Rit naar de zon - 17 t/m 28 februari
Dag 17 – Maandag 17 februari – Een tussenstop
Vanaf het moment dat we in de buurt van Valencia komen, blijkt het steeds moeilijker om nog een vrij plekje op een camping te bemachtigen. En dat geldt vooral langs de kust, want daar is het toch wat warmer dan in het binnenland, waar je ook direct de hoogte in gaat. Daarnaast is er een groot aantal camperaars dat sowieso liever aan de kust bivakkeert. Wij willen naar een camping voorbij Valencia, maar een paar honderd kilometers op één dag reizen vinden we wat te veel. Daarom heb ik gisteren een camping halverwege gezocht en gevonden nabij Sagunto, op negentig kilometers rijden van Alcossebre. We rijden vandaag in een gezapig tempo er naar toe, waarbij we tussen het vrachtverkeer blijven hangen. Camping Malvarrossa (N39.719695, W0.194084) blijkt een voormalige finca (agrarisch bedrijf) dat omgevormd is tot camping. Ruim de helft van de camping is bebouwd met optrekjes volgens de Spaanse ‘Doe Het Zelf’ architectuur en overeenkomstig uitgevoerd. Ook deze camping blijkt nagenoeg vol, zodat we maar uit een paar plekken kunnen kiezen. Uiteindelijk vinden we een leuk stekkie met zowaar gras voor de deur. Waarschijnlijk voorlopig een van de laatste keren dat we dat in Spanje zullen aantreffen.
Dag 18 – Dinsdag 18 februari – Een nuttige dagbesteding.
Vanaf hier probeer ik een volgende camping te vinden en ook ditmaal zijn hiervoor meerdere pogingen nodig. De eerste blijkt voorlopig vol bezet en de tweede geeft te kennen dat men gesloten is. De Nederlandse uitbater had zijn camping in bedrijf, totdat deze op last van de overheid weer moest sluiten. Er moet eerst een nieuwe vergunning worden afgegeven en daarvoor is ook een nieuwe keuring nodig. En in Spanje ben je daar wel een aardige poos mee bezig, zo geeft de man enigszins moedeloos te kennen. Uiteindelijk vinden we een Spaanse camping zodat we morgen toch verder kunnen trekken.
Het toilet gebouw van deze camping, waar twee wasmachines en slechts één droger staan, is op ruim vijf minuten lopen aan het andere einde van de camping. En omdat we ‘s morgens niet de vroegsten zijn, kunnen we het gebruik van de droger vandaag op onze buik schrijven, waardoor er voor mij een nuttige dagbesteding overblijft. Tegen de avond maakt Aukje nog een strandwandeling.
Dag 19 – Woensdag 19 februari – Met een boog om Valencia.
Voor vandaag staat een rit van ongeveer honderddertig kilometers op ons programma. Hierbij volgen we de AP7 snelweg die met een boog om Valencia gaat. Valencia hebben we in het verleden al een paar maal bezocht en nu willen we naar een camping die wat meer in het achterland ligt. Na vijfenzeventig kilometers maken we een tussenstop in het staje Alginet. Eerst voor de koffiepauze maar aansluitend voor de boodschappen. Alginet ligt op minder dan een kilometer van de A7. Maar wat belangrijker is, rond de Mercadona aldaar is volop parkeerruimte voor onze camper, wat tegenwoordig door onder meer hoogtebomen en overkappingen geen vanzelfsprekendheid meer is. Toch ging niet alles goed. Terwijl ik mijn gevulde winkelwagentje even onbeheerd liet om Aukje te assisteren, was een overijverige winkeljuffrouw alvast begonnen om mijn karretje weer uit te laden. Voor de laatste twintig kilometers verlaten we de snelweg en rijden we de bergen tegemoet. Via een slingerende route over goed asfalt bereiken we op 290 meter hoogte camping Playamonte (N39.085114, W0.698566). Geen beheerder aanwezig zodat we zelf een plekje kunnen uitkiezen. Dat betekent de komende dagen: geen uitzicht op zee maar wel op de olijfbomen aan weerszijden van onze camper.
Dag 20 en 21 – Donderdag 20 en vrijdag 21 februari – Playamonte bekijken.
De naam van onze camping is ook die van Urbanisatie Playamonte dat een stukje verderop is gelegen. Op donderdag een goede gelegenheid voor mij om te gaan kijken hoe deze nederzetting in deze verder onbewoonde omgeving er uit ziet. Bij het begin van het dorpje staat een groot bord met het stratenplan en alle huizen met nummers er op. De weg voert daarna omlaag tot bij het Lago de Playamonte, een meertje met een mooi zandstrand er omheen en picknickfaciliteiten. Het blijkt een natuurlijk gevormd meer dat wordt gevoed door een viertal bronnen in de nabijheid ervan. Later is een betonnen kanaaltje (Acequia) aangelegd waarmee overtollig water wordt afgevoerd en kan worden gebruikt om olijfgaarden in de omgeving te bevloeien. De bebouwing rondom het meer is in de tweede helft van de vorige eeuw toegevoegd. Bij de moderne urbanisaties dichtbij de kust wordt in de regel door een projectontwikkelaar eerst een compleet plan gemaakt, waarna in een strak schema zoveel mogelijk (gelijkvormige) huizen worden gebouwd en aan de man gebracht. Lukt dat laatste niet, dat staat de boel er na jaren nog half afgemaakt bij. Hier in Playamonte heeft de ontwikkeling meer ‘organisch’ plaatsgevonden. Dat wil zeggen: je koopt een stuk grond, bedenkt een ontwerp en realiseert dat in je eigen tempo. Het gevolg is een wildgroei van allerlei huizen van verschillende bouwstijlen en afmetingen. Met daartussen een braakliggend stuk land dat op een volgende liefhebber wacht. Zo wordt er momenteel nog hier en daar bijgebouwd, terwijl de oudste huizen (bij gebrek aan onderhoud) op de nominatie staan om te worden afgebroken. Vanaf de de achterzijde van de camping voert een landweg binnendoor ook naar Playamonte. Een goede gelegenheid (en oefening voor Aukje) om op vrijdag via deze route nog eens de boel daar te bekijken.
Dag 22 – Zaterdag 22 februari – Een klein stukje verkassen.
Camping Playamonte zag er bij aankomst kaal en rommelig uit. Maar toen we een plekje hadden uitgezocht waren we bij nader inzien toch wel content. Maar na drie nachten willen we toch weer verder trekken, ook al omdat er vlakbij nog een andere camping onze belangstelling trok en waar op zaterdag nog juist één plekje voor ons beschikbaar komt. Na een ritje van 9 kilometers, waarvan de laatste twee over een binnenweg met een paar steile klimmetjes melden we ons bij mini boerderij camping Chellanatura (N39.034249, W0.685867). De camping, met slechts 7 plaatsen op een terrein van anderhalve hectare wordt gerund door een Nederlands echtpaar. Het is een SVR camping, dus ‘kamperen bij de boer’, wat in de regel inhoudt dat de voorzieningen erg eenvoudig zijn. Anders dan de afgelopen dagen is het vandaag bewolkt en in de loop van de dag wordt er ook nog wat regen verwacht. Dus komt het goed uit dat er op elke kampeerplek grind is aangebracht zodat het bij bij regen geen modderpoel wordt.
Dag 23 – Zondag 23 februari – Zondagsrust op de camping.
Deze camping ademt met slechts zeven campers en caravans rust uit. Dat wordt nog versterkt door de periode met lichte regen van zowel gisteravond als vanmorgen waardoor, bij een temperatuur van maximaal vijftien graden, iedereen binnen bleef, Wij hadden vanmorgen ook een trage start, met niet alleen het ontbijt maar ook de koffiepauze op bed. Aan het begin van de middag is Aukje nog wel even op pad gegaan om de omgeving te verkennen. Haar conclusie: een mono cultuur van olijfbomen. Deze camping is in andere opzichten ook bijzonder. Zo is er geen voorziening voor het afvoeren van gebruikt (grijs) water en worden we verzocht dit onder een boom te deponeren. Voor ons afval is er helemaal geen plek. Onder het mom van: er wordt hier geen vuilnis opgehaald, worden we verzocht om zelf ons afval twee kilometer verderop in de centrale container van het dorp Chella te deponeren. Niet onoverkomelijk, maar wel de eerste keer dat we zoiets meemaken.
Dag 24 – Maandag 24 februari – Rondje rond de camping.
Volgens Wikiloc zijn hier tal van wandel en fiets mogelijkheden. Maar als je actieradius beperkt is, blijft er in deze bergachtige omgeving niet veel van over. Vandaag gaan we samen een rondwandeling maken van 3,6 kilometers. En met flink wat hoogteverschil er in dus voor Aukjes knieën een nieuwe uitdaging. Het is prima wandelweer, vanmorgen bij de koffie zelfs stralend en in de middag iets minder stralend maar nog steeds zodanig dat we in een t-shirt lopen. In een rustig tempo doen we iets meer dan een uur over de wandeling, die ons natuurlijk langs oliefbomen, maar ook langs steeneiken en sinaasappel boomgaarden voert. En de sinaasappels? We hebben er stiekem een geproefd en die smaakte heerlijk.
Dag 25 – Dinsdag 25 februari – Op de fiets naar Chella.
We hebben besloten om hier nog een dag langer te blijven, maar het weer laat het vandaag een beetje afweten. Bewolkt en daardoor gelijk wat frisser. Voor mij een goede gelegenheid om een fietstochtje in de omgeving te maken. Onze camping ligt op 325 meter hoogte en Chella ongeveer honderd meter lager. Als je de kortste route neemt, dan wordt het hoogteverschil met één afdaling, of helling op de terugweg, weggewerkt en die is zó steil dat onze camper er in de tweede versnelling knorrend tegenop moest. Maar gelukkig is er een alternatief, hetzelfde hoogteverschil maar dan over een grotere afstand uitgesmeerd. Chella ziet er van een afstand best leuk uit, maar daar aangekomen werd ik meteen getroffen door de haveloze staat van vrijwel alle gebouwen. Een stratenplan dat op dat van Manhattan in New York lijkt, maar dan zonder wolkenkrabbers. En dwars door de hoofdstraat fietsend dacht ik dat hier de welstandscommissie al decennia terug is wegbezuinigd. Op dinsdag is er markt bij het centrale plein, maar op het tijdstip dat ik arriveerde waren de kooplui alweer aan het inpakken.
Dag 26 – Woensdag 26 februari – De bergen in naar Finca Les Coves.
Op de route naar het zuiden hebben we een volgende tussenstop gevonden. In de buurt van het plaatsje Jijona ligt een finca waar een Nederlands stel een kleine camping heeft gemaakt met, volgens opgave, met maar drie overnachtingsplaatsen. Dat lijkt ons wel wat en de eigenaar van de finca geeft aan dat hij tot zaterdag nog een plekje voor ons heeft. Voor dat we daar arriveren nemen we afscheid van campinghoudster Loes, nemen we onze vuinis mee naar het dorp Chella, doen we boodschappen bij de Consum super, volgt de gebruikelijke koffiepauze en een tankbeurt voor de camper. En natuurlijk de rit van ongeveer negentig kilometers naar de finca Les Coves (N38.582106, W0.484656).
Zodra we via de CV580 het dal uit zijn kiezen we de A7 snelweg tot even voorbij Alcoy. Een mooi traject door bergachtig gebied. Vanaf hier begint de klim naar de Carrasqueta, een berg met de top op 1024 meter. Vooral de afdaling is een leuke route met veel bochten en prachtige uitzichten. Even voor het plaatsje Jijona buigen we af richting de finca. Een smalle weg van ca. vier kilometers lang waarvan het laatste stuk onverhard.
Het laatste stuk over een smalle weg en tenslotte over een onverhard pad
Bij de finca vinden we een dicht hek met het bordje ‘tijdelijk gesloten’. We maken het hek toch maar open en rijden naar het hoofdgebouw. Daar heet gastvrouw Lara ons welkom en neemt ons mee naar onze staplaats waar we nog één ander camper aantreffen. Ze vertelt dat de camping officieel gesloten is omdat er een slepend probleem is met de vergunning, maar volgens haar advocaat is er een grijs gebied voor de ontvangst van familie en vrienden. Vanaf nu zijn wij dus formeel ‘vrienden’ van Didier en Lara. De finca is alleen aangesloten op de waterleiding, voor stroom worden zonnepanelen met thuisbatterij gebruikt. We kunnen dus wel van walstroom gebruik maken, maar een elektrisch kacheltje zou teveel van de batterij vergen. En natuurlijk is er een septic tank in plaats van riolering. Dus geen chemicaliën of papier in het toilet. Maar voor de rest….. is de finca met omgeving een plaatje.
Dag 27 – Donderdag 27 februari – De finca verkennen.
Vanmorgen wil de zon eerst niet erg doorkomen en vannacht is het flink koud geweest. We zitten op 625 meter hoogte dus dan wil het ‘s nachts wel flink afkoelen. Gelukkig steekt onze camper verwarming ons de helpende hand toe en weer wat later neemt de zon het over. Bij de finca hoort een enorm terrein met talloze fruitbomen die volop in bloei staan. En natuurlijk ook olijfbomen al zijn die hier in de minderheid. Er zijn flinke hoogteverschillen want de finca ligt op een helling. We gaan op het enorme terrein op onderzoek uit en zien in de verte een viertal z.g. tiny houses. Daar aangekomen blijken ze nog niet zo ‘tiny’ maar meer flinke bungalows met een fantastisch uitzicht over het dal en op de bergen. Vlakbij onze camper staan nog een paar grote glamping tents, al zijn ook dat meer bungalows dan tenten. Rond het hoofdgebouw ziet het er ook goed uit met een zwembad, bar en speeltoestellen. Kortom, nu die vergunning nog, maar ja daar moet je in Spanje een lange adem voor hebben.
Dag 28 – Vrijdag 28 februari – Vluchten voor de regen.
Toen wi hier eergisteren aankwamen was Aukje direct ‘verkocht’. Hoewel we voor drie nachten hadden geboekt, werd direct de optie om nog wat langer te blijven besproken. Maar het loopt anders en we vertrekken zelfs een dag eerder dan afgesproken. Het weerbericht voorspelt vanaf vrijdagavond periodes met regen en dat zal tot ver in de volgende week zou blijven. Hier op 625 meter hoogte trekt de lucht dan dicht en valt er weinig meer te genieten. De grond van de finca bestaat uit een kleiachtige massa die zolang het droog blijft keihard is. Maar met natte klei nat is het een ander verhaal en spinnen de camperwielen door zodra we bij vertrek op het terrein een viertal steile hellingen moeten nemen. Campingbaas Didier waarschuwde hier al voor en wij nemen de waarschuwing ter harte. Vanmorgen is het weer nog goed wat ons de gelegenheid geeft om droog in te pakken.
Intussen heb ik een plek op een volgende camping gereserveerd en dat viel nog niet mee. Een camping en een camperplaats aan de kust bleken vol, maar uiteindelijk vond ik een plek op camping Les Palmeras in Crevillent (N38.240462, W0.811611). Niet aan de kust, maar een camping waar we al vaker op doorreis zijn geweest en waarvan we weten dat deze oké is. Op weg er naar toe nemen we een omweg voor een bezoek aan de wasserette in Albetera. Na deze tussenstop melden we ons rond vier uur bij de camping, waar we een van de laatste plekken krijgen toegewezen. Een kleine plek, maar wel met privacy. Voor ons voldoende om de regen af te wachten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb