kathedraal. Deze stamt uit de elfde eeuw en is groot en imposant maar niet bijzonder mooi. Binnen is, in het aan de kerk grenzende klooster, een museum van kerkelijke voorwerpen ondergebracht. Een keur aan sieraden, beelden en schilderijen uit de middeleeuwen heeft men op prachtige wijze tentoongesteld. Zeer de moeite van het bekijken waard. Na ons kerkbezoek lopen we weer terug naar de camping waar de kat ons al tegemoet komt.

Castillio San Pedro

De bewakers van de toegangspoort

De Kathedraal in het centrum van Jaca

Deze barakken stammen uit de tijd dat het kasteel door de troepen van Napoleon was bezet

Dag 50 – Zaterdag 15 oktober – Wandelen en verkassen naar het Monasterio.

Vanmorgen is het stralend weer en ook de temperatuur is aangenaam. De wandeling die we willen doen begint een eindje van de camping, vandaar dat we er met de camper naar toe willen rijden. Nadat we alles op orde hebben, willen we betalen en de camping verlaten. Bij de receptie aangekomen blijkt niemand aanwezig, niemand reageert op de bel en ook de telefoon wordt niet opgenomen. Als na enige tijd wachten er geen verandering in de situatie komt, probeer ik een bewoner van een huisje verderop zo ver te krijgen dat hij voor ons de poort open doet. Juist op dat moment komt de ‘padre familias’ van de camping aangereden, die wel een sleutel van de slagboom heeft maar niet van het kantoor. We stoppen het geld met een briefje erbij in een plastic zakje en schuiven het geheel onder de deur door. We krijgen van de ‘padre familias’ een paar trossen druiven uit eigen tuin en kunnen toch nog vertrekken. Na eerst een bezoek aan de plaatselijke Mercadona voor de boodschappen genieten we op een bankje van de koffie. In de verte zien we de hoge bergtoppen die de afgelopen dagen een witte muts hebben gekregen. 

We kunnen er niet uit...

De regen van de afgelopen dagen bij ons zorgde daar voor een witte hoed

Eeuwenoude brug over de rivier Aragon

Het loopt al tegen half drie als er nog gewandeld moet worden. De rondwandeling die volgt is niet moeilijk om te doen er brengt ons onder ideale weersomstandigheden door een viertal dorpjes met oude huizen en steeds een kerkje uit de elfde eeuw. Spekkie voor Aukjes (foto)bekkie. Om zes uur zijn we terug bij de camper en gaan direct richting de camperplaats waar we willen overnachten. Het eerste stuk tot aan het dorpje Santa Cruz de la Serós gaat vlot, maar daarna volgen nog tien kronkelige kilometers de berg op. Na een fikse serie haarspeldbochten en over een smalle weg arriveren we tenslotte bij de Monasterios de San Juan de la Peña die we morgen willen bezoeken. De verlaten parkeerplaats dient daarbij voor ons als overnachtingsplek. Tussen de bomen en dus zonder TV en zonder internet maar met een bosuil op de achtergrond gaan we op 1200 meter hoogte de nacht in.

Abay is het eerste dorpje onderweg

Overal deze karakteristieke schoonstenen

Moederziel alleen tussen de bomen op 1200 meter hoogte.... brrr

Dag 51 – Zondag 16 oktober – Kloosters bekijken.

Na een heerlijk rustige nacht, met alleen een andere camper op een aantal meters van ons verwijderd, brengt de morgen ons al weer een zonnetje. Er zijn twee kloosters, het Monasterio Viejo en het Monasterio Nuevo. Het eerste dateert uit de elfde eeuw. Toen het in de zeventien eeuw door brand werd verwoest, heeft men een eindje verderop een nieuw klooster gebouwd. Het nieuwe klooster is inmiddels ook alweer passé, en over de fundamenten heeft men een veel nieuwer ogend geheel neergezet dat momenteel voor een gedeelte als hotel wordt gebruikt. Ook het oude klooster is weer opgeknapt en beide kloosters zijn momenteel opengesteld voor bezoek. Tegen de tienen als de kloosters voor bezoek opengaan, dienen zich al heel wat mensen aan. Ze hebben lang niet allemaal oog voor de kloosters. De meeste families gaan, gewapend met picknickmand, het recreatiepark in om de zondag in gepaste gezelligheid door te brengen. Wij zijn hier wel voor de kloosters gekomen en maken gelijk van de gelegenheid gebruik om een rondwandeling in de omgeving te maken. De route voert ons eerst naar een uitkijkpunt waar we zicht hebben op zowel het oude klooster als op de machtige rotswand waaronder het is gebouwd. Een leuk wandelpad voert ons naar het oude klooster terwijl we andere mensen over het asfalt zien gaan. Vlakbij het klooster zie je pas goed hoe enorm de overhangende rots is waaronder het klooster is gebouwd. Het klooster is ook behoorlijk groot, al zal men in de elfde eeuw wel met en kleinere omvang zijn gestart. In het klooster is geen inventaris meer aanwezig maar de nissen en ruimten maken toch veel indruk en hier en daar zie je nog resten van oude fresco’s. 

