Rit naar de zon - 1 t/m 13 april
Dag 60 – Dinsdag 1 april – Nog maar een dagje op de camping.
Gisteren en ook vandaag tot dit moment van schrijven, zijn we de enige gasten op de camping. Wat een rust en ruimte. Ook vandaag worden we weer met de zon op de camper wakker. Hoewel, voorlopig voor het laatst wellicht, want inmiddels meldt storm Nuria zich aan de westkust van Portugal. En naar verwachting krijgen wij daar de komende dagen ook mee te maken. Maar vandaag nemen we het er nog maar even van, ook al liggen er nog wel wat huishoudelijke klusjes op ons te wachten. Het is de bedoeling om morgenochtend verder noordwaarts te trekken. In de vooravond maken we nog een kleine wandeling naar de rivier in het dal achter de camping.
Dag 61 – Woensdag 2 april – Een flink eind noordwaarts.
Vandaag trekken we weer verder door Spaanse binnenland. Onze drie dagen op camping Palaz Cinco van Sander en Lucy zijn ons uitstekend bevallen, maar nu we Ayora hebben bekeken lonkt een volgende bestemming op ons lijstje: het dorpje Ademuz dat eveneens authentiek Spaans is. Anders dan Ayora dat in een dal ligt, is het net als Bocairent tegen een berghelling aan geplakt. Voor we daar zijn wacht ons een rit van ongeveer honderd veertig kilometers naar het noorden. We beginnen met een bezoek aan de camperplaats van Ayora voor het legen van de toiletcassette, het dumpen van ons afvalwater en van ons huisvuil. De campings in ‘de campo’ zijn in de regel niet op een riolering aangesloten en het huisvuil moet ook zelf worden weggebracht. Op weg naar Ademuz hebben we na zestig kilometers rijden een tussenstop in Requena gepland voor de boodschappen en de koffiepauze, maar vóór we daar zijn wacht ons een prachtige route door bergachtig gebied met talloze bochten en steile hellingen. Iets minder vinden we de stokoude, van vrachtauto omgebouwde, camper met Nederlands kenteken die onderweg voor ons opduikt. Een dikke walm uitblazend zakt zijn snelheid soms tot dertig kilometers terug wanneer er een pittige helling moet worden beklommen. Na ongeveer tien kilometer filerijden lukt het ons om hem in te halen zodat we het resterende stuk, waar de hellingen nog steiler zijn, in ons eigen tempo kunnen afleggen. De laatste tachtig kilometers vanaf Requena naar Ademuz gaat eveneens door een prachtig landschap maar met minder hellingen en bochten wel een stuk vlotter. Doordat Ademuz smalle straatjes kent is er maar een beperkte parkeergelegenheid zodat we aangewezen zijn op een onverhard braakliggend terrein dat bij regen modderig kan worden. Gelukkig zien we aan de rand van het dorp nog een andere vrije plek en hoewel daar meer verkeer langskomt heeft die toch onze voorkeur.
Dag 62 – Donderdag 3 april – Ademuz bekijken en daarna door naar Albarracin.
Onze overnachtingsplek bleek een goede keuze. Gisteravond en vannacht geen lawaai, terwijl vanmorgen het voorbijrijdende verkeer niet al te vroeg op gang kwam. Na het ontbijt gaan we op onderzoek uit in de oude dorpskern van Ademuz. En dan blijkt direct dat we straat na straat steil omhoog moeten klimmen. Intussen vergapen we ons aan de bijzondere constructies die men heeft toegepast om zoveel mogelijk huizen tegen de bergwand aan te bouwen. We bereiken eerst het Plaza de Elvira Lindo waar het gemeentehuis van het dorp met ongeveer 1200 inwoners is gevestigd. Na nog wat klimwerk komen we bij het Plaza Iglesia waar, de naam zegt het, een vrij grote kerk is gebouwd. Vandaar dwalen we verder door de straatjes, die parallel aan elkaar op verschillende niveaus zijn gemaakt, totdat we uiteindelijk weer bij de camper uitkomen.
Van buiten ziet het er vaak niet uit... maar binnen maakt men er meer werk van (foto stiekum door de openstaande voordeur)
Plaza de Elvira Lindo met het gemeentehuis, de voormalige gevangenis en hieronder het postkantoor
Na de koffie vangen we rit van ongeveer 80 kilometers naar Albarracin aan. Het eerste stuk gaat over de nationale N420 weg, een brede tweebaansweg. Na dertig kilometers slaan we rechtsaf een regionale weg in. Vanaf hier vergapen we ons aan de rotspartijen die we links en rechts van de kronkelige weg tegenkomen. Vrij plotseling doemt Albarracin voor ons op waar we door een smalle tunnel het plaatsje binnenrijden. Wat verder bereiken we camping Ciudad de Albarracin (N40.411503, W1.427508), waar we een prima plekje mogen uitzoeken.
We naderen Albarracin
Door een tunnel onder de stadsmuur
Dag 63 – Vrijdag 4 april – Albarracin bekijken.
Vanaf onze camping is het twee kilometer naar het centrum van Albarracin. Anders dan bij Ayora, betreft het geen nagenoeg vlakke weg, maar zit er halverwege een flinke dip in de route. En in Albarracin zal het naar verwachting ook wel flink klimmen en afdalen worden. Vandaar dat ik vandaag alvast ga kijken of het voor Aukje in verband met haar knieën wel doenlijk is. Bij het centrum aangekomen spot is een grote parkeerplaats waar ook campers zijn toegestaan. Dat betekent dat zij het stuk van en naar de camping niet hoeft te lopen. Maar zodra ik Albarracin in loop gaat het behoorlijk steil omhoog. En niet voor een paar meter, maar vrijwel overal in het stadje is het flink klimmen en dalen geblazen. Intussen maak ik alvast foto’s. Vanaf het Plaza Mayor gaan er smalle straatjes verschillende kanten uit die ik één voor één uitkam. Er zijn vandaag weinig toeristen en belangrijke gebouwen zoals kerken, maar ook de meeste horeca is nog gesloten. Na een klein uurtje heb ik het wel gezien. Albarracin vind ik zeker de moeite van het bezoeken waard, maar anderzijds verschilt het niet zo heel veel van de eerdere oude bergdorpjes die we hebben bezocht. Terug in de camper breng ik verslag uit en Aukje besluit dat ze niet het risico voor haar knieën wil nemen, maar dat ze haar knieën in plaats hiervan beter wat extra rust kan gunnen
Dag 64 – Zaterdag 5 april – Nog hoger de bergen in.
Oorspronkelijk wilden we drie nachten in Albarracin blijven. Maar nu Aukje vandaag afziet van een wandeling door Albarracin, hebben we een dag over. Die kunnen we op de camping doorbrengen, maar we kunnen ook alvast een stukje in de richting van de Frans-Spaanse grens rijden. We kiezen voor het laatste en even na kwart over elf verlaten we de overigens uitstekende camping. Het eerste stuk van de ruim negentig kilometers rijden we over een kronkelige bergweg, maar zodra we bij het vliegveld van Teruel komen gaat het vlotter. Daarna volgt zelfs nog een stukje snelweg totdat we op vijftig kilometer voor ons doel van vandaag een provinciale weg inslaan. Deze A-226 blijkt niet alleen een bergweg, maar is de eerste twintig kilometers ook van een abominabele kwaliteit asfalt voorzien. De wegbeheerder is bezig om de weg onder handen te nemen en geeft aan dat we niet sneller dan 40 km mogen rijden, wat we vanwege het gerammel ook ter harte nemen. Het laatste stuk, zo ongeveer vanaf de col Puerto de Cabigordo op 1600 meter hoogte, is al gerenoveerd en dat rijdt natuurlijk een stuk vlotter en vooral plezieriger.
Even na enen bereiken we ons doel van vandaag, het bergdorpje Villaroya de Los Pinares (N40.528212, W0.667379) dat op 1320 meter hoogte ligt. Het dorp beschikt over een prima camperplaats voor 4 campers en met alle faciliteiten m.u.v. stroom. We zijn de eerste vandaag en kunnen dus de beste plek uitzoeken. Later in de middag komen nog drie Franse camperaars. Ik haal direct een paar stokbroden bij de locale bakker en na de koffie gaan we op onderzoek uit in het dorp. Een pittoresk dorp waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan, wat natuurlijk weer vraagt om een flink aantal foto’s.
Ermita Lorena en boven op de heuvel ermita St. benon
Dag 65 – Zondag 6 april – Reisdag tot ten noorden van de rivier de Ebro.
De afstand tot aan de grens met Frankrijk willen we in twee etappes afleggen, met vandaag een rit van 248 kilometers naar een camping bij het plaatsje Prades in de buurt van Tarragona. Nu is een rit over de snelweg vrij snel gefikst, maar we hebben gekozen voor een route door de bergen en dan wordt het bijna een dagvullende bezigheid. Terwijl Aukje vanmorgen de vaatwas voor haar rekening neemt, ga ik nog even op pad om een nabijgelegen ermita (kapelletje) te bekijken. Het blijken zelfs twee ermita’s. De eerste, Ermita Lorena is eenvoudig, ligt op nog geen halve kilometer van de camperplaats en is dus snel bereikt. Maar verderop ligt er boven op een heuvel nog een, Ermita St. Benon, en die vergt een flinke klim om er te komen. De oprit naar de ermita is voorzien van twaalf pilaren met daarop de kruiswegstaties. Weer terug bij de camper staan we op punt van vertrek, wanneer twee Nederlands sprekende toerfietsers zich melden. Ze zijn op zoek naar een café voor een bakkie koffie en even later zitten we met dus z’n vieren gezellig buiten in het zonnetje koffie te drinken. Het blijken twee Friese broers die met de fiets een toertocht door Spanje maken. Vandaag is Teruel, dat zestig kilometer verderop ligt, hun doen. Er staan hen dus nog een paar flinke beklimmingen te wachten. Het is alweer tegen twaalven wanneer we eindelijk vertrekken. Ook vandaag gaat de rit weer over bergwegen met prachtige uitzichten, maar ook met veel bochten. Even na vijf uur in de middag bereiken we camping Prades Park.
Villaroya de los Pinares, gezien vanaf Ermita St. Benon
Koffiestop op weg naar Prades
Het plaatsje Morella
Restanten van een oud aquaduct
Dag 66 – Maandag 7 april – Het laatste stuk richting Frankrijk.
Ook vandaag weer een reisdag, het de laatste volledig in Spanje. Op ons programma staat een rit van 269 kilometers naar camping Albera (N42.372870, E2.913122) in Capmany, ongeveer acht kilometers voor de grens met Frankrijk. Vandaag staat de wekker afgesteld op zeven uur, althans voor mij, omdat ik nog wat aan ons reisverslag wil werken voordat we vertrekken. Een uurtje later begin ik met het klaarmaken van het ontbijt. Maar ja, er zijn ook nog andere klusjes te doen voordat we kunnen vertrekken, dus wijst de klok al weer half elf aan wanneer we de camping achter ons laten. Prades ligt in het Muntanyes de Prades (Catalaans voor: Bergen van Prades) wat betekent dat we ook weer langs kronkelwegen de bergen uit moeten. Daarna gaat het over provinciale wegen richting Manresa, Vic en Olot, waarbij we meestal onze kruissnelheid kunnen aanhouden. Met maar één koffiestop bereiken we om drie uur de eindstreep voor vandaag. Op de camping zijn we al vertrouwde gasten en zodra men bij de receptie het kenteken van de camper herkent is de rest gauw gepiept. Even later staan we op ons plekje en genieten we buiten in de zon.
Dag 67 – Dinsdag 8 april – Even bijkomen voordat we Spanje verlaten.
Voordat we in een aantal etappes naar huis rijden, hebben we een extra dag op deze camping bij Capmany ingelast. Niet dat we de hele dag stil zitten, want er zijn altijd huishoudelijke klusjes te doen, maar vandaag geen foto’s. Morgen rijden we eerst een stukje terug naar Fiqueres voor het doen van inkopen en vervolgens is het de bedoeling om naar een overnachtingsplek in de buurt van Montpellier te rijden.
Dag 68 – Woensdag 9 april – Alvast een stukje Frankrijk in.
Volgens onze planning willen we aanstaande zondag weer thuis komen. Met een kleine vijftienhonderd kilometers te gaan, een gemiddelde van ongeveer driehonderd kilometers per dag. Vandaag doen we iets minder, omdat we in Spanje nog wat oponthoud hebben. Om tien uur verlaten we camping Albera en een kwartiertje later staan we bij het gasdepot om een oranje Repsol propaan fles om te ruilen. Met een kleine zeventien euro per fles is het gas in Spanje ruim driemaal voordeliger dan bij onze lokale gasleverancier. Een paar kilometer verder parkeren we bij de Esclat supermarkt voor de laatste inkopen in Spanje. Aansluitend nog een koffiepauze en een tankstop maakt dat het alweer één uur is als we richting de grens bij Jonquera rijden. Ons doel is een camping municipal (gemeentecamping) bij het plaatsje Loupian (N43.445264, E3.615650), halverwege Beziers en Montpellier, waar we om kwart over drie arriveren. Nog volop gelegenheid om het dorpje met ruim tweeduizend inwoners te bekijken. Tot onze verrassing blijkt het een middeleeuws dorp met zelfs nog een verdedigingsmuur (remparts) er omheen. Het lijkt of de tijd er heeft stil gestaan wat ook geldt voor het onderhoud aan de meeste huizen. Vooraf had ik alleen een simpele doorgangscamping geselecteerd, maar het antieke plaatsje is echt een bonus om te kunnen bekijken. Dat geldt ook voor de uitbater van de plaatselijke pizzeria die speciaal voor ons poseert. Wij belonen hem ’s avonds met een bezoek waarmee beide partijen tevreden kunnen zijn.
Dag 69 – Donderdag 10 april – Naar onze vertrouwde camperplaats.
De afgelopen paar jaar rijden we naar en vanuit Spanje via de Route de Soleil, met een overnachting op de camperplaats van Reventin-Vaugris (N45.468220, E4.842398) nabij Vienne. Ook nu we vijf in plaats van drie dagen over de terugreis doen is dit weer het geval, alleen is de af te leggen afstand vandaag met maar ongeveer driehonderd kilometers een stuk korter. Gisteren was het vrijwel de gehele dag bewolkt en ook afgelopen nacht was het bewolkt en erg vochtig. Maar voor vandaag ziet het er beter uit. Een half uur na vertrek breekt de zon door en die zal ons de rest van de dag niet meer in de steek laten. Ook vandaag is er veel vrachtverkeer op de weg waarbij het erg hinderlijk is als vrachtwagens elkaar met gering snelheidsverschil gaan inhalen. Met onderweg één koffiestop bereiken we om half drie onze bestemming, waar gelukkig nog een paar plekjes vrij zijn. Heerlijk genieten we in het zonnetje van een pilsje waarna ik nog even op pad ga om een paar foto’s te maken.
Dag 70 – Vrijdag 11 april – Verder noordwaarts naar Langres.
Onze volgende etappe huiswaarts brengt ons naar de stad Langres, de naamgever van het plateau waar zowel de Maas, de Seine, de Marne en de Aube ontspringen. Langres kent een lange geschiedenis als bisschopsstad en als vestingstad. Het is ook de geboorteplaats van schrijver en filosoof Denis Diderot. Maar voor we daar zijn moeten we vandaag eerst ruim driehonderd rijden en vooral ook de stad Lyon passeren. Gewoonlijk doen we deze etappe in het weekend en vandaag blijkt maar weer eens waarom we dat doen. Al direct na ons vertrek mengen we ons in het drukke verkeer en pas zodra we voorbij Lyon zijn wordt het een beetje rustiger op de weg. Verder verloopt de rit voorspoedig en halverwege maken we een stop voor de koffie en om de camper bij te tanken. Om half drie rijden we Langres binnen en even later komen we bij camping Navarre (N47.860270, E5.329732), een gemeentecamping die binnen de ommuurde stad ligt. Het kantoor opent pas later in de middag zodat we van de gelegenheid gebruik maken om een zelf een plekje met prachtig uitzicht over de stadswal te kiezen. Nadat we ons hebben geïnstalleerd ga ik nog even de stad in om een paar foto’s te maken. De naam van Vauban, de bekende fortenbouwer van Lodewijk XIV, kom je overal tegen. Ook natuurlijk ook die van Diderot. De hoofdstraat is naar hem genoemd en het centrum wordt gesierd door een levensgroot standbeeld van de beste man. Jammer dat er de hele dag een stoet auto’s door de hoofdstraat rijdt, want als voetgangersgebied zou het nog veel beter tot zijn recht komen.
Dag 71 – Zaterdag 12 april – Naar het land van Suske en Wiske.
Vanmorgen staat er een koude oosten wind en wel zodanig straf dat ik met de grootste moeite buiten de eieren kan bakken. Wel met capuchon op, want ik moet met mijn lichaam proberen de vlam af te schermen en dan staat de wind vol in mijn nek. Gelukkig komt snel de zon erbij zodat het tegen tienen als we vertrekken al een stuk minder koud aanvoelt. De route van vandaag gaat via Luxemburg naar een overnachtingsplek net over de grens met Belgie. Eerst een stuk binnendoor voordat we de tolweg bereiken en daarna gaat het een stuk vlotter. Gelukkig is er minder vrachtverkeer op de weg en ook is er geen file bij wegwerkzaamheden aan de grens met Luxemburg. Dat is doordeweeks wel anders. De rit verloopt verder voorspoedig. Maar met in totaal 335 kilometers en zowel een tankbeurt (137,6 euro voor de diesel) en een bezoek aan een ‘frietkot’, is het toch al halverwege de middag wanneer we ons melden bij camping Hohenbush nabij Sankt Vith.
Dag 72 – Zondag 13 april – De laatste loodjes.
Met nog iets meer dan driehonderd kilometers te gaan rijden we vandaag het laatste traject naar huis. Bij vertrek spettert het nog, maar eenmaal op de snelweg door de Hoge Venen van België regent het stevig. Pas nabij Verviers klaart de lucht op en van daar blijft het nagenoeg droog. Na een koffiepauze nabij Weert, kunnen we het laatste stuk filevrij tot aan huis afleggen waar om om kwart voor drie arriveren. De camper staat nog maar koud naast ons huis of Aukje begint al met uitladen. Even later knort de wasmachine er lustig op los en dat zal naar ik vrees nog wel even aanhouden. Onze vakantie zit er op.
Maak jouw eigen website met JouwWeb