Vakantie Oostenrijk & Duitsland  augustus-oktober 2014

 

Inleiding.

Nadat we dit voorjaar gedurende zes weken op vakantie naar Frankrijk zijn geweest, staat voor de nazomer Oostenrijk op het programma. Vooral Aukje wil graag weer eens de Oostenrijkse bergen in en in het voorjaar ligt daar nog sneeuw. Ook weten we uit ervaring dat het in de eerste helft van september in Oostenrijk vaak stabiel nazomer weer is. Daarom gaan we eerst richting Oostenrijk en zodra het wandelen in de bergen vanwege het weer niet meer gaat wordt het tijd om bijvoorbeeld fietstochten te maken of stadjes in Duitsland te bekijken. Totdat het te koud of te slecht weer wordt, want dan zoeken we natuurlijk weer thuis de kachel op. Totaal gereden afstand: ca. 2500 km. In de afbeelding is links de heen route weergegeven.

Note: Klik op de foto's om deze te vergroten.

 

Dag 1, woensdag 27 augustus – Van huis naar Mayen.

Afgelopen weken hebben we behoorlijk veel omhanden gehad. Dit heeft er voor gezorgd dat we vanmorgen nog enkele dingen moesten klaarmaken die we anders al een paar dagen eerder zouden doen. Het gevolg is dat we pas om vijf over half drie de straat uitreiden en naar Alphen rijden om diesel te tanken. Daarna gaat het richting, Utrecht, Eindhoven en Venlo waarna we via de linker Rijnoever richting Koblenz rijden. Vooraf hebben we hebben besloten om per dag niet al te veel kilometers te maken. Daarom heb ik de route van ongeveer negenhonderd kilometer naar Feldkirch in Oostenrijk in drie stukken opgedeeld. Het eerste deel, naar de camperplaats van Mayen is ongeveer 350 kilometer. Aukje heeft gisteren al hutspot gemaakt dus het warm eten is snel klaar en gelukkig valt ook de vertraging vanwege wegwerkzaamheden ditmaal erg mee zodat we tegen acht uur de camperplaats op rijden. Het zijn mooie plaatsen onder hoge bomen hetgeen betekent dat we het vanavond zonder TV moeten stellen. Onze Belgische buurman wijst ons erop dat Mayen de moeite van het bekijken waard is. Na een pilsje waarmee we de voorspoedig verlopen reis vieren gaan we daarom op stap richting het centrum dat op ongeveer 500 meter lopen ligt. Vooraf had ik nog nooit van het stadje gehoord maar zodra we het centrum bereiken blijkt aanzienlijk groter dan ik vooraf had gedacht en ook het winkelbestand doet aan een flinke plaats denken. Het is ook een oude stad met de stadsmuren en poorten voor een deel nog intact. Het centrum wordt gedomineerd door het marktplein met enkele mooie vakwerkhuizen waarvan het huis dat momenteel door het VVV wordt gebruikt het meest in het oog springt. Aan het einde van de markt is de burcht. Het is inmiddels donker en de burcht wordt mooi uitgelicht. In de burcht, die ook nog grotendeels intact is en waarvan je het binnenplein vrij kunt betreden, is een museum ondergebracht en tevens een gedeelte waar de openluchtspelen worden gehouden. We lopen daarna naar een grote kerk met twee torens en vandaar terug over de markt door de centrale winkelstaat naar de andere kant van de stad tot aan de vestingmuur. Langs de oude stadskern stroomt het riviertje de Nette. Hoewel de temperatuur nog goed is, het is de hele dag voor de verandering mooi weer geweest, gaan we toch maar weer richting de camper waar we tegen half elf arriveren.

 

Dag 2, donderdag 28 augustus – Van Mayen naar Bad Ditzenbach.

Vanmorgen hoorden we het verkeer in de nabijgelegen Polcherstraat al vroeg op gang komen maar we hebben toch goed kunnen slapen. We ontbijten op bed en voordat we vertrekken gaan we eerst naar de naastgelegen Lidl. We willen zien wat het assortiment van Lidl in Duitsland is en dat blijkt een stuk groter dan in Nederland. Zo kort van huis hebben we nog niet veel nodig maar met een paar flessen water en wat batterijen komen we niet met een lege wagen langs de kassa. Ook vandaag ziet het weer er goed uit en tegen twaalf uur vertrekken we vanaf de camperplaats.

Na anderhalf uur rijden stoppen we voor de koffie en weer anderhalf uur daarna voor het kopen van de warme maaltijd. Het wordt ditmaal spaghetti boulognaise. We eten buiten in de zon aan de picknicktafel van de rustplaats. Met nog maar honderd kilometer te gaan worden we nu herhaaldelijk met wegopbrekingen en de bijbehorende files geconfronteerd maar uiteindelijk rijden we tegen zeven uur de parkeerplaats van de Therme van Bad Ditzenbach op. We stappen uit om te zien waar we precies moeten zijn omdat we geen andere campers in de buurt zien. De Therme blijkt een aantal dagen wegens reparatiewerkzaamheden gesloten en het overzichtsbord ter plekke toont een camperplaats een stuk verderop. Te voet struinen we het terrein van de Vinzenz Therme, de Vinzenz Klinik en het Vinzenz Haus af dat wordt omgeven door flinke groenpartijen en parkjes waarin oudere mensen voortschuifelen. 

Pas aan het einde, ongeveer vijfhonderd meter vanaf de plaats die in onze gids was aangegeven, vinden we een plek waar een camper staat en met een groot bord aan de wand dat duidelijk maakt dat hier de bedoelde locatie is. We moeten ons melden aan de receptie van de Vinzenz Haus, een verzorgingshuis, maar waarvan de receptie na zessen niet meer bemand is. We halen de camper op en parkeren deze op een geschikte plek die ons wat privacy belooft. Doordat we ons niet konden melden hebben we geen toegang tot stroom, water of wc maar dat hebben we eigenlijk ook niet nodig. Een voordeel is dat we ook niet kunnen betalen. Omdat we vlak bij een doorgaande weg staan hebben we wel wat overlast van het voorbijrazende verkeer en ook is het veiligheidsgevoel niet optimaal. Dat laatste repareren we door het plaatsen van onze beveiligingsarmen. We kunnen wel onze stoeltjes buitenzetten en de avond vieren onder het genot van een pilsje.

 

Dag 3, vrijdag 29 augustus – Naar Waldcamping Feldkirch in Oostenrijk.

We worden om zeven uur precies wakker van de luid klinkende kerkklok waarvan de toren op minder dan honderd meter afstand staat. Vervolgens horen we tikkende regen op het camperdak. Gelukkig hoeven we er niet vroeg uit zodat we rustig aan kunnen doen en dat ook uitproberen. Tegen tien uur stopt het met regenen en wij hebben inmiddels het ontbijt achter de kiezen. De afwas van de afgelopen twee dagen staat er nog dus die is eerst aan de beurt. Vervolgens gaat Aukje op pad om in de omgeving naar interessante plantjes of bloemen te speuren. Ik maak me een beetje ongerust over het gewicht van de camper en hoe de Oostenrijkse douane met een gewichtsoverschrijding zal omgaan. Er doen allerlei verhalen dienaangaande de ronde maar meer dan de camper zo licht mogelijk te maken zit er niet in. Ik loos daarom voordat we wegrijden zowel drinkwater als afvalwater en heb ervoor gezorgd dat ook de dieseltank aan de grens niet al te vol meer zal zijn. Om twaalf uur gaan we op pad voor een afstand van ongeveer tweehonderd kilometer maar waarvan de laatste veertig kilometer over lokale wegen en door de standskernen van onder meer Bregenz staat gepland. De tocht verloopt eerst vlot en gaat richting Ulm waar we vastlopen in het centrum van de stad. Ik had gedacht dat we met een boog om Ulm heen zouden rijden maar blijkbaar heeft onze TomTom een snellere route die door de stad gaat gevonden. Op zichzelf misschien niet verkeerd maar doordat er in route een wegopbreking is duurt het een goed kwartiertje voordat we voorbij deze bottleneck zijn. Daarna gaat het weer vlotjes en om kwart over een stoppen we voor een koffiepauze. 

Na de koffie verder op pad en ongeveer veertig kilometer voor Lindau stoppen we bij een autohof voor de middagpauze met wam eten. De parkeerplekken bij McDonald en Subway zijn erg krap maar verderop is er volop ruimte op het gedeelte waar de grote vrachtwagencombinaties staan. We kiezen een plekje achterop het terrein en parkeren de camper zo dat de kant waar wordt gekookt uit het zicht staat. Op het menu staat rijst met pilaf en tegen de tijd dat we bijna aan eten toe zijn komt een medewerker van de benzinepomp een kijkje nemen. Als we hem duidelijk maken dat we na het eten weer vertrekken en niet komen overnachten vindt hij het best en druipt weer af. Nadat de afwas is afgehandeld vertrekken we weer voor nog een kleine negentig kilometer. Vlak voor de Oostenrijkse grens verlaten we de snelweg en rijden via Lindau naar de grens bij Bregenz. Het is inmiddels half zes en ik gok er op dat de douane inmiddels meer aan eten dan aan controleren denkt hetgeen bewaarheid wordt want het stoplicht dat voor campers en caravans aangeeft dat er nadere controle volgt blijft gedoofd. We rijden langs de Bodenzee en vervolgens binnendoor richting Feldkirch. Het gaat niet snel maar wel soepel zonder files of ander oponthoudt en even voor half zeven staan we bij de camping. Het is de hele dag verder goed weer geweest maar het laatste half uur is het gaan regenen en inmiddels gaat het flink hard met tevens wat onweer erbij. We blijven in de camper wachten tot het weer opklaart want in de stromende regen een goede camperplek uitzoeken is geen pretje. Na een half uurtje is het vrijwel droog en wagen wij het er op. Er zijn nog verschillende leuke plekjes vrij maar onder hoge bomen. We kiezen voor een plek met TV garantie en  rond half acht zijn we gesetteld. Inmiddels is het weer gaan regenen en de regen zal met korte onderbrekingen tot in de nacht aanhouden.

 

Dag 4, zaterdag 30 augustus – Feldkirch bekijken en een wandeling in de omgeving.

Het is vanmorgen droog en het ziet er naar uit dat later op de dag de zon zelfs zal doorbreken. De weg naast de camping is minder rustig dan we hadden ingeschat maar verder voldoet de camping en de camperplek goed. Mooie vlakke en verharde plaatsen, het sanitair is goed en niet te vergeten de douche is uitstekend.

Vanmorgen kunnen we buiten eten en voor het eerst deze vakantie wordt er ook gebakken ei met spek, tomaatjes en rösti geserveerd. We hebben besloten om vandaag Fieldkirch te gaan verkennen. Aukje haalt bij de receptie gratis buskaartjes af en rond elf uur lopen we richting bushalte. Fieldkirch bestaat uit een oude kern rond de vroegere burcht van de graaf van Montfoort en een aantal aparte kernen die met vooral laagbouw nogal uitgestrekt zijn. In totaal wonen er ongeveer 33000 mensen. De bus laat gelukkig niet lang op zich wachten en rijdt vanuit Gissingen, waar de camping ligt, via Altenstadt naar Feldkirch Stadt waar we op het Domplein uitstappen. We zoeken eerst het VVV op maar die is op zaterdag vanaf 12 uur gesloten en dat was een kwartiertje geleden. Meer dan een folder met bezienswaardigheden van de stad zit er niet in. Gelukkig hebben we van de campingbaas een plattegrond gekregen zodat we toch goed uit de voeten kunnen. We lopen eerst terug naar de dom die we ook van binnen bekijken. Deze blijkt groot maar sober hetgeen de gelovigen niet afleidt maar ons snel uitgekeken maakt. Daarna lopen we langs de verschillende bezienswaardigheden zoals de Katzenturm, het Kapucijnerklooster en verschillende voormalige toegangspoorten. De stad ademt welvarendheid en netheid en heeft een gezellig markplein met terrasjes. Inmiddels hebben we trek gekregen en zoeken een eettentje maar in het centrum kunnen we niets vinden en zit iedereen op een terras iets te drinken. We lopen richting het station en daar kiezen we uiteindelijk voor een Döner Kebab zaak. Na kebab, friet en een biertje kunnen we er weer een tijdje tegen en lopen we terug naar het centrum voor de start van een rondwandeling in de omgeving. 

Aukje heeft deze vooraf uitgekozen en het startpunt ervan is nabij het kasteel Schattenburg, ooit de residentie van de graaf van Montfoort. Voor we vertrekken bekijken we eerst het kasteel vanwaar je een goed uitzicht hebt op het oude centrum van Feldkirch. Tegenwoordig is er een restaurant en een museum in het kasteel gevestigd. De wandeling gaat het eerste stuk langs de rivier de Ill waaraan Feldkirch ligt. Dit deel van de wandeling is niet erg prettig omdat het tracé wordt overschaduwd met een stelsel van betonnen viaducten voor de snelweg die langs Feldkirch loopt. Het geluid van het voortrazende verkeer houdt pas op wanneer we een heel eind verder zijn en we daarop omhoog klimmen om door het bos de wandeling te vervolgen. Nu merken we dat we een tijd niet veel geklommen hebben en het weer, het is inmiddels zonnig bij een temperatuur van 23 graden, helpt hier niet bij. Uiteindelijk komen we weer op ons uitgangpunt terug na een tocht van ongeveer 7 km waarbij we 230 meter geklommen en ook weer hebben afgedaald. Het is inmiddels na zessen zodat we richting de bushalte lopen om naar de camping te gaan. De bus voert ons nu door de deelgemeenten Tisis, Torsters en Nofels voordat we bij de camping arriveren.

 

Dag 5, zondag 31 augustus – Op de fiets naar Liechtenstein.

Fieldkirch ligt op steenworp afstand van Liechtenstein. Aukje heeft voor vandaag een fietstocht in de omgeving gepland en als we ons over de kaart buigen lijkt het een goed optie om te fiets het vorstendom te gaan verkennen. Hoewel het tussen Zwitserland en Oostenrijk ligt ingeklemd en het voor een groot deel bergachtig is, blijkt er ook een gedeelte vrij vlak en geschikt om te fietsen. We vertrekken tegen twaalf uur en eenmaal buiten Feldkirch komen we direct aan de grens met Liechtenstein. Het blijkt dat Liechtenstein officieel een zelfstandig staatje van 160 vierkante km is met Duits/Oostenrijkse afkomst maar eigenlijk is het gewoon een stukje Zwitserland. Bijvoorbeeld de grens doet tevens dienst als grens van Zwitserland en als munt gebruiken ze de Zwitserse Franc. Wat opvalt is dat er veel en mooi uitgevoerde fietspaden zijn die bovendien goed zijn gemarkeerd. We kiezen er voor om op de heenweg richting hoofdstad Vaduz langs de Rijnoever te fietsen. De Rijn vormt de grens tussen Zwitserland en Liechtenstein en is aan beide zijden van een rechte hoge dijk voorzien waarop het fietspad is aangelegd. Door de hoge dijk wordt voorkomen dat bij een hoge waterstand als gevolg van het smeltwater het voorjaar de brieven van de brievenbusfirma’s in het vorstendom nat worden. Voor ons is het kaarsrechte fietspad een beetje saaie maar comfortabele manier om  in de hoofdstad te geraken. Na ongeveer twintig kilometer fietsen zien we het Schloss Vaduz waar Hans Adam II woont die de baas is over zijn 37000 onderdanen. Het kasteel is niet toegankelijk voor het publiek. 

