Frankrijk 2015: Parijs, Loire en Bretagne.

 

Dag 1 – Zondag 17 mei – Eindelijk op pad.

De plannen voor deze vakantie lagen al een paar weken klaar en aanvankelijk wilden we zaterdag 16 mei vertrekken. Bij nader inzien bleek het toch een beetje krap sinds onze trip van vorige week naar Den Helder, zodat het een dagje later is geworden. Gisteravond hadden we alles in de camper en in het huis voor elkaar en afgelopen nacht hebben we in de camper op de oprit bij ons huis geslapen.

Vanmorgen eerst een bakkie koffie, aankleden en tandenpoetsen. Om kwart voor acht kon de walstroomstekker uit de camper en vertrekken we richting Frankrijk. Heerlijk weer, een zonnetje en vrijwel geen verkeer op de weg. Wat wil je nog meer. Bij Hazeldonk volgde een eerste stop voor het ontbijt en nadat we de Franse grens waren gepasseerd een tweede voor de koffie. Op de terugweg van onze overwintervakantie in Spanje hebben we dezelfde route gereden als vandaag met een overnachting op de camping van Bresles die we ook nu op het oog hebben. Hierdoor weten we dat bij het stadje Albert een goede parkeerplek is om de meegenomen hutspot klaar te maken. Naast de McDonalds en als enigen op de grote parkeerplaats van Aldi lukt dat prima. Na afloop genieten we nog even van de middagzon met een bakkie thee erbij voordat we de laatste 85 kilometer aanvangen. Al kort na vertrek komen we bij een wegomleiding die er voor zorgt dat we ongeveer tien kilometer extra moeten rijden en dus ook een stuk nieuwe route krijgen voorgeschoteld.

Links McDonald....  Rechts McAukje 

Hoewel de route over binnenwegen gaat is het geen straf om door dit glooiende tele-tubbie landschap te rijden. Zeker nu de zon schijnt en de natuur op zijn mooist is. Om kwart over vijf belanden we bij de camping. Voordat we ons kunnen melden komt er iemand naar ons toe met de mededeling dat de eigenaar er niet is en dat iedereen zelf maar een mooi plekje moet uitzoeken. Dat kun je wel aan Aukje overlaten en we belanden daarom op een prachtplaats aan het einde van de camping. Wel een eind wandelen naar het sanitair gebouw, maar dat merken we vanavond wel. Eerst tijd voor het genieten van een pilsje in de avondzon.

 

Maar wat blij met zo'n prachtplek

Dag 2 – Maandag 18 mei – Onthaasten

Gisteravond hebben we nog een wandeling naar het centrum van Bresles gemaakt om het stadje te verkennen. Het oogt allemaal een beetje aftands en is zeker geen toeristisch hoogtepunt. Alleen het kerkhof, de oude kerk en het voormalige château dat tegenwoordig dienst doet als ‘Hotel de Ville’ zijn de moeite van het bekijken waard. Vanmorgen worden we met een heerlijk zonnetje wakker. Perfect weer om buiten het ontbijt te bakken en later heerlijk in het zonnetje te onthaasten. Voor vandaag staat alleen nog een wandeling naar het nabijgelegen moerasgebied op het programma. In de loop van de middag betrekt de lucht maar we slagen er toch in om de wandeling van ongeveer zeven kilometer zonder noemenswaardige spetter te volbrengen. Een mooie wandeling door een omgeving met een grote variëteit aan bloemen en planten. Terug in de camper vallen er aan het begin van de avond een paar flinke buien maar daar heeft alleen ons campingmeubilair dat nog buiten staat last van.

 

Lange rechte wandelpaden..

Dag 3 – Dinsdag 19 mei – Via Beauvais naar Maisons Laffitte bij Parijs.

Vandaag verhuizen we naar een camping vlakbij Parijs om vandaar met de metro gemakkelijk naar het centrum van de stad te kunnen reizen. We verlaten de camping in Bresles wel met enige weemoed. Niet alleen omdat we zo’n mooie en rustige plek in het groen hadden met het geluid van vogels, maar ook vanwege de ezel die ons op gezette tijden met zijn ieaa gebalk verraste. Waarschijnlijk door zijn Franse uitspraak klonk het een beetje als het fluitsignaal van een oude stoomlocomotief.

Rond half twaalf rijden we naar Bauvais op ongeveer dertien kilometer afstand. Enerzijds om bij de Lidl aldaar voor een week boodschappen in te slaan maar ook om het centrum van de stad met zijn mooie kathedraal te bekijken. Nadat de boodschappen aan boord zijn en de koffie achter de kiezen gaan we een paar kilometer verder naar de camperplaats nabij het centrum. In het centrum blijkt het centrale plein momenteel op de schop maar verderop komen we bij de prachtige kathedraal die uit de dertiende eeuw stamt. Van buiten is het en robuust en imposant met overdadige versieringen. Binnen is het sober en valt vooral de enorme hoogte van het middenschip en het prachtig uitgevoerde grote uurwerk op. Weer buitengekomen bekijken we nog het voormalige bisschoppelijke paleis naast de kathedraal dat van een afstand met zijn torens meer op een kasteeltje lijkt. We lopen door het centrum terug richting de camper.

Enorm hoog.. dus te top komt er niet op

Prachtig uurwerk

Jeanne d'arc heeft haar eigen kapel

Bij de kerk van Saint Etienne aangekomen begint het plots te stortregenen zodat we graag de kerk in vluchten. Voor Aukje al fotograferend een kans om zich uit te leven terwijl ik het al wat sneller heb gezien en het verloop van de regenbui buiten in de gaten hou. Zodra het droog is wandelen we terug naar de camper en beginnen aan de ruim zeventig kilometer die ons nog resten naar de camping in Parijs. Om vijf uur parkeren we de camper op de ons toegewezen plaats en start Aukje met het klaarmaken van de warme hap. Nog voordat we klaar zijn met de afwas komt er weer een flinke bui, ditmaal met hagel erbij. De zonneluifel doet ook nu weer dienst als regenluifel.

 

Dag 4 – Woensdag 20 mei – Rondwandeling door het centrum van Parijs.

Voor Aukje is het de eerste maal dat zij in Parijs komt dus mag ik een beetje voor gids spelen. We hebben besloten om vandaag een rondwandeling door het centrum te maken om de sfeer van de stad te proeven. Het is al rond een uur als we uit de trein stappen bij station Charles de Gaulle-Etoile. Bovengronds gekomen staan we pal voor de Arc de Triomph die natuurlijk direct op de foto moet. We zien mensen hoog bovenop het bouwwerk en we besluiten hun voorbeeld te volgen. Voor 9,50 euro per persoon klimmen we de lange wenteltrap op die ons uiteindelijk naar een groot platform brengt vanwaar we met een half bewolkte lucht een prachtig uitzicht over de stad hebben.

 La Defense

Montmartre, let ook op de daktuin

Eiffeltoren

Het weer valt zeker niet tegen als je bedenkt dat we vlak voor vertrek nog een stortbui met volop hagelstenen op het camperdak hoorden vallen. Nadat we weer op de begane grond zijn beland lopen we de Champs Elyssee af waarna we via de Place de la Concorde en de Tuileries bij het Louvre komen. Het is opvallend hoeveel toeristen er in het voorjaar al op de been zijn en ook hoeveel bewapende bewaking bij verschillende overheidsgebouwen aanwezig is.  

Massieve gebouwen 

Lijkt dit niet een beetje Duits?

Een vleugel van het Louvre

Bij het Louvre gaan we verder langs de Seine en over de Pont Neuf naar de Kathedraal Notre Dame. Op het plein voor de kerk is het aardig druk maar de lange rij voor de ingang doet ons besluiten om vandaag niet te proberen te binnenkant van de kerk te bekijken. In plaats daarvan lopen we door naar de zuidoever en verder door de wijk Saint Germain des Prés richting Hotel des Invalides. 

Pont des Arts behangen met hangsloten

Karel de Grote voor de Notre Dame

Kathedraal Notre Dame

Vlak voordat we daar zijn dreigt een bui roet in het eten te gooien maar deze weten we tijdig af te weren door een koffie en plaspauze in te lassen. Na de bui lopen we alsnog langs het Hotel des Invalides en vandaar via het Champ de Mars naar de Eifeltoren. Het is inmiddels na zessen en we hebben Parijs al van boven gezien en daarom lopen we verder richting de Arc de Triomph om de trein terug naar de camping te nemen. Rond half acht zijn we terug bij de camper en kiezen ervoor om de Take Away op de camping uit te proberen. Moe maar voldaan kijken we terug op een fijne dag waarbij we naar schatten wel ruim vijftien kilometer onder onze voeten zijn doorgegaan.

Hotel voor zwervers....

.... Hotel des Invalides

Grote en kleine Eifeltorens

 

Dag 5 – Donderdag 21 mei – Montmartre en Place du Tertre.

Na de lange wandeling van gisteren willen we vandaag wat gas terugnemen. Aukje heeft een aantal wandelingen van internet gedownload en voor vandaag kiezen we er een die slechts iets meer dan twee kilometer lang is. We gaan met de RER en metro naar station Anvers bij Montmartre. Via een smalle straat met vooral souvenirwinkels komen we aan de voet van de heuvel waarop de Basiliek Sacre Coeur is gebouwd. We kunnen met de tandradbaan omhoog maar wij nemen de trappen omdat we niet terugschrikken voor een klimmetje. Bij de aanvang daarvan worden we opgewacht door een groepje mensen van Afrikaanse afkomst die ons op een licht agressieve manier een lintje om de arm willen knopen en daar erna natuurlijk een tegenprestatie voor willen. Bovengekomen bekijken we eerst het uitzicht vanaf de heuvel richting het centrum en kiezen daarna een bankje uit om onze meegebrachte koffie te drinken. Vervolgens bekijken we de witte (nou ja grijze) kerk van buiten en daarna van binnen. Je mag binnen niet fotograferen maar de meeste mensen lijden aan geheugenverlies zodra ze de suppoost bij de ingang voorbij zijn. De kerk is wel imposant maar niet erg mooi of rijk versierd en voor Aukje zijn alleen enkele beelden het fotograferen waard. 