Eerst naar de mirador

Het oude klooster middenonder, onder de overhangende wand

Na de brand in de zeventiende eeuw

Nadat we alles hebben bekeken maken we onze rondwandeling af en, omdat onze camper vlakbij het nieuwe klooster staat, drinken we daar eerst een bakkie koffie voordat we dit gaan bekijken. Het nieuwe klooster lijkt in niets op het oude. Het is niet alleen nog veel groter maar bij de bouw van het huidige gebouw heeft men er voor gekozen om de fundamenten van de versie uit de zeventiende eeuw via grote glazen vloeren zichtbaar te maken. Hierdoor loop je een aantal meters boven de fundering van het oude klooster, tenminste…. als je durft want Aukje is hier toch huiverig voor. Ze wordt dus niet gehinderd door een ‘glazen plafond’ maar door een ‘glazen vloer’. Tussen de restanten van de fundering heeft men middels gipsen figuren en voorwerpen duidelijk willen maken welke functie de verschillende ruimten hebben gehad. Het geheel heeft veel geld gekost om te maken maar overtuigt ons toch niet qua uitvoering. Na afloop halen we de camper op en rijden naar het lager gelegen dorp Santa Cruz de la Serós waar we nog wat rondkijken voordat we verder rijden naar de camping van Sanguesa.

Een groot nieuw gebouw over de fundamenten van van het 'nieuwe klooster'

Geen 'glazen plafond' maar een glazen vloer door het gehele ruimte

De tandarts in vroeger dagen

Dag 52 – Maandag 17 oktober – Even een dagje lummelen.

Steeds als we een paar dagen met activiteiten achter de rug hebben voelen we ons geroepen om het er een dagje van te nemen en het rustig aan te doen. Ook boven hebben ze hier een sturende hand in, want het weerbericht voorspelde enkele dagen geleden al voor een dagje met regen. Die was er dus vanmorgen ook, al bleek rond het middaguur de emmer al leeg. Voor ons toch voldoende aanwijzing dat we een goede keus hebben gemaakt. We staan alleen op de camping en genieten van de rust, van de vogeltjes en van het geluid van de langs de camping stromende rivier de Rio Aragón. Omdat we nu een stuk lager zitten, is de temperatuur zo rond de twintig graden en voelt het aan alsof het voorjaar is.

Dag 53 – Dinsdag 18 oktober – Naar het Castillio van Javier.

Vandaag is het weer opgeknapt en schijnt vanmorgen alweer de zon door de sluierbewolking. Toch is er wat misgegaan de afgelopen dagen, want sinds gisteren ben ik plotseling snipverkouden geworden. We willen een rondwandeling maken naar het kasteel van het plaatsje Javier. Het is geen zware wandeling en dat is maar goed ook, want vandaag heb ik in wielrenners termen ‘pap in de benen’. Bovendien voelt mijn hoofd aan alsof ik gisteravond flink ben doorgezakt terwijl ik alleen een bescheiden wijntje heb gedronken. De wandeling start aan de andere kant van het stadje en daarom pakken we de fiets om naar het startpunt te gaan. Langs een goed beloopbaar pad slingeren we door het heuvelachtige gebied waarbij we weer fraaie uitzichten op de hier wel wat lagere bergen hebben. We zijn even na half twee bij het kasteel en de verwachting is dat we ook ditmaal, in Spanje gewoontegetrouw, een dichte deur treffen. Er is geen kip te zien. Het kasteel blijkt tot onze verassing de gehele dag geopend en de toegangsprijs voor pensionistas in met 2,20 euro ook niet onoverkomelijk. Het kasteel, dat op de grens van de provincies Navarra en Aragón ligt, is in verschillende fases gebouwd en steeds uitgebreid. Het oudste deel stamt uit de elfde eeuw. Ver voor de geboorte van de naamgever van het kasteel en van het naburige dorp: Francisco Javier of Xavier. Men heeft er binnen iets moois van gemaakt en over verschillende verdiepingen komt Francesco Javier uitgebreid aan bod. Hij blijkt een missionaris uit het begin van de zestiende eeuw, die eerst met een koopvaardijschip naar India is gereisd en vandaar met een piratenschip naar Japan waar hij later ook is gestorven. Zoals een goed missionaris betaamt kon hij het preken en bekeren niet laten en heel wat afbeeldingen tonen hem in ‘verheven’ poses. Nadat we het kasteel hebben gezien gaan we nog naar de aangebouwde kathedraal en daarna naar de kapel met een kerkhof uit de zestiende eeuw. Een welbestede dag al met al, al viel de thuisreis me vanwege mijn fysieke toestand een beetje zwaar.

Het kasteel van Javier komt in zicht

Van binnen een prachtig museum

Javier sterft in Japan

Dag 54 – Woensdag 19 oktober – Op naar de volgende etappeplaats.

Na drie nachten op de camping van Sanguesa hebben we hier voldoende van de omgeving gezien. Nog niet van het stadje zelf, maar we schatten in, daar geen dag voor nodig hebben. Vandaar dat de reisdag van vandaag, waarbij we 17 kilometer moeten afleggen, voor vertrek wordt gecombineerd met een stadswandeling door het centrum van Sanguesa.  Net als Jaca is Sanguesa een stadje uit de middeleeuwen met een centrum dat goed bewaard is gebleven. Ook nu geen monumentale gebouwen maar het straatbeeld is wel wat netter. We belanden op onze route dan ook al gauw bij de verschillende kerken die we ook nu weer van binnen bekijken. Bij één ervan worden we aangesproken door een enthousiaste oppasser of misschien wel de koster van de kerk, die zijn uiterste best doet om ons duidelijk te maken hoe bijzonder de kerkschatten zijn waarover hij waakt. Na nog wat kris kras lopen door het centrum vinden we dat we wel voldoende hebben gezien en rijden we naar Lumbier. Op de camping aldaar zijn we alweer een van de weinige gasten en wordt ons een plaatsje aangeboden op zodanige afstand van de receptie dat we met onze Turbo WIFI antenne vanuit de camper gratis kunnen internetten. De camping is behoorlijk prijzig en dan is gratis internetgebruik toch weer een pleister op de wonde. Wat de ‘wonde’ vervolgens weer dreigt open te halen, is de temperatuur van de douche die Aukje als ver onder de maat waardeert. Met mijn beste Spaans en andere kwaliteiten voor zover aanwezig, weet ik de campingbeheerdster over te halen om de boiler een tandje hoger te zetten, zodat het op dat gebied ook weer in orde is. Wij gaan aan een pilsje en laten het zonnetje het werk verder doen.

De trots van de koster

Straatje in Sanguesa

Ook op deze camping zijn we alleen

Dag 55– Donderdag 20 oktober – Naar de Foz de Lumbier.

Een belangrijke trekpleister van Lumbier is de kloof nabij het plaatsje. En die gaan wij natuurlijk ook bekijken. Vanaf de camping is het een kleine twee kilometer naar het begin van de kloof, en voor zo’n afstand halen we de fietsen niet eens van de drager. Bij de kloof aangekomen blijkt er ook een rondwandeling mogelijk van in totaal 5,5 kilometer. Dan wordt je met een boog om de kloof heen gestuurd en kom je aan het einde van de wandeling door de kloof. We kiezen voor deze optie dus klimmen we al snel ongeveer 175 meter, zodat het al met al toch nog een echte wandeldag wordt. Het is vandaag zonnig, maar er staat ook een fris windje uit het noorden, al hebben we die het eerste deel van de wandeling in de rug. Bij de kloof aangekomen, eerst door een flinke tunnel. Maar doordat men die heeft gemaakt bespaar je wel flink wat klauterwerk dat in vroeger dagen nodig zal zijn geweest. De kloof zelf is indrukwekkend en maakt je maar weer eens duidelijk dat er met de natuur niet te spotten valt. Het is dus genieten geblazen met de grillige rotswanden en de roofvogels die er boven cirkelen. Er komt ons ook een horde schoolkinderen tegemoet, naar schatting dik over de honderd en met een gekakel van jewelste. Aan het einde van de kloof volgt weer een tunnel, waarna we weer richting camping lopen. Omdat het pas halverwege de middag is, wordt besloten om ook nog even het centrum van Lumbier te gaan bekijken. Lumbier is niet groot en, zoals vaker voorkomt in Spanje, rond dit tijdstip van de dag uitgestorven. We wandelen door de hoofdstraat, de Calle Major en lopen vervolgens zigzaggend door de oude nauwe en steile straatjes tot we via de oude brug over het riviertje Salazar terug zijn op de camping.

Nog geen licht aan het einde van de tunnel

In het midden zit een gier!

De Rio Trati stroomt door de kloof

Onze camping gezien vanuit Lumbier

Dag 56 – Vrijdag 21 oktober – De laatste Spaanse wandeling van deze vakantie.

Morgen vertrekken we richting huis. Vandaar dat we vandaag nog een laatste rondwandeling willen maken. Het weer is heel mooi: zonnig en een lekker temperatuurtje, al was het vannacht wel weer onder nul. De wandeling die we vandaag willen doen ziet er op papier niet al te moeilijk uit, een kilometer of tien en nog geen vijfhonderd meter klimmen. We lopen het eerste stuk over een mooi en gemakkelijk beloopbaar pad en drinken onderweg koffie in het zonnetje. Met nog een stukje meer dan de helft van het traject voor de boeg slaan we linksaf en gaan een geitenpad op dat ons al snel tussen de struiken brengt. Met de korte broeken aan betekent dit flinke krassen onze op onze kuiten, maar er is geen alternatief. Dus lopen we ongeveer één kilometer slingerend tussen hoge en lage struiken door totdat we aan de voet van een steile rotswand komen. Vanaf hier komt er nog een moeilijkheidsgraad bij: steil omhoog over een soms nauwelijks herkenbaar pad. Met de nodige tussenstops wordt toch het punt  boven op de richel bereikt. Vanaf nu gaat het horizontaal, maar nog steeds tussen hoge struiken over een soms overwoekerd pad. Wel zijn er nu af en toe mooie uitkijkjes over de omgeving en op de grillige rotspartijen. 

Daar lopen we straks bovenop

We naderen de rotsen

Ook de bazin is boven

Na de middagpauze gaat het zo verder tot we weer voor een extra uitdaging worden gesteld: zoek het pad om boven op de naastliggende rotswand te komen. Na enig zoeken zien we enkele kettingen hangen die ons bij de volgende klettersteig-actie behulpzaam zijn. Boven op de rotsen maar weer vrolijk verder en begint het pad langzaam naar omlaag te gaan. Dit gaat zo even door tot we we plots bij een kapelletje uitkomen: La Trinidad de Lumbier. Dit gebouwtje stamt uit de zestiende eeuw en ziet er goed onderhouden uit. Er is dus ook een goed pad erheen en wij kunnen dit pad dan ook gebruiken op het laatste stuk van de wandeling terug naar de camping. Bemoedigd door de kruiswegstaties langs de route dalen we nu snel en gemakkelijk voor de laatste twee kilometers. Een mooie maar ook moeilijker wandeling dan vooraf gedacht, zit er vandaag weer op.

Dan merk je dat je geen 20 meer bent

Maar al het werk is niet voor niets

Ah.. een kapelletje, dan gaan we goed

Dag 57 – Zaterdag 22 oktober – Naar Frankrijk.

De komende dagen wordt er voor Noord Spanje regen verwacht. Mede daarom slaan we een bezoek aan het nationale park Bardenas Reales nabij Arguedes over en laten dat nog even op ons verlanglijstje staan. We zitten dus plotsklaps ruim in onze beschikbare tijd en hebben besloten om een extra stopplaats in Frankrijk in te lassen. We rijden vandaag eerst naar Pamplona om boodschappen in te slaan en vervolgens door tot Saint-Jean Pied-de-Port, net over de Franse grens. Als het daar morgen droog blijft willen we er zelfs een tweede nacht doorbrengen, maar dat is van later zorg. We pakken vanmorgen alles in en rijden tegen twaalf uur de camping af. Pamplona is maar veertig kilometer verderop dus daar zijn we snel, maar met het bezoek aan twee supermarkten en de gebruikelijke koffie erna is het toch al weer drie uur voordat we het stuk van 75 km tot aan ons reisdoel aanvangen. TomTom geeft daar anderhalf uur voor op omdat er fiks gekronkeld moet worden. En dat komt inderdaad uit. Niet hoger dan 1075 meter en ook geen steile hellingen maar aan haarspeldbochten geen gebrek. Niet moeilijk om wakker te blijven dus, maar niet echt een weg om in de winter richting Spanje te nemen. In Saint-Jean-Pied-de-Port aangekomen wil onze TomTom ons een voetgangersstraatje door sturen, dat doen we dus niet. Na een bezoekje aan het VVV weten we de weg naar de camping en zijn we tevens een plattegrond rijker. De gemeentecamping ligt binnen de oude stadsmuren dus we kunnen morgen gemakkelijk het centrum gaan bekijken.

Op naar Frankrijk, het wordt al groener

Wel heel wat bochtenwerk

Mooi plekkie... nog geen hond te zien

Dag 58 – Zondag 23 oktober – Saint-Jean-Pied-de-Port.

Toen we gistermiddag hier arriveerden, dachten we een heerlijk vrij plekje te hebben. Maar gisteravond kwamen er nog wat campers links en rechts om ons heen staan. Weg privacy, maar hinderlijker is nog dat elke camper behalve mensen ook honden meebracht. Nu hebben we niets tegen honden, maar als hun baasjes ze hun gang laat gaan dan is voor ons de lol er gauw af. Om kort te gaan, nadat Aukje gisteren al wat uitwerpselen van een vorige lichting had opgeruimd, is er vanmorgen een nieuwe lading gedropt. Een demonstratie ‘voetschilderen’ door Aukje is het resultaat. Niettemin trekken we na de middag goedgemutst het stadje in om de sfeer uit de middeleeuwen op te snuiven. De belangrijkste ingrediënten hierbij zijn de citadel, de oude stadswallen en het oude smalle straatje dat dwars door het stadje voert. Saint-Jean Pied-de-Port stamt al uit de vroege middeleeuwen en heeft al verschillende namen gehad. De citadel is ook al oud, maar in de negentiende eeuw nog voor het laatst opgeknapt en uitgebouwd. Het domineert het stadje maar wij mogen er vandaag alleen rondom heen lopen, omdat het alleen in het hoogseizoen voor het publiek geopend is. De stadswallen zijn wel vrij toegankelijk en ook voor een flink gedeelte nog intact, inclusief een aantal toegangspoorten. Het meest aansprekend is echter de lange smalle straat die dwars door het stadje voert en al eeuwen lang door pelgrims op weg naar Santiago de Compostella is gebruikt. Opvallend is hoeveel dagjesmensen er het stadje bezoeken en de straat een gezellig drukke indruk geven. Al slenterend over de cobble stones ervaren wij ook de sfeer die onze buurman Jan, ook een verwoed ‘pèlerin’, moet hebben opgesnoven. Links en rechts treffen we verschillende logementen en zaken van andere neringdoenden die hun bestaan op de sterk opgelaaide pelgrimsdrift hebben gebouwd. We bezoeken de oude ‘Bisschoppelijke gevangenis’, stammend uit de tijd dat er twee pausen waren en koning van Navarra een bisschopszetel in Saint-Jean-Pied-de-Port ondersteunde. Nadat we onze rondwandeling hebben voltooid lopen we weer terug naar onze camper.

Toegang tot de citadel

Stadswal met doorgang

Port d'Espagne

De 'brits' van de pelgrim

De uitmonstering

Vele wegen leiden naar Santiago

Dag 59 – Maandag 24 oktober – Op reis naar het noorden, de camping van Créon.

In deze tijd van het jaar hebben al vele campings hun poorten gesloten. Vandaar dat we blij zijn met de camping van Créon die dit jaar voor het eerst in het ACSI boek staat. De rit van 265 kilometers van vandaag vergt naar schatting ruim vier uur. Vandaar dat we vanmorgen niet echt vroeg op pad hoeven. Voordat we wegrijden maak ik nog een uitgebreid praatje met een Nederlands stel dat in een oude omgebouwde brandweerauto op weg is om Spanje en Portugal te gaan ontdekken. Zij hebben hun huis verkocht en wonen nu in het oude beestje. De rit richting Bordeaux verloopt vlot en een groot gedeelte over de snelweg A63. Wel wat regen onderweg dus geen weer voor mooie foto's. Tegen half vijf melden we ons bij camping Bel Air, waar veel zomerhuisjes staan maar die ook als doorgangscamping bij camperaars in trek blijkt.

Dag 60 – Dinsdag 25 oktober – Weer een stukje richting Nederland.

Vandaag weer een stukje noordwaarts gereden. Eerst richting Bordeaux en daarna grotendeels de N10 gevolgd, via Angouleme tot nabij Poitiers. Een snelle rit over goed vierbaans asfalt, maar daardoor ook wel een beetje saai. Ook vandaag niets te klagen over de temperatuur en met een bleek zonnetje erbij wanen we ons nog steeds in vakantiesferen. 

Dag 61 – Woensdag 25 oktober – Door naar Chartres.

Doordat we per dag maar zo'n 250 kilometer rijden, duurt de reis wel een aantal dagen langer. Toch bevalt dat ons wel, zolang we maar vanwege het weer bij aankomst 's middags nog een tijdje buiten kunnen zitten. De rit van vandaag ging, in tegenstelling tot gisteren, vrijwel geheel over lokale tweebaans wegen. Dat betekent ook regelmatig door dorpjes met max. 50 km en tegenwoordig ook nog verkeersdrempels erbij, hetgeen het gemiddelde behoorlijk doet zakken. Maar zolang het asfalt goed is (en de vullingen niet uit je kiezen rammelen) hoor je ons niet klagen. De camping van Chartres, waar we nu zijn gearriveerd, ligt in een park nabij het centrum. Volop bomen, zodat het even puzzelen is voordat we een plekje hebben met vrij uitzicht voor de schotel.

Dag 62 - Donderdag 26 oktober - Op bezoek bij Clive en Maureen.

Op het programma van vandaag staat een rit van ruim drie honderd kilometers naar het dorpje Fiefs in Noord Frankrijk. Onze Engelse vrienden Clive en Maureen hebben daar deze week een vakantiewoning gehuurd waar ze met familieleden verblijven. Voor ons een mooie gelegenheid om hen daar tijdens onze terugreis te bezoeken. Voor het zover is moeten we niet alleen nog een flink eindje rijden, maar voor vertrek ook nogal wat schoonmaken. De plek rond de camper bestaat in theorie uit gras maar in de praktijk uit bladeren en klei. Deze mix zorgt blijft overal aan plakken zodat onze buitentegels en schoenen een flinke poetsbeurt moesten ondergaan voordat ze de camper in mochten. De reis verloopt verder zonder veel oponthoud zodat we in de namiddag onze camper voor de deur van de voormalige pastorie kunnen parkeren. Een gezellige avond volgt en 's avonds hoeven we voor het slapen gaan alleen de paar meters die de camperdeur van de voordeur scheiden te overbruggen

Idyllische plek.. maar voor vertrek wel alles schoonmaken

Dag 63 - Vrijdag 27 oktober - De laatste loodjes op weg naar huis.

Vandaag willen we het laatste stuk van de thuisreis afleggen. Op vrijdag is het gewoonlijk vrij druk op de weg en we moeten ook door de bekende flessenhals die Antwerpen heet. Vandaar dat we niet al te laat willen vertrekken. We maken nog een gezamenlijke rondwandeling door Fiefs en nemen vervolgens afscheid van Clive, Maureen en hun kleinzoon. Het eerste stuk tot even voor Kortrijk gaat zonder oponthoud maar dan lopen we toch ongeveer drie kwartier vertraging op vanwege wegwerkzaamheden. De echte moeilijkheden dienen zich in de buurt van Antwerpen aan. Ruim voor de ring staan we al stil. Tijd genoeg om een alternatief te bedenken, maar ook de route door de Liefkenshoektunnel valt niet mee. Met meer dan twee uur vertraging komt ons dorp en het einde van onze vakantie in zicht.

Maak jouw eigen website met JouwWeb