Overwinteren Costa Blanca, Spanje 2015.

 

Reisverslag Februari

 

Dag 19 – Zondag 1 februari – Nog een luie dag.

Vannacht waaide het en ook vandaag waait het nog als een gek. Ik heb de hoes van het fietsenrek gehaald zodat deze niet meer kan klapperen in de wind. Nu even afwachten of het in de camper minder storend klinkt. Aukje’s hoest is nog niet over en hoewel het zonnig is en niet koud lokt het door de harde wind niet aan om naar buiten te gaan. Behalve een rondje van mij om de benen te strekken blijven we dus vandaag lekker binnen.

 

Dag 20 – Maandag 2 februari – De wind geeft het eindelijk op.

Gelukkig was het vannacht rustig voor wat betreft de wind. Vanmorgen was het wel een stukje kouder (12 graden) in de camper, maar nadat tegen een uur of tien de bewolking oploste en de zon vrij spel kreeg liep de temperatuur al weer snel op. Buiten was het vanmiddag boven de 18 graden en in de camper zelfs 23 graden. Vanmorgen heeft Aukje de camper van binnen onderhanden genomen terwijl ik het water- en de wc-voorziening op orde bracht. Vanmiddag samen met Aukje boodschappen gedaan in de supermarkt voor Nederlandse spulletjes. De fietsen staan inmiddels achter de camper te wachten tot we er een keer mee vandoor gaan.

 

Dag 21 – Dinsdag 3 februari – Fietsen en wandelen.

Aukje heeft vooraf via internet enkele wandelingen en fietstochten in de omgeving waar we nu zijn uitgezocht. Vandaag willen we een wandeling maken in de duinen ten noorden van de plaats Guardamar. In principe begint de wandeling vlakbij onze camperplaats maar de rivier Riu Segura gooit roet in het eten. Hoewel de rivier in de ze tijd van het jaar voor het grootste deel droog staat moeten we uitgerekend het stuk vlakbij de uitmonding in zee oversteken, maar dat staat vol water. We moeten daarom met de fiets een stuk omrijden totdat we de eerstvolgende brug kunnen gebruiken. Vlak na de middag gaan we op pad. We willen de hoofdweg, met druk verkeer en zonder fietspaden, vermijden en gaan daarom over onverharde paden die vol met kuilen zitten.

Er staat een stevig windje die we op de heenweg schuin tegen hebben. Onderweg komen we langs rijen torenflats met uitzicht op zee. Door de crisis staat een flink deel ervan nog leeg. Sommige projecten zijn al enkele jaren geleden gestopt en er is voorlopig geen zicht op hervatting van de bouwactiviteiten. In Guardamar zien we een aanwijzing naar het toeristenbureau en besluiten daar eerst heen te gaan om aanvullende informatie te bemachtigen. Na enkele malen vragen weten we het VVV te vinden maar verder dan een folder met wat globale info is er niet beschikbaar. We rijden naar het punt dat we vooraf als startpunt voor een wandeling hebben uitgekozen en gaan op pad. We lopen eerst langs de grote jachthaven richting de pier waar de Riu Segura in zee uitmondt en bekijken het nabijgelegen zandstrand dat er goed uitziet en ’s zomers wel druk zal zijn. Nu is er echter geen kip te zien. Daarna volgen we de wandelroute van internet. Deze blijkt inmiddels in een asfaltweg veranderd en geeft daarom niet al te veel wandelplezier. We besluiten niet de hele route te volgen en kiezen er voor om dwars het duingebied in te gaan. Ik heb mijn GPS ontvanger bij vertrek gestart  zodat ik op het scherm precies in de gaten kan houden waar we straks uit moeten komen. Er zijn geen paden en we gaan 

zandheuveltje op en zandheuveltje af. Het struikgewas en de naalden op de grond zijn gortdroog zodat een enkele vonk voldoende zal zijn om het hele gebied in lichterlaaie te zetten. Na een leuk stukje struinen door de duinen komen we weer terug bij de fietsen. Het is inmiddels drie uur en we kiezen er voor om weer richting onze camper te rijden. We kunnen op de terugweg een stukje afsnijden door de rivier via een alternatief pad over te steken omdat dit nu met deze lage waterstand is drooggevallen. Ook maken we van de gelegenheid gebruik om camping Marjal, waar we met de fiets langskomen, te inspecteren. Het valt ons op dat de camping bommetje vol is hoewel de camping als prijzig te boek staat. Rond kwart voor vier zijn we weer terug bij de camper.

 Dag 22 – Woensdag 4 februari – Naar de markt van Guardamar.

In de omgeving waar nu verblijven zijn er verschillende markten. Afgelopen zaterdag was er een vlak bij onze camperplaats. Vandaag is er een markt in Guardamar. Volgens de beschrijving van internet zijn er 450 kramen dus zeker de moeite van het bezoeken waard. Met ‘moeite’ wordt waarschijnlijk ook voor ons als overwinteraars het tijdstip van de markt bedoeld. De markt is van acht tot één uur, en dat houdt in dat we de wekker moeten zetten. Om tien uur fietsen we richting Guardamar. Ten opzichte van gisteren is het weer er niet op vooruitgegaan. Afgelopen nacht zijn er enkele buien gevallen en vanmorgen is het behoorlijk fris buiten terwijl de wind nog een tandje heeft bijgezet. Via de hobbelweg die wij rijden is het ongeveer 6 kilometer met voor het grootste deel de wind schuin tegen. We stallen onze fietsen aan het begin van de markt en gaan te voet de kraampjes langs. Het is een algemene markt wat natuurlijk inhoudt dat er van alles te koop is. We komen onder meer langs een kraam met schilderijen waar de ‘kunstenaar’ ter plekke aan zijn ‘doeken’ werkt. Dat wil zeggen, als hij niet ons aanklampt om zijn waar aan te prijzen (of beter gezegd af te prijzen). Terwijl hij hiermee druk doende is zorgt een windvlaag er voor dat een flink deel van zijn voorraad omver gekegeld wordt. Onverstoorbaar gaat hij echter met ons verder. We besluiten van de gelegenheid gebruik te maken om wat fruit in te slaan. Ik heb hiervoor mijn rugzak meegenomen. We zien prachtige sinaasappels: 5 kg voor 2 euro. Twee en halve kilo citroenen voor 1 euro en ook een flinke bloemkool mag voor 1 euro met ons mee. Vier euro armer, maar tien kilo zwaarder, sjok ik het laatste stuk langs de marktkramen richting onze fietsen.

Op de weg terug komen we langs het Castillio van Guardamar dat vanaf de veertiende eeuw op een strategische heuvel, die uitzag over de zee en de monding van de Riu Sagura, is gebouwd. We bekijken het kasteel dat inderdaad een prachtig uitzicht op de wijde omgeving geeft maar waarna niet veel meer dan de fundamenten van over is. Er is een groot bord bij geplaatst dat van een ambitieus renovatieplan gewag maakt en waarbij ook europa de buidel trekt. Waarschijnlijk zijn de dukaten momenteel op (of ze rollen nu richting Griekenland) want van enige voortgang is niets te merken. Na onze bezichtiging klimmen we weer op de fiets en peddelen we naar de camper terug.

Het kasteel in betere tijden...

Wat nu nog rest is een ruïne, een prachtig uitzicht en....

...een enkel kanon!

 

Thuisgekomen blijkt het te hard te waaien om buiten te kunnen koken. Aukje wil kibbeling bakken en dat doen we bij voorkeur niet in de camper. We besluiten naar Petra’s Lunchroom te gaan, een cafetaria/lunchroom naast de Nederlandse winkel Hollands Welvaren. Het is flink druk in de lunchroom, hetgeen ons de indruk geeft dat de zaken goed gaan. Onze positieve indruk wordt echter snel bijgesteld. Men heeft nog maar één hamburger in huis en de we moeten onthutsend lang wachten voor het eten op tafel komt. Misschien is de service voor Spaanse begrippen op orde maar van ons mag Petra nog wel een tandje bijzetten.

 

Dag 23 – Donderdag 5 februari – Nog een keertje wandelen in de duinen.

Volgens het boekje van de ANWB is er in het duingebied van Guardamar een grote variëteit aan tropische planten te bezichtigen. We hoeven ditmaal de Rio Segura niet over dus gaan we lopend op pad om de anderhalve kilometer naar het duingebied te overbruggen. We hebben met Google Maps een duinpad gespot dat we willen volgen. Inderdaad vinden we het pad dat ons de duinen in leidt en onderweg zien we borden die aangeven dat we met een bijzonder natuurgebied te maken hebben. Het is een mooi wandelgebied maar hoe Aukje ook snuffelt, ze komt niet aan de opgave van de ANWB. Ze kan wel enkele planten van de afbeeldingen thuisbrengen maar om nu te zeggen dat dit op ons als spectaculair overkomt gaat wel wat ver. 

Niettemin wandelen we op de heenweg door het duingebied en kiezen we voor de terugweg een route langs het strand. De uitzichten die we daar hebben vinden we minstens even spectaculair. Na een wandeling van in totaal negen kilometer, waarvan 3 kilometer langs het strand, komen we weer bij ons uitgangspunt. Op de weg terug komen we langs de Mercadona en grijpen we de kans om het assortiment van deze supermarkt te bekijken. Een ruim opgezette grote winkel waar we over enkele dagen zeker terugkomen. Hoewel het vandaag ook winderig is wordt er toch buiten kibbeling gebakken. Ik heb ons windscherm opnieuw neergezet en wel zo dat het nog beter het buitenkooktoestel uit de wind houdt. ’s Avonds koelt het snel af (om zes uur is het nog maar ongeveer acht graden) zodat we lekker binnen in de camper blijven.

De zee is boven de bomen nog juist te zien.                                     De branding nabij de uitmonding van de Rio Segura.

 

Dag 24 – Vrijdag 6 februari – Op de fiets naar Benijófar.

Jaren terug, toen Corines en Jannie nog in de Kruizemuntlaan woonden, hadden zij frequent contact met hun buren Aad en Olga. Ongeveer twaalf jaar geleden heeft Olga samen met haar zus een woning gekocht in Benijófar in de Spaanse provincie Alicante. Wij zijn min of meer toevalligerwijs in de buurt, een goede gelegenheid om Olga te bezoeken. Toen we haar afgelopen woensdag belden bleek zij nog in Nederland te verblijven, maar gelukkig was het mogelijk om voor vrijdagmiddag af te spreken. Vanmorgen doen we het rustig aan want we hebben tijd in overvloed. Tegen de tijd dat we weggaan is het toch al weer kwart over twaalf en de afspraak staat voor één uur gepland. Het waait vanmorgen iets minder hard dan gisteren, maar we hebben vrijwel het hele stuk pal tegenwind. Het eerste deel gaat langs de provinciale weg maar daarna gaan we over lokale weggetjes dwars door een groot tuinbouwgebied. Het geeft Aukje de gelegenheid om enkele mooie foto’s te maken. Tegen de wind in met een aantal stops voor het nemen van foto’s en een stukje omrijden vanwege het spoor bijster zijn arriveren we twintig minuten na enen in Calle Pilar Miro. 

Na een uurtje gezellig bijkletsen wordt het tijd voor de terugweg. We hebben nu de wind in de rug en volgen de oever van de Rio Segura. Op een punt dat we een grote weg moeten oversteken blijkt dat na renovatie van de weg deze mogelijkheid is vervallen. We rijden daarom maar verder langs de rivieroever en zien de flats van Guardamar stilaan naderen. Nu herkennen we de route die we al enkele keren hebben gevolgd en rijden over het ons inmiddels bekende hobbelpad het laatste stuk terug naar de camper. We drinken een pilsje op de fietstocht van in totaal bijna dertig kilometers waarna Aukje aan het koken slaat. Er moet niet alleen een maaltijd worden geproduceerd maar ze maakt ook soep voor de komende dagen die in kleine porties wordt ingevroren.

 

Dag 25 – Zaterdag 7 februari – Het loopt een beetje anders.

Het is de bedoeling dat we vandaag een fietstocht naar de lagune waar de zoutwinning plaatsvindt gaan maken. Toen ik vanmorgen naar het toilet ging deed de waterspoeling het niet. Caramba…. de drinkwatervoorraad is vannacht leeggelopen. De vorstbeveiliging voor de boiler was weer geactiveerd. Een goede voorziening natuurlijk maar hij moet niet te vroeg aanspreken. Het is vannacht wel koud geweest maar het heeft niet gevroren en voordat de watervoorraad in ijs verandert (de boiler staat direct onder ons bed) hangt er ook wel een ijspegel aan mijn neus. Ik ga doen wat ik al lang van plan was: de beveiliging tijdelijk overbruggen. Hiervoor wil ik een eurocent gebruiken die ik met zaag en vijl op maat moet maken.  Zodra ik de gereedschapkist tevoorschijn haal blijkt dat het gereedschap  kleddernat is

Ploeteren op de vroege ochtend....

en al een beetje begint te roesten. Onder in de bak staat een laagje water. Hoe kan dat nou weer? Ik heb net met de jerrycan de watervoorraad weer op peil gebracht en wellicht heb ik daarbij gemorst of heeft de vulopening gelekt? Het water druppelt door een opening in de bodem vrolijk langs een elektriciteitskabel omlaag richting de plek waar de gereedschapsbak stond. Even later is het druppelen opgehouden maar een kwartiertje later begint het opnieuw. Dat lijkt dus niet door het vullen te komen. De volgende stap is het verwijderen van de keukenladen om te zien waar het water vandaan komt. Nu heeft men de camper niet gebouwd om tijdens de vakantie op dit niveau te servicen en de toegankelijkheid naar de plek waar het onheil optreedt is zonder de aanrechtonderbouw te demonteren uiterst beperkt. Met mijn handen kan ik achter in het kastje nog juist bij de slang van de gootsteenafvoer en deze is nat op de plek waar een T-stuk in de afvoer is opgenomen. Het T-stuk lekt vermoedelijk al wat langer want enige tijd geleden zagen we bij het aanrecht in de camper soms ook wat water opduiken.  Helt de camper over stuurboord dan loopt het de leefruimte  in en helt deze over stuurboord dan is mijn 

gereedschapskist aan de beurt. Althans dat is de nu geldende hypothese. We kiezen voor een tijdelijke oplossing d.w.z. een afwasteiltje in de gootsteenbak zodat er geen water meer door het betreffende stuk afvoerbuis loopt. Thuis staat me dus weer een klusje te wachten. Daarna natuurlijk het gereedschap en de gereedschapbak schoon en droog maken en niet te vergeten de overbrugging van de vorstbeveiliging aanbrengen en we zijn weer ’up and running’. Maar het is inmiddels al na de middag en van fietsen naar de lagune komt niet veel meer terecht. We besluiten om in plaats hiervan in de omgeving boodschappen te doen. Met vier supermarkten op loopafstand en de zaterdagmarkt naast de deur vermaken we ons best. Behalve de ons al bekende Lidl, Mercadona en Hollands Welvaren is er ook een supermarkt van de Iceland keten. Deze laatste is gericht op het Engelse bevolkingsdeel dat hier ook ruim is vertegenwoordigd. Het is geen goedkope supermarkt maar ze hebben wel een aantal spullen die we elders nog niet hebben gezien, en dat is ook wat waard.

 

Dag 26 – Zondag 8 februari – Op de fiets rond de lagune Salada de la Mata.

Vanmorgen is het stralend weer met weinig wind. En ook belangrijk: geen nieuwe technische uitdagingen die de plannen verstoren. Met Google Maps hebben we een fietsroute over binnenwegen uitgestippeld die ik vervolgens heb geprint. De lagunes van bij Torreviega en ook die van Santa Pola bevinden zich onder zeeniveau. Via een gegraven verbinding met de zee liet men de lagunes periodiek vollopen met zeewater waarna het water verdampte en het zout achterbleef dat vervolgens gewonnen kon worden. Het meer waar wij vandaag gaan fietsen is thans een natuurgebied dat in de winter door een kolonie flamingo’s wordt bezocht.

Om half een stappen we op de fiets. Het is 10,5 km tot aan de lagune en het eerste stuk gaat over voor ons inmiddels bekend terrein. Vanaf Guardamar slingert een keurige asfaltweg door een glooiend landschap en na een klein uur fietsen zien we een stoet auto’s ons tegemoet komen. Even denk ik dat de lagune een toeristische trekpleister is waar op zondag de dagjesmensen naar toe gaan. Gelukkig zit het anders. Het blijken koopjesjagers want even verder is een grote zondagsmarkt waar van alles te koop is. Nadat we deze voorbij zijn is het weer rustig en even daarna zien we de lagune schuin onder ons. Volgens Google loopt er een pad op enige afstand van het water rond de plas. Dit klopt, maar het betreft wel een onverharde landweg met kuilen en steenslag. Bij een zijweg wil Aukje kijken of we wat dichter bij het water kunnen komen maar na een paar honderd meter houdt het pad op bij een batterij bijenkasten. 

Het is een gezoem van jewelste en Aukje wil er natuurlijk wel een foto van maken. Enigszins bevreesd komt ze dichterbij en net nadat ik haar heb verteld: “Bijen zijn net als mannen, zolang je ze niet kwaad maakt doen ze je niets” raakt er een verstrikt in haar haren. Ze probeert de bij in lichte paniek met haar handen weg te jagen waardoor deze (waarschijnlijk kwaad gemaakt) haar achter in haar nek steekt. We blazen de aftocht waarna ik even later iets wat op een angel lijkt er uit haal. We hobbelen verder langs de lagune en glibberen ook over een stuk dat drassig is waarbij de kleiachtige grond klem komt te zitten tussen spatbord en band. Aan de overzijde van de lagune staat een uitkijktoren waar we natuurlijk op klimmen om de flamingo’s te spotten. Een prachtig uitzicht over het meer maar geen flamingo’s te zien. We maken van de gelegenheid gebruik om een lunchpauze te houden. Daarna weer verder langs het water, nu aan de zuidkant. 

Wil de schuldige zich even melden?

We komen nooit echt dicht langs de oever

Flamingo's gespot!!

 

Een eind verder weer een uitkijktoren en jawel hoor. Op ruim een halve kilometer afstand stonden ze daar in het water te niksen. Met de verrekijker van Aukje erbij is het toch een leuk schouwspel. Daarna maar weer verder waarbij het laatste stuk over een asfaltweg een verademing voor mijn achterwerk blijkt. Nu nog even de laatste 10,5 km terug naar huis. Om half vijf rijden we na een fietstocht van 40km de camperplaats weer op.

 

Dag 27 – Maandag 9 februari – Via Agost naar Finestrat.

Gisteravond hebben we alle spulletjes die buiten staan al ingepakt en de watervoorraad op peil gebracht. We kunnen daarom vanmorgen op tijd vertrekken. Ons doel voor vandaag is camping Puig Campana even buiten Finestrat in de buurt van Benidorm. De afstand erheen bedraagt 88 km. We willen echter ook nog een fietstocht maken vanuit de plaats Agost hetgeen voor de camper een omweg van 34 km betekent. Na een voor ons doen vroege start rijden we om tien uur weg van het camperpark waarna we ook nog even bij Lidl een aantal gewichtige zaken ophalen. 

We beginnen de fietstocht bij Agost

Tegen twaalf uur parkeren we de camper bij een wegrestaurant op ongeveer 1 km vanaf het startpunt van onze fietsroute. Aukje heeft via internet de fietsroute Via Verde del Maigmo gevonden. Deze is ongeveer 22 km lang en volgt de voormalige spoorlijn die vanaf de haven van Alicante naar de plaats Acoi in de heuvels in het achterland van Alicante liep.  Voor Spaanse begrippen heeft men er veel werk van gemaakt met kilometeraanduidingen en bordjes waarop onderweg (alleen in het Spaans) wordt uitgelegd wat er is te zien. In tegenstelling tot gisteren is het weer vandaag bewolkt en een stuk frisser. Onderweg naar Agost begint het zelfs te regenen en zodra we de heuvels van Agost zien pakken donkere wolken zich samen. We besluiten eerst koffie te drinken de bui af te wachten. Om kwart voor een is het droog en fietsen we richting de voormalige spoorweg. 

We beginnen op 315 meter hoogte en aan het eind van de route wordt een hoogte van 660 meter aangegeven. Gelukkig kan een trein maar een beperkt stijgingspercentage aan en heeft men er voor gezorgd dat er geen heuveltjes en dalen te nemen zijn. Niettemin merken we goed dat we moeten klimmen hetgeen nog wordt versterkt doordat het pad uit steenslag bestaat. We zijn de enig toeristen en onderweg lijkt het uitgestorven. De route voert door het Spaanse landschap dat in deze hele streek niet erg verschillend is. Vrij droge terra-kleurige grond, hellingen die uit zacht gesteente bestaan en land dat voorral voor de fruitteelt wordt gebruikt. De omgeving van Agost telt verschillende pottenbakkerijen. We rijden kilometer na kilometer en zijn links en rechts afwisselend ravijnen en wanden van heuvels die voor de spoorweg moesten wijken.

Prachtige kleuren onderweg

De smalspoorweg is overigens nooit als zodanig gebruikt geweest. Met de bouw is rond 1920 begonnen maar de burgeroorlog en de periode van armoede daarna, heeft er voor gezorgd dat hij achterhaald was geworden. Tijden onze rit begint het weer te regenen en naarmate we hoger komen wordt het ook kouder. Na 11 km keren we om hetgeen betekent dat het vanaf nu tweemaal zo hard gaat. Onderweg stoppen we nog een keer om onze verkleumde handen te warmen waarna we rond half drie weer terug zijn bij de camper.

Voordat we wegrijden zorgt Aukje eerrst dat de warme maaltijd op tafel komt zodat we tegen vier uur aan het stuk naar de camping beginnen. De rit over goede wegen met weinig verkeer gaat vlot en we herkennen onderweg verschillende punten waar we eerder zijn geweest. Het weer is na de fietstocht ook opgeklaard. Rond vijf uur draaien we een verlaten aandoende camping op. Vooraf was ik ongerust of de camping wel geopend was. Nou hij is inderdaad open maar we zijn wel de eerste en enige gasten. De eigenaar belooft direct het sanitair te gaan schoonmaken terwijl wij ons op een leuk plekje installeren.

 

Dag 28 – Dinsdag 10 februari – Weer even op adem komen.

Na de voor ons als pensionados als hectisch te ervaren dagen is het weer even tijd om wat gas terug te nemen. Daarom komt een camping

in plaats van een camperplaats als geroepen. De camping waar we nu staan is in een aantal opzichten een tegenpool van het camperpark in San Fulgencio. In plaats van drukte en geluid van auto’s zijn we hier de enigen en horen we vogels en ruisende bomen. De eigenaars, een Spaans echtpaar dat gebrekkig Engels spreekt, is erg vriendelijk en probeert het ons naar de zin te maken. Niet verwonderlijk dat vooral Aukje zich in een paradijs waant en voorlopig hier nog wel een tijdje wil bivakkeren. We hebben een zelfs voor ons doen trage start en brengen de rest van de dag door achter de computer (Aukje met de foto’s en ik met ons weblog) en huishoudelijk werk (Aukje draait al vast een eerste machine met het kleine wasgoed). De zon laat het vandaag nog een beetje afweten maar ons wasgoed kunnen we aan de door ons tussen twee bomen gespannen waslijn alvast ophangen.

Als enigen op de camping...

 

Dag 29 – Woensdag 11 februari – Alweer die was.

We zijn twee weken verder sinds de vorige wasdag dus moeten we (vooral Aukje) er vandaag weer aan geloven. Gisteren dreigde ze al dat er mogelijk vijf keer een was moet worden gedraaid en vandaag gaat ze de daad bij het woord voeren. Vanmorgen heeft de zon zich al gemeld om te helpen hetgeen wel welkom is omdat men hier geen wasdroger te beschikking heeft. Geen nood, want aan onze waslijn droogt het als in Nederland onder ideale omstandigheden. Ook de wasmachine krijgt van Aukje het predicaat: de beste sinds we camperen. Het is in dit geval duidelijk: Aukje tevreden betekent….. Martien tevreden. Tussen de werkzaamheden door kunnen we heerlijk in het zonnetje koffiedrinken. De temperatuur bedraagt 19,5 graden maar volgens Aukje voelt het aan zoals op een zonnige Nederlandse junidag zodat we heerlijk buiten in het zonnetje eten.

Als enigen op de camping mag je er een rommeltje van maken.

 

Dag 30 – Donderdag 12 februari – Nog tweemaal draaien.

In tegenstelling tot gisteren valt het weer een beetje tegen. De hele dag laat de zon het afweten en ook de temperatuur is daardoor een paar graden lager dan gisteren. In de namiddag trekt de lucht verder dicht en begint het te spetteren. Wel geen grote hoeveelheid regen, maar genoeg om niet meer buiten te kunnen zitten. Aukje heeft vandaag nog twee machines met wasgoed te doen, maar alleen de eerste van de twee krijgt ze vandaag nog droog aan de lijn. Gelukkig kunnen we de was hier ’s nachts buiten laten hangen. Ondertussen krijg ik een knipbeurt en speelt Aukje ook nog voor pedicure. Daarna ga ik binnen in de camper aan de slag om de routes van de wandelingen die we de komende dagen gaan maken van internet te downloaden. Met het programma Basecamp kunnen deze zodanig worden bewerkt dat ze in de GPS kunnen worden geladen en er ook wandelkaarten kunnen worden afgedrukt.

     

Dag 31 – Vrijdag 13 februari – Wandeling vanaf de camping.

Vanmorgen zien we vanuit bed al dat de zon zich vandaag van zijn beste kant zal laten zien. ’s Morgens hangt er nog we een sluierbewolking maar na tien uur is het een genot om buiten te bivakkeren. Vandaag moeten we eigenlijk wat boodschappen doen en daarom zijn we van plan om met de fiets naar Finestrat, dat ongeveer 3 kilometer verderop ligt te rijden. Maar wanneer we op internet het weer voor de komende week zien, veranderen we ons plan. De eerst komen-de dagen blijft het nog goed weer maar vanaf midden volgende week wordt flink wat regen verwacht. Gezien de kleiachtige grond is het dan niet prettig wandelen in deze streek.  Daarom gooien we ons programma een beetje om en willen we vandaag onze eerste wandeling maken. We kiezen voor een wandeling in de omgeving om tevens ons kaartmateriaal en de GPS coördinaten te testen. Het is inmiddels toch al weer half drie wanneer we de camping verlaten. De wandelroute passeert de camping op ongeveer 250 meter dus moet het via een tussenpad gemakkelijk zijn op de route te bereiken. Dat is het inderdaad, behalve het laatste stukje waar-bij een twee meter hoog hek de doorgang  verspert. 

Gelukkig is er een mogelijkheid om aan de zijkant via een stenen muur er overheen te klauteren. Het eerstvolgende stuk gaat over een asfaltweg tussen huizen door. Elk huis wordt hier bewaakt door een paar honden en gezamelijk vormen ze een erehaag waarbij ze een concert ten beste geven.  Hogerop gekomen gaat het asfalt in een gravel track over en wordt ook de bebouwing minder. Dat betekent ook automatisch minder geblaf. We volgen de route op een kaartje van Google Maps dat redelijk goed voldoet. De GPS geeft daarbij goede ondersteuning waardoor we comfortabel verkeerde afslagen gemakkelijk kunnen negeren. 

Na een kilometer of vier wordt dat echter anders. We komen op een splitsing waarbij we volgens onze info links aan moeten houden, een pad dat afgesloten is en de indrukt wekt alleen naar een woonhuis te gaan. Het rechterpad draait na honderd meter naar rechts en volgens onze GPS moeten we toch echt het andere pad hebben. Terug maar weer en het afgesloten track volgen.Daar worden we na tweehonderd meter opgewacht door een gevaarlijk uitziende hond die weliswaar aan een lange staaldraad zit maar duidelijk maakt dat er met hem niet te spotten valt. Nader beschouwd geeft de GPS aan dat we halverwege het pad schuin moeten afbuigen… maar er is niets dat op een afslag duidt. Aangemoedigd door Aukje klauter ik op handen en voeten de heuvel op zoek naar iets wat op een pad lijkt. 

Met de GPS in de hand volg ik het aangegeven traject en ja hoor…. een heel stuk verder is er iets wat op een pad lijkt. Aukje komt er nu ook achteraan en samen gaan we verder.Het lijkt er op dat de bewoner van het huis met de hond het pad in het ongerede heeft gebracht. In ieder geval kunnen we nu verder en zodra het pad weer breder wordt houden we eerst onze lunchpauze. Vanaf hier is het prachtig wandelen. Een gevarieerde route door barranco’s en langs hellingen over een goed beloopbaar pad brengt ons na ongeveer drie uur en bijna 10 km lopen weer terug bij de camping.

        

Dag 32– Zaterdag 14 februari – Fietsen en wandelen.

Voor de tweede wandeling in de omgeving van Finestrat moeten we een kilometer of vijf fietsen voordat we bij het startpunt zijn. Vandaag is het minder zonnig dan gisteren maar het is droog en ook de fiets/wandeltemperatuur is goed. Vanaf de camping naar Finestrat volgen we de doorgaande weg die wel hoogteverschillen kent maar die in de kleine versnelling goed te overwinnen zijn. Even voorbij Finestrat is het andere koek. Een diepe barranco laat ons als een speer afdalen maar omhoog gaat het zo steil dat we halverwege afstappen en het laatste stuk naast de fiets lopen. 

De Puig Campana in verschillend decor

Al met komen we met wat zweet op de rug bij het startpunt van de wandeling aan. We stallen de fietsen en gaan op pad voor een wandeling van een uur of drie. Het is net als gisteren een rondwandeling waarbij we ditmaal een nog beter uitzicht op de Puig Campana, met 1408 meter, de op een na hoogste berg van de Costa Blanca krijgen. Er zijn nog wel een paar verschillen met gisteren. Vandaag gaat de route over asfalt en in plaats van een erehaag van honden is er nu een erehaag van bloeiende amandelbomen. Dit laatste stellen we meer op prijs. Behalve dat het net als gisteren door een prachtig landschap gaat waarbij we nu en dan ook een uitzicht over de middellandse zee hebben valt er niet zo veel meer van deze wandeling te vertellen. Op de terugweg komen we weer door Finestrat en willen we van de gelegenheid gebruik maken om een paar boodschappen te doen. De plaatselijke supermercados zijn echter wegens siesta gesloten. We drinken daarom in een plaatselijke kroeg een kopje koffie en doden de tijd daarmee. Daarna besluiten we Finestrat te onderzoeken. Het stadje of dorp is, net als veel Spaanse stadjes, tegen een berg gebouwd. Dit betekent een patroon van parallel lopende straten maar met flink hoogteverschil ertussen. Dwars daarop zijn steil lopende steegjes om de straten onderling te verbinden. Het geeft een gezellig maar rommelig aandoend beeld waar het als toerist goed toeven is maar als je hier moet wonen lijkt het me minder. Omdat na afloop de supermercados nog steeds gesloten blijken, fietsen we onverrichter zake terug naar de camping.

Straatje in Finestrat

Dag 33 – Zondag 15 februari – Naar Sella.

Het was aanvankelijk de bedoeling om nog een paar nachten op camping Puig Campana te blijven en dan richting Altea te gaan. Aukje heeft nog twee wandelingen vanuit Sella op het programma staan. Op de fiets naar Sella is voor ons iets te veel (ver en zwaar) van het goede, vandaar dat het plan ontstond om met de camper naar Sella te gaan en daar te overnachten. Zondagmorgen betalen we gastheer Tony, bedanken hem voor zijn gastvrijheid en tuffen richting Sella: een ritje van een kwartier. Het is dan wel niet ver maar gezien het karakter van de rit zijn we blij dat we de fietsen achter op de camper en niet onder onze kont hebben. Vooraf hebben we met Google Maps een geschikte parkeerplaats bekeken want ook Sella is tegen een berg geplakt en in de binnenstad hoef je met de camper niet aan te komen. 

We hebben iets gevonden even ten oosten van het centrum. Zodra we daar arriveren valt het nog niet mee om het parkeerterrein op te komen (eerst doorrijden, omkeren en vanaf de andere kant insteken), maar als we eenmaal staan dan staan we ook als een vorst. Camping Puig Campana was rustig maar de honden in de omgeving maakten overuren met blaffen. Hier hebben we daar niet mee van doen want de buren van het kerkhof waar we naast staan geven geen kik. Om kwart over twaalf stappen we de camper uit voor onze rondwandeling van vandaag. We zitten direct op de route want deze loopt langs onze parkeerplek. De wandeling gaat eerst door het centrum van Sella waar op de Plaza Mayor door de jeugd op

Sella

straat een spel wordt gespeeld dat op cricket lijkt, echter zonder bats. Sella doet wat stratenstructuur aan Finestrat denken, alleen is het stadje nog wat compacter gebouwd. Zodra we het stadje uit zijn dalen we af naar de rivier de Riu Sella die we met een simpel voetgangersbrugje oversteken omdat de rivier qua omvang niet veel voorstelt. We komen bij een waterverdeelpunt waar op een bord ook uitleg in het Engels is opgenomen. We zijn bij een punt waar het water van twee rivieren verder via irrigatiekanalen het dal in wordt geleid. Onder ons derhalve een groen landschap met fruitbomen terwijl boven ons een veel kaler kleikleurig gebied ligt waar alleen wat struiken en andere planten die weinig water nodig hebben groeien. We blijken overigens niet alleen op pad, er zijn ook nog twee 15cm grote padden op het liefdespad. We gaan het dal in want onze wandeling gaat rond de Barranco de l’Arc. Vandaag is het weer prachtig wandelweer. Een lekker temperatuurtje en het zonnetje erbij. Alleen de wind komt af en toe even vervaarlijk opzetten maar meestentijds houdt deze zijn gemak. Aan weerskanten van de barranco zijn terrassen aangelegd die vanuit een stelsel van irrigatiekanalen worden bevloeid. Dit systeem stamt nog uit de negende tot veertiende eeuw, de tijd dat de Moren hier landbouw bedreven. 

15 cm grote padden op het liefdespad

Nadat deze waren verjaagd is het land herbevolkt door christenen uit een ander deel van Spanje. Volgens het informatiebord introduceerden zij de techniek van ‘dry land farming’, maar als je het mij vraagt lieten zij ’Gods water over Gods akker vloeien’. Niettemin is het een afwisselende wandeling met volop bloeiende amandelbomen en waarbij we soms langs huisjes komen die ook nog uit de Moorse tijd lijken te stammen. Tegen drie uur zijn we weer terug bij de camper. Na een pilsje buiten in de zon gaat Aukje aan de pasta maaltijd voor vandaag werken. Ik maak dit verslag en na het eten gaat Aukje aan de slag om een selectie uit de grote hoeveelheid foto’s van vandaag te maken.

De terrassen aan beide zijden van de Barranco de l'Arc stammen uit de tijd van de Moren (negende tot de veertiende eeuw)

    

 

Dag 34 – Maandag 16 februari – Nogmaals wandelen en dan terug naar de kust.

Vannacht hebben we goed geslapen. Het is een prima overnachtingsplek gebleken. Alleen Jan de Wind liet zich ’s nachts met rukwinden regelmatig gelden. Dat is hier in Spanje toch wel iets wat ons opvalt. Je hebt regelmatig behoorlijk veel wind maar meestal bestaat deze uit plotseling opstekende rukwinden die na een minuutje of zo weer kalmeren. Soms is het daarna voor even nagenoeg windstil. Vandaag gaan we een rondwandeling richting het noordwesten van Sella maken. De wandeling start weer vanuit het centrum van het stadje en we zijn nog maar net de camper uit wanneer we worden aangesproken door een Belgisch echtpaar. Zij willen een wat grotere rondwandeling maken die ter plekke in rood op een groot bord staat aangegeven. Alleen hebben zij in het centrum, waar ook deze wandeling begint, geen 

Prachtig uitzicht op Sella en omgeving

routeaanwijzingen gevonden. Omdat ze verder geen documentatie van de wandelroute hebben vragen ze of ze met ons mee mogen lopen. Daar hebben we geen bezwaar tegen. Met in totaal vijf personen gaan we op pad. Het echtpaar heeft namelijk ook een Spaans logeetje bij zich. Met de GPS is onze wandelroute gemakkelijk te vinden. We lopen dwars door het centrum het stadje uit. Even buiten Sella gaan we over een track verder. Het eerste doel is een recreatiegebiedje waar de Riu Sella in een waterbassin wordt opgevangen. Het logeetje is hier eerder geweest en heeft er in gezwommen. Ik mag aannemen dat het water toen flink warmer was. Het weer is vandaag overigens prima. Een lekker zonnetje en goede temperatuur maken dat ik mijn jas vandaag in de rugzak kan laten. We lopen een stukje terug en slaan 

Even halt houden bij een uitzichtpunt

vervolgens een pad in dat langzaam omhoog loopt en naar links een mooi uitzicht geeft op de barranco en op Sella. Bij een T-splitsing gaan we verder om hoog, in de wetenschap dat we na ongeveer één kilometer weer terug moeten. Zodra de GPS aangeeft dat we het eindpunt van deze zijweg hebben bereikt, zijn we aangeland op een punt waarbij je een perfect overzicht hebt over het hele gebied tot en met de kust en de zee. Een goede gelegenheid voor een pauze die we achter de beschutting van een muurtje genieten. Wederom beschutting tegen een vlagerige wind. Op de terugweg gaat het omlaag en dus een beetje sneller. We dalen verder af in de richting van Sella waarbij ik even voor het einde het spoor 

bijster raak. Te veel lopen keuvelen met onze Belgische medewandelaar. We komen tenslotte uit op het punt waar Aukje gisteren de padden heeft gespot en volgen de route die we gisteren hebben gelopen terug tot in Sella. Op uitnodiging schuiven we op het terras van een restaurant aan voor een pilsje waarna we ons richting de camper spoeden. We willen vandaag nog verkassen en daarbij boodschappen doen. Aanvankelijk zouden we naar Altea gaan maar de camping daar is tot maart belachelijk duur. Daarom hebben we besloten om eerst naar de camping van Jávea te rijden hetgeen ongeveer 40km verder is. De camping van Jávea blijkt echter geheel vol en hetzelfde geldt voor de camping iets verderop in El Arenal. Morgen zal er waarschijnlijk wel weer plaats vrij komen. Het gaat inmiddels al schemeren en we besluiten een parkeerplaats op te zoeken om te overnachten. Dit pakt goed uit. We vinden een prima plek met een beter uitzicht dan we de komende dagen op de camping zullen hebben.

Na de wandeling een koud pilsje in sympathiek gezelschap

 Dag 35 – Dinsdag 17 februari – Slecht weer op Camping Jávea.

Het was inderdaad een prima overnachtingsplaats. Goed verlicht, vlakbij woonhuizen, rustig en met goed uitzicht. We doen het vanmorgen rustig aan. De camping waar we het eerst willen proberen ligt om 2 km rijden en we moeten wachten tot er camperaars van de camping vertrokken zijn, hetgeen tegen elven het geval zal zijn. Tegenwoordig verzorg ik niet alleen de koffie maar ook het ontbijt op bed, tenminste als er niet buiten gebakken hoeft te worden. Vandaag een gekookt eitje bij het ontbijt en dat lukt me nog wel. Om half elf starten we de camper en even later blijkt dat we niet voor niets gekomen zijn. Er zijn vier plekjes vrij en we mogen kiezen. Het wordt een klein plekje achter op de camping maar met de charme van bomen en een leuk uitzicht op de sinaasappels achter het hekwerk. Het is even jongleren om de camper op de juiste plek te krijgen want een dikke boomtak zorgt er niet alleen voor dat de schotel niet omhoog kan maar ook dat we er bijna met de bovenkant van de camper tegenaan zaten. We staan nog maar net als het weer verslechtert. Het begint te regenen en te waaien en na een half uur is de lucht dichtgetrokken en giet het zo hard als we hier in Spanje nog niet eerder hebben meegemaakt. Met de luifel uit en een windscherm opgezet kan Aukje nog wel buiten koken maar daarna kruipen we lekker de camper in en laten ons niet meer buiten zien.

Van gratis overnachtingsplaats....

.... naar piekpleine plek op camping.

      

Dag 36 – Woensdag 18 februari – Nog maar even op beter weer wachten.

Afgelopen weekend was er al voor de periode midden tot einde van deze week matig weer (regen, wind en lagere temperatuur) aangekondigd. Hoewel de weerprofeten het hier vaak mis hebben heeft men ditmaal wel goed in de glazen bol gekeken. Vanmorgen scheen de zon even en liep de temperatuur in de camper op tot boven de twintig graden, maar vanaf het middaguur kenterde het weer en werd het kil met een harde wind en later een beetje regen. Aukje wilde het een en ander in de camper en met de computer doen en daarom ben ik vanmiddag al vast alleen op pad geweest om de omgeving van de camping en Jàvea ofwel Xàbia (spreek uit: Gábia) te verkennen. Op de meeste borden kom je twee namen tegen, de Spaanse (Castiliaans) en de Catalaanse versie. Het Catalaans wordt echter niet alleen in Catalonië maar in een groot gedeelte langs de oostkust tot aan Torreviega gebruikt. Na een wandeling van twee uur heb ik het niet alleen gezien en hou ik het ook voor gezien. De rest van de dag en de avond brengen we in de camper door.

Gebied waar ook nog Catalaans wordt gesproken

    

Dag 37 – Donderdag 19 februari – Jàvea verkennen.

Het is vandaag iets beter weer dan gisteren. Na het ontbijt gaan we op pad om de stadskern van Jàvea te ontdekken. Vanaf de camping is het ongeveer 15 minuten wandelen, tenminste als je niet zoals ik je rugzak vergeet mee te nemen. Jàvea is een oude stad met erg smalle straatjes waarbij de kerk een centrale plaats inneemt. Nadat we het toeristenbureau hebben bezocht zien we deur van de kerk open gaan dus wippen ook wij naar binnen. De kerk is uiterst sober, wat nog wordt versterkt doordat het erg donker is. Na enkele minuten krijgen we een seintje dat de kerk gaat sluiten want zoals iedereen houdt ook Onze Lieve Heer in Spanje van een siësta. Ons volgende doel is de weekmarkt waarbij men ook al vanaf één uur de boel gaat inpakken. We lopen eerst langs het gedeelte met fruit- en groentekramen. We kopen wat groente voor de soep en mandarijnen. Het is opvallend hoe goedkoop het fruit is (3 kilo lekkere mandarijnen voor 1 euro), terwijl dit niet geldt voor groente (tot 5,80 euro voor een kilo snijbonen). De omvang van de markt en ook de diversiteit haalt het niet bij die van Guardamar. 

Trapslijtage na eeuwenlang bezoek..

Opvallend is dat de marktlui allemaal zelf hun marktkraammateriaal in hun meestal kleine busjes meebrengen. Hiervoor zijn de stellingen uit vierkant buismateriaal opgebouwd en bestaat het tentdoek uit een plastic folie. Na het marktbezoek verkennen we de stadskern verder en komen uit bij de Mercado Municipal, een gemeentelijk winkelcentrum dat in klassieke stijl is opgetrokken en plaats biedt aan winkeliers met uiteenlopende handelswaar. Opvallend is dat in de rest van het centrum behalve restaurantjes weinig nering te vinden is. Mogelijk komt dat door de slechte bereikbaarheid van het centrum. Op de terugweg naar de camping doen we nog wat boodschappen in de ons inmiddels bekende Mercadona en Iceland winkels. Thuisgekomen is het inmiddels tijd voor de koffie en de warme maaltijd. Later op de avond gaat Aukje aan de slag om voor de komende dagen soep te maken.

Voor de liefhebbers...

Straatjes in Jàvea

    

Dag 38 – Vrijdag 20 februari – Met de bus naar Dénia.

Hemelsbreed op ongeveer 10 km ten noordwesten van Jàvea ligt de stad Dénia. Omdat deze stad ook een aantal interessante bezienswaardigheden heeft willen wij er nu we in de buurt zijn naar toe. Van maandag tot vrijdag gaat er enkele malen per dag een bus die overigens ongeveer 20 km moet rijden omdat de berg Montgó met daaromheen een nationaal park in de weg ligt. We willen de mensen die haast hebben niet voor de voeten lopen en kiezen voor de bus van tien over half twaalf. Deze brengt ons langs een mooie route in een half uurtje naar het centrum van Dénia. 

Het is daarbij opvallend dat het landschap hier groener is dan in Finestrat en zeker rond San Fulgencio waar we eerder zijn geweest. Vanaf het busstation lopen we eerst naar het toeristenbureau. Hier halen we onder meer info op voor een rondwandeling waarbij ook een bezoek aan het kasteel van Dénia is opgenomen. Tijdens een kopje koffie nemen we het informatiemateriaal door en bepalen we onze strategie. We starten met de rondwandeling die door het oudste gedeelte van Dénia voert. De straatjes doen wel wat aan die van Jàvea denken, alleen zijn ze breder en is de stadskern niet in een cirkel gebouwd. Halverwege de route onderbreken we de wandeling om de haven te bekijken. 

Het is een moderne haven die vol ligt met grote en kleine jachten. Van de oorspronkelijke vissersplaats lijkt niet veel meer over. Vlak bij de haven ligt ook het kasteel van Dénia, dat we hierna gaan bekijken. Het kasteel is tussen de tiende en twaalfde eeuw gebouwd door de Moren die zich hier vestigden nadat ze het Koninkrijk van de Visegoten omver hadden gekegeld. De Visigoten waren overigens niet de eersten want deze streek was al vanaf de prehistorie bewoond. 

Net als in de rest van Spanje hebben de Moren zich verdienstelijk gemaakt met het in cultuur brengen van het land en het aanleggen van de daarvoor benodigde irrigatiewerken. Later is het kasteel in verschillende fases uitgebreid en gemoderniseerd. Wat er nu nog van over is laat wel de Moorse invloeden zien maar anderzijds is het goeddeels een ruïne geworden. Met het kasteelbezoek achter ons is het tijd om te eten. We hebben een eettent op het oog die ons tijdens de wandeling opviel. Hoewel wij de enige eters zijn smaakt het verrassend goed en hebben we geen spijt van onze keuze. Het is overigens opvallend hoe stil het op de terrasjes en in de eetcafés wordt zodra het tegen vier uur loopt en de middagpauze (siësta) er voor de Spanjaarden op zit.

Met het eten achter onze kiezen hebben we nog wat tijd over voordat onze bus van kwart over zes (de laatste voor vandaag) vertrekt. Daarom wandelen we naar een stadspark waar we nog heerlijk van de laatste zonnestralen kunnen genieten van deze stralende dag. Rond een uur of zeven zijn we weer terug bij de camper.

     

Dag 39 – Zaterdag 21 februari – Met de boot naar Jàvea.

Er is een 26,5 km lange fietsroute uitgezet van Dénia naar Jàvea of omgekeerd natuurlijk. Door de eerder genoemde berg Montgó is het niet mogelijk er een rondrit van te maken. Heen en terug over de zelfde route vinden wij niet leuk (en is met de heuveltjes erin voor ons tevens iets te veel van het goede). Maar er is een oplossing. Met de boot van Jàvea naar Dénia en dan weer terugfietsen naar de camper. In de wintermaanden vaart de boot alleen op zaterdag, vandaag is dus een gelegenheid die we moeten aangrijpen. Volgens het weerbericht van vanmorgen vroeg zag het er goed uit (slechts kans op een enkel drupje) en bij het opkomen van de zon scheen deze al parmantig via het

Onze catamaran

camperdak naar binnen. Rond een uur of negen begint het echter te regenen en naarmate de tijd vordert steeds harder. Wij balen natuurlijk... heeft die Spaanse Erwin Krol zijn glazen bol zeker ondersteboven heeft gehouden. De uren verstrijken en we hebben de hoop al opgegeven, maar tegen twaalf uur lijkt het toch droog te worden. Gauw ons gereedmaken en de fietsen voor de dag gehaald zodat we om half één toch nog naar de haven van Jàvea kunnen fietsen. We zijn ruim op tijd en dat is maar goed ook want zodra wij, en nog twee andere passagiers, aan boord zijn worden de trossen 

losgegooid. Het is dan nog wel niet de officiële vertrektijd maar daar maalt men hier kennelijk niet om. Zodra we buitengaats zijn blijkt er een fris windje te staan. De open catamaran zet er de sokken in zodat het ook met onze jassen aan flink fris aanvoelt. Een tochtje van veertig minuten brengt ons langs de rotsen en de mooie kust veilig in de haven van Dénia zodat de fietstocht kan beginnen. We rijden op gevoel en met de onze gisteren opgedane kennis van Dénia naar een punt waarvan ik zeker weet dat de fietsroute langs moet gaan zodat we een routebordje zouden moeten vinden.

Dat lukt en met een globale kaart, zonder straatnamen, in de hand gaan we verder op pad. Al snel worden we over leuke stille binnenwegen geleid die overigens keurig geasfalteerd blijken. Er rijdt ook een sneltram van Dénia naar Alicante en globaal volgt onze route de tramrails. Onderweg wemelt het van de sinaasappels en mandarijnen plantages en de vruchten hangen rijp aan de bomen. Google leert mij dat de pluktijd loopt van begin december tot eind juni en dat deze afhankelijk is van de soort. Het is opvallend hoeveel vruchten er onder de bomvolle bomen liggen. Het lijkt er op dat men het financieel niet meer interessant vindt om ze tijdig te plukken.

Ik besluit ze een handje te helpen en met weinig moeite vul ik mijn jaszak met een aantal heerlijke mandarijnen. Even later realiseer ik met dat mijn ‘zonde’ een winkelwaarde van nog geen kwartje vertegenwoordigt. We rijden verder naar La Xara en vandaar naar het dorpje Jesús Porbe waar we even buiten het dorp het plaatselijke cemeterio (begraafplaats) bezoeken. Met de indrukwekkende Montgó aan onze linkerhand rijden we nu over tracks door het groene land verder richting Jàvea. Het is opvallend dat hier de sinaasappels en mandarijnen inmiddels zijn ingewisseld voor olijfbomen.  Het laatste stuk gaat weer over asfalt en met het eindpunt in zicht moeten we nog een aantal pittige klimmetjes over. Terwijl we vlakbij de camping zijn zien we links van ons een donkerblauwe lucht onze richting uitkomen. We zitten tien minuten binnen als een pittig onweer met bijbehorende slagregens losbarst. Weer een misser van de Spaanse Erwin Krol… maar wij lachen er om en kijken terug op een heerlijke dag in de buitenlucht.

Inburgeringsdag

 Dag 40 – Zondag 22 februari – Vandaag even pas op de plaats.

Na de inspanningen van de afgelopen dagen doen we het vandaag even rustig aan. Vanmorgen vroeg is er een stevige wind opgestoken hetgeen ons ook niet aanlokt om snel uit de startblokken te komen. Volgens onze Engelse achterbuurman, een ervaren rot als het op overwinteren in Spanje aankomt, is het dit jaar wel uitzonderlijk. Normaal komt het voor dat het een paar dagen hard waait maar dan is het daarna weer lange tijd over. Maar volgens hem, hij is sinds augustus op pad, en heeft dit jaar onder meer Griekenland en Italië aangedaan, is het in heel West Europa mis. Wij geloven hem op zijn woord maar schieten er niet veel mee op. In de loop van de ochtend gaat de storm liggen en neemt de zon het over, maar wij hebben ons plan al getrokken. Vandaag blijven we in de nabijheid van de camper, waarbij ik de tevens de gelegenheid heb om dit weblog bij te werken.

 

Dag 41 – Maandag 23 februari – Ruta de los Miradores.

De kust in dit deel van Spanje is erg grillig met hoge kliffen en mooie uitzichtpunten. Van vijftien uitzichtpunten is werk gemaakt door de betreffende punten toegankelijk te maken en van informatieborden te voorzien.

Ook heeft men een fietsroute uitgezet die langs al deze uitzichtpunten voert. Het is een pittige tocht want van de ene naar de andere klif moet je eerst weer een stuk omlaag en vervolgens weer omhoog. We hebben gisteravond nog wel een kustwandeling gemaakt maar verder hebben we het gisteren rustig aan gedaan, dus vandaag kunnen er weer wat calorieën worden verbrand. Het weer is prachtig en van wind van enige betekenis is geen sprake meer. We rijden eerst naar El Arenal waar de route officieel begint. El Arenal is een dorp dat onder Jàvea en dat enkele kilometers verderop aan een mooie baai ligt. Het heeft zich helemaal op het strandtoerisme ingesteld en daarom boeit het ons niet erg. We rijden het dorp uit en komen bij het eerste uitzichtpunt Cala Blanca. Hiervoor moeten we, samen met de fietsen, een flink aantal traptreden op.  Het uitzichtpunt ontleent zijn naam aan de witte kalkrots, terwijl de rotsen in de omgeving terra-kleurig zijn. Hierna volgen nog een hele serie uitzichtpunten waarbij sommige een prachtig panoramisch uitzicht bieden en andere niet meer dan een simpele blik op zee. De hellingen om er te komen zijn  bijna altijd zó steil dat we hele stukken naast de fiets moeten lopen. Maar ‘zonder strijd geen victorie !’. 

De uitzichtpunten die vandaag op ons programma staan

Vervolgens gaat het weer zo steil dat je remmend omlaag moet om tijdig te kunnen stoppen. De route gaat gelukkig voor het grootste deel over smalle rustige weggetjes en door woongebieden. Halverwege houden we halt voor de gebruikelijke lunchpauze. Aukje heeft bij uitzondering  de boter en het beleg vergeten. We lossen dit op met chips op brood wat een goede noodoplossing blijkt. Na nog een handvol uitzichtpunten verder vangen we de terugweg aan. Hiervoor nemen we een route dwars door een natuurgebied en deze is een flink stuk korter dan de heenweg. Met nog een laatste stop bij het uitzichtpunt nabij El Arenal zijn we tegen vijf uur weer op de camping terug.

De Montgó is nog steeds te zien

    

Dag 42 – Dinsdag 24 februari – Op weg naar camping La Vall de Laguar.

Na precies een week op camping Jàvea hebben we het idee dat we Jàvea en de omgeving ervan voldoende op ons netvlies hebben staan. Tijd voor een camping die een stukje landinwaarts ligt zodat we bergwandelingen kunnen maken. Omdat de afstand slechts ongeveer veertig kilometer bedraagt hebben we onderweg nog een uitstapje op het oog: een wandeling aan de noordkant van de berg Montgó. Gisteravond heb ik de buitenboel al opgeruimd en dat is maar goed ook want het heeft vannacht weer gespookt. Midden in de nacht ging een deel van het afval dat nog moest worden weggebracht er vandoor zodat ik vanmorgen onder meer op zoek moest naar lege flessen en een emmertje. Tegen tien uur zijn we klaar voor vertrek en rijden we eerst naar Lidl en Iceland om flink wat proviand voor de

Pare Pere past op de camper

komende dagen in te slaan.  Daarna is het een kwartiertje rijden om bij het vertrekpunt van de wandeling te komen. De route hierheen gaat over een mooie kronkelweg langs de Montgó waarna we de camper stallen bij de kapel van Pare Pere. Pare Pere was een monnik die rond 1600 zich in Dénia en omgeving onsterfelijk heeft gemaakt door voor te gaan in gezang, gebed en handoplegging waarmee hij talloze mensen zou hebben genezen tijdens een toen heersende cholera epidemie. In verschillende plaatsen in de omgeving zijn straten naar hem genoemd en naast de kapel is een optrekje waar volgens de overlevering Pare Pere zou hebben gewoond of tenminste hebben geschuild. We bekijken de kapel aan de binnenkant en zien dat deze letterlijk vol hangt met afbeeldingen op tegeltjes waaruit moet blijken dat het hier toch wel een Jomanda in het kwadraat betreft. Hierna beginnen we aan onze wandeling die eigenlijk een

Het huisje van Pare Pere

onderdeel vormt van een rondwandeling over de Montgó. Deze vergt volgens opgave ruim zes uur netto looptijd wat voor ons vandaag te veel van het goede is. We zijn van plan om bij de ‘grot van de kameel’ om te keren zodat we nog voor donker in La Vall de Laguar kunnen zijn. Het stuk tot de ‘grot van de kameel’ zou volgens de folder zeer de moeite waard zijn en begint met een breed track dat  langzaam omhoog voert. Na ongeveer anderhalve kilometer is het  nog steeds meer dan twee meter breed en bijna rolstoelvriendelijk. Hoewel het uitzicht over Dénia en omgeving  prachtig is, zeker met dit mooie zonnige weer, is dit is niet wat wij voor ogen hadden. Wij houden meer van snuffel en struin paden. We komen op een punt waar een afslag is naar de Cueve del l’Agua, de grot van het water. We besluiten dit uitstapje te maken en gaan via een leuk steil slingerend pad bijna dwars de berg op. We klimmen een tijdje en vragen ons af hoe lang nog en wat we boven mogen verwachten.

Pare Pere's goede werken op tegeltjes

Uiteindelijk bereiken we de grot en volgens het informatiebord zijn we niet de eersten maar waren hier in  het jaar 263 al Romeinen ons al voorgegaan. We onderzoeken de grot waarbij de zaklantaarn uit Aukjes standaarduitrusting goede diensten bewijst. Ik ga voor en net als ik door een nauwe opening wil stappen verdwijnt mijn voet onder water. We hebben het water gevonden, dat overigens zo helder is dat er nauwelijks onderscheidt is met de bodem. We vinden het bewijs afdoende en keren terug om het pad naar de ‘grot van de kameel’ te vervolgen. We zien op een bordje dat het nog 4,5 km verder is. Even later kijken we elkaar aan en komen snel tot overeenstemming om maar om te draaien en de kameel voor gezien te houden. Terug bij de camper stellen we vast dat Pare Pere goed op onze camper heeft gepast en rijden richting La Vall de Laguar. Na een ritje van drie kwartier over mooie maar kronkelige en soms steile wegen arriveren we bij de camping. We krijgen een leuk plekje toegewezen met mooi uitzicht maar met matige schotelontvangst… je kunt niet alles hebben.

Uitzicht vanuit de Cueva de l'agua

     

Dag 43 – Woensdag 25 februari – Weer twee weken verder dus… wassen maar.

Het is al weer twee weken geleden dat we voorrang hebben gegeven aan het huishouden en dan, zoals een goede huisvrouw betaamt, begint het bij Aukje te ‘kriebelen’. Er moet gewassen, gepoetst en geknipt worden en hier op deze camping is het daar een uitgelezen plek voor. Het eerste deel van de dag besteden we aan het op orde brengen van de woonomgeving waarbij we de camper verplaatsen om iets betere schotelontvangst te krijgen en ook minder windgevoelig te zijn tijdens het koken. Ook hier spelen de snel opkomende windvlagen ons wel eens parten waarbij ons windscherm niet altijd een afdoende oplossing biedt. Als de middag een eind op streek is hebben we de bedden gelucht en verschoond, zijn er twee wassen gedraaid en hangt onze gespannen lijn vol met wapperend wasgoed. Niet spannend allemaal, maar wel nuttig.

 

Dag 44 – Donderdag 26 februari – Het is zomer vandaag.

Vanmorgen kijkt de zon al vroeg lekker via ons slaapkamerraam naar binnen. Voor mij als ontbijtman het sein om koffie te zetten en vervolgens het ontbijt klaar te maken. Ik ben nu gevorderd genoeg om ook het semi-Engels ontbijt klaar te maken dus sta ik in mijn ochtendjas en met blote benen buiten de ‘bacon and eggs’ te bakken. Er is geen zuchtje wind en de gevoelstemperatuur doet aan hoog zomer in Nederland denken. Nadat ook de afsluitende thee van het ontbijt is genuttigd stopt Aukje nog snel een was in de machine en gaan we daarna op pad. We willen het dorpje verkennen waar we vanuit de camper zicht op hebben. De gemeente La Vall de Laguar omvat een 

drietal dorpjes: Campell, Fleix en Benimaurell, waarvan Campell het best bewinkeld is. Vandaag is er bovendien markt zodat we met de rugzak op van start gaan. Vlakbij de camping komen we langs de bron van Campell die direct in verbinding staat met het authentieke washuis. Hadden we dat eerder geweten dan hadden we kunnen overwegen om de euro’s voor de wasmachine in onze portemonnee te houden. De markt van Campell in de plaatselijke hoofdstraat omvat een drietal kramen: een voor groente en fruit, een voor kleding en een auto met vis.  We scoren vijf kilo sinaasappels die in de rugzak verdwijnen. In een kwartier hebben we alle straatjes van het dorp uitgeplozen en hebben we een bar, een slagerij, een bakker/kruidenier, een drogist gezien. Nog altijd heel wat meer dan in ons dorp dat qua omvang aanzienlijk groter is. 

De wasplaats nabij de bron van Campell

Daarna kiezen we een binnenpad om naar het hoger gelegen Fleix te lopen. Hier is het gemeentehuis en tevens een soort medische post die ik in verwar met een VVV waarvan ook een bord op de lantaarnpaal voor de deur is gemonteerd. Aukje zet één stap naar binnen en staat direct oog in oog met een vrouw met een grote pleister op haar neus. Ze trekt schielijk de deur weer dicht en we gaan het dorpje verder onderzoeken. Leuke nauwe straatjes waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan. Met dit zonnige weer en de bomen die in bloei staan is het werkelijk een genot om door deze streek te kuieren. Tegen half twee zijn we weer terug en roept er voor Aukje weer werk: er moeten nog drie wassen worden gedraaid. Een wasdroger is bij dit weer niet nodig.

     

Dag 46 – Zaterdag 28 februari – Rondwandeling door de barranco l’Infern.

Via internet hebben we een rondwandeling gevonden die ons op basis van de bijgevoegde beschrijving erg aanspreekt. Er is bovendien een GPS track van beschikbaar wat ons een extra steuntje in de rug geeft. Omdat een netto wandeltijd van vijf uur wordt aangeven, waarbij wij nog een half uurtje moeten optellen omdat we vanaf de camping naar het startpunt moeten lopen, gaan we even na tien uur al op pad. Vanaf de poort van de camping worden we al geconfronteerd met langszoevende mountainbikers. Het is vandaag de dag van de ‘Crazy Bike Race’ waarbij een paar honderd amateur wielrenners elkaar en de omgeving trachten te imponeren. 

De wandelroute van vandaag vanuit Fleix

Uitkijken dus, maar het kleurrijke spektakel geeft ook heel wat reuring en de olé, olé’s zijn niet van de lucht. We lopen eerst naar het nabijgelegen dorpje Fleix en komen zo steeds nieuwe wielrenners tegemoet.  Vanaf Fleix zijn we van de wielrenners verlost en wandelen we via een binnenweg naar het dorpje Benimaurell dat we in de hoogte al zien liggen. Zoals eerder al gemeld omvat La Vall de Laguar drie dorpjes: Benimaurell, Fleix en Campell die in die volgorden van hoog naar laag liggen. De oude Catalaanse namen duiden ook hierop en waren vertaald resp.: Stad boven, Midden van de stad en Stad beneden. Wij zij dus bij de bovenste stad aangeland en vinden ook hier een fontein met wasplaats. Daaromheen is een complete picknickplaats met barbecues aangelegd voor de lokale bevolking. Zo slecht voor elkaar hebben die Spanjaarden het dus nog niet. We lopen het centrum van het compact gebouwde dorp door en komen nu in plaats van mountenbikers hardlopers tegen. Ook nadat we het 

Font de Grossa, even buiten Fleix

dorp uit zijn komen ons geregeld lopers tegemoet. De eersten liepen een redelijk gangetje waarbij sommigen zelfs gewapend met wandelstokken. Naarmate we het dorp verder achter ons laten zakt het tempo van de ons tegemoetkomende hardlopers. Ongeveer 1 kilometer buiten Benimaurell laten we het asfalt waarop we tot nu gelopen hebben links liggen en slaan een wandelpad in. Voor ons ook het moment voor een pauze waarbij we onze meegenomen koffie drinken. We vervolgen het wandelpad dat nu zigzaggend naar beneden gaat. De hardlopers die we nu tegenkomen  bewegen zich net als ons in een wandeltempo. Alleen aan uitdossing kun je nog zien dat ze met prestatiedrang op pad zijn gegaan. Weer wat verder komen we er een tegen die op zijn gemak op een rotspunt de omgeving staat te fotograferen. Ik vraag hem of er ook een prijs is voor de mooiste foto. Dat blijkt niet het geval maar hij verzekert mij dat hij zich toch al niet tot de kanshebbers had gerekend.

De nu lege bedding van de Rio Girona

Er doen ruim driehonderd lopers aan het evenement mee en de afstand bedraagt, schrik niet, ongeveer 40 kilometer. Een marathon dus maar dan wel een die over stenige bergpaden gaat met honderden meters hoogteverschil. Met meer sympathie voor de ons tegemoetkomende zwoegers wandelen we verder totdat we onderaan in de barranco aankomen. Daarna weer omhoog natuurlijk, totdat onze GPS aangeeft dat we eerder hadden moeten afslaan. Terug bij het betreffende afslagpunt zien we een bord dat aangeeft dat het dwarspad tijdelijk is afgesloten. Nu is tijdelijk juist in Spanje erg betrekkelijk want zo te zien vertoont het bord al flinke tekenen van verval. Onze kaart en ook de GPS geven duidelijk aan dat dit toch de route is die we moeten volgen. We besluiten het er op te wagen en merken dat het inderdaad een veel smaller en minder  belopen pad is

dan die we tot nu toe bedwongen hebben. Het pad is geërodeerd en ook moeten we langs struiken waarvan sommige met scherpe doornen. Het drukt ons tempo aanzienlijk maar we laten ons niet op onze kop zitten en struinen verder langs de helling van de barranco waar het pad ons heenvoert. Van tegemoetkomende hardlopers hebben we in ieder geval geen last meer. We houden een tweede pauze en gaan welgemoed verder totdat we helemaal onder in de barranco  uitkomen. Dit is het punt waar we linksaf de barranco d’Infern in slaan richting de Cova Santa. In plaats van een smal pad lopen we nu over de brede bodem van de rivier de Girona.  Als het regent moet je hier niet zijn maar met al weken geen regen van betekenis is de rivierbodem alleen bedekt met mansgrote granietblokken waar we tussendoor en overheen moeten klauteren. Het is opvallend en indrukwekkend wat 

duizenden jaren natuurgeweld teweeg hebben gebracht. De barranco gaat kilometers dieper het gebergte in en na een half uurtje klauteren zijn we nog niet helemaal bij het punt aangeland waar de beroemde grot zich bevindt. Om de grot te kunnen bekijken heb je klimtouwen nodig omdat de grot zich een stuk hoger dan de bodem van de barranco bevindt. Het is inmiddels al half vier en omdat we toch de grot niet in detail kunnen bekijken besluiten we om te keren. We klauteren een stuk dezelfde weg terug en gaan vervolgens verder door de barranco totdat we een kruisend wandelpad bereiken. Vanaf hier lopen we weer over een goed beloopbaar pad dat  zigzaggend steil omhoog gaat totdat we vlakbij het dorpje Fleix uitkomen. Het is nu nog minder dan een kilometer en om kwart over vijf trekken we op de camping een pilsje open om op de mooie wandeldag te drinken.