Na het verlaten van de kerk lopen we naar het Place du Tertre dat tegenwoordig vooral het domein is van portret- en landschapsschilders en natuurlijk de toeristen die er komen. Voor twintig euro kun je een goed lijkend portret laten tekenen waarop je er net ietsje mooier opkomt dan je zou verwachten. Na een rondje over het plein dat een gezellige sfeer ademt vervolgen we de wandelroute die ons langs de wijngaard van Montmartre en de twee windmolens voert. Deze molens zijn het onderwerp geweest van veel schilders, waaronder Van Gogh en Renoir.

Uiteindelijk komen we uit bij het kerkhof van Montmartre. Dit is op dat van Père Lachaise na het bekendste van Parijs met onder meer de graven van Dalida, Ampère, Sax en Offenbach. Een rondje over dit grote kerkhof, waar men dwars over het kerkhof een viaduct heeft gebouwd, levert Aukje de nodige foto’s op voor haar rubriek in Aukjes Corner. Het kerkhof maakt overigens een slecht onderhouden indruk. Zodra we weer bij de uitgang aankomen lopen we verder naar het metrostation van Blanche waarna we in een uurtje terug zijn op de camping. Tijd voor een biertje, de warme hap, koesteren in de avondzon en wat internetten.

     

 

Dag 6 – Vrijdag 22 mei – De catacomben van Parijs.

Op het verlanglijstje van Aukje heeft een bezoek aan de catacomben een hoge plaats. Vandaag gaan we er heen al moeten we volgens de opgave van internet rekening houden met een fikse wachttijd omdat er slechts 200 mensen tegelijkertijd ondergronds worden toegelaten. Om een uur komen we bovengronds bij station Denfert-Rocherau op de linker Seineoever waar we direct kunnen aansluiten bij de rij wachtenden voor de catacomben. Het is mooi weer en zo’n rij wachtenden met hetzelfde doel schept ook een soort band. Na één uur en vijftien minuten in de rij zijn we uiteindelijk aan de beurt. De catacomben dateren uit de middeleeuwen toen in Parijs een netwerk van in totaal 200 km aan steengroeven is gegraven. Enkele eeuwen lang zijn ze daarna in de vergetelheid geraakt totdat men rond 1800 op het idee kwam om de beenderen vanaf overvolle kerkhoven elders in Parijs er in onder te brengen.

Wachtrij van vijf kwartier...

In ongeveer vijftig jaar zijn de skeletten van zo’n zes miljoen mensen zorgvuldig opgestapeld, waarna men er weer lange tijd geen aandacht meer aan heeft besteed. Totdat vandaag de dag de eigenaar, de gemeente Parijs, er per dag zo’n 20.000 euro aan entreegeld uit kan peuren. Niet duidelijk is hoe het met de royalty's voor de tentoongestelden is gesteld. We dalen eerst via een wenteltrap enkele tientallen meters af en komen vervolgens in een ruimte waar op borden wordt uitgelegd hoe het materiaal van de steengroeven hier indertijd verzeild is geraakt. Vervolgens lopen we door lange gangen naar het begin van de verzameling knekels. Het gaat nu ruimte na ruimte verder met opgestapelde botten en schedels waarbij men soms ludieke figuren zoals hartjes heeft gemaakt maar ook steeds heeft vermeldt van welk kerkhof de resten afkomstig zijn en op welke datum het opstapelen heeft plaatsgevonden. Als je zo langs de rijen met beenderen loopt en je realiseert dat er in de oorlog ongeveer evenveel Joden zijn omgebracht dan begint dat aantal wel een stuk meer voor je te leven. 

Na afloop volgt weer een lange ondergrondse gang en een wenteltrap naar boven waarna we opeens buiten staan en ons met de kaart moeten oriënteren waar we vandaan zijn gekomen. We besluiten naar het Palais du Luxembourg te lopen en scoren op de weg erheen een patatje dat we lekker in de zon in een park oppeuzelen. Met het huidige mooie weer is de tuin van het Palais du Luxembourg bezaaid met mensen die lekker luieren in de milde voorjaarszon hetgeen een vrolijke aanblik geeft. Van hieruit lopen we naar het Patheon dat echter wegens restauratiewerkzaamheden gesloten is voor het publiek. De schuin erachter gelegen kerk van Saint Etienne du Mont is wel open en herbergt een aantal bijzondere zaken, zoals de tombe van Saint Geneviève (de beschermheilige van Parijs), de glas in lood ramen en de ‘Jube’ (het bijzondere koorhek). 

Palais du Luxembourg

Saint Etienne du Mont

De 'Jube' van de kerk

Na ons kerkbezoek lopen we door het Quatier Latin naar de Notre Dame waar we al eerder zijn geweest. Ditmaal sluiten we ons aan in de rij en kunnen we korte tijd later de kathedraal van binnen bewonderen. Terwijl we door de grote kerk lopen is er een dienst (het lof) aan de gang waarbij mooi wordt gezongen hetgeen sfeerverhogend werkt. Na de rondgang door de kerk keren we weer huiswaarts en tegen half acht zijn we terug bij onze camper.

 

Dag 7 – Zaterdag 23 mei – Père Lachaise.

Het kerkhof Père Lachaise is het bekendste kerkhof van Parijs omdat daar een aantal bekendheden uit het verleden, waaronder Chopin, Bizet, Edit Piaf, Oscar Wilde en niet te vergeten Jim Morrisson (van de Doors) begraven zijn. Voor ons, net als voor een paar miljoen andere bezoekers, een aanleiding om hier een kijkje te gaan nemen. Met ruim 60000 graven is het ook omvangrijk zodat het ondoenlijk is om het gehele kerkhof te bekijken. Vandaag wordt de reistijd wat langer dan normaal omdat er vanwege werkzaamheden aan het spoor een gewijzigde dienstregeling geldt. Dit houdt in dat er minder frequent wordt gereden en dat de trein een omweg maakt en bij het station Saint Lazare uitkomt. Maar ook deze uitdaging overwinnen we al is het wel al twee uur wanneer we de metro verlaten. We stuiten direct op een vlooienmarkt die langs de muur van het kerkhof is opgesteld. Voor mij onbegrijpelijk dat er nog mensen zijn die belangstelling hebben voor de junk dat er wordt aangeboden. Zodra we via de hoofdingang het kerkhof op lopen valt het op dat er, net als bij het kerkhof van Montmartre, van enige organisatie of beheer niets te bespeuren valt. Links zien we alleen een bord met de plattegrond van het kerkhof en een lijstje van de honderd bekendste mensen met daarbij een aanduiding waar je hun graf zou moeten kunnen vinden. We besluiten om eerst kris kras over het kerkhof te lopen zodat Aukje de gelegenheid krijgt om naar fotogenieke ornamenten te zoeken. 

Misschien geen vlooien... maar verder is er alles

Jim Morrisson

Nog steeds veel belangstelling van jong en oud

Achter op het kerkhof komen we toevallig langs het graf van Oscar Wilde en aan de rand is er een zone met indrukwekkende gedenkmonumenten voor de slachtoffers uit de verschillende concentratiekampen uit de tweede wereldoorlog. Een stuk verder komen we bij een tweede overzichtsplaat met namen zodat ons geheugen weer een beetje wordt opgefrist. Dat betekent niet dat we het graf van Edit Piaf kunnen vinden maar in de buurt van het graf van Jim Morrisen hebben we meer geluk vanwege de mensenmenigte die ons de weg wijst. Rondom het bescheiden en geheel ingebouwde kleine graf zijn dranghekken geplaatst om het publiek top afstand te houden. We vervolgen onze route en komen onder meer nog bij de graven van Chopin en van Bizet waar aanmerkelijk minder belangstelling voor is. Het is opvallend hoe bescheiden sommige van deze graven zijn, in tegenstelling tot de protserige bouwwerken bij de graven van voor ons nietszeggende families. Ook op dit kerkhof wordt heel weinig onderhoud aan de grafmonumenten gedaan zodat een flink deel behoorlijk in verval is geraakt. Tegen vijf uur besluiten we het voor gezien te houden. Vooraf waren we van plan om na afloop nog naar de het Centre Pompedou te gaan maar vanwege de extra reistijd besluiten we direct metro en trein te pakken zodat we rond half zeven weer bij de camper zijn.

 

Dag 8 – Zondag 24 mei – Musee d’Orsay.

Op mijn verlanglijstje voor Parijs stond vooral een bezoek aan het Musee d’Orsay waar westerse kunst uit de periode tussen 1850 en 1914 ten toon wordt gesteld. Het bevindt zich in het voormalige treinstation Gare d’Orsay en is pas sinds 1986 opengesteld. Te zien zijn een grote collectie schilderijen, beeldhouwwerken en gebruiksvoorwerken uit genoemde periode. Rekening houdend met de treinenloop gaan we wat eerder van huis zodat we ons om half een kunnen aansluiten bij de rij wachtenden voor de ingang. Een half uur later zijn we aan de beurt om een veiligheidscontrole te ondergaan die vergelijkbaar is met die op Schiphol. Daarna nog kaartjes kopen en mijn rugzak afgeven en we kunnen naar binnen. We komen direct in de grote voormalige stationshal die niet alleen kolossaal van afmetingen is maar er ook erg fraai uitziet. 

De hal van het voormalige treinstation

Detail met stationsklok

Blik vanaf het dak... ook van buiten mooi

Het middenstuk op de begane grond en de balustraden aan de zijkant is ingeruimd voor een grote collectie prachtige beeldhouwwerken waaronder een aantal van Rodin. Het voormalige toegangsportaal met de kantoren er omheen is omgetoverd in een schier eindeloze hoeveelheid ruimten met talloze schilderijen, interieurs en gebruiksvoorwerpen. We lopen met tussenpauzes enkele uren achtereen van ruimte naar ruimte en verbazen ons over hetgeen we allemaal krijgen voorgeschoteld. Als je alles op je gemak zou willen bekijken kun je er wel een paar dagen in plaats van een middag aan besteden. Zodra we het gevoel krijgen dat we verzadigd raken besluiten we huiswaarts te gaan zodat we ook vandaag weer rond half zeven de camping op lopen.

Een greep uit de grote collectie beelden....

....... impressionistische schilderijen .....

.... en klassieke schilderijen uit het tijdvak 1850-1914.

 

Dag 9 – Maandag 25 mei – Pas op de plaats.

In de omgeving van Parijs staat alleen een bezoek aan het Paleis en de tuinen van Versailles nog op ons programma. Maar het paleis is op maandag gesloten. Dus voor ons een kans om een rustig dagje in te lassen waar we inmiddels ook wel een beetje aan toe zijn. Vandaag een beetje huishoudelijk werk,  internetten, aan het verslag werken en een wandelingetje in de omgeving waarmee de dag ook om vliegt.

 

Dag 10 – Dinsdag 26 mei – Op naar Versailles.

Vandaag staat een bezoek aan het Chateau de Versailles op ons programma. Versailles ligt een stukje buiten het centrum van Parijs. Dit betekent een wat langere reistijd maar ook een andere route omdat we nu van voorstad naar voorstad gaan. Vroeg op derhalve en we slagen er in om kwart voor tien op het station in de rij voor het loket aan te sluiten. Voor ons staat een groep Filippijnen die hun uiterste best doen om zowel het geduld van de loketbediende als mijn geduld uit te testen. Na ongeveer een half uur heb ik onze kaartjes en een aanwijzing hoe te reizen zodat we de trein op kunnen zoeken. We moeten op station La Défense overstappen op de paarse lijn L, maar daar aangekomen zien we alleen aanwijzingen voor lijn T2. Na wat omzwervingen moeten we weer een poortje passeren om bij het perron te geraken. Dat gaat niet door want het poortje weigert ons resoluut de doortocht. Gelukkig is er nog een ticket verkooppunt van vlees en bloed in de buurt en zodra ik de zaak daar uitleg krijgen we gelijk speciale kaartjes uitgereikt waarmee we alsnog verder mogen. Zonder verder oponthoud arriveren we in de buurt van het Chateau en na nog even een bakkie koffie in Café l’Arrivée sluiten we aan in de rij bij de ticket verkoop. Na een uur in de rij zijn we aan de beurt, het is inmiddels kwart over één, en we kiezen ervoor om alleen het Chateau te gaan bekijken. Je kunt ook nog naar het Trianon en naar de tuin, maar omdat we al gezien hebben dat we straks in de volgende rij moeten aansluiten zien we daar maar van af. 

Een klein deel van de rij voor de ingang

Op de binnenplaats van het chateau

Lodewijk XIV wist overdaad te waarderen

 

Na nog een uur en een kwartier in de wachtrij kunnen door de veiligheidscontrole waarna we ditmaal onze rugzakken gewoon mee naar binnen mogen nemen. Er is een ‘sens de visité’ aangegeven en we volgen derhalve de aanbevolen looprichting. Van lopen komt echter de eerste tijd niets terecht. Het is binnen zo druk dat het een soort langzaam schuifelen langs de verschillende vertrekken wordt waarbij je zo nu en dan een foto kan nemen zonder een Chinees er op. Ik dacht altijd dat er alleen in China veel Chinezen waren. De vertrekken zijn overdadig aangekleed, erg druk en met veel goudkleurige zaken opgesierd. Naarmate we verder komen worden de ruimten groter en neemt ook de drukte wat af zodat er nu wat meer te genieten valt. Een eerste hoogtepunt vormt de spiegelzaal (waar na de eerste wereldoorlog

de Vrede van Versailles is gesloten) met een enorme hoeveelheid kroonluchters, wand- en plafondversieringen en natuurlijk de spiegels die echter nodig gepoetst moeten worden.

De spiegelzaal

De kapel

Josephine door Napoleon gekroond

Vanuit de spiegelzaal kom je in de verblijven van de koning waar onder meer zijn slaapkamer met hemelbed kan worden bekeken. Daarna komen we in ‘La Galerie des Batailles’. Deze is zeker zo groot als de spiegelzaal, maar in plaats van spiegels heeft men hier de wanden gevuld met enorme schilderijen van het formaat Nachtwacht. De hele geschiedenis van Frankrijk komt aan de beurt, van Koning Clovis via Karel de Grote en Jeanne d’Arc tot aan Napoleon, waarbij men het verloop van de veldslagen gedetailleerd in beeld brengt. Alleen een schilderij van de Slag bij Waterloo mist nog, maar daar zal wel geen plaats meer voor zijn geweest (omdat deze was verloren). 

Een volgend hoogtepunt is de kroningszaal waar we zien dat keizer Napoleon zijn Josephine de kroon op het hoofd zet (zijn eigen kroon heeft hij zelf op zijn hoofd gezet). De kroning vond overigens niet hier plaats maar in de Notre Dame. Wie wil weten hoe de kroning precies 

in zijn werk ging klikt op de knop hiernaast voor een link naar wikipedia. 

Slaapkamer

Bibliotheek

Salon

Na een pauze waarbij we op de binnenplaats van het Chateau onze meegebrachte snacks verorberen, bezoeken we tenslotte het gedeelte van de ‘verblijven voor de vrouwen’. Hier ook overdaad maar wel stemmiger en ook met (volgens mij) wat meer smaak ingericht. Voldaan keren we tenslotte huiswaarts. De terugreis gaat voorspoedig en op weg naar de camping doen we nog wat boodschappen zodat tegen zeven uur weer terug zijn in ons eigen ‘Chateau op wielen’.

 

Dag 11 – Woensdag 27 mei – Verkassen naar de Loire.

Tevreden, maar ook met een gevoel dat het nu wel genoeg is maken we ons op voor het vertrek naar het volgende onderdeel van onze vakantie. We gaan fietsen langs de Loire en ons volgende reisdoel wordt camping Val de Flux in Beaugency. We moeten uiterlijk om elf uur de camping verlaten, maar het onze inmiddels opgedane ervaring in vroeg opstaan is dat geen probleem. Via een stop bij de dieselpomp rijden we naar het plaatsje Angerville om boodschappen te doen en maken daarbij van de gelegenheid gebruik om eten te koken. Vanaf hier is het nog anderhalf uur rijden en om half zes melden we ons bij de receptie van de camping. De campingbaas handelt de formaliteiten soepel af en we mogen zelf een mooi plaatsje uitzoeken op de grote camping die nog niet voor een kwart is gevuld. De plek die we uitkiezen heeft privacy, gras voor de deur, schotelontvangst en is nabij het wifi station dus dat is niet verkeerd. We staan nog maar net of onze Engelse buurman Michael komt voor een praatje en deze voormalige koeienboer gaat maar door met praten totdat hij wordt weggeroepen voor de barbecue. Het gratis internet blijkt overigens wel kuren te vertonen zodat we overwegen om morgen onze eigen betaalde internetverbinding op te starten.

 

Dag 12&13 – Donderdag 28 & Vrijdag 29 mei – Even bijkomen en de omgeving verkennen.

Vandaag en morgen gaan we eerst in en rond de camper even orde op zaken stellen. Zo wordt het weblog bijgewerkt en leeft Aukje zich uit met de was. Daarnaast bakken we een broodje en bakken we zelf een poosje in de zon. Ook gaan we Beaugency verkennen. Dit blijkt een oud stadje met een geschiedenis die teruggaat tot 1200. Indertijd bezat het de enige brug over de Loire tussen Blois en Orleans en daarmee was het een welvarende handelsplaats. De Loire is overigens wel breed maar niet erg diep en bezaaid met zandbanken en eilandjes. Daartussen stroomt het erg hard zodat de rivier graag door kajakkers wordt gebruikt. Onze camping ligt aan de andere kant van de rivier pal tegenover het stadje en zodra we de brug over zijn staan we direct in het centrum. Het eerste dat opvalt is de grote middeleeuwse kerk met aan de achterzijde een oud hotel en restaurant er tegenaan gebouwd. Dat houdt natuurlijk in dat we de binnenkant van de kerk willen bekijken. Deze blijkt sfeervol hoewel sober maar doordat we de enige bezoekers zijn en er stemmig geluid klinkt is vooral Aukje enthousiast. Daarna lopen we verder door naar het centrum en komen langs het château dat nu een museum herbergt en een tweetal torens die het restant zijn van de verdedigingswerken. Het valt op dat er (behalve ons) geen toeristen zijn hoewel het stadje zich daar zeker toe leent. Voordat we terug richting de camping gaan informeren we op het station naar treinenloop en de mogelijkheid om fietsen mee te nemen in de trein.

Deze brug is van na 1200, maar de rivier was toen even breed als nu.

De eilandjes in de rivier zijn een eldorado voor vogels

Hotel en restaurant in de voormalige abdij achter de kerk.

 

Dag 14 – Zaterdag 30 mei – De eerste fietsdag van Orléans naar Beaugency.

Om zeven uur ben ik uit de veren zodat we rustig de tijd hebben voor het ontbijt en nog wat huishoudelijke zaken rond de camper te regelen voordat we om haf elf op de fiets stappen om de trein naar Orléans te pakken. In Orléans zoeken we in het centrum eerst het VVV op voor een rondwandeling. We krijgen een boekje waar er wel negen in staan, maar één is voor ons voldoende. We kiezen voor een route door het middeleeuwse centrum van de stad. We drinken de meegenomen koffie op en lopen eerst naar de kathedraal die Orléans domineert zoals de Domtoren dat doet in Utrecht. Van buiten is deze al zowel groot, robuust maar ook prachtig gedecoreerd waarbij hij kan wedijveren met de Notre Dame. Ook van binnen is de kerk prachtig en groot en hoog natuurlijk, waarbij het opvalt dat de kerk met vaandels en tapijten een vrolijke en warme uitstraling heeft. Een plus is bovendien dat er in vrijwel geen mensen in de kerk zijn, zeker in vergelijking met de menigte die we in de Notre Dame aantroffen.

Het station oogt wel een beetje verouderd

De kathedraal met vaandels

Aan de buitenkant rijk versierd

Na het kerkbezoek beginnen we aan de rondwandeling die ons door straatjes met vakwerkhuizen voert. We komen via de Rue Jeanne d’Arc weer terug bij onze fietsen. We scoren nog een patatje en rijden via het centrale plein, waar we door Jeanne worden uitgezwaaid die daar als een levensgroot standbeeld zittend te paard is vereeuwigd, de stad uit. Zoals wellicht bekend heeft Jeanne d’Arc in 1429 als 17 jarige het leger aangevoerd dat Orléans na vijf maanden van Engelse belegering heeft ontzet. Na een mislukte poging om die klus in Parijs te herhalen is ze in ongenade gevallen en twee jaar later na een schijnproces door de Engelsen in Rouen als ketter op de brandstapel gezet. 

Kathedraal gezien vanaf de Rue Jeanne d'Arc

Middeleeuws Orléans

Overal kom je haar tegen

We rijden eerst een stukje langs de Loire en steken vervolgens de rivier over om langs de zuidoever verder te rijden. De route volgt de winterdijk van de rivier die boven de omgeving uitsteekt. We hebben daarom een mooi uitzicht op de rivier en het landschap achter de dijk. In het dorpje Saint Hilaire houden we onze lunchpauze en vervolgens gaat het verder naar Meung-sur-Loire waar we opnieuw de rivier oversteken. Het weer is goed en de natuur is prachtig. Alleen een stevige tegenwind maakt dat het zeker niet vanzelf gaat. In Beaugency aangekomen gaan we over de ons inmiddels bekende brug naar de camping en zijn we weer ‘thuis’ na een lekker dagje fietsen.

Gezicht op de Loire onderweg

Klaprozen en korenbloemen

Overal, je moet er wel oog voor hebben

 

Dag 15 – Zondag 31 mei – Van Blois terug naar Beaugency.

De weersverwachting voor vandaag is niet erg gunstig want er worden vanmiddag buien verwacht die later moeten overgaan in aanhoudende regen. Zodra we wakker zijn horen we echter al getik op het dak en zo laat is het nou ook weer niet. Het blijkt slechts een waarschuwing want na het ontbijt is het, hoewel zwaar bewolkt, al weer droog. We besluiten toch op pad te gaan al hebben we de plannen wel een beetje aangepast. In plaats van hieruit langs de Loire naar Blois, ons volgende doel, te rijden doen we het net andersom en starten we in Blois. Dat heeft als voordeel dat we ’s middags niet op de trein hoeven te wachten die op zondag maar eenmaal per twee uur (met fietsvervoer) rijdt. Bovendien staat er vandaag een harde zuidwesten wind die we straks in de rug gaan krijgen dat zeker als het regent een stuk gunstiger is. Om half elf gaan we weer op de fiets naar het station waar we ook ditmaal de trein van elf uur pakken, hoewel vandaag in tegengestelde richting. In de trein kunnen we de fiets aan het voorwiel in een haak hangen, een systeem dat we in Oostenrijk ook zijn tegengekomen en goed werkt. In Blois besteden we geen tijd aan het bekijken van de stad omdat  we hier bij een

volgende etappe nogmaals komen. In plaats hiervan rijden we richting de rivier, een route die zichzelf wijst omdat het steeds maar omlaag gaat. Net over de brug gaan we linksaf langs het water over een alternatieve route omdat er wegwerkzaamheden zijn. Verderop heeft men een nieuw fietspad aangelegd dat super rijdt. Alleen heeft men vergeten om nieuwe aanwijzingen aan te brengen en op een bepaald moment zouden we volgens ons boekje rechtsaf moeten terwijl er inmiddels geen weg meer is voor fietsers. We besluiten de rivier verder te volgen en komen een paar kilometer verderop bij een camping die wel weer op onze kaart staat. Eerst de meegenomen koffie opdrinken en dan verder. We rijden nu over binnenwegen door afwisselend landschap met volop korenbloemen en klaprozen totdat we in het plaatsje Huisseau-sur-Cosson weer op de oorspronkelijk route uitkomen. 

Het volgende doel is het Château  de Chambord met het enorme landgoed eromheen. Na een paar kilometer bereiken we de ingang van het landgoed en vanaf hier is het nog drieënhalve kilometer tot het kasteel. Het landgoed omvat 5500 hectare en de muur eromheen is 35 kilometer lang. Tot nu toe hebben we over het weer niet te klagen, af en toe een regendrupje maar verder droog. Bij het kasteel aangekomen begint het echter te miezeren en ik vrees dat de lang beloofde regenperiode is gearriveerd. 

Is dit een kasteel of is dit geen kasteel?

We besluiten het kasteel te gaan bekijken waarbij we eerst in een naastgelegen kerkje terecht komen waar juist een baby is gedoopt. Het kasteel  ziet er van buiten precies uit zoals een kasteel in een sprookje, veel mooier en sierlijker dan bv. het kasteel van Versailles. Er is een veelheid van torens en versieringen en het geheel is erg groot maar ook in balans met elkaar. Binnengekomen kom je op een open ruimte waarin de donjon (verstrekte burcht) de centrale plaats inneemt. Midden in de donjon neemt de dubbele wenteltrap een centrale plaats in. Het zijn twee trappen die als wokkels in elkaar zijn gewikkeld, waarbij als je een trap omhoog neemt de mensen op de andere trap wel kunt zien maar nooit tegenkomt. Aan de binnenzijde is het enorme kasteel sober uitgevoerd. Er is een flink aantal kamers gevuld met moderne kunt waarvan wij beiden vinden dat het niet het niveau van de kleuterschool ontstijgt. Daarnaast is er toch nog genoeg uit het verleden te bewonderen zodat de twee en half uur die we in het kasteel doorbrengen zo voorbij zijn. 

Buitengekomen gaan we direct weer op de fiets. Het is wonderwel gestopt met regenen en het zal ook de rest van de rit naar huis droog blijven. We moeten nog meer dan de helft van het dagtraject afleggen. Nadat we even moeite hebben om de route weer terug te vinden rijden we vlot naar Saint-Dyé-sur-Loire en vandaar langs de rivier naar Muides-sur-Loire waar we de over de brug gaan en langs de noordoever van de rivier over een prachtig fietspad richting Beaugency rijden. Met de wind in de rug vorderen we goed en precies om zes uur zijn we terug op de camping.

 

Dag 16 – Maandag 1 juni – Wasdag.

We hebben afgelopen donderdag pas één was gedraaid, maar met één komen we niet weg. Omdat de machine van deze camping goed schoon wast wil Aukje ook de rest van de was hier doen. Vandaar dat we vandaag willen benutten om de rest van de was te doen. Ook het weer zit mee dus kunnen we de was wellicht aan onze waslijn drogen. Om half elf ga ik naar de campingbaas om de muntjes en de sleutel van de wasruimte te vragen. Hij vertelt dat de wasmachine instabiel staat en dat hij deze eerst goed wil zetten. Op de vraag wanneer het klaar is antwoordt hij ‘peut-être cet après-midi’ hetgeen in Frankrijk in de praktijk zoiets betekent als ‘we zien nog wel’.  Geen hoopvol teken derhalve. Aukje besluit om eerst de camper van binnen eens flink schoon te maken en daarna gaan we naar het postkantoor van Beaugency voor een postzegel op een verjaardagskaart. Op de terugweg maken we een wandeling door een natuurgebied vlakbij de camping. Het is een twee kilometer lang struinpad met volop planten en vogels en blijkt zeer de moeite waard. Weer terug op de camping klamp ik een campingmedewerker aan die mij zonder morren de sleutel en de muntjes geeft zodat we direct aan de slag kunnen. Het blijkt dat er wel wat aan gesleuteld is maar het probleem van het schudden van de wasmachine is daarmee niet echt verholpen. Maar hij wast goed en ook de droger doet zijn werk naar behoren. Bij het terugbrengen van de sleutel betaal ik direct de rekening van de camping zodat we morgen weg kunnen wanneer we willen zonder dat we eerst op zoek moeten naar de campingeigenaar.

Straatje in Beaugency

De brug en de Loire vanaf het struinpad

Leuk struinpaadje

 

Dag 17 – Dinsdag 2 juni – Verkassen naar Amboise.

Na zes nachten op camping Val de Flux gaan we naar het volgende uitgangspunt van waaruit we langs de Loire gaan fietsen, camping l’Ile d’Or in Amboise op ongeveer 70 kilometer rijden. Ook is het langzaamaan weer tijd om onze etensvoorraad aan te vullen. Het eerste doel is daarom de Lidl van Amboise maar onderweg komen we langs een Super-U waar we even stoppen voor de ‘luxe producten’ die Lidl niet in het assortiment heeft. De route gaat door hetzelfde mooie landschap met klaprozen en veldbloemen waar we de afgelopen dagen hebben gefietst, dus met het zonnetje erbij is zo’n kort ritje over binnenwegen een waar genoegen. Aanmerkelijk minder blij zijn we met het dubbele sterretje in de voorruit dat we oplopen van een ons tegemoetkomende vrachtwagen. Rond drie uur checken we in bij de camping en nadat we ons hebben geïnstalleerd begint Aukje met de warme hap, de spaghetti bolognaise, die zij al had voorbereid. Na het eten, dat vanwege het prachtige weer buiten kan gebeuren, en het uitbuiken erna besluiten we in de avond nog een rondwandeling te maken. De camping ligt op een eiland midden in de rivier de Loire. Meestal zijn deze eilandjes klein en onbewoond maar ditmaal zodanig van afmetingen dat de rondwandeling ongeveer drieënhalve kilometer lang is. Opvallend hierbij is de hoeveelheid muggen langs de rivieroever die we gelukkig op camping niet aantreffen. ’s Avonds genieten we buiten op ‘ons terras’ nog even van de avondlucht (en een drankje).

 

Dag 18 – Woensdag 3 juni – Fietsen van Amboise naar Blois.

We staan voor de keuze: eerst met de trein naar Blois of fietsen vanaf de camping en terug met de trein. Voor allebei is wel wat te zeggen. Er is vanmorgen niet veel wind maar daarentegen spettert het, terwijl het volgens de weerverwachting na de middag zonnig wordt. We besluiten om eerst te fietsen en verlaten even na half elf  ‘ons ‘eiland. Het is inmiddels droog maar bewolkt. De hoeveelheid water die gevallen is bleek net voldoende om je bril mee schoon te kunnen maken. We rijden naar de noordoever van de Loire naar het dorpje Nazelles-Négron. Vandaar gaat de route via de D1 in oostelijke richting. Het blijkt geen drukke weg maar is wel de verbindingsweg tussen de dorpen en biedt daarmee beslist niet de rust van een fietspad. We komen langs verschillende kasteeltjes die soms een beetje vervallen zijn maar toch steeds de moeite waard blijken om op de foto te gaan. In Cangey drinken we op een bankje onze meegenomen koffie, waarna we weer verder gaan richting het plaatsje Onzain dat door mij gemakshalve in ‘Onzin’ is omgedoopt. Daarna gaan we richting de brug bij Chaumont-sur-loire om de rivier te kruisen. Even voor de brug heeft de voorzienigheid een snackwagen langs ons parkoers gedropt waar we graag ons toevlucht zoeken. De patat en hamburger gaan er wel is en intussen blijkt ook de zon er door te komen. Aukje neemt de bij de brug de opgestelde kunstwerken met als onderwerp de wijnoogst op de korrel en direct daarna het kasteel van Chaumont aan de overzijde van de rivier. 

Zodra we het water over zijn gaat de route over een fietspad en is het weer onbezorgd peddelen tot aan het dorpje Candé-sur-Beuvron waar we een steil heuveltje moeten bedwingen. Vanaf hier rijden we door een glooiend landschap op enige afstand van de Loire naar Chailles en daarna over een fietspad langs de winterdijk van de rivier tot aan Blois. In Blois zoeken we weer het Ofice de Tourisme op dat bij de tuin van het Château van Blois is gesitueerd. We krijgen een plattegrond en kopen een wandelroute om een rondtocht door het oude centrum van de stad te maken. Het huidige centrum van de stad maakt een gezellige indruk en het oude deel lijkt een beetje op dat van Orléans dat uit dezelfde periode stamt. We bekijken de oude kathedraal, de bibliotheek en komen via de voormalige bisschoppelijke tuinen weer in de buurt waar onze fietsen staan. Het Maison de la Magie waar we langs lopen trakteert ons plots op een drakenshow. Periodiek komen daar uit een vijftal ramen een stel meer dan levensgrote mechanische draken naar buiten die de verbaasde omstanders proberen te imponeren. Een ervan heeft zelf zijn poot op het balustradehek gelegd dat daar onder bezwijkt. Aan het einde van de voorstelling verdwijnt alles naar binnen en wordt zelfs het balustradehek weer ‘gerepareerd’. (Klik op de link rechtsonder voor een demonstratie). Met de trein van 18.21 reizen we  huiswaarts waar we tegen zeven uur op de camping arriveren. ’s Avonds kunnen we heerlijk buiten van het mooie weer genieten.

Gezicht op Blois

Oud straatje in Blois

Dag 19 – Donderdag 4 juni – Amboise bekijken.

Aanvankelijk had Aukje drie fietsetappes voorbereid waarvan we gisteren de laatste hebben gedaan. Als toegift zouden we vandaag nog een fietstocht naar Tours kunnen maken. Het traject dat voor een belangrijk stuk over wegen met gemotoriseerd verkeer gaat spreekt echter vooral Aukje niet erg aan. Bovendien wordt voor vandaag een temperatuur van bijna dertig graden verwacht. We besluiten daarom vandaag in en rond de camper te blijven en alleen nog een wandeling naar het centrum van Amboise te maken. Naarmate de dag vordert loopt de temperatuur verder op en in de namiddag is deze de dertig graden al een aardig stukje gepasseerd. Voor ons een reden om de wandeling naar de avonduren te verplaatsen. Vanaf het eiland waarop we verblijven is het Château Royal d’Amboise al mooi te zien. Op weg naar het centrum van Amboise komen we langs een beeld dat Leonardo da Vinci voorstelt en indertijd door San Marino aan Frankrijk is geschonken.

Leonardo was in 1516 op uitnodiging van koning Karel VIII naar Frankrijk gekomen en heeft tot zijn dood in 1519 in het Clos Lucé dat een onderdeel is van het kasteel van Amboise gewoond. Hij ligt begraven in de kapel Sint Hubertus van het kasteel van Amboise. Aan de overkant van de rivier aangekomen staan we vlakbij het kasteel dat op een rots is gebouwd en het stadscentrum van Amboise domineert. De er omheen liggende straatjes zijn volgepakt met mensen op de terrasjes van de restaurants. Met een temperatuur van rond de dertig graden in de avond wordt hier goed zaken gedaan. We doorkruisen alle straatjes van het centrum totdat we tegen half tien weer richting te camping lopen.

 

Dag 20 – Vrijdag 5 juni - Op naar Bretagne.

Vandaag rijden we naar het plaatsje Pénestin in Bretagne. Nu is Bretagne tamelijk groot en wij zijn van plan om deze vakantie alleen het zuidelijke gedeelte ervan te gaan bekijken. Naar Pénestin dat in het zuidoosten van Bretagne ligt, even ten noordwesten van Nantes, is het vanuit Amboise ruim driehonderd kilometer of volgens onze TomTom vier en half uur netto reistijd. We trekken er de hele dag voor uit zodat we het op ons gemak kunnen doen. Om elf uur laten we de slagboom van de camping opengaan en rijden we richting Tours. We worden dwars door Tours langs de Loire geleid en komen langs plekken die we een paar jaar geleden tijdens een vorige vakantie hebben gezien. Vanaf Tours rijden we via de rivierdijk van de Loire naar Saumur. De fietsroute langs de Loire (Loire a Vélo) gaat langs dezelfde weg en we halen dan ook geregeld fietsers in.

Bretagne, de pijl wijst ons reisdoel aan

Geen prettig vooruitzicht als je in de toekomst dit stuk met de fiets zou willen doen. Bij Saumur verlaten we de oever van de Loire en rijden via binnenwegen naar Cholet waarbij we onderweg een koffiestop maken. Vanaf Cholet volgen we de E62 naar Nantes en daarna de E60 richting Vannes. Na nog een stop voor de warme hap arriveren we rond vijf uur bij camping Les Pins in Pénestin. We mogen zelf een plaats uitzoeken en kiezen er een met groen en privacy. De temperatuur die bij vertrek al weer aardig was opgelopen is nu met net boven de twintig graden juist lekker. Met het zonnetje erbij en zonder het onweer dat de weersverandering vandaag in Nederland markeerde kunnen we meer dan tevreden zijn.

Dag 21 – Zaterdag 6 juni – Even de omgeving verkennen.

Vanmorgen slapen we een beetje uit en de zon staat al op de camper als ik koffie ga zetten. Vandaag zijn we precies vier jaar getrouwd en daar moet natuurlijk even aandacht aan worden geschonken. Nu is hier in de buurt geen bloemenwinkel dus moet er een noodgreep worden uitgehaald. Op de camping staan een paar rozenstruiken in volle bloei en aan een struik zo vol gehangen mist men een paar rozen niet. Het blijft een bescheiden boeket maar het gaat tenslotte om het gebaar. Als tegenprestatie krijg ik later een Magnum Almond, de eerste van deze vakantie. In de loop van de middag gaan we per fiets naar het dorpje Pénestin dat ongeveer drie kilometer (naar het westen) ligt. Ondanks dat de hele gemeente minder dan 2000 inwoners telt is er toch volop bedrijvigheid, waaraan waarschijnlijk het toerisme debet is. We gaan naar het VVV maar vinden daar dezelfde info als we al op de camping hebben gekregen. Daarna rijden we terug naar het centrum waar een bruidspaar juist de kerk verlaat. 

Bescheiden boeketje van 'geleende' rozen

Centrum van Penestin

Bruispaar verlaat kerk

Kerkhof van Penestin. Souvenirs op de graven

Na dit prille geluk te hebben aanschouwd onderzoeken we het kerkhof en daarna de kerk voordat we de terugweg aanvangen. Onderweg nemen we nog een kijkje op de naastgelegen camping Le Cenin, die groter en ook wat luxer is. We concluderen dat je daar ook niet verkeerd staat en vooral ook dat er voor kinderen meer te doen is. Nadat we nog een poosje lekker in de zon hebben gezeten begint Aukje aan het warme eten en ga ik een broodje bakken. Vanavond is de finale van de Champions League die door ons alleen via de ZDF (Duitsland 2) kan worden ontvangen.

 

Dag 22/23 – Zondag 7 en maandag 8 juni – Wandelen en fietsen.

Nu we een goed inzicht hebben wat we de komende dagen kunnen ondernemen hebben we onze plannen gemaakt. We willen twee kustwandelingen maken waarbij we vanaf de camping naar het begin/eindpunt fietsen. Daarnaast willen we de nog een fietstochtje in de omgeving maken. De kust van Pénestin omvat een aantal zandstranden die onderbroken worden door in zee stekende rotsformaties. Bij sommige ervan kun je over de rotsen klauterend van het ene zandstrand naar het andere komen. Verreweg het grootste strand is Plage de Mine d’Or dat zijn naam dankt aan de goudwinning die hier vroeger zou hebben plaatsgevonden. Als wij er zijn ligt het strand vol met badgasten en zijn de horecaondernemers degenen die het goud delven. Bij onze fietstochtjes over het schiereiland komen we onder meer bij het vissershaventje van Port du Tréhiguier. We maken hierbij gebruik van de als lokale paadjes die soms zo overwoekerd zijn dat je er alleen lopend met moeite een weg kunt banen. Al met al een leuke manier om ook dit deel van het schiereiland te leren kennen.

Plage Mine d'Or

Haven van Port du Tréhiguier

 

Dag 24 – Dinsdag 9 juni – Via La Roche-Bernard naar Carnac. 

De afgelopen dagen hebben we prachtig weer gehad met geen wolkje aan de lucht. Wel is het van lieverlee harder gaan waaien waarbij er flinke windvlagen zijn. Vandaag verlaten we Pénestin voor onze volgende etappeplaats, de camping Les Bruyères bij Carnac. In feite schuiven we ongeveer 90 kilometer op naar het westen. Op de weg erheen maken we een tussenstop in het voormalige vissersplaat La Roche-Bernard. We parkeren vlakbij de haven en wandelen eerst langs het waterfront. Wat eens een kleine haven voor de visserij was is nu een mega jachthaven geworden. Het is nog geen hoogseizoen maar nu al gezellig met al die masten, de klussende mensen op de boten en wandelende mensen langs de kade. We kijken met belangstelling toe hoe een groep schoolkinderen de beginselen van het kanoën wordt bijgebracht. Daarna bekijken we de kern van het oude plaatsje dat, zoals de naam al aangeeft, op een rots is gebouwd. Natuurlijk een bezoek aan de kerk en verder slenteren we door het gezellige centrum met zijn oude nauwe straatjes. Na drie kwartier hebben we het meeste wel gezien en rijden we naar Auray waar in de plaatselijke supermarkten onze voorraad proviand wordt aangevuld. Na de koffie rijden we de laatste 10 kilometers naar de camping. We mogen zelf een stek uitzoeken en dat is nog een hele klus want de vele bomen nemen niet alleen ze zon weg maar ook het zicht van de schotelantenne. Uiteindelijk kiezen we voor een plek vlakbij de ingang waarbij we ook nog eens gratis internet toegang hebben. De camper staat koud een half uur als we schrikken van een harde ‘boink’ op het dak. We staan onder een zeker twaalf meter hoge dennenboom die, aangemoedigd door de wind, zijn dennenappels op ons afvuurt. Omdat we voor zowel het camper dak als onze nachtrust vrezen verplaatsen we de camper zodanig dat de boom het nakijken heeft. We vangen nu wel meer wind als we buiten zitten en/of buiten koken… maar ja, vakantievieren heeft ook zo zijn schaduwkanten.

Deel van de haven van La Roche-Bernard

Oude centrum van La Roche-Bernard

De munitie van de dennenboom

 

Dag 25 – Woensdag 10 juni – Menhirs en museumbezoek.

Camping Les Bruyères ligt op ongeveer drie kilometer vanaf het centrum van Carnac. Van de campingbeheerder hebben we al wat informatie gekregen maar we willen toch bij het toeristenbureau langs om te zien of er nog meer info beschikbaar is. We gaan met de fiets op pad en rijden onderweg dwars door de Menhir opstelling van Ménec die hier zo’n zesduizend jaar geleden is neergezet. Naast losse Menhirs die in de wijde omgeving hier en daar te vinden zijn, zijn er ook enkele plaatsen waar de stenen in slagorde staan opgesteld. De verzameling van het gehucht Ménec is met ruim duizend stenen een van de grootste. In totaal zijn er nog ongeveer drieduizend van de naar schatting oorspronkelijke achtduizend stenen over. De stenen staan in een oost-west opstelling maar niet duidelijk is of er vroeger, toen de verzameling nog compleet was, een groter verband aanwezig was. Ook over het nut of de noodzaak van de stenen is nog geen duidelijkheid. Tegenwoordig trekken ze vooral toeristen maar het is onwaarschijnlijk dat de Kelten dat indertijd al voor ogen hadden. Na een fotootje rijden we verder en worden door de lokale bewegwijzering tot bij het strand gestuurd voordat we bij het VVV staan. Dat blijkt vanwege de lunchpauze gesloten. We inspecteren het strand dat er picobello uitziet en ook de temperatuur is goed. Na een  strandwandelingetje rijden we naar het centrum van Carmac waar nog een VVV is maar ook een oude kerk. De kerk blijkt vooral van binnen zeer de moeite van het bekijken waard en Aukje knipt er dan ook met haar camera lustig op los. 

Deel van het interieur van de kerk

Straatje in Carnac

 Inmiddels is ook het Prehistorisch Museum weer open. Alles wat men in de wijde omgeving de laatste honderd jaar heeft opgegraven is daar tentoongesteld. Vooral de familie Péquart heeft aan het begin van de vorige eeuw van opgraven een levenswerk gemaakt, met name op de eilanden Houat en Hoedic. Het is indrukwekkend wat er allemaal naar boven is gehaald en ook de presentie van de gevonden voorwerpen is zeer verzorgd. Na het museumbezoek maken we te voet nog een rondje door het centrum van Carnac voordat we, aangemoedigd door een dreigende lucht, huiswaarts rijden.

Niet veel gesnoept vroeger

Vrouwen, schat ik zo in

Ieder z'n hobby....

 

Dag 26, 27 en 28 – Donderdag  11, vrijdag 12 en zaterdag 13 juni – Wandelen en fietsen.

We hebben er drie dagen voor uitgetrokken om de omgeving waar we nu zijn door het maken van wandelingen en fietstochten te verkennen. Donderdag maken we een avondwandeling naar enkele dolmen die niet al te ver van de camping zijn neergezet. Vrijdag volgt een gecombineerde fiets/wandeltocht in de omgeving van Plouharnel dat een paar kilometer verderop ligt. Ook hier komen we meerdere dolmen en velden met menhirs op het spoor. De flinke fietstocht die we zaterdag maken gaat eigenlijk over een wandelroute. Dit houdt in dat er verschillende stukken zijn waar we meer een mountainbike route dan een fietspad aantreffen. We slingeren tussen de velden met menhirs en dolmen door en maken er zo een avontuurlijke tocht van. Na afloop hebben we het idee dat we de meesten van de drieduizend menhirs wel gezien hebben. Niettemin is het hier in deze omgeving mooi om te wandelen en uitdagend om te fietsen.

Voorbeeld van een dolmen

Dolmen midden in dorp... geen probleem!

Kapelletje onderweg

Boerderij in het menhir veld

Baldadige oudere...

Aardig huisje tussen het groen

 

Dag 29 – Zondag 14 juni – Naar het schiereiland Quiberon.

Vlakbij Carnac ligt het schiereiland van Quiberon dat bekend is om de ruige rotsachtige kust waar je prachtig langs kunt wandelen. Het ligt op een kleine twintig kilometer afstand en is natuurlijk goed op een dag met de fiets te bezoeken. De weg erheen is echter nogal druk en zonder vrijliggend fietspad en bovendien blijft er dan niet veel tijd over om bv. te wandelen. Vandaar dat we besloten hebben om er een paar dagen met de camper te verblijven. Het eerste doel is de camperplaats bij Kermé, ongeveer halverwege het eiland. Dit blijkt een prachtige plek waar wel honderd campers kunnen staan. We zijn vroeg dus kunnen we een plekje kiezen waar we mooi beschut en ook privé staan. De kustwandeling blijkt een voltreffer en ook het weer, dat voor vandaag een beetje regenachtig zou zijn, werkt goed mee. Op de terugweg gaan we via de duinen en struinen zo over weinig belopen paadjes van gehuchtje naar gehuchtje voordat we weer bij de camper terugkomen. ’s Avonds maken we nog een tochtje maar nu de andere kant op en worden we getrakteerd op een mooie zonsondergang.

Een prachtige plek met uitzicht op zee

Soms met een strandje....

.... maar ook onstuimig!

Leuke oude dorpjes....

... maar niet alles is bij de tijd

Mooie zonsondergang

 

Dag 30 – Maandag 15 juni – Wassen op en wandelen vanaf camping Le Bois d’Amour.

Afgelopen nacht heerlijk rustig met uitzicht op de zee. We zouden met gemak nog een paar dagen op de camperplaats willen staan, maar er zijn twee dingen die we hier wel missen. Een douche (hoewel we als het echt nodig mocht zijn ook wel in de camper kunnen douchen) en een wasmachine/droger. We hebben namelijk voor twee weken schoon goed bij ons en als die om zijn dient er weer gewassen te worden. In Carnac hebben we al een wasje gedraaid en nu is het beddengoed aan de beurt. Vandaar dat we naar camping Le Bois d’Amour rijden dat op nog geen vijf kilometer afstand ligt. Op de weg erheen halen we ook nog een paar boodschappen bij de Super-U die we voor sommige producten een super winkel vinden. We zijn te vroeg bij de camping want in Frankrijk wordt er van twaalf tot twee gegeten en dan moet je ze niet storen. Voor ons een gelegenheid om alvast de camping te onderzoeken en te kijken naar welke plaatsjes onze voorkeur uit gaat. Op het eerste gezicht lijkt het een beetje ondermaatse camping met overal geel gras of zelfs helemaal geen gras meer. Nadat we ingecheckt hebben zijn we van mening veranderd. Aardig personeel, we krijgen de plek van onze eerste keuze, gratis WIFI ‘al over the place’  en een wasmachine+droger die hun mannetje staan (wel voor negen euro samen overigens). Om vijf uur hebben we de warme maaltijd op, is de was gedaan en kunnen we er op uit om nog een wandeling langs de zuidkust van het schiereiland te maken.

Strand en boulevard van Quiberon

De haven, Port Maria

Leuke plek om een Chateau te bouwen

Dag 31 – Dinsdag 16 juni – Op naar Bannalec.

We hebben het gevoel dat we het kustgebied hier voldoende hebben bekeken, dus gaan we verkassen en wel naar een camping die een stukje meer in het binnenland van Bretagne ligt. Bannalec is een plaatsje met ongeveer zesduizend inwoners op een kleine honderd kilometer rijden. We hebben tijdens de voorbereiding van de vakantie ons oog laten vallen op camping Les Genets d’Or omdat deze op het platteland ligt en rust uitstraalt. Onderweg doen we in Auray boodschappen omdat we daar eerder zijn geweest en goede ervaringen hebben. Rond drie uur melden we ons bij de receptie van de camping. De camping is alleen ’s zomers open wordt dan gerund door een Engels echtpaar dat ’s winters naar terugkeert Torbay aan de Engelse zuidkust.

Onze volgende camper?

Opvallend is de staat van het gras op de door laurierheggen afgescheiden plekken. Perfect in conditie alsof er een tenniswedstrijd op moet worden gespeeld. Alleen loopt het veld zo schuin dat het voor campers eigenlijk ongeschikt is. We mogen zelf kiezen en gaan voor een plek waar het veld nog het minst afloopt. Maar met de potkrikken onder de camper op maximale hoogte staan we nog zo schuin dat je er steeds aan wordt herinnerd en soms een stapje extra doet. Het sanitair van de camping is simpel maar goed onderhouden. Wij houden het hier wel een paar dagen uit en genieten van de rust en ’s avonds van de vogels, de kikkers en het lekkere weer.

Pannenkoeken van topkwaliteit!

 

Dag 32,33 – Woensdag 17 en donderdag 18 juni – Van de rust genieten.

Vandaag en morgen doen we het lekker rustig aan, het weer is prachtig en we genieten van een heerlijk zonnetje bij een temperatuur van even boven de twintig graden. Dat betekent niet dat er helemaal niets gebeurt. Woensdag maken we een wandeling naar het centrum van Bannalec dat op ongeveer 1 kilometer van de camping ligt. Het is een plaats met ongeveer zesduizend inwoners maar doordat het een centrum functie voor de regio vervult zijn er aardig wat winkels. Anderzijds is het geen toeristische trekpleister en heeft geen markante geschiedenis, dus zijn we er in een uurtje wel uitgekeken. Donderdag staat een fietstocht naar Quimperlé op ons programma. Een mooi ritje van bijna 16 kilometer over landweggetjes ernaartoe en evenzo een leuke rit door glooiend landschap weer terug. Quimperlé is wel een oude stad.

Kerkje in Trevoux op weg naar Quimperlé

Midden in de kruiskerk, boven het koor en onder de crypte

In de crypte

Bij het VVV van Quimperlé krijgen we info voor een wandeling door het kleine oude centrum dat ligt ingeklemd tussen de riviertjes L’Ellé en en L’Isole die hier samenkomen en overgaan in de rivier La Laïta. Nu wij er zijn lijken het tamme riviertjes maar in het verleden is het verschillende keren gebeurd dat een combinatie van storm en regen het hele centrum van Quimperlé onder water zette en grote schade aanrichtte. Onze rondwandeling begint bij de kruiskerk uit de elfde eeuw met in het middel van de kerk een losstaand bouwwerk dat onderin de crypte en een meter of drie boven de grond een complete kerkinrichting draagt. Van boven kijk je neer de een drietal aparte kapellen die in de uitstekende delen van de kruiskerk zijn ondergebracht. Na het kerkbezoek komen we onder meer langs de bloemenbrug waar voorheen een van de toegangspoorten tot de vestingstad was gebouwd, een façade van een kerk uit de vijftiende eeuw, het oude gerechtsgebouw en een straatje met vakwerkhuizen uit 1550.

De Ellé, nu rustig maar zorgt ook voor overstroming

Huis uit 1550

School van de Ursulinnen nonnen

 

Dag 34 – Vrijdag 19 juni – De kust tussen Doëlan en Le Pouldu.

Hoewel de camping van Bannalec de rust uitstraalt waarvoor we ook gekomen waren, hebben we nu weer trek in wat meer wandelavontuur. Vandaar dat we vandaag verkassen en neerstrijken op camping De Kérou bij Le Pouldu, op ongeveer dertig kilometer

rijden naar het zuiden. Op weg erheen houden we een koffiestop in het plaatsje Moëlan zodat we dat ook even kunnen bekijken en we ons niet te vroeg bij de receptie van de camping presenteren. Tussen de middag is men aan het eten en dat weten we inmiddels. In Moëlan bekijken we de sobere kerk en brengen daarna een bezoek aan het kerkhof. Het is groot keurig onderhouden en opvallend is dat we aldoor rustgevende pianomuziek horen. Een idee dat navolging verdient, want waarom zou je wel voor bloemen en planten zorgen en niet voor zo’n rustgevend stemmig muziekje dat veel gemakkelijker te realiseren en in stand te houden is? Bij de camping worden we vriendelijk ontvangen, we mogen weer zelf kiezen waar we gaan staan en komen terecht op een plek die met bomen, vogels en een kabbelend beekje een waar eldorado kan worden genoemd.

Kabbelend beekje langs de camperplek

 

Dag 35, 36 en 37 – Zaterdag 20, zondag 21 en maandag 22  juni – Wandelen en fietsen

We zijn vooral naar de kust gekomen om een kustwandeling te maken en daar beginnen we dus als eerste mee. Op ons programma staat een rondwandeling vanaf de camping naar het vissersplaatsje Doëlan, op de heenweg langs de kust en terug door het binnenland. Vlak voor de camping is de strandopgang en we lopen dus direct het strand op. Een mooi breed strand dat, zoals bijna overal hier langs de kust, omsloten wordt door een hoge kust en grote rotspartijen. Hoog boven ons loopt het kustpad en we willen aan het eind van het strand daar weer op komen. Dat blijkt een misrekening dus moeten we weer helemaal terug naar de strandopgang en vandaar direct het kustpad op. Een ervaring rijker en een half uurtje later zijn we dus toch onderweg. De kust is niet zo indrukwekkend als bij Quiberon maar het kustpad bekoort ons des te meer. Een prachtig pad dat geen moment verveelt en steeds met de nodige klimmetjes een nieuw uitzicht op de volgende inham biedt. Na ongeveer anderhalf uur langs het pad belanden we in Doëlan waar het nu nog rustig is. Morgen is er de vlooienmarkt maar nu hebben we rustig de gelegenheid om het haventje en de vele scheepjes te bewonderen. De weg terug gaat deels via asfalt wegen maar ik heb via Google getracht om toch nog wat struinpaadjes in te lassen. Dat is aardig gelukt en zo lopen we al zigzaggend door het glooiende landschap over holle weggetjes, totdat…. blijkt dat we kennelijk de weg kwijt zijn. Een half uurtje later dan voorzien komen we toch weer terug bij de camping maar niet nadat we en paar kilometer langs een drukke verkeersweg hebben gelopen. 

Zondag gaan we een fietstocht maken die we via Wikiloc hebben gedownload. We zijn nog maar net op weg als blijkt dat het eigenlijk een mountainbike tocht is. We worden over net zulke struinpaadjes gestuurd als we gisteren gewandeld hebben. Een leuke en pittige oefening in veldrijden derhalve. We komen ook ditmaal langs Doëlan en nu geven alle Franse vlooien ‘acte de presence’. Een paar honderd kraampjes over een afstand van bijna een kilometer met vooral waar die je in mijn ogen met enige gêne naar het grof vuil zou brengen. Niettemin een bont en gezellig spektakel dat ons gedurende een uurtje weet te bekoren. 

Halverwege de terugweg, die ook nu over allerlei tussendoor paadjes gaat, blokkeren een paar omgevallen bomen ons de doorgang. Met wat moeite weten we gezamenlijk onze fietsen tussen de takken door te wurmen zodat we ’s avonds moe maar voldaan op hetgeen we gepresteerd hebben kunnen terugzien. Maandagmorgen gaan we naar het VVV om te zien of er nog meer leuk gewandeld of gefietst kan worden in deze omgeving. Dat zal waarschijnlijk wel maar het kaartmateriaal dat beschikbaar is blijkt dermate verwarrend en ondermaats dat we besluiten er geen gebruik van te maken. Vanaf het VVV maken we zelf nog een leuk kustwandelingetje terug richting de camper en doen het voor de rest van de dag lekker rustig aan. Het is tenslotte vakantie.

Wegversperring

In Bretagne kom je vaak langs een kapelletje

Holle weg, maar goed te fietsen

 

Dag 38 – Dinsdag 23 juni – Naar de westpunt van Bretagne.

We reizen langs de zuidkust van Bretagne en schuiven steeds een stukje op naar het westen. Vandaag maken we een sprongetje van ongeveer honderd kilometer en gaan naar de uiterst zuidwestelijke punt van Bretagne, het schiereiland Cap-Sizun. Het schiereiland Cap-Sizun is grillig van vorm met vele punten die de oceaan in steken. De twee meest westelijke zijn Pointe du Raz en Pointe du Van. Wie kiezen ditmaal voor de camperplaats van Pointe du Van. Deze camperplaats ligt pal aan de kaap, heeft goede recensies en is bovendien nog gratis ook. Anderhalf uur rijden met onderweg boodschappen doen maakt dat we halverwege de middag arriveren. Er staan al een aantal campers maar er is nog voldoende plek. We zetten de camper zo neer dat Aukje buiten de voorbereide hutspot kan oppiepen. Het blijkt prachtig weer met een briesje vanaf zee. Na het eten gaan we een avondwandeling maken langs de noordkust van het schiereiland. We lopen langs de kust tot Pointe du Castelmeur en zien de indrukwekkende rotsen met een prachtige blauw-groene zee die tegen de naar schatting zestig meter hoge kliffen beukt. Tegen acht uur zijn we weer thuis en dat geeft Aukje ruim de tijd om de ondergaande zon te fotograferen.

's Avonds raakt onze camperplaats aardig vol

Foto vanaf Pointe du Castelmeur

Zonsondergangen... Aukje kan er nooit genoeg van krijgen

 

Dag 39 – Woensdag 24 juni – Rondje Pointe du Van.

Vanmorgen weer stralend weer met vrijwel geen wind. Ideaal wandelweer dus en we zijn van plan om vandaag een flinke wandeling te maken. We beginnen met Pointe du Van waar we immers valkbij staan. Nadat we uitgebreid de indrukwellende rotsformaties hebben bekeken vervolgen we ons pad en komen vrij onverwacht bij de Chapelle Saint-They die pal aan zee is gebouwd. Het is een typisch kapelletje van deze streek dat geheel uit graniet, het materiaal waar ook de rotsen zijn samengesteld, is gebouwd. 

Pointe du Van met scheepjes aan de horizon

Chapelle Saint-They ligt vlak bij de zee

De kapel dateert uit 1772

 

We vervolgen onze wandeling langs een met bloemen omzoomd pad totdat we bij een haventje en daarna bij het brede strand van Baie des Trépassés uitkomen. Dit strand, dat tussen de beide kapen Pointe du Van en pointe du Raz ligt ingeklemd, kent ondanks het mooie weer relatief weinig badgasten. De enige zwemmers zijn de jongelui die een poging doen het surfen onder de knie te krijgen en met hun wetsuits het koude water durven te trotseren. Wij gebruiken het strand voor een lunchpauze en bepreken daarna wat we gaan doen. Langs de gehele Bretonse kust loopt een prachtig wandelpad, de GR34. Het voordeel van een kustwandelpad is dat je het gemakkelijk kan volgen en eigenlijk geen kaart nodig hebt. Een andere eigenschap is dat het enorm slingert en elke punt induikt die de natuur heeft kunnen bedenken. Daarnaast slingert het ook in verticale richting zodat je per saldo niet erg hard opschiet en je jezelf snel verkijkt op de afstand die je kunt afleggen. Het doel was om ook de Pointe du Raz te ronden maar het is inmiddels al tegen drie uur dus besluiten we dat morgen te gaan doen. In plaats daarvan zoeken we een weg door het achterland terug waarbij we een meertje ronden en gebruik maken van verschillende struinpaadjes. Soms is het moeilijk om de voeten droog te houden en dan weer gaan we helemaal schuil tussen de hoge begroeiing. Uiteindelijk komen we tegen half vijf weer bij de camper en ben ik naar later blijkt behalve een leuke ervaring ook een viertal teken rijker.

Mooi wandelpad met bloemen omzoomd

Het haventje met op de achtergrond het strand  van Baie des Trépassés 

Modderig struinpad

 

Dag 40 – Donderdag 25 juni – Alsnog naar Pointe du Raz.

Na twee nachten op de camperplaats verplaatsen we de camper vanmorgen vlakbij het strand waar we gisteren besloten de kustwandeling af te breken. Op deze wijze winnen we tijd en kunnen we alsnog naar Pointe du Raz lopen. Ook vandaag is het prachtig weer en het strand ligt er weer piekfijn bij. De golven zijn vandaag nog een stukje hoger en terwijl we langzaam vanaf het strand omhoog de rotsen oplopen kijken we herhaaldelijk naar de surf die op indrukwekkende wijze op het strand stuk rolt. Na een uurtje lopen door velden met brem, heide, kamperfoelie en wilde orchideeën komen we bij het radarstation dat de in zee uitstekende punt markeert. Men heeft een mooi beeld opgericht voor de schipbreukelingen die in dit gebied tijdens de tweede wereldoorlog hun noodlot tegemoet gingen. 

Flinke surf....

Een veld vol met kamperfoelie 

Monument

 

De rotspunt wordt druk bezocht door toeristen en er wordt dan ook druk gefotografeerd. Wij vinden deze rots echter minder spectaculair dan Pointe du Van. Dit wordt voor een deel goedgemaakt door het zicht op het eiland îll-de-Sein dat op ongeveer tien kilometer voor de kust ligt. Nadat we alles bekeken hebben lopen we verder langs de zuidkust van het schiereiland. Ook nu de ene prachtige rotspunt na de andere al raak je er van lieverlee ook wel een beetje aan gewend. Ter hoogte van het gehucht Lescoff verlaten we het kustpad en lopen via een track en tussen de huizen van Lescoff door terug naar de camper. Nu nog een uurtje rijden naar de camping van Locronan die we voor vandaag als overnachtingsplek hebben uitgekozen. We krijgen een prachtige plek met uitzicht op een dal en kijken uit tot aan de oceaan.

Pointe du Raz met vuurtoren en Ill-de-Sein op achtergrond

Als de natuur zijn gang gaat.... maakt ze er wat moois van

In de dorpjes maakt de mens er ook wat moois van

 

Dag 41 – Vrijdag 26 juni – Nattigheid

Over het weer kunnen we deze vakantie niet klagen. Het is weken geleden dat we een beetje nattigheid hebben gevoeld maar vanmorgen is het mis. Volgens het weerbericht treffen we in de punt van Bretagne een regengebiedje terwijl het in de rest van Frankrijk overal mooi weer is. Gelukkig wordt er voor morgen weer zonneschijn verwacht maar vandaag is het een miezer regen en nevel die ons de hele dag parten speelt. Het is overigens niet koud en het is windstil. Voor ons een reden om vandaag wat huishoudelijk werk te doen en bijvoorbeeld dit weblog bij te werken.

 

Dag 42 – Zaterdag 27 juni – Onze laatste echte vakantiedag.

De zon schijnt vandaag weer alsof er gisteren niks is gebeurd en het is het mooiste weer van de wereld. Loncronan is een toeristische trekpleister en dat gaan we vandaag bekijken. Van de campinghouder hebben een tip gekregen om via een mooi binnendoor pad naar het centrum te lopen. We komen het centrum binnen via het kerkhof, voor Aukje altijd een dankbaar object om te bezoeken en gaan daarna de kerk van binnen bekijken. Locronan is genoemd naar de Ierse bisschop Saint Ronan die in heel Bretagne wordt vereerd en in deze streek rond het jaar vijfhonderd heeft gepredikt. Naar het schijnt is hij begraven op de plaats waar nu de naar hem genoemde kerk staat. De kerk stamt uit vijftienhonderd en is, net als de overige huizen uit het dorp, uit graniet opgebouwd.  

Kerk Saint-Ronan gezien vanaf het kerkhof

Bijzondere preekstoel

Het Place de l'Eglise

 

De huizen in het oude centrum van Locronan zien er goed uit en waren zeker voor de zestiende eeuw, toen ze zijn gebouwd, het resultaat van welvarende mensen die geld verdienden met de zeilmakerij. Tegenwoordig is het toerisme de belangrijkste bron van inkomsten alhoewel er ook verschillende keramiekateliers zijn die hun producten nog lokaal ontwerpen en vervaardigen. Vandaag is er toevallig een keramiekmarkt en het hele centrum is vol gezet met kraampjes waarin allerhande voorwerpen van keramiek zijn uitgestald. Het is zeker geen prulwerk, maar je moet er van houden en het vooral ook kunnen/willen betalen. Een voorwerp van een beetje omvang loopt al snel in de honderden euro’s. In een uurtje doorkruisen we het hele dorp en, hoewel het nu nog geen hoogseizoen is, wil Aukje vanavond nog eens terugkomen om de sfeer te proeven als de (andere) toeristen verdwenen zijn en het keramiek weer is opgeborgen.

Straatje in Locronan

Best mooi... maar niet goedkoop

Men houdt in Bretagne de tuintjes wel goed bij

 

Dag 43 – Zondag 28 juni – Naar de camperplaats van Ducey.

Vanaf vandaag rijden we in enkele dagen huiswaarts. Het is ruim elfhonderd kilometer en onderweg willen we nog een stop maken om een avondje met onze Engelse vrienden Clive & Maureen bij te praten die in Frankrijk een huisje huren. Op de site van Campercontact heb ik gezien dat in het plaatsje Ducey een camperplaats is met goede recensies. De weg erheen van ongeveer 265 kilometer gaat over rustige wegen die voor een groot deel vierbaans zijn, dus dat wordt een makkie. Om elf uur precies rijden we de camping af en met een koffiestop en een stop bij een Mc Donalds zijn we al halverwege de middag op de plaats van bestemming. Voldoende tijd dus om eerst een biertje te drinken en daarna het plaatsje te verkennen. Ducey valt een beetje tegen, vooral ook omdat het een knooppunt van wegen blijkt en men er niets aan heeft gedaan om het verkeer een beetje om de plaats heen te leiden. Dat betekent dat je, behalve in een straat in het centrum, nergens op je gemak over de smalle trottoirs kunt lopen. We bekijken, zoals gebruikelijk, de kerk die overigens op slot blijkt en ook het Château de Montgommery. Het château wordt bewoond en is nu ook niet voor het publiek toegankelijk. Bij terugkomst op de camperplaats is deze na onze aankomst aardig gevuld en ’s avonds komen er nog een stel campers bij. Het is niettemin rustig en met het mooie weer kunnen we ’s avonds op een stoeltje naar de mensen kijken die zich op het naastgelegen Boulodrome vermaken.

De kerk van Ducey lijkt losgescheurd van de toren

Château de Montgommmery

 

Dag 44 – Maandag 29 juni – Bezoek aan Clive & Maureen.

Voordat wij uit de veren zijn is er al een aantal campers vertrokken. Terwijl ik me met het maken van het ontbijt bezig houd komt er een bus met aanhangwagen van Kras Fietsvakanties het terrein op draaien. In no time staan een dertig tal ‘jongere ouderen’ de stramme spieren middels vliegbewegingen klaar te maken voor een fietstocht terwijl intussen de aanhangwagen wordt leeggemaakt. Bij navraag blijkt de groep in een week al fietsend Normandië te ontdekken. Gisteren heeft men 75 kilometer gefietst en vandaag staat een rit van 45 kilometers naar het bekende Mont Saint Michel op het programma. Doordat men in een hotel in Caen verblijft moest men vanmorgen al om acht uur de bus in. Wij hebben dat soort ongemakken gelukkig niet en gaan pas tegen half twaalf op reis. Clive en Maureen verblijven deze week in een gîte in Bretteville. Omdat dit een gehucht in de ‘middle of nowhere’ is willen wij op de een parkeerplaats in het nabijgelegen dorp Tôtes overnachten dat net als gisteren zo’n 265 kilometers rijden vergt. Onderweg erheen wordt er ditmaal wel zelf gekookt waardoor het tegen vijven loopt als we daar arriveren. Na een snelle douche ga ik op de fiets verkennen waar de gîte precies is gelegen, terwijl Aukje ondertussen de camper op orde brengt. Zowel Google als de TomTom kunnen het opgegeven adres niet vinden en naar later blijkt is dat ook wel een beetje te begrijpen. Via een smal weggetje en een doodlopend pad kom ik uit bij een in het groen gelegen voormalige boerderij waar Clive & Maureen me direct opvangen. Op mijn vraag of de camper hier ergens in de buurt kan staan gaat Clive direct op onderzoek uit. Om het verhaal kort te maken staan we een half uur later met de camper naast de gîte geparkeerd. Tijd om tijdens een avondwandeling bij te praten en samen een gezellige avond door te brengen.

Overnachten nabij de gîte

Ruimte genoeg

Gezellig aan de verfrissing

Dag 45 – Dinsdag 30 juni – Het laatste stuk naar huis.

De laatste dagen is het steeds prachtig weer geweest en voor de komende dagen wordt er een hittegolf verwacht. Vanmorgen demonstreren we na het ontbijt de camper aan Clive & Maureen. Na de koffie drinken we in de tuin nog een verfrissing voordat we om half een de thuisreis aanvaarden. Vlakbij Caen stoppen we bij het oorlogskerkhof van Banneville la Campagne waar ruim twee duizend Engelse soldaten in de zomer van 1944 hun laatste rustplaats vonden. Het resterende deel van de in totaal ongeveer vijfhonderd kilometer lange rit verloopt soepeltjes. Alleen bij Lille een kwartiertje file en tegen de tijd dat we bij Antwerpen komen is daar de spits al achter de rug. Om negen uur zijn we weer thuis. Vannacht slapen we nog in de camper zodat we morgen op ons gemak de spulletjes kunnen uitladen en de draad van het ‘gewone’ leven weer kunnen oppakken. Een prachtige vakantie met ruim 2600 kilometer in ruim zes weken zit er weer op.

Oorlogskerkhof van

Banneville la Campagne

    

Overnachtingsplaatsen tijdens deze vakantie:

Soort             

Camping

Camping

Camping

Camping

Camping

Camping

Camperplaats

Camping

Camping

Camping

Camperplaats

Camping

Camperplaats

Vrij staan

 

Geografische locatie:      

N49.405517 E2.25819

N48.93986  E2.14583

N47.776864 E1.643074

N47.416841 E0.987919

N47.476629 W2.451820

N47.607851 W3.090246

N47.491780 W3.140500

N47.476084 W3.104304

N47.924966 W3.689066

N47.770023 W3.558398

N48.059470 W4.708041

N48.096978 W4.199476

N48.62510  W1.29410 

N49.679952 E1.050826

 

Plaats:              

Bresles

Maisons Laffitte, Parijs

Beaugency

Amboise

Pénestin

Carnac

Kerné bij Quiberon

Quiberon

Bannalec

Le Pouldu

Pointe du Van

Locronan

Ducey

Tôtes

 

Land:         

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

Frankrijk

 

Duur:         

2 nachten

8 nachten

6 nachten

3 nachten

4 nachten

5 nachten

1 nacht

1 nacht

3 nachten

4 nachten

2 nachten

3 nachten

1 nacht

1 nacht

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb