Pyreneeën 2019 - mei

Noot: Klik, eventueel tweemaal, op de foto's om ze groter te maken

Dag 1 – Maandag 6 mei – Van huis naar Pont-a-Mousson.

Maandag op pad dus, maar dat zou inhouden dat we het eerste deel in Nederland en België file moeten rijden. Daarom hebben we het stoute plan opgevat om ’s morgens heel vroeg (of eigenlijk ’s nachts) al te vertrekken. De wekker op half drie blijkt te werken want we zijn allebei om kwart over twee al wakker. Tijd voor een bakkie koffie en met de verwarming aan komen we snel bij onze positieven. Om twee minuten over drie in de morgen rijden we het dorp uit en de eerste twee uur in donker verlopen vlot zodat Maastricht al in zicht komt wanneer het licht wordt. Voorbij Luik houden we een eerste stop om een beetje diesel bij te tanken, maar ook voor het ontbijt. Dat tanken was op zich nog wel een dingetje. Op de pomp stond dat je eerst je pinpas moest ingeven maar een plek op de pomp om dat te doen was er niet. Toch kwam er direct diesel uit de pomp zodra ik het mondstuk in de tank plaatste. Een paar tellen later stak iemand zijn hoofd om de hoek en zei dat ik op zijn pinpas aan het tanken was. Me van geen kwaad bewust antwoordde ik dat zoiets toch wel gek was ik vroeg me af wat er fout ging. Toen bleek dat de automaat, waar de pinpas in moest, een eindje verderop stond en volgens hem hadden beide pompen hetzelfde nummer. Even later ontdekte de buurman dat zijn pomp toch een ander nummer had, maar dat de sticker met het pompnummer van de zuil was verdwenen en hij daarom het nummer van mijn pomp had ingegeven. Als oplossing betaalde ik hem contant het bedrag dat ik op zijn kosten had getankt waarna hij opnieuw kon beginnen, maar nu hopelijk met ingave van het juiste pompnummer. Na het ontbijt rijden we verder richting Luxemburg en rond negen uur belanden we toch in een file. Met een volle tank met Luxemburgse diesel als troostprijs bereiken we rond elf uur de camperplaats van Pont-a-Mousson waar we op dit tijdstip van de dag plekken voor het uitzoeken hebben.

Je kunt een slechter uitzicht treffen

Hier zijn ook niet-gemotoriseerde camperaars

Dag 2 – Dinsdag 7 mei – Door naar een camping in de buurt van Lyon.

Gistermiddag was er ruim voldoende tijd om te voet het centrum van Pont-a-Mousson te verkennen. Bijzonder fraai is het stadje niet, want zoals in veel Franse steden ogen de huizen grauw doordat de zandstenen gevels door uitlaatgassen en rook zijn aangetast. Bovendien is ook hier nog niemand op het idee gekomen om het doorgaande verkeer om de stad heen te leiden. De hele dag gaat er een sliert auto’s door het centrum waardoor de onrust die dit oplevert de lol er voor voetgangers er wel een beetje af haalt. Op de terugweg lopen we nog een stukje om voor wat inkopen en zodoende is er bij thuiskomst toch voldoende inspanning geleverd om de stramme benen weer soepel te krijgen. 

Vanmorgen volgen we eerst vanuit onze slaapkamer het broedende zwanenpaartje aan de oever van de Moezel en kunnen tevens zien wat een handige visser de reiger is, die door het ondiepe water aan de oever baadt. Gisteravond zijn we al om een uur of tien gaan slapen en met de ‘slow start’ van vanmorgen hebben we voldoende nachtrust gehad, zodat we vandaag weer fit verder kunnen. De vandaag af te leggen afstand naar de camping van het plaatsje Anse, even ten noorden van Lyon, bedraagt iets meer dat vierhonderd kilometer. Anders dan gewoonlijk kiezen we voor de tolweg, iets korter maar vooral ook meer ontspannen voor chauffeur Martien. Camping Les Portes du beaujolais van Anse ligt ingeklemd tussen de snelweg en de rivier de Sâone en is heel geschikt als doorgangs-camping. Het lawaai van de snelweg levert tot in de avond wel wat hinder op. Met in de vooravond nog een wandeling vanaf de camping naar de rivier, besluiten we de dag. Morgen de etappe tot aan de Middellandse zee.

Uitzicht vanuit onze slaapkamer

Vandaag kiezen we voor een tolpoort

Het Franse land ligt er k(l)eurig bij

Vissers tijdens onze avondwandeling

Dag 3 – Woensdag 8 mei – De Middellandse zee komt in zicht.

Vandaag de laatste reisetappe en die voert ons naar de Middellandse zee. Niet direct ons wandelgebied, maar hier willen we eerst een paar dagen op verhaal komen voordat we de Pyreneeën in trekken. Het blijft tenslotte vakantie en moet niet op werken gaan lijken. Afgelopen nacht heeft het continue geregend, niet hard maar met de regen erbij die in de ochtend valt toch een aanzienlijke hoeveelheid. Gelukkig is het vlak voor ons vertrek droog geworden zodat de huishoudelijke bezigheden rond de camper, waaronder het legen van de WC-cassette, in alle rust kan gebeuren. Ook vandaag gaat de reis van rond de vierhonderd kilometer weer over de tolweg. Vóórdat we de tolweg opgaan moeten we eerst een stukje binnendoor en vooral ook door Lyon.  Met zijn ouderwetse tunnel in het stadscentrum is het een flinke bottelnek. Maar de meeste hinder geeft de harde vlagerige wind die door het Rhône dal waait, waardoor de rijsnelheid zelfs een stukje omlaag moet. Eenmaal op de tolweg wordt het beter en slaat alleen de verveling een beetje toe. Die bestrijden we met een koffiestop halverwege. Voordat de camping in Marseillan Plage in zicht komt doen we eerst nog even boodschappen bij de Lidl, waardoor het toch al weer half zes is wanneer we ons bij de receptie melden. Het ons toegewezen plekje ligt vlakbij de toegang tot het strand. Nadat ook het sanitair is geïnspecteerd, krijgt deze camping van ons het stempel: OK.

Surfer op de Rhône in de storm

Door de bewolking donker, maar wel mooi

De zee op een paar meter afstand

Dag 4 & 5 – Donderdag 9 & vrijdag 10 mei – Van het mooie weer genieten.

Gisteren en vandaag valt over het weer niet te klagen. Met een temperatuur van rond de twintig graden en een lekker zonnetje is het ook buiten de camper goed uit te houden. De donderdag lummelen we wat en houden ons bezig met allerlei huishoudelijke karweitjes Vrijdagmorgen begin ik met het verder uitwerken van het reis- en wandelprogramma voor de komende week terwijl Aukje op verkenning gaat om het winkelaanbod van Marseillan Plage in kaart te brengen. Gezien de aankopen waarmee ze thuiskomt is ze daar goed in geslaagd. In de avond wandelen we samen door het centrum waar het in de aanloop naar het weekend al aardig druk is. Gelet op  het aanbod aan winkels en restaurants krioelt het hier in het hoogseizoen waarschijnlijk van de mensen, maar dan zijn wij gelukkig al weer vertrokken. Na nog een bezoek aan de jachthaven wandelen we via het strand weer terug naar onze camping.

Dag 6 & 7 – Zaterdag 11 & zondag 12 mei – Nog even en dan gaat het beginnen.

In de nacht van vrijdag op zaterdag regent het vrijwel continue, voor ons toch wel verrassend want hier had ook het weerbericht geen rekening mee gehouden. ’s Ochtends is de regen weer voorbij maar heeft nu plaats gemaakt voor een harde en vlagerige wind. Gelukkig is de temperatuur goed en doet ook de zon zijn best om het naar onze zin te maken. Wij vullen de dag weer met een paar wandelingen in de omgeving en allerlei bezigheden waarvan we achteraf niet begrijpen dat ze de dag zo snel hebben gevuld. Zondag lijkt wat het weer betreft een herhaling van gisteren, dus zowel zon als veel wind. We realiseren ons dat het vandaag alweer de laatste dag is dat we kunnen genieten van het comfort op de camping, want morgen gaan we op reis naar de Pyreneeën.  We willen immers het gebied van de Katharen gaan verkennen, een smalle strook tussen ruwweg de Middellandse zee en Andorra en een van de minst dicht bevolkte streken van Frankrijk. Smalle bergweggetjes, kleine dorpjes en weinig voorzieningen maken dat we nieuwsgierig zijn maar het ook wel een beetje griezelig vinden.

Dag  8 – Maandag 13 mei – De Pyreneeën in.

Vanmorgen zijn we al op tijd uit de veren, want er moet heel wat werk worden verricht voordat de camping in Marseillan Plage achter ons ligt. Ook nog even een laatste douche, want dat zit er vanavond niet in. En niet te vergeten de camping betalen en dat zorgt voor een halfuurtje oponthoud. Bij de receptie zijn een paar nieuwkomers die moeten worden ingeschreven en het valt mij weer eens op hoe omslachtig Fransen hun zaakjes afhandelen. Je zult er maar wonen en er dagelijks mee van doen hebben. Niettemin tuffen we opgewekt weg en ons eerste doel zijn de supermarkten om zowel diesel voor de camper als  boodschappen voor de komende tijd in te slaan, want voorlopig zullen we geen grote supermarkt meer tegenkomen. De Hyper-U van Agde is overigens verreweg de grootste super die ik ooit heb gezien. Indrukwekkend maar niet echt handig want je hebt onderhand recht op een Vierdaagse-kruisje voordat je al je boodschappen hebt gevonden. Niettemin slagen we er in om alles in de camper te laden. Na nog een koffiepauze vangen we de rit van een kleine honderd kilometer aan, die ditmaal niet over een tolweg gaat. De laatste twintig kilometer naar het plaatsje Durban Corbières geeft alvast een voorproefje van de kronkelige weggetjes die ons de komende tijd te wachten staan. Bij de ingang van het dorp is een picknick plaats, een prima spot om de camper neer te zetten terwijl wij aan een inloop wandeling van ongeveer vier kilometer beginnen. 

Het landschap verandert van vlak naar ruig

Grillig gevormde rotsen onderweg

Hier heet het nog 'inloop wandeling'

Het eerste stuk van de wandeling voldoet inderdaad aan die kwalificatie, maar bijna halverwege verandert het pad en wordt het meer struinen dan wandelen. Bovendien gaat het stijl omhoog en tot bijna ons middel in de struiken waarbij er soms geen pad meer te zien is. De natuur om ons heen is weelderig groen en dat vergoed veel. Na nog een steil en moeilijk beloopbaar stuk omlaag concluderen we terug bij de camper, dat dit eerder een vuurdoop dan een inloopwandeling mag worden genoemd. Nu nog even een paar kilometer door met de camper naar onze overnachtingsplek voor de komende dagen: een picknickplaats naast een voormalig fort. Aangenaam verrast met de plek zetten we de camper neer op een van de mooiste camperplekken die we tot nu toe hebben gezien. Prachtig uitzicht, heerlijk rustig met een ‘eigen fort’ en -voor de liefhebbers- een stukje verderop een ‘eigen begraafplaats’. Nadat we onszelf op ‘ons terras’ op een drankje hebben getrakteerd gaan we op onderzoek uit in de omgeving. Maar daarover morgen meer, want anders zou dit verhaal wel heel erg lang worden.

Aan het begin van het struinpad vermoeden we nog niets

Ruine tussen de struiken

Over een rul pad weer omlaag

Dag 9 – Dinsdag 14 mei – Nog een dag in het paradijs.

Gisteren zijn we tegen de avond nog even op onderzoek uit geweest naar het oude fort dat er vanaf enige afstand verlaten bij ligt. Deze ruïne uit de elfde eeuw, die onderdeel uitmaakte van een kasteel, behoorde aan de heer van Durban, een vazal van de graaf van Narbonne. Het is geen Katharen kasteel, omdat de heren van dit kasteel zich indertijd niet met de ‘katharen-kwestie’ hebben ingelaten. Zij bleven trouw aan de graaf van Narbonne en daarmee ook aan de toenmalige Franse koning. Bij de ruïne aangekomen hadden we niet verwacht dat er achter een compleet dorpje was aangebouwd, met onder meer een kapel en een kerk. De pittoreske huisjes en de smalle straatjes zijn als het ware geplakt tegen de helling van heuvel met het fort als hoogste punt.

Na een rustige nacht werden we vanmorgen gewekt door een balkende ezel die in de nabijheid van onze camperplaats zijn domicilie heeft. Gelukkig hanteerde hij hetzelfde tijdschema als wij voor ogen hadden. Na een langzame start, gevolgd door een koffiepauze in het zonnetje, trekken we er tegen half twee op uit voor een rondwandeling ten noordwesten van Durban Corbières. Een prachtige wandeling volgt onder welhaast ideale condities: mooi weer, prachtige natuur en volop zingende vogels. Na terugkomst drinken we een versnapering, waarna Aukje zich nog even naar het nabijgelegen kerkhof begeeft voordat zij zich met de warme maaltijd gaat bezighouden. Kortom een perfecte dag vandaag. 

Geen slecht uitzicht vanuit de slaapkamer

Koffiedrinken op een paradijselijk plekje

De natuur in in deze tijd van het jaar mooi

Uitzicht op Durban Corbieres met in het midden 'ons fort'

Nabij de bron van het riviertje Pinede

Het fort gezien vanuit de straten van Durban

Een kerkhof... daar moet Aukje naar toe

Hiernaast de GPX file en een afbeelding van de door ons vandaag gemaakte rondwandeling.

Startpunt: Centrum Durban Corbieres

Afstand: ca. 4,5 kilometer

Rondwandeling Durban Corbieres
Geografische data – 49,1 KB 412 downloads

De Katharen.      

Aan het einde van de tiende eeuw ontstond in de Languedoc een stroming die tegenwoordig bekend staat als het "katharisme". De leer is vanuit het Midden-Oosten via de Balkan en Italië naar Zuid-Frankrijk gekomen, en staat in vele opzichten dicht bij de oorsprong van het christendom. Er zijn echter grote verschillen met de katholieke Kerk. Het kathaarse geloof is dualistisch: er zijn twee goden. De Goede God is de schepper van het onzichtbare en het geestelijke; de God van het Kwaad is de schepper van alle zichtbare, aardse dingen. Deze laatste wordt de "Rex Mundi" genoemd. Jezus kan daarom nooit de Zoon van God geweest zijn, omdat het lichaam een schepping is van de God van het Kwaad (oftewel de duivel). Het kruis beschouwden zij als het symbool van de Rex Mundi. Een ander gevolg van deze opvattingen was dat ook de dieren door de duivel geschapen waren, zodat er geen vlees of vis gegeten mocht worden. Belangrijk voor de Katharen is de directe en persoonlijke kennis, "gnosis" genoemd. Hierdoor was een kerkelijke hiërarchie overbodig. Zij kenden dus ook geen kardinalen en dergelijke ambtsbekleders. Wel waren er priesters en priesteressen, "parfaits" genaamd, die bijeenkomsten hielden in de open lucht, aangezien er geen (stoffelijke) kerkgebouwen waren. Door de gnosis kon de geest een "voltooide" staat bereiken. Dit was bij de parfaits het geval. Dit waren de echte "Katharen", de "zuiveren". Onder hen bevonden zich vele edellieden.

Het is duidelijk dat deze opvattingen een doorn in het oog waren van de Kerk van Rome. Toen Bernard van Clervaux in 1145 naar de Languedoc afreisde om deze "ketters" te bekeren, kwam hij er echter achter dat de Katharen eigenlijk christelijker leefden dan zijn eigen katholieken. De Katharen waren toleranter en hadden bovendien een veel hoger geestelijk niveau. Paus Innocentius III zag hen echter als een grote bedreiging van de Kerk en riep in 1208 op tot een kruistocht tegen de Albigenzen, zoals de Katharen ook wel worden genoemd (naar de stad Albi). Koning van Frankrijk was in die tijd Filips II August die, na zijn terugkeer van de derde kruistocht, in een strijd verwikkeld was met de Engelsen. Zijn goedkeuring niet afwachtend, nam de aartsabt van het klooster van Cîteaux, Arnaud-Amaury, de leiding van de kruistocht tegen de Katharen op zich. De geweldloze Katharen boden weinig tegenstand, maar kregen wel steun van de met hen sympathiserende bevolking. Op 28 juli 1209 werd onder leiding van Simon de Montfort de stad Béziers ingenomen. De uitspraak "Doodt allen, God zal de zijnen herkennen" geeft aan hoe het er aan toe is gegaan. Naar schatting 20.000 mensen, katholiek en Kathaar, werden gedood. Ook op andere plaatsen volgden er bloedbaden, en werd de Languedoc stad na stad, kasteel na kasteel ingenomen. De Katharen bleven echter trouw aan hun leer en velen lieten zich dan ook liever zonder verzet op de brandstapel zetten, dan hun geloof af te vallen.

In 1218, tijdens het beleg van Toulouse, werd Simon de Montfort gedood. De strijd tegen de Albigenzen ging door, maar kreeg wel steeds meer een politiek karakter. Lodewijk VIII, de zoon van Filips II August, nam in 1226 de leiding op zich, wat drie jaar later resulteerde in het verdrag van Meaux, waardoor de Languedoc ingelijfd werd door Frankrijk. Hun grondgebied was verloren, maar de geest van de Katharen was niet gebroken. Paus Gregorius IX stelde in 1231 de "Heilige Inquisitie" in, die tot doel moest hebben de ketterij voorgoed uit te bannen. De orde der Dominicanen werd met deze taak belast. Deze orde was in 1215 in Toulouse opgericht door de van oorsprong Spaanse edelman Dominique Guzman. Of hij het eens was met deze taakstelling zullen we nooit weten, want hij overleed in 1221, tien jaar voor de instelling van de Inquisitie. Negen jaar lang heeft hij in Fanjeaux gewoond, temidden van vele Katharen… In ieder geval waren zijn Dominicaner broeders van mening dat zij goed werk deden. Wie zich niet bekeerde tot het katholieke geloof, bezweek onder de folteringen of belandde op de brandstapel. Zo verminderde langzaam maar zeker het aantal aanhangers. In 1244 was de Montségur nog over als een van de laatste steunpunten van de Katharen. Na een belegering van tien maanden gaven de bewoners zich over. Zij hadden zich kunnen redden door zich te bekeren, maar verkozen de brandstapel. Meer dan 200 Katharen werden levend verbrand aan de voet van de berg. Het verhaal gaat dat de nacht voor de overgave een viertal parfaits in het geheim van de berg zijn afgedaald. Zij zouden bij deze ontsnapping de schat der Katharen meegenomen hebben.

In 1255 werd het laatste Katharen kasteel, Quéribus, ingenomen. De Katharen doken onder in de bergen of in de grotten van de Pyreneeën. De Inquisitie deed zijn werk grondig, zo werd op 15 augustus 1308 de complete bevolking van het dorp Montaillou opgepakt en ondervraagd. De laatste parfait, Guilhelm Bélibaste, werd in 1321 in het kasteel van Villerouge-Termenès verbrand. De Katharen hielden officieel op te bestaan.

Bovenstaande info is ontleend aan de site: www.blanchefort.nl

Dag 10 – Woensdag 15 mei – Naar Tuchan met bezoek aan kasteel D’Aguilar.

Onze volgende etappeplaats in Katharen-land is het plaatsje Tuchan. En omdat de bijna twintig kilometer er naar toe geen dagvulling geeft, combineren we de rit met een bezoek aan het voormalige kasteel D‘Aquilar. De camper wordt even na twaalf uur op een parkeerplaats in het centrum van Tuchan neergezet, waarna een rondwandeling begint, met halverwege een bezoek aan ons eerste Katharen-kasteel: D’Aquilar.  Tuchan ligt in een dal en het eerste en ook het laatste stuk van de wandeling gaat over vrijwel vlak terrein. Maar doordat men in de Middeleeuwen de voor ons onhandige gewoonte had om een kasteel bij voorkeur op een berg of heuveltop te bouwen, ontkomen we er niet aan om de kuiten nog even flink aan te spannen voordat we bij het kasteel aan komen. Nu is de naam ‘kasteel’ vandaag de dag eigenlijk niet meer van toepassing. Nadat het kasteel in de achttiende eeuw in onbruik was geraakt, gebruikte de bevolking het als een gemakkelijk bereikbare steengroeve. Daarmee bleef er van het kasteel niet veel meer over dan een ruïne. Pas halverwege de vorige eeuw zag men er  het historisch belang van in en nu zijn de kastelen van de Katharen aangemeld als Unesco Werelderfgoed. Overigens is ook de naam Kathaar (afkomstig uit het Grieks: katharoi ofwel ‘de zuiveren’) pas in de vorige eeuw aan hen toegekend. Ze worden ook wel de ‘Albigenzen’ genoemd. D’Aquilar is niet het mooiste kasteel, maar voor ons toch zeker de moeite van het bezoeken waard. Na afloop van het kasteelbezoek hervatten we onze rondwandeling, die ons terug bij de camper brengt. Vanaf hier is het nog maar één kilometer naar Domaine La Preiriere, een camping ‘oude stijl’ met simpel sanitair en eigenlijk nog op de tentkampeerders en caravanners ingesteld. Wij mogen zelf een plekje op de bijna lege camping uitzoeken en zijn daar uiteindelijk erg tevreden mee.  

Vanuit het kasteel een prachtig uitzicht

De kapel van het kasteel

Alweer op de terugweg

Hiernaast de GPX file en een afbeelding van de door ons vandaag gemaakte rondwandeling.

Startpunt: Parkeerplaats centrum Tuchan

Afstand: ca. 8 kilometer

Vanuit Tuchan Naar Kasteel D Aguilar
Geografische data – 103,8 KB 404 downloads

Dag 11 – Donderdag 16 mei -  De Katharen route.

Aukje heeft bij het samenstellen van het programma voor deze vakantie de Katharen route (Chemin des Cathares) als leidraad genomen. Deze route gaat niet alleen dwars door het gebied van de Katharen, maar er is ook een speciale wandelkaart voor deze streek gemaakt. Een welkome informatiebron, want naarmate je zuidelijker komt is het met het kaartmateriaal steeds slechter gesteld, zo is onze ervaring. Wij willen vandaag een etappe van de Katharen route wandelen, van Tuchan naar Padern. Maar, omdat wij ook weer terug naar onze camper moeten, splitsen we de etappe op in twee delen en doen we vandaag het eerste stuk. Onder opnieuw ideale weersomstandigheden gaan we van start en er volgt een leuke en afwisselende tocht waarvan de foto’s een beeldverslag geven. 

Veerbewolking... morgen komt er regen

Na terugkomst bij de camper is het tijd voor de warme maaltijd en na jet eten gaan we nogmaals op pad. Ditmaal voor een rondwandeling door het dorpje Tuchan waar Aukje opnieuw enkele leuke foto’s maakt. Wat Tuchan bijzonder maakt is dat dwars door het dorp verschillende watergootjes lopen die overal tuintjes van water voorzien.

Dag 12 – Vrijdag 17 mei -  Een dagje ophokken.

Na ruim anderhalve week met ansichtkaartenweer tappen de weergoden vandaag uit een ander (regen) vaatje. Een depressie houdt bijna heel Frankrijk in haar greep en de kern van het bijbehorende regengebied bevindt zich precies boven ons hoofd. Van wandelen komt er dus niets vandaag en we hebben besloten om een paar nachtjes aan ons verblijf op deze camping vast te plakken. Met regen verkiezen we het comfort van een camping boven een verblijf op een camperplaats dat ons hierna te wachten staat. Maar geen nood, een gedwongen pauze zetten we om in een relaxte luilekkerdag want wij vermaken ons binnenscamper ook best.

Dag 13 – Zaterdag 18 mei – Eerder vertrekken dan de bedoeling was.

Oorspronkelijk was het plan om slechts twee nachten op camping Domaine La Preiriere van Tuchan te verblijven. Door de regendag van gisteren werden dat er drie en stiekem waren we al van plan om er nóg een nachtje aan vast te plakken. Met in de wijde omtrek rondom ons geen enkele andere kampeerder, waanden we ons immers als ’God in Frankrijk’. Met het weekend in aantocht veranderde dat plotsklaps. Pal links naast ons verschenen twee buscampers met hun luidruchtige schuifdeuren en direct rechts van ons parkeerde een Nederlander zijn bejaarde Amerikaanse Winnebago, een kolos van een camper. Al met al waren wij daar niet blij mee, maar wat doe je er aan? Ze mogen er immers gaan staan. Toen het ‘s avonds wat kouder werd hoorden we plotsklaps een gegrom bij de Winnebago camper vandaan komen. Nader onderzoek leerde ons dat dit de dieselverwarming moest zijn en het lawaai ervan hield pas op toen de eigenaren van de camper naar bed gingen. Tel daar nog bij op dat het de hele nacht heeft gestormd en het zal duidelijk zijn dat we ons niet langer ’God in Frankrijk’ voelden.

Onderweg naar Padern

Zó kunnen ook wij over water lopen

Padern met op de achtergrond het kasteel

Om half twaalf s’ morgens, startten we campermotor voor een kort ritje naar het plaatsje Padern. Van daaruit steken we te voet een riviertje over om aan het tweede deel van de etappe van de Katharenroute (de GR367) te beginnen. Een mooie en gemakkelijke wandeling volgt, omdat er niet veel hoogtemeters behoeven te worden overwonnen. 

De Katharenroute, we zijn op het juiste pad

Na terugkomst bij de camper besluiten we om ook nog even het centrum van Padern te verkennen en voor we het weten zijn we ook op weg naar de ruïne van het kasteel van Padern dat hoog boven het dorpje op een rots toornt. Een pittige klim volgt, maar eenmaal boven gekomen geeft het ook voldoening. Tot besluit volgt er voor de camper nog een pittige klim en dito afdaling, waarna we ons bij camping de l’Agly in het dorp Saint Paul de Fenouillet melden.

Hierna nog even omhoog naar het kasteel

Smalle straatjes in Padern

Doorkijkje in de ruïne van het kasteel

Dag 14 – Zondag 19 mei – Een dagje even niets.

De regendag van eergisteren werd gevolgd door een nacht waarbij het hevig stormde. Onze camper stond in de luwte van hoge bomen maar dat gaf wel zoveel kabaal dat ik aan een sinterklaas liedje moest denken. Gistermorgen werd het binnen een kwartier windstil en voor ons het sein om de wandeling vanuit Padern aan te vangen. Wel is het weerbeeld nu heel anders dan in de periode ervoor. Droog en afwisselend zonnig en bewolkt en een vlagerige wind, maar toch ook veel frisser met een temperatuur die niet boven die momenteel in Nederland uitkomt. Vandaag gebruiken we om weer even op verhaal te komen, om onder meer dit reisverslag bij te werken…. en als het even kan komt de thuiskapper nog even langs.

Dag 15 – Maandag 20 mei – Naar de kloof van Galamus.

Op enkele kilometers ten noorden van Saint Paul de Fenouillet ligt de Galamus kloof die naar verluid de mooiste in deze streek moet zijn. Daarbij is er ook nog een Hermitage. Voor ons twee vliegen in één kap en dus een goede aanleiding om er vandaag naar toe te gaan. De weg erheen gaat omhoog en even later doemt  een grote parkeerplaats op. Het blijkt het startpunt naar de hermitage Saint Antoine de Galamus. Om bij de hermitage te komen moet er nog wel een lastig te belopen stenig pad de kloof in worden bewandeld. Maar ja, als kluizenaar wil je natuurlijk niet dat de deur wordt platgelopen. Bij de hermitage aangekomen blijkt de kapel, die in een grote grot is ondergebracht het meest indrukwekkend. Weer buitengekomen heb je een prachtig uitzicht op het riviertje de l’Agly die in de diepte stroomt. Na het hermitagebezoek lopen we verder en komen uiteindelijk weer op de D7 weg uit. Volgens onze GPS moeten we weer rechtsom richting de geparkeerde camper. 

De hermitage, diep in de rotsen verborgen

De entree van de hermitage

De kapel

Heilige Antonius, goede vrind... maak dat ik mijn rozenkrans vind !

Sfeervol

De uitgang

Op weg naar de camper vragen we ons af waar de kloofwandeling begint. We besluiten een kleine twee kilometer verder te rijden en vandaar te zien hoe we in de kloof kunnen komen. We hebben de camper nog maar juist gestart, of het blijkt dat we niet verder mogen. Maatjes als maximaal 2m70 hoogte en 2 meter breed, daar past onze camper niet in. We besluiten om te voet de betreffende afstand af te leggen en dat blijkt een goede keuze. De weg wordt smaller en bochtiger en het is duidelijk dat je hier niet met de camper langs kunt. Anderzijds zien we bij elke bocht, hoe in miljoenen jaren de rotsen moesten wijken voor de waterkracht van het riviertje, die een diepe geul heeft uitgesleten. De wind jaagt door de kloof, waardoor ik Aukje vast moet houden om te voorkomen dat zij wegwaait. Ook is het duidelijk dat we bezig zijn met de kloofwandeling en dat er beneden bij de rivier geen wandelpad is. Tevreden rijden we na afloop terug naar de camping in Saint Paul. Onderweg doen we nog even boodschappen bij de Carrefour supermarkt.

Camper is een maatje te groot

De kloof is indrukwekkend

De rivier in de diepte

De wind jaagt door de smalle kloof

Door de mensen zie je de afmetingen

Dag 16 – Dinsdag 21 mei – Naar kasteel Quéribus en door naar Duilhac sous Peyrepertuse.

Na drie nachten op de camping van Saint Paul is het weer tijd om verder te trekken. Aukjes programma geeft aan dat de camper de volgende twee nachten op de camperplaats van Duilhac sous Peyrepertuse zal worden gestationeerd. Dat betekent deze ochtend nog even een broodje bakken en zorgen dat alles gevuld en geleegd is, want je weet van te voren nooit zeker of alles goed uitpakt. Vlak voor vertrek nemen we nog even een douche op de camping, zodat het al weer twaalf uur is wanneer we weg tuffen. Er wacht een bergrit van ruim twintig kilometer met op de bergpas nóg een steile klim met hellingspercentages van boven de twintig procent. Het resultaat is wel dat we op de parkeerplaats van het kasteel Quéribus parkeren en wat ons een pittige klim te voet bespaart. Tijd voor koffie, waarna we lopend de laatste 70 meter hoogteverschil tot het kasteel overwinnen. Ook dit kasteel is feitelijk een ruïne, maar anders dan ons vorige katharen kasteel l’Aquilar, staat er nog vrij veel van overeind. Dit komt omdat het al ruim een eeuw lang als monument wordt onderkend en er de afgelopen tien jaar aan een restauratie wordt gewerkt. Het doel ervan is om de ruïne te conserveren en voor verder verval te behoeden. 

Cadeautje van moeder natuur tijdens het water tappen

Bergrit naar kasteel Quéribus

Vanaf hier te voet, de camper blijft wachten

Op een rotspunt gebouwd

Trap naar de hoofdingang

De woonruimte van de slotheer

Na ons kasteel bezoek rijden we verder en onderweg komen we langs het toeristische dorpje Cucugnan. Parkeren blijkt aanvankelijk lastig omdat het zelfs op een doordeweekse dag al een geliefd doel voor Franse dagjesmensen is. Wij sluiten ons hierbij aan en wandelend door de tegen een helling gelegen schilderachtig dorpje, waarvan de historie al meer dan duizend jaar terug gaat. Een aaneenschakeling van winkeltjes, restaurantjes en andere neringdoenden die er op uit zijn om de toeristen van hun geld af te helpen. Wij komen vooral om onze nieuwsgierigheid te bevredigen en hebben het na een half uurtje wel gezien. Van Cucugnan is het nog maar vijf kilometer naar de camperplaats van Duilhac sous Peyrepertuse, wat onze thuisbasis voor de komende dagen wordt. Vlakbij is een restaurantje dus wordt er vandaag door ons niet gekookt of afgewassen maar wel lekker gegeten.

Op weg naar Cucugnan

Parkeerprobleem

Nog geen etenstijd

Graanmolen met ruïne voormalig kasteel

Duilhac sous Peyrepertuse komt in zicht

Tijd voor ontspanning

Dag 17 – Woensdag 22 mei – Rondwandeling vanaf de camperplaats in Duilhac.

Op ons programma staat voor vandaag een rondwandeling vanaf onze camperplaats. Ditmaal geen bijzondere dingen te zien, maar toch een leuk tochtje van bijna zeven kilometer met geregeld klimmen en dalen, dus goed voor onze conditie, Een verzwarende factor vormt het weer, of beter gezegd de zon, want met 24 graden en een fel zonnetje vallen er flink wat zweetdruppeltjes en moet er geregeld worden bijgetankt. Weer terug bij de camper wacht ons de gebruikelijke beloning in de vorm van een goudgele versnapering. Ook goed voor onze conditie denken we maar.

Straatje in Duilhac

Trots op haar tuintje

Duilhac ligt achter ons

Gevarieerd landschap! Zowel afdalen ... door bomen omringd ... als door een vallei

Hiernaast de GPX file en een afbeelding van de door ons vandaag gemaakte rondwandeling.

Startpunt: Camperplaats Duilhac sous Peyrepertuse

Afstand: ca. 7 kilometer

Duilhac Vanaf Camperplaats
Geografische data – 94,5 KB 406 downloads

Dag 18 – Donderdag 23 mei – Te voet naar het kasteel Peyrepertuse.

Vanaf de camperplaats gaat een weg tot aan de voet van het kasteel, maar wij kiezen er voor om lopend erheen te gaan. Er is immers een wandelpad naar het kasteel en dat heeft men indertijd niet voor niets gemaakt. Net als gisteren is het vandaag weer flink warm en schijnt de zon uitbundig. Dat laatste is vooral lekker voor het zonnepaneel op ons camperdak, maar op ons bolletje voelt dat omhooglopend toch wat minder. De afstand naar het kasteel geeft geen probleem, maar de steilheid van het pad en de obstakels onderweg maken het ons wel lastig. Flink bezweet melden we ons na twee uur zwoegen aan de kassa van het kasteel, waarna blijkt dat we nog verder omhoog moeten. Na ook deze hobbel te hebben overwonnen gaan we de poort door en kunnen we het kasteel van binnen gaan bekijken. Kasteel Peyrepertuse is net als kasteel Quéribus tot een ruïne vervallen, maar ook hier wordt gewerkt om het geheel in toonbare staat te houden. Anders dan Quéribus, waar 25 soldaten het kasteel konden verdedigen, is kasteel Peyrepertuse een groot complex dat in omvang gelijk was aan de stad Carcassonne. Het was in staat om een klein leger te huisvesten. 

Begin van de wandeling, in de verte het doel

De voet van het kasteel is bereikt

Toegangspoort tot het kasteel

Opnieuw omhoog, nu naar kasteel San Jordi

Trap Saint Louis uit 1250

Terugkijkend op het eerste gedeelte

Nadat we alles hebben bekeken aanvaarden we de terugreis waarbij we ditmaal grotendeels de asfaltweg volgen. Hiermee vermijden we de steile afdaling vol met rul gesteente, want op zo’n pad is afdalen nog lastiger dan klimmen. Terug bij de camper maken we ons op voor een ritje van nog geen half uur door een mooie maar vrijwel verlaten streek. In het gehucht Camps sur l’Agly is boerderijcamping La ferme de Camps snel gevonden. Het blijkt een oude Franse boerderij, waar men het werken met de Franse slag tot kunst verheven heeft. Op de vrijwel lege camping mogen wij een leuk rustig plekje op sappig gras uitzoeken. Dat is dan ook hét pluspunt van de camping want we hebben hier geen stroom of wifi en het sanitair is, voor zover het werkt, ook ondermaats.

Afdalen naar de camper in Duilhac

Overduidelijk een oud boerengebied

Rommelige camping van Camps l'Agly

Dag 19 – Vrijdag 24 mei – Opnieuw voortijdig er vandoor.

Gisteravond is Aukje nog even op onderzoek uit geweest, want vlakbij de camping had zij een oud kerkhof gezien en zo’n buitenkansje laat ze niet onbenut. Op het kerkhof uit 1869 dateren de jongste graven uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Maar vooral oude en soms vervallen graven hebben haar voorkeur

Naast de camping een kerkhof anno 1869

Waar is ie heen?

Improvisatie met plankjes en plastic

Vannacht begon het te tikken op het camperdak en vanmorgen regende het nog steeds. Erger is dat Meteo France voor de komende twee dagen constant regen voorspelt. Daar staan we dan op een camping met minimale voorzieningen en klaar om aan een rondwandeling te beginnen. Na kort overleg wordt besloten het roer om te gooien en naar de camping in het stadje Quillan te rijden. Een plaats met meer mogelijkheden en ook een camping met veel betere voorzieningen. Na een rit van meer dan een uur over smalle weggetjes, waarbij vaak niet harder dan dertig kan worden gereden, komen we op een verlaten camping. Geen andere kampeerders of zelfs maar een beheerder te zien. We kiezen daarom zelf een plekje en vanwege de regen met harde ondergrond.

Smalle natte weggetjes

Alles in regen gehuld

Helemaal alleen op camping La Sapinette

Dag 20 – Zaterdag 25 mei – Nog een dag met regen.

Ook vanmorgen regende het nog, voor ons een reden om ons programma voor vandaag hierop aan te passen. Het wordt een dag met huishoudelijke bezigheden. Ik bak een broodje en ga naar het VVV van Quillan voor informatie en Aukje heeft een paar ladingen voor de wasmachine bij elkaar gesprokkeld. Met daarnaast nog de dagelijkse besognes weten we de dag al weer aardig te vullen.

Gisteren en vandaag regen.... maar ja, hier een paar voorbeelden van wat het oplevert in Katharenland

Dag 21 – Zondag 26  mei – Een dagje Carcassonne.

Voor vandaag hebben we het plan opgevat om naar Carcasonne te gaan. Deze oude stad ligt ruim vijftig kilometer naar het noorden, maar daar is wat op gevonden: met de bus! In krap anderhalf uur brengt de bus vanuit Quillan ons erheen en voor de prijs hoeven we het ook niet te laten. Een enkele reis kost precies 1 euro per persoon. Er gaan maar een paar bussen per dag en die van elf uur vinden wij voor ons het meest geschikt. Er blijkt aardig wat belangstelling en bij het instappen valt er ook al wat te zien. Zo komt er een reiziger binnen met een breedbeeld tv voor zijn buik en weet die precies tussen zijn buik en de stoel voor hem te plaatsen. Laat vandaag de autorace van Max Verstappen maar starten, denk ik zo. Een andere passagier vindt 1 euro nog te veel en probeert op slinkse manier de chauffeur om de tuin te leiden, wat in een fikse uitbrander resulteert. De busdienst heeft duidelijk ook de functie om de dorpjes onderweg van OV te voorzien, wat de reis natuurlijk niet sneller doet verlopen. Net als gisteren zit het weer ook vandaag niet mee, zwaar bewolkt met af en toe wat regen en daarbij een magere 14 graden.

Op naar Carcassonne

Op zo'n ticket prijs loop je niet leeg

Hij hoeft Max Verstappen niet te missen

Carcassonne is een vestingstad waarvan de oorsprong teruggaat tot de achtste eeuw voor Christus. Het is na Parijs en Mont-St-Michel de derde belangrijkste toeristentrekker van het land. Dit komt doordat de stad, met zo’n 45 duizend inwoners, uit twee delen bestaat: de lage stad ‘la Bastide Saint-Louis’, uit de dertiende eeuw en de hoge stad ‘la Cité’ die nog ouder is.

De hoge stad 'la Cité' gezien vanaf de oude brug over de rivier de Aude

De hoge stad is indertijd door de bevolking verlaten toen de stad uit haar voegen barstte, waarna het richting ruïne veranderde. Onder Napoleon III is opdracht gegeven om de stad opnieuw in oude stijl op te bouwen en daardoor hebben we tegenwoordig een prachtig voorbeeld van een middeleeuwse stad in volle glorie, Een gewild object voor toerisme natuurlijk en vandaag de dag wemelt het van de toeristen die op hun buurt weer in talloze restaurantjes en winkeltjes terecht kunnen. Wij wandelen vanaf het station eerst door de lage stad, maar brengen de meeste tijd door in de ommuurde ‘la Cité’. Het Chateau Comtal is het meest imposante gebouw in 'la Cité' en daar willen we natuurlijk een kijkje nemen. Helaas, precies vandaag is het personeel in staking waardoor we voor een dichte poort staan. Een ander belangrijk gebouw is de Basiliek Saint Naizare, waar we wel terecht kunnen. 

Toegangspoort tot de hoge stad 'la Cité'

Overal minstens dubbele muren

Het chateau, een vesting binnen de stad

Oude straatjes

Restaurantjes te over

Borduurwerk terwijl je wacht

Basiliek Saint Naizere.

Onze bus terug gaat pas om zeven uur, dus om de tijd te doden brengen we een bezoek aan het ‘Inquisitie museum’ en het ‘Cachot museum; waar men goed in beeld weet te brengen hoe het er indertijd met de Katharen aan toe ging. Hieronder een paar 'gekuiste' afbeeldingen, wie de gruwelijke martelwerktuigen en methoden wil zien, moet zelf gaan kijken. Uiteindelijk is het al rond kwart voor negen in de avond wanneer we terug zijn in de camper en kunnen terugkijken op een vermoeiende maar welbestede dag.

Het inquisitie museum

De inquisiteur probeert bisschop te overtuigen

Links de griffiers, rechts de inquisiteur met daarachter de getuige

Hiernaast de GPX file en een afbeelding van de door ons vandaag gemaakte rondwandeling.

Startpunt: Camping La Sapinette Quillan

Afstand: ca. 11 kilometer

Quillan Camping La Sapinette Ginoles Col De Porte
Geografische data – 138,9 KB 382 downloads

Dag 22 – Maandag 27 mei – Even rustig aan.

Na gisteren zijn we wel weer even aan wat rust toe. Bovendien moeten de foto’s worden bewerkt en niet te vergeten ook weer boodschappen worden gedaan. Omdat er binnen loopafstand geen winkels zijn gaan we met de camper naar de Carrefour Market die zich een paar kilometer buiten Quillan bevindt.

Dag 23 – Dinsdag 28 mei – Weer de wandelschoenen aan.

Na de bijkomdag van gisteren hebben we vandaag zin om er op weer uit te trekken. Het weer ziet er ook niet slecht uit, want ’s morgens schijnt er zelfs een zonnetje. Vandaag een rondwandeling rondom het stadje Quillan en omdat er rondom bergen liggen, ontkomen we er niet aan om weer flink wat hoogtemeters te overwinnen, Ik heb vooraf twee routes uitgewerkt en in de GPS geladen, zodat er onderweg, afhankelijk van de vorderingen en ervaring, geschakeld kan worden tussen een lichtere en een zwaardere route. Het eerste stuk van de wandeling gaat licht stijgend en na een uurtje wandelen wordt het dorpje Ginoles bereikt. Een schilderachtig plaatsje en ook uitermate geschikt voor een koffiestop. 

Daarna vervolgen we onze route die nog steeds omhoog gaat, maar gemakkelijk beloopbaar is. Voor ons het sein om voor de zwaardere variant te kiezen. Nu gaan we over een smal paadje verder en krijgen onderweg een prachtig uitzicht op Quillan. Na nog een uurtje lopen gaat het pas echt steil omhoog, maar even later komt de Col du Portel in zicht. Op de picknickplaats kunnen we lekker in het zonnetje van onze lunch te genieten. Na de lunch hoeft er niet veel meer geklommen te worden en ook de afdaling daarna verloop vlot en vrij gemakkelijk. Met de finish in zicht heeft de zon plaatsgemaakt voor een lucht met donkere wolken en weer even later moeten we toch nog de paraplu tevoorschijn halen. Thuis vieren we met een pilsje deze toch als prachtig ervaren wandeling. Er valt nóg wat te vieren, want vandaag is het precies 7 jaar geleden dat we onze camper hebben geadopteerd en bijna 70 duizend kilometer verder kijken we terug op een groot aantal prachtige vakanties.

Dag 24 – Woensdag 29 mei – Woensdag marktdag.

Gisteravond heeft het vrijwel constant geregend en ook vanmorgen vroeg was het nog niet droog. Niet zo erg, want wij zijn ’s morgens altijd erg geduldig. Tegen de tijd dat we de deur uit gaan is het droog en wijst de klok al twaalf uur aan. Dus moeten we opschieten, want vandaag is het marktdag in Quillan en de marktkooplieden willen na de middag snel aan de warme maaltijd. Wij zijn op zoek naar fruit en kaas, maar in het centrum zien wij alleen hier er daar een verdwaalde marktkraam met kleding of prullaria. Het blijkt dat de markt over verschillende locaties is verspreid en wij moeten daarom door naar de Rue de l’Eglise en vinden inderdaad weer een paar marktkraampjes. Het aangeboden fruit vinden we onder de maat. Dan maar door naar de kaaskraam. We proeven oude kaas en kopen een stukje. Bij de prijs is het toch even slikken. 40 euro per kilo doet mij denken dat er kaviaar in plaats van kaas in het pakje zit. Wij gaan daarna verder met het opzoeken van de verschillende bezienswaardigheden in het stadje. Na ruim een uur hebben we het allemaal wel gezien en lopen we terug naar de camping.

Gezicht op Quillan

Huizen aan de oever van de rivier de Aude

Elk stadje heeft een kasteelruïne

Brug uit de middeleeuwen

Interieur van een goed onderhouden kerk

Het voormalige badhuis, nu VVV kantoor

Dag 25 – Donderdag 30 mei – Tijd voor verandering

Wij verblijven al weer 6 dagen op de gemeentecamping van Quillan en hoewel we ons niet verveeld hebben, gaan we zo langzaamaan tot de huisraad behoren. Tijd voor verandering en dus om verder te trekken. Ook het weer is gaat veranderen. Na een periode van wisselvallig weer met af en toe flink wat regen, wordt voor de komende dagen stabiel en zonnig weer voorspeld. Kennelijk hebben ook andere campinggasten dit in de gaten. De eerste dagen stonden we alleen op een verder lege camping. Later kwam er af en toe een motorrijder of camperaar een nachtje logeren. Gisteren, met Hemelvaartsdag in aantocht, is er plotseling flink wat belangstelling, wat voor ons al een reden is  om te verhuizen. Het plaatsje Axat ligt op iets meer dan tien kilometer te zuiden van Quillan en ligt eveneens aan de rivier de Aude. Het ritje erheen gaat door een kloof met een kronkelige weg en overhangende rotsen. Op zich al een reden om deze route te rijden. Camping La Crémade ligt een paar kilometer buiten Axat en is een camping met veel groen en louter schuin aflopende plekken. Het valt niet mee om een plek te vinden die aan onze basis criteria voldoet: goed gras en niet te schuin, privacy, zon en satellietontvangst. Via een nauwe toegang staan we eindelijk op ons plekje als het even later met onze privacy al weer is gedaan. Vlak bij ons slaan twee Franse families en een groepje motorrijders hun tenten op, terwijl de camping verder vrijwel leeg is.

Door de kloof naar Axat

Over de weg hangende rotsen

Het windscherm geeft ook privacy

Dag 26 – Vrijdag 31 mei – Te  voet naar het Chateau van Puilaurens.

Met het Hemelvaartsweekend voor de deur hadden wij ons er al mee verzoend dat er van rust en privacy niet veel over zou blijven. Of ik vannacht wellicht te hard heb gesnurkt? Wie zal het zeggen, maar feit is dat beide Franse families vanmorgen al bijtijds hun bivak hebben opgebroken en zijn vertrokken. Ook de groep motorrijders is er ronkend vandoor gegaan, zodat de rust is teruggekeerd. Op ons programma van vandaag staat een bezoek aan het kasteel van Puilaurens. Vanwege de afstand zouden we met de camper naar het gehucht Lapradelle rijden en vandaar de heuvel plus rots beklimmen waarop het kasteel is gebouwd. Maar ja, we staan op de camping wel op een leuk plekje, maar niet zodanig dat we met de camper gemakkelijk kunnen manoeuvreren. Gesterkt door onze wandelervaring van de afgelopen tijd besluiten we om de hele afstand te voet af te leggen. Dat wordt dan wel een wandeling van ruim vijftien kilometer, met daarbij verschillende beklimmingen en afdalingen. Om kwart over twaalf gaan we op pad en al snel blijkt dat de wandelroutes van onze topografische kaart uit een ver verleden stammen en niet samenvallen met hetgeen we nu voor onze voeten krijgen. In de praktijk draait het uit op nog een paar kilometer extra lopen en met de warmte van vandaag is dat wel te merken. 

Op de heenweg op het Katharenpad

Voor 4 in de oorlog neergestorte vliegeniers

Nog even volhouden

Rechtsonder: heel bijzonder, de wilde Akelei

Dat verdient wat extra aandacht

Vanaf ons pad zien we plots het kasteel

Kwart voor drie komt het kasteel in zicht en weer drie kwartier later melden we ons bij het ticket loket. Vanaf hier volgt in de hitte nog een steile klim tegen de rots op, zodat we met de tong op onze schoenen de hoofdpoort van het kasteel bereiken. Weer afgekoeld en bijgekomen gaan we op onderzoek uit en combineren dit met onze lunchpauze. Hierna volgt nog de wandeling terug naar de camping, zodat het al kwart voor zeven is als we ons bezweet en wel bij de receptie melden. Het restaurant van de camping is nog gesloten, maar men biedt spontaan aan om voor ons te koken. Zo’n meevaller laten we niet ontglippen. Eerst even een pilsje op ons camper terras en daarna door naar het terras van de camping waar we ons, koesterend in een avondzonnetje, door de kok laten verwennen.

In de hitte nog verder omhoog

Een smalle stenen trap

Eindelijk de hoofdpoort bereikt... nu eerst uitpuffen

De binnenplaats tussen de kasteelmuren

Het slot met de wachttoren

Detail: Kruisgewelf van duizend jaar terug

Maak jouw eigen website met JouwWeb