We rijden naar het centrum van het stadje waar we in het eerste restaurant dat we zien koffie drinken. Acht euro armer gaan we weer verder en lopen met de fiets in de hand door de belangrijkste winkelstraat. Je ziet wel dat alles welvarend en duur is maar om te bezichtigen is het voor ons niet erg interessant, al denken de druk fotograferende Japanners daar kennelijk anders over. Aan het einde van de straat nemen we een kijkje in de kerk. Die ziet er van binnen sober uit met als meest opvallende detail de loge op het zijbalkon voor de vorst en de vorstin. Nadat we het gevoel hebben het belangrijkste te hebben gezien rijden we terug richting Feldkirch. We kiezen echter een andere route die door het vlakke Rijndal slingert. Al snel voelen we nu de eerste druppels van de grote hoeveelheid regen die voor vandaag is voorspeld. We hopen dat we het onheil te vlug af zijn en rijden via de plaatsen Schaan, Eschen en Mauren naar de Oostenrijkse grens. Vlak voor de grens moeten we nog een puntje van de Schnellenberg meenemen hetgeen enkele fikse klimmetjes met zich meebrengt. Inmiddels is het stilaan harder gaan spetteren en tegen de tijd dat we op de camping terug zijn regent het flink. Met een voldaan gevoel na een veertig kilometer lange fietstocht gaan we de camper in.

Dag 6, maandag 1 september – Verkassen naar Sankt Gallenkirch.

De regen bij thuiskomst gisteren heeft het vrijwel de hele avond volgehouden en ook vannacht kwam het water met bakken uit de lucht. Het gras rond onze camper is drassig maar de ondergrond is gelukkig hard zodat we niet voor wegzakken van de camper hoeven te vrezen.

Vandaag vertrekken we naar de volgende camping en moeten we dus de boel inpakken. Het is inmiddels droog geworden al zijn alle spullen die we moeten inpakken nog kletsnat. Omdat we maar ongeveer veertig kilometer hoeven te rijden hebben we echter geen haast en verlaten we pas tegen twaalf uur de camping. Eerst staat een bezoek aan de plaatselijke Lidl op het programma. We moeten onze voorraad aanvullen en daarna drinken we op de parkeerplaats koffie voordat we aan de rit naar Sankt Gallenkirch beginnen. Via het centrum van Feldkirch gaat het over een provinciale weg naar Bludenz en daarna het Montafon dal in. Waldcamping Badmunt ligt een stukje vóór Sankt Gallenkirch en zodra we de inrit van de camping opdraaien staan we op een wat primitief aandoend perceel met een aantal houten gebouwen. 

Op receptiegebouwtje staat dat je bij afwezigheid van de beheerder zelf maar een plaatsje moet uitzoeken hetgeen we dan ook doen. We kiezen een plek aan het einde van de camping waarbij we de camper zo parkeren dat maximale privacy is gegarandeerd. Vervolgens inspecteren we de faciliteiten. Het toiletgebouw is oud maar de inrichting is nieuw en in orde. De aansluitkasten voor de stroom zijn eveneens nieuw en modern. Eigenlijk het enige wat echt tegenvalt is het feit dat we de Astra 1 satelliet niet te pakken kunnen krijgen. Geen TV kijken derhalve vanavond. Aukje kookt eerst de warme hap en daarna is het tijd om de beheerder op te zoeken. De vrouw in kwestie legt alles verder uit en tevens koop ik een ticket voor betaald internet. Inmiddels is het weer gaan regenen en gaat Aukje met de paraplu gewapend de omgeving verkennen. ’s Avonds wordt het droog en drinkt Aukje in het donker buiten haar dagelijkse pilsje. De buitentemperatuur is tot ongeveer 11 graden gedaald maar binnen weet het ventilatorkacheltje dit ongedaan te maken.

 

Dag 7, dinsdag 2 september – Wachten op beter weer.

Vanmorgen is het droog maar de bewolking hangt nog tot laag in het dal. In de bergen is dus weinig te zien en daarom doen we het lekker rustig aan vanmorgen. Gisteren heb ik op de camping voor drie euro een ticket gekocht dat ons 24 uur lang internettoegang moet geven. Na de koffie kijken we daarom in bed via internet naar het debuut van Jeroen Pauw nu Witteman zijn schoenen aan de wilgen heeft gehangen. Als dat achter de rug is wordt het tijd voor het ontbijt dat we buiten kunnen klaarmaken en nuttigen. Intussen doe ik wat huishoudelijke taken zoals de poepdoos legen en water bijvullen. Na het ontbijt maak ik een praatje met de buurman op de camping. Dat zijn ook Nederlanders die hier echter al een weekje bivakkeren. Hij is de afgelopen dagen wel de bergen in geweest maar heeft niet veel anders dan wolken en sneeuw gezien. De sneeuwgrens ligt momenteel op 2100 meter hoogte. Volgens hem wordt het echter de komende dagen beter weer en zou vanmiddag de zon al doorbreken. We wachten maar af. Aukje gaat achter de computer om haar reiservaringen op facebook te zetten en ik bestudeer ondertussen de kaart en keutel wat rond de camper. Na de koffiepauze komt bleekjes de zon er even door maar voordat we van de verbazing bekomen zijn is die al weer verdwenen. We willen vandaag nog naar het plaatselijke VVV maar zij houden tot twee uur middagpauze en dan gaan wij weer aan het middageten beginnen. Nadat de afwas aan kant is gaan we te voet naar het dorp en kiezen daarvoor een mooi wandelpad door het bos. Intussen begint het te spetteren dat later in een druilerig regentje overgaat. In minder dan een half uur staan we in het VVV kantoor waar we alle info krijgen die we zoeken. Na nog een blik in het dorp gaan we via het zelfde bospad weer terug naar de camper. De regen zet niet door maar het blijft zwaar bewolkt en ook nu gaat het ventilatorkacheltje aan om te zorgen dat we er warmpjes bij blijven zitten.

 

Dag 8, woensdag 3 september – Onze eerste echte wandeldag.

De komende dagen werd er al beter weer voorspeld en vandaag is het de eerste dag van deze komende dagen. We hebben gisteravond dus plannen gemaakt en een tocht uitgezocht die als een soort inloopwandeling kan worden gezien. Alleen ons huishoudelijk gebeuren blijkt nog niet goed op het wandelethos ingesteld. We worden ’s morgens normale tijd wakker en besluiten buiten normaal te ontbijten. En normaal betekent bij ons: ei met spek, gebakken tomaatjes en rösti erbij. Dat betekent dat het rond tien uur is wanneer het ontbijt gedaan is en kwart over elf vertrekt de bus naar Gargellen, het plaatsje waar onze wandeling van vandaag begint. Zowel voor Aukje als voor mij wordt het stressen om alles op tijd in orde te krijgen en op het laatste nippertje slagen we erin om de bus te halen. Onze camping ligt vlakbij Sankt Gallenkirch in het veertig kilometer lange Montafon dal. Vanuit Sankt Gallenkirch loopt het Gargellen dal naar het westen en is ongeveer 7 kilometer lang met aan het eind op ongeveer 1420 meter hoogte het plaatsje Gargellen. De bus brengt ons er in een kwartiertje heen. We stappen uit in het centrum en bezoeken eerst even het VVV voor wat aanvullende info. Daarna gaan we op pad richting de Kesslhutte en zien direct de plaatselijke kerktoren als aanknopingspunt. Vervolgens gaat het pad langs een paar woonhuizen waarna we en bos in lopen. Vanaf hier wordt het pad behoorlijk steil hetgeen wel logisch is omdat we in twee kilometer ongeveer 300 hoogtemeters moeten overwinnen.

 Verderop hebben de koeien ervoor gezorgd dat het ook modderig is geworden. Al met al een flinke inspanning die echter als snel vergeten is als we neerstrijken op de fel oranjekleurige stoeltjes bij de Kesslhutte. We koesteren ons in een heerlijk zonnetje waarbij niet alleen de temperatuur goed is maar ook de wind een snipperdag heeft opgenomen. Na de koffie zijn we gereed voor het volgende traject. Onze route gaat onder de gondellift door over een golvend tracé naar de Obwaldhutte die met 1866 meter zo’n 130 meter hoger ligt dan de Kesslhutte en tevens het hoogste punt is voor vandaag. We laten de Obaldhutte, die er verlaten uitziet, rechts liggen en daten via een mooi en goed beloopbaar pad naar de Madrissahutte. 

Vandaar dalen we verder af totdat we, met nog een klein extra lusje, weer terug zijn in Gargellen.We zijn juist op tijd voor de bus van 15.47 uur en voorkomen daarmee dat we anderhalf uur op de volgende moeten wachten. Terug op de camping kunnen we in het zonnetje onder het genot van een pils even bijkomen voordat we plannen gaan maken voor de wandeldag van morgen. ’s Avonds worden we verrast door een Duits echtpaar met een camperbus even verder op de camping. We hoorden een soort accordeon muziek en bij nader onderzoek blijkt het stel op Steirische Harmonika te spelen, hetgeen een geluid oplevert alsof de oktoberfeesten in Beieren al zijn begonnen.

 

 

Dag 9, donderdag 4 september – De smokkelaarroute.

Geleerd van hetgeen ons gisteren is overkomen hebben we de wekker op zeven uur gezet. Ook hebben we gisteravond al voor zover mogelijk de voorbereidingen voor de wandeling getroffen. De wekker is op zeven uur afgesteld en om half acht wordt een aanvang gemaakt met de voorbereidingen voor het ontbijt. Nadat ik nog wat huishoudelijke taken heb gedaan en Aukje het eten en drinken heeft klaargemaakt doen we om tien over negen de camper op slot en gaan naar de bushalte. In Gargellen komen we en kaartje voor de gondellift en om kwart voor tien staan we op 2130 meter hoogte gereed om met de wandeling te beginnen. De te lopen route heb ik vooraf uitgeprint en in de GPS gezet. Hierbij ben ik uitgegaan van de mogelijkheid om voor het tweede deel van de wandeling een alternatief te kiezen. De zogenoemde smokkelaarsroute werd vroeger gebruikt om spullen zoals chocolade, suiker en benzine vanuit Zwitserland naar Oostenrijk te vervoeren en is ook de route die wij voor vandaag hebben uitgekozen. 

Onze buren op de camping wilden gisteren ook deze route lopen maar vanwege de nog aanwezige sneeuw was deze onbegaanbaar. De sneeuw, die eerder deze week is gevallen, smelt echter momenteel zodat het pad vandaag mogelijk wel begaanbaar is. Vanaf de lift lopen we naar het Sankt Antonierjoch dat op 2379 meter hoogte een doorgang geeft in de bergketen die de grens met Zwitserland vormt. Volgens de borden moet dit in anderhalf uur te belopen zijn. De zon schijnt dus de jassen kunnen uit en met groepjes mensen voor en achter ons gaan we op pad. De route gaat eerst rustig omhoog maar daarna moeten we een stuk afdalen om een riviertje over te steken voordat we weer omhoog kunnen. Naarmate we hoger komen wordt het pad ook steiler maar met een kleine rustpauze bereiken we toch in anderhalf uur het knoopput van paden dat Sankt Antonierjoch heet. Van hieruit kijken we een flink eind Zwitserland in en met de nog aanwezige zon lichten de bergen daar mooi op.  

We zien groepjes mensen het pad  over de graad, dat gisteren nog onbegaanbaar was, nemen en dus gaan wij er van uit dat dit voor ons ook mogelijk moet zijn. De route, die op de kaart met een stippellijn als moeilijker staat gemarkeerd, gaat via een smal pad eerst een stuk omhoog. Hier, in de schaduw van de berg, licht nog sneeuw maar al gauw krijgen we hulp van een staalkabel die is gespannen. Even verder is er geen staalkabel meer en is het pad zo steil dat we op handen en voeten moeten klimmen. Weer een stukje verder gaat het horizontaal maar is het pad op de richel zo smal dat we ons aan de rotsen moeten vasthouden. Intussen is de lucht dichtgetrokken en begint het te spetteren. Nadat het lastige stuk is overwonnen gaat het gemakkelijker en lopen we over een smal maar goed beloopbaar pad op de grens van Oostenrijk en Zwitserland. Na ongeveer 45 minuten komen we bij een bergmeer waar we stoppen voor onze lunchpauze. Inmiddels zijn de jassen al weer een tijdje uit en kunnen we bij het meer van het zonnetje genieten. Voordat we bij het meer kwamen zijn we een stuk gedaald en dat moeten we na de pauze weer goedmaken. Via een steile klim bereiken we weer de graad en lopen verder tot aan het Gafierjochle. Op dit knooppunt van paden gaan we terug richting het bergstation van de lift. Nu is het vooral afdalen waarbij het onderweg opnieuw af en toe licht begint te regenen. Bij de lift aangekomen blijkt dat we ook vandaag weer juist op tijd voor de bus beneden kunnen zijn. Even na vieren lopen we na een mooie wandeldag tevreden de camping op.

 

Dag 10, vrijdag 5 september – Een huishouddag.

Na twee wandeldagen is het tijd om een rustige dag in te lassen. Nu we ruim een week van huis zijn moet ook de camper weer een goede beurt krijgen. Alle aanleiding om het vandaag rustig aan te doen. We slapen vandaag lekker uit en ontbijten op ons gemak in de buitenlucht. Daarna is het tijd voor de huiskapster en neemt de huispedicure mijn voeten onderhanden. De temperatuur is goed maar de zon laat wel verstek gaan. De hele dag blijft het vrijwel droog maar is er ook vrijwel geen zon. Ik ga te voet in Sankt Gallenkirch enkele boodschappen halen terwijl Aukje de camper onderhanden neemt. De dag vliegt om en voor we het weten valt de avond in. Buiten is het koel en vochtig, we wachten af wat voor weer het morgen zal zijn.

 

Dag 11, zaterdag 6 september – Wandelen in het Silbertal.

Een ander zijdal van het Montafon dal is het Silbertal. Dit dal loopt vanuit het plaatsje Schruns naar het zuidoosten. We hebben uit onze boekjes een rondwandeling geselecteerd die met vijf en half uur netto looptijd voor ons doen erg lang is. Dat betekent ook ditmaal weer vroeg opstaan, hetgeen niet onze favoriete bezigheid is. De wekker dus weer op zeven uur gezet. Voordat de wakker afliep waren we al wakker en hoorden we het zachtjes tikken op het camper dak. Even overwogen we om de wandeling van vandaag maar uit te stellen maar zodra de wekker afloopt gaan we snel koffie zetten,  vervolgens binnen ontbijten en vlug opschieten om de bus van 8uur43 te halen. We moeten in Schruns overstappen op de bus naar de Kristberg bahn in het Silbertal. 

Alles gaat op rolletjes en de gondellift zet ons om kwart voor tien af aan het begin van onze rondwandeling. We starten op 1423 meter hoogte en het eerste doel is de top van de Müttjochl op 2074 meter hoogte. Het pad erheen gaat flink omhoog maar is goed te belopen en slingert eerst door het bos en later door open gebied dat vooral begroeid is met bosbessen. Het is prettig wandelweer, droog en met een prettige temperatuur al laat de zon het nog afweten. Tegen twaalf uur bereiken we de top waar naar schatting meer dan twintig andere wandelaars zich hebben geposteerd en dat luid laten horen. Gelukkig gaan de meesten, die kennelijk tot een groep behoren, na korte tijd weg zodat de rust weerkeert. We hebben vanaf de top een prachtig uitzicht rondom

met aan de ene kant het Silbertal terwijl we aan de andere kant het Klosterdal in kijken en daartussen zien we het restaurant op de de Sonnenkopf, waar we straks naar toe gaan. Nadat we ons brood goeddeels hebben opgegeten gaan we verder en dalen af door een gebied met vochtige grond waarbij het pad nu en dan wat zompig is. Vanaf de Sonnenkopf lopen we het resterende deel van de wandeling, we hebben nog negen kilometer te gaan, over een prettig lopend breed pad dat ook voor mountainbikers geschikt is. Na nog enkele pauzes onderweg zijn we om kwart over vier terug bij de gondellift. Met vijf en dertig passagiers in een kleine gondel gaan we als haringen in een ton naar beneden. We zijn ruim op tijd voor de bus die ons weer met een overstap in Schruns om kwart over vijf bij de camping afzet. Het einde van een prachtige wandeldag. We drinken een pilsje op het goede verloop van de tocht en daarna bak ik pannenkoeken tot besluit.

 

Dag 12, zondag 7 september – Wandeling naar Sankt Gallenkirch en Gortipohl.

Na de superlange wandeling van gisteren smeken Aukjes voeten om clementie. Het weer is echter prachtig en dat lokt ons ook wel weer naar buiten. Nadat we eerst lekker in het zonnetje hebben ontbeten en aan ons kleurenschema hebben gewerkt gaan we in de namiddag te voet vanaf de camping om de omgeving wat beter te leren kennen. We lopen via het bospad naar Sankt Gallenkirch en vandaar langs de doorgaande weg naar het volgende dorpje, Gortipohl. In Oostenrijk en dus ook in het Montafondal lijken alle bergdorpjes op elkaar. Keurige vrijstaande huizen met grote balkons volgehangen met geraniums, alles goed in de verf en geen spatje afval op straat. 

In de dorpskernen is de middenstand sterk vertegenwoordigd die het van de wandelgasten maar vooral ook van de wintersporters moeten hebben.

Bij de camper terug overwegen we om een ander plekje op de camping te zoeken. Door de schotelantenneproblemen hebben we via de internetverbinding getracht om het journaal te kijken, maar doordat hiervoor nogal wat internetcapaciteit wordt gevergd verloopt dit schokkerig en op den door ergerlijk. Toen we op de camping arriveerden was de plek van Aukjes voorkeur echter gereserveerd. Inmiddels zijn de gasten waarvoor deze plek was bedoeld alweer vertrokken zodat het, hoewel slechts vijfentwintig meter verderop is, een mooi plekje voor ons en wellicht met schotelontvangst kan worden. De campingbeheerster ziet er ook geen probleem in zodat we een half uur later alweer ons op de nieuwe plek hebben geïnstalleerd….. en met prima schotelontvangst. Laat “Boer zoekt vrouw” maar komen.

 

Dag 13, maandag 8 september – De Wiesbadenerhutte vanuit de Bielerhöhe.

Aan het einde van het dal begint de Silvretta Hochalpenstrasse, een van de mooiste routes van Oostenrijk. Omdat het een heel werk is geweest om de weg met zo’n 30 haarspeldbochten aan te leggen en men momenteel nog steeds aan verbeteringen werkt, is het een tolweg waarvoor je met de camper 21,50 euro voor een enkele reis moet betalen. Wij willen een wandeling vanaf de Bielerhöhe maken en die plek ligt langs deze tolweg. We hebben ook vandaag de wekker gezet en staan om kwart over negen bij de bushalte. De buschauffeur zegt, terwijl hij het kaartje uitdraait. ‘ohne maut’. Ik reageer daar verder niet op omdat ik enerzijds deze opmerking niet had verwacht maar ook omdat ik er van uit ga dat je als buspassagier niet apart belasting hoeft te betalen. Dat blijkt echter fout gedacht. Vlak voor het toltraject moeten we van bus wisselen en bij de nieuwe chauffeur vraag ik hoe het zit. 8 euro voor ons samen armer rijden we verder. Bij het tolpoortje komt een controleuse de bus in en checkt van een ieder of er maut (belasting) is betaald. Ik kijk naar de tarievenlijst en vind het wel raar eigenlijk: een volle bus levert meer dan 200 euro op terwijl een vrachtwagen van meer dan het dubbele gewicht er voor 21,50 euro door mag. We rijden de Silvretta Hochalpenstrasse op waarna het kronkelen begint. Na een paar bochten staan we echter stil. Vanaf de andere kant staat in een haarspeldbocht een tankwagen met aanhanger. Doordat onze vrij lange bus de gehele wegbreedte nodig heeft om door de krappe bocht te draaien kunnen we er niet langs. Het blijkt dat de tankauto cement aan het lossen is en dat moet in een grote silo worden gepompt. Met een klein half uur vertraging gaan we verder omhoog. De bus moet bij elke bocht opletten dat er geen overig verkeer nabij de bocht is want de bochten zijn te krap om onbelemmerd verkeer mogelijk te maken. Bij elke bocht komen we wel een stukje hoger het dal uit maar het uitzicht is nog beperkt omdat we rondom tussen de bergen ingeklemd zijn. Nadat we meer dan twintig kronkels hebben gehad komen we bij de Vermunt stausee waar men druk aan het werk is. Het stuwmeer is leeg en er worden allerlei voorzieningen aangebracht om de elektriciteitsproductie te verhogen. De Vermunt stausee ligt op 1750 meter hoogte en we moeten naar 2040 meter, naar de Silvretta stausee.

 Hoewel de Silvretta Hochalpestrasse nog verder gaat en het mooiste gedeelte van deze panoramaweg nog moet komen, stopt de bus bij de Bielerhöhe waar alle wandelaars de bus verlaten. We drinken eerst een kopje koffie voordat we op pad gaan richting de Wiesbadenerhutte die op 2443 meter hoogte ligt. Het eerste stuk gaat langs de oever van de Silvretta stausee en is een gemakkelijk beloopbaar maar enigszins saai stuk, met uitzondering van de mooie waterval die we onderweg passeren. Aan het einde van de stausee gaat het pad omhoog en lopen we parallel aan een van de stromen die de stausee voedt. Nu klimmen we geleidelijk aan omhoog en zodra we weer later naar links afbuigen gaat het een stuk steiler omhoog. 

Het is echter een breed pad waar ook een four wheel drive voor de bevoorrading van de hut over kan rijden. Halverwege houden we halt voor onze lunchpauze. Na de lunch gaan we verder en om kwart over een bereiken we de Wiesbadenerhutte. Het grootste deel van het traject is het stralend zonnig geweest maar in de buurt van de hut is het bewolkt. We bestellen goulashsoep met brood en terwijl we de laatste scheppen naar binnen lepelen slaat plots het weer om. De vlaggen gaan de andere kant op wapperen en tien minuten later is de lucht helemaal dichtgetrokken en plenst het van de regen. We besluiten te schuilen en de bui toont na een klein half uurtje berouw. We gaan weer op pad richting ons vertrekpunt. 

Vooraf hadden we gedacht om terug een andere route te nemen die over een smaller maar ook uitdagender pad gaat. Aukje heeft echter verkleumde handen van het vasthouden van de wandelstokken dus kiezen we voor dezelfde bredere route als op de heenweg. We kunnen elkaar vasthouden en daarmee is het niet nodig de wandelstokken te gebruiken. Bij de stausee aangekomen nemen we de andere oever van het meer. Dit pad golft wat op en neer zodat het minder saai is en we niet tweemaal hetzelfde stuk hoeven lopen. Bij de bus aangekomen blijkt dat we juist op tijd zijn voor de bus van 16.20 uur en een uurtje daarna zijn we weer terug op de camping. Een mooie wandeldag zonder dat we nat zijn geworden…. dankzij de vertraging door de tankauto op de heenweg.

 

 

 Dag 14, dinsdag 9 september – In en rond de camper.

Vandaag willen we in en rond de camper doorbrengen. Vannacht hoorden we de regen op de camper maar vanmorgen schijnt de zon al weer. Ook de temperatuur is goed en hoewel er voor de komende dagen een weersverslechtering wordt voorspeld valt het tot u toe vrijwel steeds mee. We hebben doorgaans voor ongeveer twee weken schoon goed op voorraad hetgeen inhoudt dat het nu langzaamaan tijd wordt om te wassen. Op de camping is een wasmachine en een droger en dat komt ons goed uit. Nadat het beddengoed is afgehaald wordt de waszak gevuld en gaan we richting de wasruimte. Alles op deze camping is perfect in orde… maar de deursluiting van de wasmachine is stuk. 

Geen nood echter want de beheerster heeft er een schroevendraaier naast gelegd zodat de machine toch nog bruikbaar is. Ik heb intussen waslijnen gespannen en een uurtje later hangt de was aan de lijn te wapperen. De tweede lading van de wasmachine hangen we ook aan de lijn, maar voordat deze halfweg droog is begint het te regenen en in de verte ook te onweren. Snel de was van de lijn en in de droger. Weer een uur later is de bui weggetrokken en klaart het weer op. De was is droog in de camper terecht gekomen. Morgen volgt fase twee van de wassessie. De rest van de middag en de avond brengt Aukje op bed door met de computer op schoot zodat ze de foto’s kan bewerken en tevens de TV in de gaten kan houden. Ik lees eerst buiten het boek: De grote stille knecht en kruip ’s avonds naast haar om verder te lezen en om TV te kijken.

 

Dag 15, woensdag 10 september – Het weer laat het even afweten.

We hebben een beetje goed weer nodig om de bergen in te kunnen trekken. Tot het einde van de week wordt er echter hoofdzakelijk regen voorspeld, waarbij de temperatuur die gisteren nog boven de twintig graden was, een stuk omlaag gaat en op ongeveer 12 graden zal uitkomen. Op de TV beelden zien we boven Oostenrijk en de omliggende landen een grote pluk bewolking met regen. Een goede gelegenheid om de nog resterende was af te werken, al wordt het niets om deze aan de lijn te laten drogen. ’s Middags gaan we op de fiets naar Sant Gallenkirch en proberen we de plaatselijk pizzeria uit. Terug bij de camper is het tijd om inkopen te doen. Het is inmiddels ruim een week geleden dat we nog in Feldkirch een grote hoeveelheid hebben ingeslagen en nu hebben we de Lidl van Schruns op het oog. We rijden er met de camper heen en parkeren naast de supermarkt. Te voet lopen we naar het centrum dat op ruim een kilometer afstand ligt. Onze voormalige buren op de camping hebben ons geattendeerd op de Trachtenabond, een voorstelling van Oostenrijkse cultuur in de plaatselijke Kultur bühne. Volgens hun vindt deze elke donderdagavond plaatst, maar op internet kunnen we er niets over vinden. Gerustgesteld omdat uit de aanplakbiljet blijkt dat deze doorgang zal vinden lopen we verder naar de VVV waar Aukje voor de wintersportinfo voor Ronald vraagt. Met een flinke voorraad in de camper rijden we terug naar de camping van Badmunt waar we ’s avonds bij de TV de avond doorbrengen.

 

Dag 16, donderdag 11 september –  Aanvullende boodschappen halen.

Ook vandaag is het geen weer om de bergen in te gaan hoewel we wel buiten kunnen ontbijten. ’s Morgens is er nog een lekker zonnetje maar later trekt de lucht weer dicht en gaat het nu en dan regenen. We gaan weer op de fiets naar Sankt Gallenkirch, maar ditmaal om bij de Spar de boodschappen te halen die gisteren bij Lidl niet verkrijgbaar waren. Met een volle rugzak fietsen we terug en zijn tevreden dat we zowel heen als terug droog zijn overgekomen. Als de avond nadert kijken we elkaar aan en filosoferen we dat de Trachtenabond waarschijnlijk een oubollig folkloristisch gebeuren is waar we steeds minder zin in krijgen. We besluiten dus om maar thuis te blijven. Aukje gaat verder met Facebook en ik lees het resterende gedeelte van: “De grote stille knecht” uit.

 

Dag 17, vrijdag 12 september – Koud en nat.

Vannacht regende het, vanmorgen regent het en het blijft de gehele dag regenen. Het zijn wel geen stortregens, maar voldoende om er niet op uit te kunnen trekken en bovendien is het overdag met rond de 14 graden uitgesproken koud voor deze tijd van het jaar. We blijven dan ook binnen maar we vervelen ons niet. Er is volop werk aan het bewerken van de foto’s en het maken van nieuwe wandelplannen. Daarnaast hebben we de televisie en ook nog boeken om te lezen. Kortom, geen vakantieweer maar de stemming is er niet minder om.

 

Dag 18, zaterdag 13 september – Beter weer op komst.

Na de periode van regenachtig en koud weer is er nu verbetering op komst. Het is nog steeds koud maar vanmorgen is het droog en dat is al een hele verbetering. Vanwege de temperatuur ontbijten we in de camper. In de namiddag is het weer zodanig stabiel dat Aukje in haar eentje een wandeling in de buurt maakt. Ze gaat rondje rondom het gehucht Badmunt maken waarmee ze een uurtje zoet is. Ik zit in de tussentijd te computeren en als Aukje terug is kunnen we samen buiten een pilsje drinken. Verder valt er niet veel te melden van deze overgangsdag.

Dag 19, zondag 14 september – Omhoog met de Garfrecha omlaag met de Versettla.

Nu er een periode van goed weer aankomt willen we in de gebieden gaan wandelen waar we tot nu toe niet zijn geweest. In de praktijk komt het er op neer dat we verder weg gaan wandelen en meer met de bergbahnen omhoog moeten. Daarom hebben we besloten om een Silvretta Montafon Card voor 7 dagen aan te schaffen. Voor ons geldt de senioren versie die goedkoper is maar toch nog ruim vijftig euro per persoon kost. Voor dat bedrag mag je een weeg lang onbeperkt met alle liften mee en kun je gratis alle bussen en treinen in het Montafon gebied gebruiken. Er zitten nog meer voordelen aan zoals zwembad en museum bezoek, maar daar doen we het niet voor. We zijn te voet naar het VVV gegaan om de kaarten aan te schaffen en willen daarna met de bus naar het dalstation van de Garfresha. 

De mevrouw van de VVV is niet de aller-snelste en omdat er een stel voor ons ook Silvretta Montafon kaarten wil aanschaffen zijn we net op tijd bij de bushalte. In de bus vergis ik me in de bushalte hetgeen betekent dat we iets te vroeg uitstappen en nog een stukje moeten lopen voordat we bij de liftzijn. De Garfrescha bahn is een stoeltjes lift hetgeen betekent dat je frank en vrij samen in een open stoeltje de berghelling onder je ziet voorbijgaan, weer een aparte ervaring. Boven aangekomen begint onze wandeling. Hoewel we vandaag maar ongeveer 3,5 km hoeven te lopen betekent dit niet dat het een makkie is. We hebben er namelijk voor gekozen om de route omhoog te lopen terwijl de meesten juist voor een afdaling hebben gekozen.

Dag 20, maandag 15 september – Naar de Kreuzjoch.

Gewapend met onze kortingskaart gaan we vandaag op pad om aan de oostzijde van het Montafon dal naar de top van de Kreuzjoch te lopen. We beginnen al op hoogte zodat de klim niet al te inspannend is. Daarbij willen we ook een rondwandeling maken langs verschillende meertjes die zich in het platte gedeelte van het berggebied hebben gevormd. Om kwart voor tien gaan we met de bus naar Schruns waar het dalstation van de Hochjoch bahn is. Met een grote gondellift gaan we eerst vanaf 690 meter naar 1335 meter en vervolgens naar 1858 meter hoogte. Daar stappen we in de Sennigrat lift waarmee met in een open stoeltje op 2250 meter hoogte worden afgezet. 

Vanuit dit punt heb ik vooraf een rondwandeling in de GPS gezet maar bij de uitgang van de lift kan ik geen aanwijzing vinden voor de te lopen route. Later blijkt dat men dit stuk van het wandelpad heeft opgedoekt en dat het alleen nog op de wat oudere kaarten is aangegeven. We besluiten daarom maar richting de Wormser Hutte te lopen waar we eigenlijk op de terugweg vandaan zouden komen. We lopen dus tegen de geplande richting in. De Wormset Hutte is op 2305 meter niet veel hoger dan de uitgang van de lift en is in een kwartiertje te bereiken. We worden omringd door een peloton wandelaars waarvan de meesten al aardig op leeftijd en die zodra ze bij de Wormser Hutte aankomen tevens het verste punt hebben bereikt. Het is prachtig zonnig weer en het terras is gevuld met mensen die aan het bier en de koffie met gebak zitten. 

Wij gaan echter verder richting de Kreuzjoch die met 2395 meter ons geen schrik aanjaagt. Het pad erheen levert wel enkele lekkere klauterpartijtjes op maar is niet echt lastig. Op de top aangekomen houden we pauze en geniet van het uitzicht. Even verderop wordt aan een nieuwe lift gewerkt en men heeft de route die wij van plan zijn te lopen afgesloten. We gaan nog even een stukje verder om te zien hoe de vork precies in de steel zit en keren dan weer via de top van de Kreuzjoch naar de Wormser Hutte. Daar staan we voor de keuze, verder terug naar de lift en binnen een kwartiertje klaar of een rondwandeling maken maar dan een stuk langer dan gepland en terug naar het bergstation van de Hochjoch bahn. 

We kiezen voor het laatste. Het eerste stuk gaat nog via de een regulier pad maar verderop krijgen we verschillende keren te maken met de bouwers van de lift die het terrein voor ons hebben omgeploegd. Via de Herzsee en de Schwarzsee komen we bij een skitunnel. Door de skitunnel kunnen we een stukje van de route afsnijden en komen we uit bij de Speichersee Kapell. Vandaar is het nog twintig minuten langs een track naar Kapell, het bergstation van de Hochjoch bahn. We koesteren ons in het zonnetje en nadat de lift ons weer in Schruns heeft afgezet brengt de bus ons om kwart voor vijf terug bij de camping. Een prachtige wandeldag met prachtig weer.

 

 

Dag 21, dinsdag 16 september – De Golmer Höhenweg en Geisspitz.

Nadat we gisteren een relatief gemakkelijke wandeling hebben gemaakt staat voor vandaag een uitputtingsslag op het programma. We willen vanaf de Golmer bahn in het gehucht Latschau nabij Tschagguns een rondwandeling maken zonder we aan het slot een saai stuk het dal in moeten afdalen. Zo’n wandeling is vanaf het bergstation van de Golmer bahn ook te maken maar dan wordt het tegelijkertijd wel een pittige voor wat betreft beklimming en wandelduur.  We kiezen er toch voor en op voostel van Aukje gaan we een uur eerder van huis dan aanvankelijk gepland. We hebben weer eens de wekker gezet en zien kans om de bus van 8uur43 naar Schruns te halen. Daar stappen we over in de bus die ons in Latschau bij de Golberbahn afzet. 

Met de gondel gaan we van 985 meter naar 1890 meter hoogte, waarmee we gelijk lekker op hoogte zijn. Om kwart voor tien gaan we van start en klimmen direct naar het bergstation van een skilift die nu buiten gebruik is. Vandaar belanden we op een graad en gaan verder omhoog naar het Golmer Joch op 2124 meter hoogte. Vanaf dit punt hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving. Het is weliswaar nog bewolkt maar de bewolking is dusdanig hoog dat alles goed zichtbaar is. Het volgende doel op de graad is de Latschӓtzkopf die ongeveer even hoog is als het Golmer Joch maar voordat we daar zijn moeten we eerst weer afdalen en vervolgens weer klimmen natuurlijk. Vanaf deze punt zien we de volgende bergpunt het Kreutzjoch waarvoor eerst weer moet worden afgedaald en geklommen. Voordat we aan de klim beginnen zien we op de routeaanwijzingen dat we er ook omheen kunnen. 

Gezien het feit dat de Geisspitz nog op het programma staat, die hoger en moeilijker is, besluiten we om het Kreutzjoch rechts te laten liggen. Na eerst een gemakkelijk beloopbaar stuk belanden we nu op een veel smallere graad. Ook hier moeten we verder omhoog. Het is niet echt moeilijk of gevaarlijk maar de graad is nog geen meter breed en links en rechts is het dermate stijl omlaag dat we daar niet willen belanden. Het is inmiddels tijd voor de lunch die we op een stukje waar het pad even breder is zittend op een paar stenen verorberen. We zien in de verte de top van de Geisspitz met de graad die naar de top loopt. Het lijkt een hele toer om daar tegenop te komen maar eenmaal daar aangekomen valt het niet tegen. Op de top van de Geisspitz pauzeren we even en genieten van het uitzicht naar onder meer de Drei Türme. Vanaf de Geisspitz op 2334 meter volgt een steile en langdurige afdaling waar het pad zigzaggend langs de helling gaat.

We moeten bijna vijfhonderd meter omlaag en dat gaat niet zo maar even. Onder aan de afdaling wordt het pad steeds steniger hetgeen het tempo omlaag brengt. Op de splitsing waar we naar de Lindauer Hütte kunnen overwegen we wat te doen. Het is inmiddels na twee uur en op en neer naar de Lindauer Hütte vergt een half uurtje. Het enige wat we daar van plan zijn is een bakkie koffie halen. We kiezen voor een pauze van een kwartiertje met een boterham erbij en slaan de Lindauer Hütte daarna over. We volgen de Latschӓtzer Höheweg die door een dal gaat en ons in anderhalf uur terug bij het bergstation van de Golmerbahn brengt. Beneden zijn we precies op tijd voor de bus en na een overstap gaan we door naar Sankt Gallenkirch waar we bij de pizzeria spaghetti carbonara eten. Na bier en wijn krijgen we een amaretto aangeboden zodat we in opperbeste stemming de bus terug naar de camping nemen. Voldaan na een prachtige wandeling met prachtig weer genieten we na bij de camper.

 

Dag 22, woensdag 17 september – Naar Kops via de Silvretta Hochalpenstrasse.

Vorige week zijn we naar de Bielerhöhe geweest voor een wandeling naar de Wiesbadener hütte. De rit met de bus er naar toe ging over de Silvretta Hochalpenstrasse waarvan we echter maar ongeveer de helft hebben gezien. Ik ben nieuwsgierig wat het overige stuk van de Hochalpestrasse te bieden heeft, die als een panorama weg op de kaart staat. Vanaf de Bielerhöhe gaat er een bus naar Landeck in Tirol. De bus maakt een stop bij  Kops, een stukje voorbij de het tol gedeelte van de weg. Kops heeft een stuwmeer en met een rondwandeling rond het meer denken we een ontspannende dag te kunnen combineren met het bekijken van het gebied vanaf de Hochalpenstrasse. Met de Silvretta Card hebben we gratis reizen en hoeven we ook geen tweemaal tol te betalen dat met 16 euro ook in de papieren begint te lopen. We gaan om kwart over tien met de bus op weg. De bus zit al flink vol en onderweg komen er nog meer wandelaars bij. Ik raak aan de praat met een Nederlander die zegt al 27 jaar achtereen in het Montafon dal op vakantie te komen, hij is inmiddels als bevriend geraakt met de uitbater van het pension waar hij verblijft. 

Hij vertelt hoe hij de situatie aan het eind van het dal heeft zien veranderen en wat er allemaal aan stuwmeren en waterkrachtcentrales is gebouwd. ’s Winters is de Hochalpestrasse afgesloten en dan kan men gebruik maken van kleine busjes die door de tunnels rijden welke voor de waterkrachtcentrales zijn gemaakt. Zo kan men toch bij de het hogerop gelegen skigebied komen. De bus kronkelt weer door alle bochten omhoog en bij de Bielerhöhe aangekomen stappen we uit. Hier moeten we overstappen op een bus van een ander vervoersmaatschappij, een die uit Tirol komt en waarvoor onze Silvretta Card niet geldig is omdat we het dal verlaten. De rit over de panoramaweg valt een beetje tegen. Ik had verwacht dat we op een hoogte van 2000 meter links en rechts de besneeuwde alpentoppen zouden zien, maar in plaats hiervan duikt de bus een paar 

honderd meter omlaag en rijden we tussen de bergen door. Ook mooi maar niet spectaculair. Een kwartiertje later worden we afgezet bij Alpengasthof Zeinisjoch waar we van de gelegenheid gebruik maken om op het terras een kopje koffie te drinken alvorens we op pad gaan. Het is vandaag stralend weer en windstil. We lopen op ons gemak langs het stuwmeer naar de stuwdam waar we bij de stube een ijsje scoren. Bij de stuwdam wordt met enkele grote posters een overzicht gegeven van alle stuwmeren en waterkrachtcentrales in het Ill gebied en ook hoe deze onderling zijn verbonden. Ruw geschat kom ik tot meer dan 2500 MW aan opgewekt vermogen en er wordt gewerkt om dit nog verder op te voeren. Vervolgens de stuwdam over waar we naar rechts kijkend in het diepe dam ons realiseren wat er zou gebeuren als de stuwdam het zou begeven. 

Het water voor het stuwmeer komt van de beken in de omgeving maar omdat dit onvoldoende is wordt het met pijpleidingen ook van verderaf gelegen bronnen waaronder ook het Silvretta stuwmeer aangevoerd. Nadat we de stuwdam zijn overgestoken gaan we langs de andere kant van het stuwmeer terug. Dit pad is verrassend afwisselend. Het slingert door de natuur en onderweg moeten we verschillende klimmetjes nemen. Bijna aan het eind houden we een picknick pauze en kort daarna bereiken we het Zeinisjoch waar we met de bus van drie uur terugkeren naar de Bielerhöhe. Daar zijn we juist op tijd voor de bus die ons terug naar de camping brengt. Hoewel er twee bussen tegelijkertijd vertrekken is de bus dermate vol dat we het met staanplaatsen moeten doen. Om kwart over vier zijn we weer terug op de camping. Als ik na het eten de afwas ga voorspoelen hoor ik het geluid van een panfluit. Een camperaar op een ander deel van de camping geeft voor zijn kampeerauto staande een riedel ten beste hetgeen lang niet onaardig klinkt.

 

Dag 23, donderdag 18 september – Vanaf Lünersee via de Ratikon weg naar de Golmerbahn.

We willen nog een wandeling in het Brandner Tal maken. Dit zijdal ligt een eindje terug in het Montafon dal en loopt vanaf Bludenz naar het westen. Het liefst maken we een rondwandeling op hoogte waarbij we niet langs tracks lopen en ook geen steile afdaling hoeven maken. Het traject dat we eerder hiervoor hadden uitgezocht voldoet echter niet aan al onze wensen en omdat onze wandelconditie de laatste dagen flink is toegenomen besluiten we voor een alternatief. Het gaat hierbij om een wandeling vanaf het Lünersee stuwmeer over de Ratikon Höhenweg via de Schweitzer Tor en de Golmer Höhenweg naar het bergstation van de Golmer bahn. Nadat ik de route in de GPS heb gezet blijkt het een wandeling van naar schatting 13 km met enkele pittige klimmen er in. We besluiten het toch te wagen en omdat we naar de Lünersee een flink stuk met het OV moeten reizen zetten we de wekker op half zeven, een nieuw 

vakantierecord. Na de gebruikelijke koffie op bed stellen we het ontbijt voorlopig uit en pakken we de bus van half acht naar het treinstation van Schruns. Daar stappen we over op de trein naar Bludenz. In de trein komen we tegenover een Nederlandse jongen te zitten die sinds acht jaar met zijn ouders in Gaschurn woont. Ze verhuren daar vakantieappartementen. Hij heeft het naar zijn zin in Oostenrijk en is vandaag met school op weg naar een wandeldag in Müttersberg. In Bludenz nemen we de bus naar de Lünersee. Het is een flinke rit die ons via de plaatsjes Bührs (whats in a name) en Brand voert. Het laatste stuk gaat over een smalle weg totdat we bij het dalstation van de Lünersee bahn worden afgezet. Zodra we uit de lift stappen blijkt dat het vandaag op hoogte (1980 m) behoorlijk hard waait. Het is echter wel zonnig. Op de trappen nabij de dam van het stuwmeer besluiten we eerst ons meegenomen ontbijt te nuttigen. Het is inmiddels kwart voor tien wanneer we de wandeling aanvangen. Eerst de stuwdam over en dan flink omhoog om vervolgens op hoogte langs het meer te lopen. Aan het eind van het meer gaan we linksaf en klimmen verder omhoog tot aan een afslag bij een douane huisje. Langs de grens met Zwitserland

is er voor elk pad van belang nabij de grens zo’n wachthuis gemaakt waar de dienders van de douane vroeger op de loer lagen om te voorkomen dat artikelen die in Zwitserland veel goedkoper waren Oostenrijk binnen werden gesmokkeld. Na het huisje komen we op de Ratikon Höhenweg en door een dal lopen we geleidelijk omhoog totdat we via het Verajoch op 2330 meter bij de even lager gelegen Schweitzer Tor komen. Deze denkbeeldige deur blijkt een douanepost op een viersprong van paden te zijn, waarvan er één van direct naar Zwitserland voert. Het waait nog steeds flink en we maken van de luwte van het douanehuisje gebruik om een middagpauze in te lassen. Na de boterhammen gaan we verder en dalen we af in de richting van het Rels tal. Dit afdalen gaat zo ver door dat we onder in het dal een beek kunnen oversteken. We zijn inmiddels ongeveer gedaald tot 1865 meter en gebruiken de oversteekplaats van de beek voor een tweede  

picknick pauze. Vanaf de oversteek bij de beek gaat het weer omhoog, eerst geleidelijk maar later behoorlijk steil. Achterom kijkend zien we het Rels Tal met een boerderij bij de Untere Zaluadaalpe. Het laatste stuk omhoog gaat over een nieuwere route die omhooglopend niet gemakkelijk te zien is. Doordat in de GPS de oude route staat hebben we hier ook niet veel steun aan. Uiteindelijk bereiken we het Hataberger joch. Dit is een punt op de route die we afgelopen dinsdag ook hebben gevolgd. We gaan nu echter het pad op de graad in tegenovergestelde richting volgen. We zijn nu op de Golmer Höhenweg en volgen deze ongeveer een uur totdat we bij het bergstation van de Golmer bahn arriveren. Achteromkijkend zien we dat de lucht boven de toppen waar we vanmiddag gelopen hebben inmiddels zwart ziet vanwege nevel en regen. Even voor half vier nemen we de lift naar 

omlaag naar Latschau waar we net te laat arriveren voor de bus. De volgende bus brengt ons naar Schruns en vandaar arriveren we om kwart voor vijf op de camping. Een prachtige wandeldag en 13,65 kilometer gelopen. ’s Avonds horen we plotseling het geluid van een tuba. Het blijkt dat een stukje verderop onze Zwitserse buurman voor zijn caravan de tuba ter hand genomen heeft en wellicht een aubade voor ons als stoere wandelaars ten gehore wil brengen.

 

 

 

 

Dag 24, vrijdag 19 september – Naar het Heimat museum.

Na vijf dagen van wandelen is het weer even tijd om af te kicken. Het weer is bovenverwachting nog steeds goed maar dat is wel aan het veranderen. De komende dagen wordt regen verwacht en we hebben ook het gevoel dat het wandelen even voldoende is geweest. We slapen ’s morgens uit tot half negen waarna koffie op bed en ontbijt buiten ons verder op het goede spoor brengen. Nadat de afwas gedaan is, de camper weer is voorzien van vers water en het afval water is afgevoerd maakt Aukje een lijstje voor de boodschappen die ik vandaag bij de Spar in Sankt Gallenkirch ga halen. Het is al weer meer dan een week geleden dat we bij de Lidl met de camper  boodschappen hebben gedaan en van sommige artikelen raakt de voorraad op. We overwegen welke dag we uit het Montafon dal zullen vertrekken en komen tot de conclusie dat dit maandag of dinsdag zal zijn. Aukje inventariseert de menulijst voor de komende dagen. Na de koffie ga ik te voet naar het dorp terwijl Aukje intussen de zachte was in de machine van de camping stopt. De boodschappenlijst is aardig lang geworden en met een volle rugzak en een boodschappentas keer ik met de bus terug naar de camping. We eten vandaag pilav waarvoor ik kipfilet moest meebrengen. Alleen… dat ben ik, mede door de tijdsdruk in de winkel, vergeten. Aukje past er een mouw aan door in plaats hiervan de kipnuggets te gebruiken en die smaken wonderwel ook uitstekend bij de dit gerecht. Na het eten en alweer de afwas gaan we met de bus naar Schruns om het Heimat museum te bekijken. Ook daarvoor geeft onze Silvretta Montafon Card gratis toegang. Het museum is in het centrum maar eenmaal binnen zien we dat men er in geslaagd is met de gebruikte ruimten de sfeer van vroeger goed op te wekken. Dat is ook wel nodig want het museum toont vooral de gereedschappen, kleding en andere hulpmiddelen die tot begin van de vorige eeuw in gebruik waren. Op de bovenste verdieping is een overzicht dat de migratie vanuit het dal naar Amerika en vooral het Mississippi gebied van 1850 tot 1930 in beeld brengt. Voordat het toerisme toesloeg had de bevolking van het Montafon dal het niet breed en de armoe was een belangrijke factor voor de emigratie. Nadat we alles bekeken hebben gaan we weer met de bus terug naar de camping waar gezellig de avond doorbrengen.

 

Dag 25, zaterdag 20 september – Snuffelen op de markt van Schruns.

Na de koffie en het ontbijt onder de luifel ,want het spettert een beetje gaat Aukje de zachte was in de wasmachine stoppen. Daarna volgt de afwas en het gebruikelijke glas thee en weer daarna maakt Aukje zich gereed voor een bezoek aan de zaterdagmarkt van Schruns. Gisteren toen we het museum bezochten hebben we de marktkramen al klaar zien staan. Met de bus van kwart voor elf gaat ze op stap terwijl ik me achter de laptop zet om aan het verslag van de afgelopen dagen te werken. Om kwart over een is Aukje al weer terug. De markt viel tegen hetgeen wellicht ook wel te verwachten viel vanwege de beperkte omvang van Schruns. Als je het centrum binnenkomt heeft het de allure van een flinke plaats met heel wat winkels. Daar de plaats nog geen 4000 inwoners telt zullen deze het echter vooral van de toeristen moeten hebben. In de namiddag gaat Aukje verder met de volgende wassessie terwijl ik aan de voorbereiding van de fietstocht van de Tauernradweg werk, die voor volgende week op ons programma staat. ’s Avond werkt Aukje aan haar Facebook verslag terwijl ik naar de TV kijk.

 

Dag 26, zondag 21 september – Klaarmaken voor vertrek richting Salzburgerland.

Voordat we vertrekken voor een volgend onderdeel van onze vakantie moet er nog wel het een en ander gebeuren. Er moet nog een was worden gedraaid en de bedden moeten worden verschoond, de camper moet van binnen worden aangepakt, de water en WC voorziening moeten op orde worden gebracht en het buitengebeuren moet worden opgeruimd.

Het weer werkt vandaag niet erg mee. Tot net na de middag is het nog droog zodat we buiten kunnen ontbijten maar in de loop van de middag gaat het regenen en dat gaat met enkele droge tussenpozen door tot halverwege maandagochtend. Voor de was is de droger een uitkomst, en ik heb de drooglijnen, de luifel en fietsen op tijd opgeborgen. Voor de buitenkeuken en het windscherm is het echter te laat. Ik heb me laten verrassen door de regen en hoop dat we ze morgen droog kunnen opbergen. Ook voor het vullen en afvoeren van water en WC cassette regent het te hard. ’s Avonds gaan we onder de paraplu naar de douche en verder brengen we de dag en avond in de camper door met computeren, lezen en TV kijken. Het is ook fris geworden maar daar weet ons ventilatorkacheltje wel iets aan te doen.

 

Dag 27, maandag 22 september – Van Batmund naar Schwaz.

Het regent nog steeds bij het wakker worden. Volgens het weerbericht wordt het aan het eind van de ochtend droog en dat blijkt inderdaad het geval. Het buitenwerk dat gisteren is blijven liggen kan ik dus alsnog doen maar het wordt allemaal daardoor wel wat later dan de bedoeling was. Voordat we vertrekken nemen we nog een douche omdat dit er vanavond op de camperplaats waar we naar toe gaan niet inzit.

Even na half een verlaten we de camping waar we met veel genoegen aan terug denken. Eerst richting Schruns waar we diesel tanken en vervolgens bij Lidl inkopen doen voor de komende tijd. We drinken koffie op de parkeerplaats van Lidl want het is inmiddels al twee uur geweest. De rit naar de camperplaats van Schwaz die we hebben uitgekozen is met 192 km niet zo ver, maar we willen niet de snelweg maar de Bundesstrasse gebruiken en volgens de TomTom is dat een rit van drie en half uur. Via Bludenz slaan we rechtsaf richting Insbruck en gaat het eerste stuk door het Klosterdal. Dan komen we bij de scheiding tussen Vorarlberg en Tirol die gemarkeerd wordt door de Vorarlberg pas, een klim naar 1800 meter hoogte gevolgd door een afdaling richting het dal van de rivier de Inn, welke we de komende 150 km zullen volgen. Het weer zowel als het landschap is mooi en hoewel we door erg veel kleine dorpjes komen waar we steeds snelheid moeten verminderen verveelt het niet. Even voor Landeck houden we halt voor het middageten. We eten een heerlijke spaghetti boulognaise waarvan Aukje de saus gisteren al heeft klaargemaakt. Na het eten loopt het al tegen zes uur als we bij Insbruck arriveren. We moeten vrijwel dwars door de stad maar het oponthoud valt eigenlijk mee. Met nog maar ruim twintig kilometer te gaan zien we kans om rond zeven uur de parkeerplaats in Schwaz op te draaien, waar een stukje is gereserveerd voor overnachtende camperaars. De camperpaats staat vrijwel vol maar een Fransman gebaart dat wij naast de servicezuil nog net een plaatsje kunnen innemen. Een overnachting kost hier een parkeerkaartje van 4 euro. Later op de avond tel ik in totaal 14 overnachtende campers. Het weer is inmiddels weer in mineur geraakt. Vanmiddag na het eten trok achter ons de lucht al dicht en vanavond regent het niet hard maar wel gestaag.

 

Dag 28, dinsdag 23 september – Door naar de watervallen van Krimml.

We worden wakker met de zon op het camperdak. Het belooft een mooie dag de worden. Wij hoeven vandaag maar 75 kilometer of anderhalf uur te rijden en dus kunnen we het rustig aan doen. Mede doordat de camperplaats vol staat en er nogal wat reuring rond de camper is ontbijten we wederom binnen in de camper. Als ik na het ontbijt op onderzoek uit ga zie ik drie dames op een rij zitten waarbij ik aan de campers zie dat het Nederlandsen moeten zijn. Op mijn begroeting van; Hallo jongelui krijg ik gelijk reactie en met de mededeling dat ze toch al grijs zijn. Nu had ik dat zelf ook wel gezien. Uit het praatje dat ontstaat blijkt dat het drie alleenstaande vrouwen zijn die elk met een camper op stap gaan. Ze hebben zich voor een groepsreis met campers ingeschreven en 

komen zodoende nu elkaar voor vertrek tegen. Voordat we vertrekken gaan we te voet nog even het stadje Schwaz bekijken waarvan de bijnaam Silberstadt aangeeft dat er vroeger een zilvermijn in de buurt was. Het stadscentrum zie er leuk uit en we zien een grote kerk waar we direct een kijkje gaan nemen. De kerk ziet er ook aan de binnenkant indrukwekkend uit. Het is een oude kerk die goed onderhouden is en rijkelijk is versierd. Daarna lopen we om het kerkgebouw heen in een park in dat is omringd door een rondgang met een hele serie grafnissen van belangrijke mensen uit het verleden. Uiteindelijk vertrekken we even na twaalf uurvan de camperplaats. We rijden verder naar het oosten waar we bij Jenbach naar het zuiden afbuigen om het Ziller tal binnen te rijden. 

We rijden opnieuw door een prachtig dal, zeker nu de zon zo uitbundig schijnt. Enkele kilometers voor Mayerhofen buigen we opnieuw af en nu naar het oosten om aan de klim richting Gerlos te beginne. Het  begint met een serie haarspeldbochten, waarna we verder klimmen en bij Gerlos inmiddels van 560 meter naar 1225 meter zijn geklommen. In Gerlos stoppen we voor een lekker koffie van eigen makelij. Na de koffie is er nog maar een klein stuk te doen en dat gaat over de Gerlosstrasse waarvoor we 8,50 euro tol moeten betalen. Vanaf de Gerlosstrasse hebben we achtereenvolgens een pracht uitzicht op het stuwmeer en even verderop op de watervallen van Krimml, we zitten dus in de buurt van ons doel. Na een flinke afdaling zoeken we de camperplaats bij hotel Krimmlerfalle maar onze TomTom stuurt ons het centrum van Krimml in. 

Na een benauwde keeractie ga ik te voet op zoek naar de camping. We waren er naar het blijkt al voorbijgereden. De camperplaats is met twee campers matig bezet. Het zijn mooie plaatsen die wel flink scheef lopen. Het is inmiddels tijd voor het warme eten, dus gauw de buitenkeuken in elkaar zetten waarna Aukje een heerlijke rijst met Bali saus en kip en eieren voor de dag tovert. Na het eten gaan we ons melden bij het hotel. Het is inmiddels al te laat voor de watervallen dus schuiven we dat op naar een later tijdstip. Vanuit de camper kunnen we de bovenste waterval zien en die is vooral ’s avonds ook goed horen.

 

 

Dag 29, woensdag 24 september – De Taurenradweg.

Tijdens de laatste dagen in Batmund heb ik een aantal fietsetappes van de Tauernradweg voorbereid. De Tauernradweg, waarvan Aukje een boekje met de beschrijving ervan heeft, is een traject langs de riviertjes de Salzach, de Saalach en ook de Inn, Omdat de Tauernradweg in Krimml begint is het deze vakantie een mooie gelegenheid om een stuk ervan te fietsen. Ik heb in totaal vijf etappes van elk ruim dertig kilometer op het oog. Natuurlijk moet het weer ook meewerken dus op voorhand is niet zeker hoeveel we ervan kunnen fietsen. De eerste etappe gaat van Krimml naar Mittersill. De tweede van Mittersil naar Bruck. 

Dan maken we een uitstapje naar het noorden. We rijden van Bruck naar Saalfelden, vervolgens gaan we weer verder naar het oosten. Eerst een etappe van Bruck naar Sankt Veit en tenslotte van Sankt Veit naar Werfen. Voor zover het overzicht, want vandaag beginnen we aan de eerste etappe, naar Mittersill.

Het belooft vandaag een mooie dag te worden want de zon is al vroeg op, al verschuilt hij zich tot half elf achter de bergen aan de overkant. We rijden tegen twaalf uur vanaf de camperplaats eerst richting de watervallen waar ook het beginpunt van de Tauernradweg is. Het eerste stuk gaat door het bos en omdat de zon daar niet kan komen is het best fris. 

We dalen binnen drie kilometer een kleine 200 meter totdat we in Vorderkrimml uitkomen, dat tevens het eindpunt van de lokale Pinzgauer bahn is. Hierna volgen we  het fietspad dat parallel aan de hoofdweg loopt ,de Salzach tot voorbij het plaatsje Wald. Hier maken we een lus richting de bergen en komen hierbij langs een punt waar de koeien vanaf de alpenweiden naar lager gelegen gebied worden geleid. Hiervan wordt traditioneel een feestje gemaakt waarbij de fles met schnaps van hand tot hand gaat. Broodje nuchter fietsen wij verder tot wij in het plaatsje Neukirchen komen. Hier is het onze beurt om ons tegoed te doen aan koffie en een overheerlijke kuche.  We fietsen hierna verder door het boerenland waarbij we af en toe even stevig moeten klimmen. 

Een stukje voor Bramberg komen we uit op de Salzach radweg die steeds vlak langs de rivier loopt maar weg erg gemakkelijk fietst. Even voorbij Hollersbach is het tijd voor een tweede pauze waarbij we tijdens het eten zicht hebben op enkele boeren die bezig zijn het gemaaide gras bij elkaar de harken en in rollen te bundelen. Even na drie uur arriveren we in Mittersill, ons einddoel voor vandaag. We hebben bij de receptie van het hotel bij de camperplaats al vernomen dat de trein vanwege reparatiewerkzaamheden voorlopig niet rijdt, maar dat in plaats hiervan bussen worden ingezet. Wederom volgens het hotel was het in deze tijd niet nodig om vooraf het vervoer van fietsen aan te kondigen. Als de bus komt blijkt echter dat dit wel had gemoeten en dat we geluk hebben dat we mee mogen. Er is geen plaats meer onder in de bus zodat de fietsen noodgedwongen  in het gangpad van de bus belanden. Niettemin zijn we blij met deze oplossing want we kunnen mee en hoeven niet het hele stuk terug te fietsen. Tegen half vijf zijn we terug bij het eindstation van de Pinzgauer bahn, maar nog niet terug bij de camper. Dat vergt nog en stukje van drie kilometer… maar waar we weer 200 meter omhoog moeten. Met de nodige pauzes zijn we toch een half uurtje later bij de camper. Een prachtige fietsdag ligt achter ons.

 

Dag 30, donderdag 25 september – De Krimmler watervallen.

Na het prachtige weer van gisteren is het vannacht even schrikken als we de regendruppels op de camper horen vallen. We willen vandaag naar de Krimmler watervallen en bij regen hoort op deze hoogte ook wolken en dus weinig zicht. Gelukkig is het tegen de tijd dat we wakker worden weer droog. Vanuit de camper kan ik de waterval nog niet zien vanwege de damp die uit het dal opstijgt. Na het ontbijt dat vanwege de weersomstandigheden pas om half elf achter onze kiezen is doet de zon al weer zijn best om de damp te laten oplossen. De waterval is weer te zien en op de bergen rondom is poedersuiker gestrooid dat er gisteren nog niet was. Even na twaalf uur sluiten we de deur achter ons en lopen we richting de ingang van het pad naar de watervallen, een tippel van ongeveer tien minuten. 

Langs de toegangsweg is er de gebruikelijke uitstalling van souvenirwinkels en koek en zopie tenten. We hoeven niet te betalen want met ons inschrijvingsbewijs bij de camperplaats hebben we gratis toegang. Er zijn twee watervallen, de bovenste waterval en de onderste waterval. Een goed beloopbaar pad voert langs beide watervallen met in totaal elf uitzichtpunten. Omdat het om in totaal 380 meter hoogteverschil gaat loopt het pad flink steil omhoog. Het eerste gedeelte ervan gaat nog wel maar vooral bij het laatste stuk moeten de meeste mensen af en toe even op adem komen alvorens door te kunnen. Bij vrijwel elk uitzichtpunt maakt Aukje foto’s. Onderweg komen we natuurlijk veel andere toeristen tegen maar het is opvallend hoeveel vrouwen met een burka er tussen lopen.

Aukje start met tellen en komt tot een totaal van twaalf waarbij het natuurlijk zo is dat we lang niet alle mensen hebben gezien. We lopen door tot we bijna bovenaan het laatste uitzichtpunt zijn maar voordat deze wordt bereikt heeft vooral Aukje het wel gezien. Ze denkt aan de weg omlaag waarbij ze geen liefhebber is van voordurend steile stukken tijdens de afdaling. Hoe dan ook, omlaag lopen gaat een stuk sneller dan omhoog en tegen drie uur zijn we terug bij de camper. We besluiten eerst koffie te drinken en vervolgens naar onze volgende overnachtingsplaats, de camping van Bruck te gaan. Deze is ongeveer zestig kilometer verder ofwel een uurtje rijden. De rit verloopt voorspoedig al begint het onderweg zo nu en dan te regenen en raken we in het plaatsje Mittersill even verstrikt in een wegomleiding die men heeft bedacht. De camping van Bruck blijkt erg groot en er is meer dan voldoende plek zodat we gemakkelijk zelf een mooi plaatsje mogen uitzoeken. Zodra we staan begint Aukje met de maaltijd die ditmaal uit aardappelen, broccoli en varkenslapjes bestaat. Ik ga de buitenboel van de camper op orde brengen en gezamenlijk inspecteren we daarna de camping. Hierbij valt het sanitair- gebouw in positieve zin en de afvalstortplaats in negatieve zin op. De avond brengen we gezellig in de camper door.

 

Dag 31, vrijdag 26 september – Op de fiets vanaf Saalfelden naar Bruck.

De tweede fietsetappe gaat van Bruck naar Saalfelden. Eigenlijk zouden we van Mittersill naar Bruck moeten fietsen. Gisteren zagen we vanuit de camper de trein over een deel van het totale traject rijden. We willen daarom eerst uitzoeken hoe het precies zit en ons ook tijdig aanmelden. Daarom gaan we vandaag naar het noorden en doen we morgen het stuk vanaf Mittersill. Van Bruck naar Saalfelden rijdt de normale trein van de Oostenrijkse spoorwegen. We vinden het prettiger om eerst met de trein te gaan om daarna niet meer afhankelijk van de dienstregeling te zijn. Daarom fietsen we vanmorgen naar het station van Bruck waar we de trein naar Saalfelden nemen. Geen vooraanmelding nodig, plenty ruimte en een mooie trein. Tegen twaalf uur stappen we op de fiets.

Omdat Saalfelden maar op ongeveer twintig kilometer van Bruck ligt en omdat de Tauernradweg wat varianten biedt heb ik de route zodanig aangepast dat we in totaal ongeveer 34 km moeten fietsen. We rijden daarom eerst naar het noordwesten, naar Lenzingen, en rijden daarna met een boog om Saalfelden naar het plaatsje Maria Alm, dat vijf kilometer ten oosten van Saalfelden ligt. Even na enen komen we daar aan. We gaan eerst voor koffie met kuchen, de koffie blijkt goed maar de smaak van de strudels is ver onder de maat. Met die nare bijsmaak gaan we daarna met de fiets aan de hand het centrum van Maria Alm bekijken. Het is een toeristisch geheel dat samen een verzameling restaurants oplevert. We bekijken ook de kerk van binnen. Deze blijkt erg rijk gedecoreerd met een overdaad aan marmer en vergulde afbeeldingen. 

Nadat we dat hebben gezien stappen we weer op de fiets en rijden nu door een glooiend landschap via verschillende gehuchtjes naar Maishofen. Dwars het centrum door en vervolgens naar het Zeller Meer. We volgen dit meer aan de westkant en komen daarmee vanzelf in Zell am See uit. Ook hier worden we weer verrast door vrouwen in burka gewaad. We krijgen de indruk dat hier in de buurt een asielzoekerscentrum moet zijn. Bij het station van Zell am See stoppen we even om navraag te doen naar de treinmogelijkheden voor morgen. De trein rijdt in ieder geval tot Mittersill maar we moeten ons wel telefonisch aanmelden. Vanaf nu is het nog maar vijf kilometer naar de camping waar we rond vier uur arriveren. Aukje gaat zich bezighouden met het warme eten. Ze is nog niet koud bezig of het begint te regenen, dus de luifel maar weer uit. Het dreigde de gehele dag al met bewolkt weer en een paar spetters maar nu en later in de avond zet de regen toch door. Bij de receptie weet men mij te vertellen dat voor de komende dagen toch goed weer wordt verwacht. Moed houden dus maar.

 

Dag 32, zaterdag 27 september – Per trein van Zell am See naar Mittersil en fietsend terug.

Onze tweede fietsdag vanaf de camping in Bruck begint met een fietstochtje naar het treinstation van Zell am See. Daar stappen we om twaalf uur op het lokale boemeltreintje dat ons in ruim drie kwartier naar Mittersill brengt, het eigenlijke begin van onze fietstocht van vandaag. Er gaan aardig wat fietsers mee vandaag, de fietsen worden met het voorwiel aan een haak in de coupe opgehangen. Een doeltreffende manier die men bijvoorbeeld ook bij ons in de bus zou kunnen toepassen. Vanaf het station hebben we even moeite om de de route van de Tauern Radweg te vinden. Daarna laten we Mittersil achter ons en gaan richting Stuhlfelden, het eerste dorp onderweg. Aukje heeft inmiddels trek in koffie en wil ook naar de WC. In Stuhlfelden blijken alle reataurants nog dicht, ondanks dat het zaterdagmiddag is en er heel wat fietsers op pad zijn. 

We rijden dus door naar Uttendorf, een volgend doel op onze tocht. Het valt op dat er vandaag een stevige bries staat vanuit het oosten. We hebben derhalve meestal pal tegenwind hetgeen het voordeel dat we stroomafwaarts fietsen ruimschoots compenseert. In Uttendorf zien we niet alleen dat een stuk straat is afgezet maar ook een terras met kleurige parasols. We zakken neer aan een grote tafel en bestellen koffie. Als koek heeft men apfelstrudel maar daar hebben we geen goede herinneringen aan. Even later horen we dat er ook versgemaakte heidelbeerenkuchen zijn en die willen we wel proberen. Er komt een Belgisch echtpaar aan onze tafel zitten. Het zijn Vlamingen uit de buurt van Waregem. Zij zijn hier met de auto en logeren in een hotel in Zell am See. 

De Bauernherbstmarkt van Utterhofen heeft hen hier heen gelokt. Na de koffie gaan we ook even een kijkje op de markt nemen en de gelegenheid te baat om een almburger te scoren. We stappen weer op de fiets en peddelen richting Niedernsil. Even voordat we daar aankomen houden we een drinkpauze op een bankje langs de route. Het is heerlijk zonnig fietsweer en we genieten terwijl we uitrusten. Na Niedernsil en Piesendorf fietsen we richting Kaprun. Even voordat we daar aankomen komt er een man met zijn naar schatting vierjarig jongetje ons tegemoet rijden. Vlak nadat we tegen elkaar hadden gezegd dat het ventje zo leuk fietste raakt hij zijn vaders achterwiel en rijd daarna pardoes tegen mijn fiets aan. Vallen en huilen natuurlijk. Zijn vader verontschuldigt zich bij ons, kijkt naar mogelijke verwondingen van het kereltje en helpt hem weer op de fiets. Een goede remedie om het huilen snel te stoppen. Na dit oponthoudt leggen we de laatste kilometers af tot we om kwart over vier de camping in zicht krijgen. Een heerlijke fietsdag al doet mijn kont tegen het einde van de rit wel een beetje zeer.

 

Dag 33, zondag 28 september – Verkassen naar Sankt Veit.

We willen vandaag op ons gemak naar een volgende camping verhuizen zodat we de komende dagen vanaf daar onze fietstochten kunnen voortzetten. We hebben aan de camping doorgegeven dat men om 11 uur de stroom mag afsluiten. Dit wil men van de camping uit regelen omdat het teveel aan stroomverbruik moet worden bijbetaald. In tegenstelling tot gisteren, toen de zon er pas in de loop van de ochtend door kwam, is het nu om negen uur al zonnig. Doordat de zon ook de temperatuur snel laat oplopen kunnen we buiten ontbijten. Op ons gemak maken we ons klaar voor vertrek en even voor twaalf uur rijden we de camping af. We hoeven vandaag maar ruim dertig kilometer te rijden waardoor we een uurtje later ons al op de camping van Sankt Veit installeren. Het lijkt een prima camping met als enige minpunt de doorgaande weg vlak langs de camping. Een euvel dat ons in Bruck ook al parten speelde. Nadat alles op zijn plaats staat koesteren we ons in de zon. We eten vandaag rijst met kerriesaus en nadat de afwas aan kant is en we uitgebuikt zijn van het eten gaan we te voet op pad. 

De camping ligt in feite tussen twee plaatsjes, Sankt Veit dat ongeveer 150 meter hogerop ligt en Schwarzach waarvoor we iets omlaag moeten gaan. We gaan eerst Schwarzach verkennen omdat daar het treinstation ligt dat we de komende dagen nodig hebben. Het is eerst even zoeken omdat de wegsituatie niet op voetgangers berekent lijkt. Dan zien we een brug dat een fietspad over de snelweg en spoorlijn voert en ons rechtstreeks op de Tauern Radweg brengt. We volgen het fietspad richting het treinstation en na in totaal een klein uurtje lopen komen we bij het station. Nadat we op de hoogte zijn van de vertrektijden lopen we verder richting het centrum van Schwarzach. We zien een opvallende kerk en op het daarbij gelegen kerkhof valt het op dat op een deel van het kerkhof alle smeeduizeren kruizen nagenoeg identiek zijn uitgevoerd. Na een steile klim en een stuk langs een drukke weg komen we terug op de camping. ’s Avonds kijken we tv en werk ik aan dit verslag.

 

Dag 34, maandag 29 september – Fietsen van Bruck naar Sankt Veit.

Vanaf de camping van Sankt Veit hebben we twee fietstochten gepland. Vandaag staat de eerste op het programma. Het weer is schitterend en we kunnen dus weer buiten ontbijten. Om kwart voor elf gaan we met de fiets naar het station van Schwarzach-Sankt Veit via de route die we gisteren hebben verkend. De trein richting Wörgl brengt ons in ruim een half uur naar het station van Bruck dat we nog van een eerdere fietstocht herkennen. Tegen twaalven stappen we op de fiets en rijden eerst via fietspaden of rustige binnenwegen door een stukje van het Pinzgau dal. Er is vandaag weinig wind en we peddelen dus heerlijk stroomafwaarts. Dit gaat door tot even voor Taxenbach waar we bij een mobiele hamburgerwagen een frietje eten. 

In tegenstelling tot wat wordt belooft heeft de uitbater geen koffie. Hiervoor moeten we even verderop in het centrum van het dorp zijn. Na de koffie zoeken we de route weer op. Alleen gaat deze nu niet meer over binnenwegen maar langs een drukke bundesstrasse. Weer verderop houdt zelf het fietspad op en moeten we op de provinciale weg verder. Gelukkig duurt dit niet lang maar het vervolg gaat ook over een weg zonder fietspad, al is hier gelukkig minder overig verkeer. Na in totaal ongeveer 9 kilometer met ander verkeer in onze nek zijn we blij dat we kunnen afslaan en een lokaal weggetje op mogen. Deze loopt echter af en toe zo steil omhoog dat we naast de fiets moeten lopen. We zien de autoweg en het spoor steeds verder beneden ons en wij elke keer maar verder omhoog. Ondanks dit zien we het wel als een uitdaging en verkiezen we dit traject boven het de drukke weg beneden ons.

Uiteindelijk bereiken we een stuwmeer waar we een prachtig overzicht op het dal links van ons en de bergen in de verte. Het stuwmeer dient voor de waterkracht centrale van Schwarzach maar is nu vrijwel leeg. Aan het einde van het stuwmeer gaat de weg steil omlaag. Over een afstand van twee en halve kilometer moeten we een flink stuk omlaag maar komen tenslotte wel in Schwarzach uit. We gaan eerst even inkopen doen voor de soep van vanavond en daarna rijden we naar de camping. Een prachtige fietsrit met prachtig weer waarbij alleen het middengedeelte vanwege de drukke weg wat tegen viel.

 

 

Dag 35, dinsdag 30 september – Fietsen van Sankt Veit vaar Werfen en met de trein terug.

De laatste Tauern radweg loodjes vandaag. We doen het vanmorgen rustig aan want we hoeven geen trein te halen en ook de afstand van minder dan dertig kilometer is wat korter dan anders. Het is vanmorgen weer stralend weer, dus opnieuw buiten ontbijten waarbij we zelfs een plekje onder de luifel moeten opzoeken. Tegen half twaalf fietsen we de camping af en zoeken weer de route van de radweg op. We volgen de rivier de Salzach langs de rechteroever en kunnen rustig rijden omdat het hele stuk tot Sankt Johann een fietspad zonder weg in de buurt is. Ook het plaatsje Sankt Johann laten we in feite rechts liggen want we blijven op het fietspad pal langs de oever. 

Het volgende doel is Bishofshofen dat ongeveer tien kilometer verderop ligt. Ook nu gaat de route hoofdzakelijk over een vrij liggend fietspad al is er halverwege toch nog een klein stukje waar het fietspad ontbreekt. We komen langs een plek vanwaar de helikopters van de reddingsdienst opstijgen. Er staan enkele waaraan wordt gesleuteld en even later komt er een aanvliegen en gaat landen. Met dit mooie weer is het een genot om zo lekker te fietsen en voordat we het weten naderen we Bishofshofen. 

Hier gaan we wel door het centrum maar we gaan voorbij aan de terrasjes die links en rechts op staat zij ingericht. We rijden een stukje door totdat we bij een recreatiegebied komen waar we op de bankjes naast een poel pauze houden. Aukje loopt naar de waterkant en ziet talloze kleine en ook grotere vissen in het heldere water. Vanaf hier is het nog maar ongeveer vijf kilometer naar het plaatsje Werfen. De Tauern radweg gaat nog verder tot aan Salzburg maar wij stoppen hier omdat er nu een stuk van ongeveer twintig kilometers zonder fietspad komt. Bovendien zijn er tussentijds ook geen treinstations. Wij zoeken bij Werfen het treinstation op en hoeven maar tien minuten te wachten totdat een trein komt die ons om tien over twee weer in Schwarzach afzet. Om half drie zijn we terug op de camping waar we eerst een biertje op de goede afloop van een in totaal ongeveer 185 lange fietstocht te drinken. De lucht is inmiddels aan het betrekken maar het blijft nog tot in de avond droog.

 

Dag 36, woensdag 1 oktober – Vanuit Oostenrijk naar Berchtesgaden in Duitsland.

Gisteravond heb ik de buitenboel al opgeruimd. We gaan vandaag deze goede maar erg lawaaierige camping verlaten en het is gelukt om alles droog in de camper te krijgen. Vanmorgen bleek de regen al op het dak te tikken en hoewel het niet hard gaat is het voldoende om alles op den duur nat te maken. We ontbijten ditmaal op bed met een gekookt eitje in plaats van een gebakken ei met spek en tomaat, waarvoor we de buitenkeuken gebruiken. Volgens de regels van deze camping, en die zijn in een hele waslijst op diverse plekken op de camping opgehangen, moeten we vandaag voor elf uur van de camping af zijn. Gisteren bleek even na elven de slagboom

ook daadwerkelijk gesloten. Het komt derhalve ook daarom goed uit dat er gisteravond al voorwerk is gedaan. Ik leeg de toiletcassette en breng het resterende avalwater weg waarna ik de dame in de receptie vraag of zij de stroom wil afsluiten, ook dat mag en kun je hier niet zelf doen. Vervolgens afrekenen en de afwas van het ontbijt en dan zijn we klaar voor vertrek. We gaan eerst bij de dichtstbijzijnde Lidl in Sankt Johann inkopen doen. Het is inmiddels al meer dan een week geleden dat we boodschappen hebben gedaan dus van alles is zo’n beetje de bodem in zicht. Omdat de diesel bij het naastgelegen tankstation maar 1 euro 27,6 kost besluiten we de camper vol te tanken. Met 70 liter diesel erbij gaan we op weg naar Duitsland. Hoewel het hemelsbreed maar ongeveer 40 kilometer naar het noorden is moeten we een stuk omrijden via Hallein voordat we de grens over kunnen. De rit  met vrijwel continue regen verloopt verder voorspoedig en arriveren we om even na twee uur op camping Alleweglehen op ongeveer drie kilometer voor Berchtesgaden. De receptie blijkt nog gesloten en we gaan zelf te voet de camping op te kijken wat een geschikt plaatsje voor ons zal zijn. We parkeren de camper alvast op de plaats van onze keuze en wachten tot half drie voor we naar de receptie gaan om in te schrijven en informatie over deze omgeving op te halen. We staan op een plek met TV ontvangst maar ook naast een kastanjeboom. Even nadat ik de luifel heb uitgezet om het buiten koken en eten in de regen mogelijk te maken worden we opgeschikt tot een paar flinke tikken. De kastanjeboom gooit af en toe kastanjes op de luifel en maakt duidelijk dat hij hier mee door wil gaan. Vandaag eten we broccoli met aardappelschijfjes en varkensvlees dat we bij de alleszins meevallende buitentemperatuur buiten kunnen eten. De rest van de middag en avond brengen we in de camper door.

 

Dag 37, donderdag 2 oktober – Berchtesgaden verkennen.

Vanaf gisteravond heeft het flink geregend. Nadat Aukje nog net droog teruggekeerd was van de douche begon het te regenen en ging het alras steeds harder regenen. Het ging maar door waardoor ik, als watje, de douchebeurt ditmaal heb overgeslagen. Mogelijk aangemoedigd door de regen vielen er takjes en kastanjes van de boom op onze luifel. De kastanjes maken een kabaal alsof er kokosnoten omlaag komen. De lading bladeren, takjes en kastanjes vormden een kuil in het luifeldoek waarin vervolgens weer water zich ophoopte. Daarom heb ik de luifel zo schuin mogelijk gezet hetgeen weer een beperking in het openen van de buitendeur oplevert. ’s Nachts hebben we geen last gehad van de mogelijk vallende boomvruchten zodat we vanmorgen weer monter wakker werken. Monter, maar niet vroeg want het is inmiddels kwart over tien voordat we de moed verzameld hebben om ons aan te kleden. Het is droog en de zon geeft aan dat hij vandaag zich van zijn goede kant wil laten zien. Wij willen vandaag te voet naar Berchtesgaden en dan het stadje verkennen. 

Volgens de kaart moet er een pad lopen dat ons met een omweg erheen brengt. Ik ga op onderzoek uit en vindt inderdaad aanwijzingen. De aangegeven wandeltijd via de kortste route bedraagt echter anderhalf uur. Met nog anderhalf uur terug lopen blijft er dan weinig tijd voor een bezichtiging van Berchtesgaden over. We besluiten daarom met de fiets te gaan en verlaten om kwart voor twee de camping. Wij rijden eerst stijl omlaag en komen dan bij de Berchtesgadener Ache die we stroomopwaarts via een naastgelegen fietspad tot aan het stadje volgen. We komen langs de zoutmijn die onder regie van Koning Ludweg I is uitgebouwd en Berchtegaden veel inkomsten heeft opgeleverd. Momenteel is de zoutmijn een toeristische trekpleister. Dicht bij het centrum stallen we onze fietsen en gaan te voet verder. In het centrum gaan we eerst ons licht op steken bij het VVV. We kopen een fietskaart van de omgeving, krijgen een plattegrond en Aukje verzamelt een aantal folders. Ons eerste bezoek is aan het nabijgelegen oude kerkhof. Dit is vrij groot en goed onderhouden met langs een muur gedenkplaten van alle soldaten uit de omgeving die in beide wereldoorlogen elders zijn omgekomen en begraven. Vervolgens gaan we naar het Königliches Schloss waar we alleen binnen mogen als we een gegidste rondleiding nemen. De rondleiding is in het Duits en wij zijn de enige toehoorders.

De gids vertelt haar verhaal erg monotoon en onduidelijk zodat een belangrijk deel van het verhaal ons ontgaat. We hebben wel een Nederlandstalige uitleg op schrift gekregen maar hebben geen tijd om deze tegelijkertijd te lezen. Al met al is het toch indrukwekkend en zeer de moeite waard. Het slot is vanaf 1102 gebouwd en tot 1810 een klooster geweest. Toen Berchtesgaden tegen die tijd onderdeel werd van het Koninkrijk Beieren hebben de Beierse vorsten het als zomerverblijf in bezit genomen. Momenteel is het nog steeds eigendom van de nazaten van de Beierse koning waardoor het zodanig is aangekleed dat het direct kan worden bewoond.

Na het bezoek aan het slot gaan we een stadsrondwandeling maken welke ongeveer twee uur in beslag neemt. De rondwandeling blijkt zeer de moeite waard en geeft een prachtig uitzicht over de stad en de omgeving. Het voert ons allerlei historische punten zoals de Koninklijke Villa, een groot gebouw dat een van de opvolgers van de Beierse koning heeft laten bouwen toen zijn voorganger geen zin had om het slot te verlaten. Aan het einde van de rondwandeling loopt  het tegen half zes en onze magen beginnen te knorren. We zoeken een pizzeria en na raadgeving door de plaatselijke groenteboer belanden we in een luxe restaurant waar we een heerlijke pizza krijgen voorgeschoteld. Voldaan zoeken we de fietsen weer op en peddelen richting camping waar het al donker wordt wanneer we er arriveren.

 

Dag 38, vrijdag 3 oktober – Fietstocht richting de Königssee.

Een stukje ten zuiden van Berchtesgaden ligt de Königssee. Voor veel toeristen is dat een doel voor een uitstapje erheen. Wij willen per fiets de omgeving van Berchtesgaden gaan bekijken en hebben daarom ook de Königssee als doel voor vandaag gekozen. We zijn vandaag wat vroeger dan gisteren en vertrekken daarom rond twaalf uur. Eerst weer richting Berchtesgaden hetgeen voor ons inmiddels een bekende route is maar met het mooie weer van vandaag zeker geen straf om te rijden. In Berchtesgaden is het even zoeken naar een fietsroute die naar de Königssee voert omdat de fietspaden in deze regio wel aanwezig zijn maar niet altijd even goed herkenbaar. Vaak is het een beetje kruipdoor en sluitdoor waarbij ons kaartmateriaal ook niet van de kwaliteit is die we gewoonlijk gewend zijn. Na in totaal een uur en een kwartier bereiken we toch de grote parkeerplaats waar de toeristen worden afgezet. Inmiddels hebben we trek in koffie en we rijden daarom naar de McDonalds aan de rand van het parkeertrein. De koffie smaakt niet slecht en we besluiten er ook maar een friet met baconburger te eten. Aukje gaat voor een wrap. Met een gevulde buik gaan we bekijken wat er allemaal te zien is. In eerste instantie komen we langs  souvenirwinkels en andere zaken waarmee men toeristen wil verleiden iets te kopen. De omvang van het geheel doet mij aan de uitbaters rond de grot van Lourdes denken. Aan het einde van de winkelstraat zien we iets van water glinsteren. We zijn aan het begin, of zo je wilt aan het eind van de Königssee aangeland. Hier hebben de winkels plaatsgemaakt voor rondvaartboten en terrasjes langs het water. De Königssee blijkt een lang en smal meer dat tussen steil oprijzende en met bomen begroeide bergwanden ligt. Het is nergens breed maar daar waar het meer in de Berchtesgadener Ache overloopt is het helemaal een meertje van niks. Ongelooflijk waarmee men een paar duizend mensen per dag mee weet te lokken. Nadat we het geheel hebben gadegeslagen besluiten we een rondwandeling nabij het meer te maken. Er is geen mogelijkheid om bijvoorbeeld rond het meer te wandelen maar er is wel een route van ongeveer een uur die de Mahlers wanderung heet. Na ongeveer twintig minuten lopen kom je hierbij op een uitzichtpunt vanwaar men met goed licht mooie foto’s in de lengterichting van het meer kan maken. Op het moment dat wij arriveren staat de zon echter bijna pal naar ons toe. We besluiten de wandeling te vervolgen en komen na een mooie tocht door het bos na een tijdje weer bij het grote parkeerterrein terug. Terwijl Aukje nog even bij de souvenirwinkels gaat sneupen loop ik alvast terug naar de McDonalds waar  we onze fietsen hebben achtergelaten. De zon verdwijnt achter de bergen en het wordt al kouder. We besluiten te terugtocht aan te vangen. Het is de bedoeling dat we deels via een andere route terug rijden maar ik kan op de bordjes niet het fietspad ontdekken dat we zoeken. Dan maar via dezelfde route als op de heenweg naar huis. Na een uurtje fietsen, het gaat nu stroomafwaarts, komen we weer bij de camper. Tegen het weekend loopt de camping aardig vol en vlak voor ons heeft zich een camper met Engelsen geposteerd. Ik maak een praatje met hen. Het blijkt dat zij al wat langer dan wij onderweg zijn en morgen naar het Kehlsteinhaus gaan, het voormalige “Adelaarsnest”van Hitler dat hij in 1938 als geschenk voor zijn vijftigste verjaardag van de NSDAP kreeg. Ik bestudeer de folder ervan en krijg het gevoel dat het net zo’n toeristische trekpleister is als de Königssee van vandaag. Bovendien wordt je over de speciaal naar het op 1834 hoogte gelegen gebouw via speciale bussen vervoerd. Wij laten de Engelsen graag hun genoegen en hebben plannen om morgen een wandeling in de omgeving te gaan maken.

 

Dag 39, zaterdag 4 oktober – Verkassen naar Reit im Winkl.

Na drie nachten in Berchtesgaden gaan we verkassen naar Reit im Winkl dat een kleine zeventig kilometer naar het westen ligt. We gaan via de Deutsche Alpenstrasse die ons een mooie rit belooft. Voordat we naar het westen rijden gaan we echter eerst een paar kilometer de andere kant op. We willen namelijk nog een rondwandeling maken en hebben er een uitgekozen die langs de weg naar Marktschellenberg begint. Nadat we alles hebben ingepakt verlaten we de camping en rijden naar het beginpunt van de wandeling. Zodra we in de buurt komen zien we dat het parkeerterrein al vol staat. Het is zaterdag en mooi weer, dus ook de Duitsers trekken er op uit. Gelukkig is een stukje verder nog plaats en we parkeren stoer naast een grote reisbus. 

Het start en eindpunt heeft de Kugelmühlen. Dit is naar verluid de enige nog werkende molen waarmee men van stukjes harde steen ronde kogels maakt. De molen wordt aangedreven met waterkracht. In de nabij gelegen kiosk is een hele verzameling in alle maten en variëteiten te koop. We lopen er langs richting de Almbach klamm. Zoals bij vrijwel elke klam voert een pad steeds en steil omhoog, afwisselend links en rechts van de snelstromende beek met af en toe een waterval erin. Het is echt de moeite van het bekijken waard. Het tracé door de kloof is een paar kilometer lang en door de vele toeristen schiet het ook niet erg op. Bij het punt aangekomen waar we een zijpad inslaan lopen we nog even verder om de mooie Sulzer waterval te bekijken. Het zijpad is nog steiler dan het eerste stuk door de kloof en voert steeds door een bos zodat we ook het einde van de klim niet kunnen inschatten. Uiteindelijk bereiken we de rand van het bos en staan we in de zon op een alm waar de kerk en een restaurant om aandacht vragen. De oktoberfeesten zijn nog in gang dus komt vanuit het restaurant een hoop lawaai. Wij lopen daarom maar naar de kerk om deze van binnen te bekijken. De kerk in licht en stemmig ingericht en op het moment dat wij binnenkomen maakt men zich op voor een trouwerij in klederdracht. Na een paar foto’s houden we het voor gezien en zoeken het vervolg van onze rondwandeling. We kiezen voor de Gatterweg hetgeen inhoudt dat we een steil stuk moeten afdalen. Beneden aangekomen lopen we terug naar de camper. Voordat we vertrekken drinken we eerst nog koffie en vervolgens stuur ik de Deutsche Alpenstrasse op. Na Berchtesgaden wordt aangegeven dat alleen personenwagens tot een maximaal gewicht van 3,5 ton deze weg mogen berijden. Gelukkig voldoet onze camper formeel aan deze regels zodat we door mogen. 

Het is inderdaad een mooie route met enkele pittige klimmen en afdalingen er in. Het is de bedoeling dat we onderweg stoppen voor het warme eten maar alle plekjes die we onderweg zien zijn ofwel vol, ofwel niet geschikt of we zijn er alweer voorbij. Pas op 15 kilometer voor ons einddoel van vandaag komen we langs een grote parkeerplaats waar we de camper parkeren. Na het eten tuffen we in een kwartiertje naar de camperplek. In de beschrijving op campercontact staat deze met sterk wisselende beoordelingen beschreven. We gaan eerst te voet even checken hoe de vlag er bij hangt. Achter op het inmense veld is het leeg en wij kiezen een plaats uit waar we ons als God in Frankrijk voelen. De plek krijgt in ieder geval een goede beoordeling. Later blijkt dat de stroomkasten en hetgeen vroeger het sanitair gebouw was inderdaad nergens op lijken. Verderop is er echter nog een nieuw sanitairgebouw en daar kunnen we voor 1 euro douchen. Voor ons meer dan voldoende. Wij genieten van volop rust en ruimte.

 

Dag 40, zondag 5 oktober – De kapellensteig.

Inmiddels hebben we de plannen voor het resterende deel van onze vakantie uitgewerkt. Het komt er op neer dat we nog één dag in Reit im Winkl blijven en daarna in drie etappes naar huis willen rijden. Vanmorgen na het ontbijt koesteren we ons in het zonnetje. Bij de beheerder van de camperplaats heb ik een folder met wandelingen in de omgeving opgehaald. We willen een niet al te grote rondwandeling maken. De Kapellensteig wordt als premium wandeling aangeprezen dus dat wordt onze keuze. We lopen via een pad door het open veld naar het centrum van Reit im Winkl, een tochtje van een kwartier. Het centrum is gezellig en vol met pensions en winkels. 

Op deze zondag lijkt iedereen aan het toeren en het is druk van  de automobilisten die een ritje over de Deutsche Alpenstrasse maken die dwars door het plaatsje loopt. Wij bekijken het centrum en zoeken naar het beginpunt van onze rondwandeling. Deze blijkt vlakbij de plaatselijke kerk, dus voordat we op pad gaan bekijken we eerst de kerk van binnen. Het interieur is in roze marmer en pasteltinten uitgevoerd. De ornamenten en beelden zijn verguld. Het geheel vormt een stemmig geheel en doet erg licht en harmonisch aan. Na het kerkbezoek gaan we toch op pad. Onze kaart is daarbij geen duidelijke leidraad maar de bordjes langs de route zijn voldoende duidelijk. We lopen het dorp uit en het boerenland in. De route gaat geleidelijk omhoog en al gauw krijgen we een mooi overzicht van de omgeving van Reit im Winkl. Nadat we het erf van een boerderij zijn overgestoken volgt een steile klim die echter goed begaanbaar is doordat met er trapreden van heeft gemaakt. Daarna weer een stuk min of meer horizontaal en vervolgens weer omhoog over een pad. Telkens hebben we mooie uitzichten totdat we het bos in gaan. Nog even verder omhoog en daarna afdalen via een mooi en goed beloopbaar bospad. De zon heeft plotseling plaatsgemaakt voor een gure koude nevel. Gelukkig breken de bomen nog wat van de wind en wordt het zodra we lager komen weer wat aangenamer. Uiteindelijk komen we bij de Eck kapelle waar we van de 

 gelegenheid gebruik maken om te pauzeren. Onder toezicht van Jezus aan het kruis en de links en rechts gehangenen drinken we wat en eten een Snelle Jelle. We gaan weer verder omlaag en lopen nu richting het dorp. Volgens de route moeten we nu naar de Krieger kapelle maar er zijn twee paden en het bord geeft niet duidelijk aan welke de goede is. We besluiten dat één kapel per dag wel voldoende is en gaan verder richting de dorpskern. Nadat we nog een paar winkels hebben bekeken gaan we terug naar de camping. We drinken eerst een biertje buiten in de zon en daarna Aukje begint aan het maken van de maaltijd terwijl ik de via google de thuisreis met de etappeplaatsen ga voorbereiden. ’s Avonds wordt het buiten snel kouder en we moeten op tijd douchen want vanaf acht uur gaat het sanitairgebouw op slot. De avond brengen we in de camper door.

 

Dag 41, maandag 6 oktober – Op weg naar huis, eerst naar Dettelbach.

Na twee overnachtingen op de camperplaats van Reit im Winkl vangen we vandaag de terugreis naar huis aan. Vandaag rijden we naar Dettelbach, een plaatsje aan de Main ten oosten van Würzburg, een rit van 372 kilometer. We hoeven niet al te veel werk te doen voordat we vertrekken maar het is toch al weer half elf als we wegrijden. We stoppen eerst bij Penny, een supermarkt vlakbij de camperplaats, waar Aukje nog een paar inkopen doet. Daarna volgen we de Deutsche Alpenstrasse die vanaf Reit im Winkl naar het noorden richting de E60 voert. Zodra we op de snelweg zitten houden we Munchen aan. Snelweg is een mooi woord maar tegenwoordig in Dietsland niet vaak meer van toepassing gegeven de vele opstoppingen waar we dan ook vrij snel in belanden. 

Onderweg word ik van de wijs gebracht door borden betreffende tolbetaling aan de Oostenrijkse grens. We willen helemaal niet via Oostenrijk dus stoppen we even om de route te controleren en drinken we gelijk een bakkie koffie. We sluiten daarna weer gewoon aan bij de file. In totaal zullen we vandaag zevenmaal een opstopping ondervinden wat de reisdag ongeveer twee uur langer maakt. Na Munchen gaat de rit richting Neurenberg en is het tevens tijd voor de middagmaaltijd, tijdens een periode dat we een file staan. Na het eten is er nog ongeveer 170 kilometer te rijden en tuffen we met hindernissen richting Würzburg. Even voordat we daar aankomen verlaten we de snelweg en zoeken we de camperplaats van Dettelbach op die vlak bij een veerpontje over de Main is gelegen. Het is inmiddels tegen zeven uur geworden en er staan al ongeveer dertig campers. Wij zoeken een mooi plaatsje aan de buitenkant zodat we vrij uitzicht hebben en er naast ons alleen een grasveld is. Voor vijf euro parkeergeld een prima plaats voor vannacht. Het is vandaag droog gebleven en ook nu is de temperatuur nog goed. We maken een kleine wandeling in de omgeving en besluiten niet naar het dorp te lopen omdat het inmiddels donker is geworden.

 

Dag 42, dinsdag 7 oktober – Op weg naar huis, door naar Soest.

We ontbijten, net als gisteren, in de camper en nadat de afwas is gedaan zijn we gereed om te vertrekken. Naast ons worden er fietsen in gereedheid gebracht om te gaan fietsen en Aukje krijgt ook al weer kriebels om er nog een dagje aan vast te plakken. De weersberichten zijn echter niet gunstig en nadat we net een half uurtje onderweg zijn regent het en zal het een groot deel van de dag blijven regenen. We hebben vandaag de camperplaats van het stadje Soest op het oog dat op ongeveer driehonderd twintig kilometer rijden van Dettelbach ligt. De rit gaat nu richting Kassel hetgeen inhoudt dat we vooral naar het noorden rijden.

Onderweg zijn er weer verschillende wegwerkzaamheden gaande maar omdat het vandaag veel minder druk is kunnen we in de meeste gevallen doorrijden. We hoeven slechts eenmaal een kwartiertje langzaam aan te doen. Onderweg weer een koffiepauze en daarna het middageten waarvoor we de parkeerplaats van een autohof langs de snelweg uitkiezen. Ook vandaag blijft het niet droog en het is regenachtig wanneer we de camperplaats bij het City Hotel in Soest opdraaien. Naast het City Hotel, dat een low budget hotel is, zijn 24 camperplekken aangebracht waarvan het merendeel ook een elektra aansluiting heeft. Ook is er een douchegelegenheid. We staan nog maar net geïnstalleerd of Riet belt met de mededeling dat zus Jannie vanmiddag is overleden. Hoewel we dit al een beetje zagen aankomen heeft niemand dit op zo’n korte termijn verwacht. Aan het begin van de avond maken, gewapend met paraplu, een wandeling door het centrum van Soest. De binnenstad die is ommuurd is zeer de moeite van het bekijken waard. De regen drijft ons echter weer terug naar de camper zodat we ons voornemen om als we later eens in de buurt zijn hier terug te komen.

 

Dag 43, woensdag 8 oktober – De laatste loodjes.

Met nog ongeveer 260 kilometer te gaan vangen we vandaag het laatste stuk naar huis aan. Bij de camperplaats was gratis WiFi ter beschikking waardoor ik een goedkope dieselpomp heb kunnen uitzoeken. Onderweg maken we een slingertje via het plaatsje Kamen waar we voor 126,7 euro per liter de tank vol gooien. De rest van de rit verloopt, behalve voor een koffiestop, verder zonder oponthoud al vinden we het een verademing als we Nederland binnenrijden vanwege de beter kwaliteit van het asfalt. Om half vier zijn we bij de Herenhof in Alphen waar we niet alleen de warme maaltijd in de vorm van een snack nuttigen maar ook een aar boodschappen doen zodat we daarvoor morgen niet op pad hoeven. Om half vijf parkeren we de camper bij ons huis en kunnen we terugkijken op een geslaagde vakantie.

  

Overnachtingsplaatsen tijdens deze vakantie:

 

Camperplaats   N50.32178, E7.22907  Mayen        

 

Camperplaats   N48.589078, E9.704157  Bad Ditzenbach        

 

Camping          N47.258043, E9.583291  Feldkirch

 

Camping          N47.030218, E9.957008  Batmund 

 

Camperplaats   N47.34665, E11.70388  Schwaz 

 

Camperplaats   N47.21812,  E12.17468  Krimml

 

Camping          N47.283460, E12.816748  Bruck

 

Camping          N47.324668, E13.166692  Sankt Veit 

 

Camping          N47.647837, E13.040836  Berchtesgaden

 

Camperplaats   N47.67019, E12.48414  Reit im Winkl 

 

Camperplaats   N49.80044, E10.16921  Dettelbach

 

Camperplaats   N51.57506, E8.11478  Soest